No. 386 Zaterdag 5 September 1914 38e Jaargang De Groote Oorlog. „De Zeeuw" in Militair Tehuis en Kamp. Uitgave van ■de Naam!. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAK G E VOBSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. D H li IJ L. BURG. Drukkers: Oosterfoaaei Le Cointre - Goes. Sinds de laatste opgave nam J. M. N. te Kamperland nog 'n abonnement voor zijn rekening, ten behoeve van de soldaten. Op menige plaats zou men gaarne onder de binnenkomende bladen ook „De Zeeuw" zien. Van verschillende zijden bereiken ons dankbetuigingen voor de zending van gratis-exemplaren. We brengen den dank van de soldaten aan de milde gevei's (geefsters) over. Wie ,van onze meergegoede lezers helpt nog? Overeenkomst. Het treft zoo eigenaardig, dat de datums der overwinningen in 1870 gedekt wor den door die van 1914. Den 4 September '1870 begonnen alle Duitsche troepen naai' Parijs op te ruk ken en wel in twee richtingen. De eene liep over Rethel, Rheims en Soissons, de ander over Chalons, Epernay en Meaux. Ook thans 3 September 1914, na ver schillende overwinningen in het Noorden en Oosten, trekt anderpiaal het Duitsche leger op, ongeveer langs dezelfde genoem de lijnen, maar nog versterkt door een uit België aanrukkend leger in de rich ting Soissons, Amiens, Rouaan. Den 4 Sept. 1870 bezetten de Duitschers de grijze kroningstad Rheims, die door de Franschen verlaten was. Zij trokken er evenwel slechts door, een kleine bezetting achterlatende, ook de koning van Pruisen vertoefde er tien dagen. Thans 4 September 1914 is het beleg voor Rheims geslagen. Laon, dat zich tegelijkertijd in 1870 overgaf, heeft zich ook nu tegelijkertijd overgegeven. Reeds op 13 September 1870 waren de Duitsche troepen tot op een mijl afstands van het uiterste fort, dat Parijs dekken moest, verwijderd. Ditmaal zal dit wel iets vroeger ge schieden, nu Rheims, blijkens een be'richt uit Duitsche bron, gevallen is. Parijs is overgegeven 6 Maart 1871 na dat een wapenstilstand, 9 Januari tot stand gekomen, telkens met eenige weken was verlengd geworden. Eerst den 10 Mei 1871 werd de vrede, te Frankfort, gesloten. De oorlog had van 15 Juli af geduurd, dat is bijna tien maanden En dat was slechts een Fransch-Duit- sche oorlog! Duur. Dat de oorlog duur is, begrijpt een ieder nu wel. De mobilisatie van de oor logvoerende Europeesche landen te zamen kost per dag ongeveer 85 miljoen gul den. Die van Nederland een miljoen. Doch ook de vrede is niet goedkoop. „Timotheus", red. J. N. Voorhoeve, schreef een jaar geleden (30 Aug. 1913), dat de kosten van onderstand voor leger en vloot in vredestijd bedragen in Frank rijk 675 miljoen; Duitschland en Rusland elk 800 miljoen; Engeland 850 miljoen; Italië 300 miljoen; Oostenrijk 220 miljoen; voor Ideze mogendheden te zamen per dag 10 miljoen. Waar dan nog bij' komen de kleinere staten: Turkije piet 120 mil joen, Spanje met 125 miljoen, enz. Zoo dat 'de itotaaluitgaven voor den vrede dicht bij de vijf miljard gulden komen; in vredestijd! Kunt ge !u dit bedrag voorstellen? Stapel het op in bankbiljetten van f 1000, die denkelijk 0,1 m.M. dik zijn. Ge hebt dan aldus „Timotheus" 5 miljoen biljetten, en ge krijgt een stapel van 500 M. hoog; vijfmaal zoo hoog dus als onze hoogste torens. Als ge het in guldens neemt dan kunt ge er een weg mee bestraten van Den Haag naar Amsterdam tot een breedte van 64 meter. Rekent ge den prijs van den grond op f1500 per H.A., dan kunt ge voor wat in één jaar voor vrede wordt uitgegeven, juist ons geheele land k o o p e n Nog iets. In 1911 werd voor vrede twee miljard meer uitgegeven door de zes groote mogendheden dan in 1881. In de 30 jaren van de vredesbeweging zijn de kosten van den vrede dus toegenomen toet een stapel van duizendguldens- bankbiljeften, bijna 3 maal zoo hoog als de toren van het Vredes paleis! VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1.25 „0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. De val van Reims. Uit het groote Duitsche hoofdkwartier wordt officieel gemeld: Reims is zonder tegenstand door de Duitsche troepen bezet. De buit, door de Duitsche legers behaald, begint eerst langzamerhand bekend te worden, daar de troepen zich bij hun snellen ppmarsch daarom maar weinig kunnen hekommeren. Vermeesterde ka nonnen en voertuigen zijn in het vrije veld achtergelaten, de troepen die de ver bindingslijnen bewaken moeten ze gelei delijk verzamelen. Tot nu toe heeft slechts het leger van veldmaarschalk Von Biilow daaromtrent opgave gedaan. Tot einde Augustus heeft dat leger zes vaandels, 233 zware ka nonnen, 116 veldkanonnen, 79 machine geweren en 166 voertuigen vermeesterd en 12,934 krijgsgevangenen gemaakt. w.g. VON STEIN, kwartiermeester-generaal. De verwoesting van Leuven. De Norddeutsche Allgemeine Zcitung schrijft over het gebeurde te Leuven: Tegenover de berichten in het buiten land betreffende het gebeurde in Leu ven, zijn de diplomatieke vertegenwoor digers Van Duitschland bij de neutrale staten voorzien met materiaal ter weer legging Van. de tegen de Duitsche wijze van oorlogvoeren geuite beweringen. Den keizerlijken 'gezant was bovendien opge dragen aan de Nederlandsche regeering te verzoeken in het belang van de men- schelijkheid, aan de Belgische regeering dringend te willen aanbevelen om de civiele bevolking te weerhouden van ge heel nutteloozen weerstand. De Neder landsche minister van Buitenlandsche Za ken deed daarop den Belgischen gezant in Den Haag een desbetreffende mede- deeling, welke deze beloofde aan zijn re geering te zullen doorgeven. Nederlanders uit Brussel. Wij hadden een onderhoud met een Nederlandsche familie, die, in Brussel woonachtig, daar den grond wat >varm onder de voeten en maar 't veiligst achtte naar patria te gaan; man, vrouw en drie kinderen. De familie woonde, toen de intocht dei' Duitschers in Brussel plaats vond, in Linkekeek, een voorstadje, en toen de geruchten van het naderen der ge vreesde „Prussies" maar al te gegrond bleken, vonden zij het raadzaam Bel- gië's hoofdstad maar op te zoeken. Die tocht was reeds een avontuur van belang. Kleederen, beddegoed en het noo- digste werd op een boerenkar geladen, daar heesch vervolgens de familie zich zelf in en zoo ging het langs onafge broken 'rijen Duitsche militairen naar Brussel. Natuurlijk moet ieder oogenblik halt gehouden worden, zoodat wat an ders een ritje is nu tot in het onein dige duurde. Onze zegsman kwam met de zijnen om zoo te zeggen tegelijk met de Duit sche soldaten in Brussel aan en hij: deelde ons mede, dat de ontvangst van de zijde der Brusselsc'he bevolking bijna hartelijk genoemd kon worden. Den vreemden sol daten werden sigaren en sigaretten, limo nade, eieren, kortom, van allerlei aan geboden en 'tleek wel of het een feeste lijke intocht was. Dit hebben die menschen waarschijnlijk uit angst gedaan, meenend, dat het maar het beste was de vreemde overheersohers zoo gunstig mogelijk te -stemmen. Drie dagen onafgebroken zijn Duitsche troepen door Brussel heen ge trokken en er viel niet het minste inci dent voor. ■De ineening der bevolking was, dat het slechts een doortocht van troepen zou zijn. To<en echter een Vrij' belangrijke troe penmacht bleef, veranderde de publieke opinie en langzamerhand is de gerust heid voor een niet te ontkennen angstige spanning gaan plaats maken. Vooral toen de Duitschers bp verschil lende plaatsen in Brussel geschut en mi trailleuses plaatsten en ook, naar Ver luidt, in Bergen, op 100 K.M. afstand van Brussel, geschut is geplaatst. Onze zegsman vertelt, dat de Duit schers blijkbaar op dit oogenblik de Bel gische bevolking wantrouwt. Er moet, zei hij, een telegraafdraad doorgesneden zijn en nu beschuldigen de Duitschers de Brus selaren hiervan. Als strafmaatregel zou het telefonisch verkeer in Brussel zijn stopgezet. Er 'heerscht op het oogenblik, dat de Nederlandsche familie Brussel verliet, angst, dat binnen zeer korten tijd de voorraad levensmiddelen zal zijn uitge put. Overigens is het in Brussel ijzig kalm. Sterken drank mag niet worden verkocht, alles ligt stil, de groote café's jzijn leeg en alleen in de estaminets in de huiten- wijken is nog wat te doen. En men hoort daar, nu de Duitsche bezetting blijft, vaak wrokkig gemor tegen het Duitsche re gime. Om 9 uur 's avonds moeten alle café's gesloten zijn. Zaterdagmorgen vertrok, voorzien van de nood'ige papieren, de familie per mi litairen Iflrein naar Aken. De reis werd herhaaldelijk onderbroken. Ieder oogen blik moest worden gestopt. Tegen don ker kwam men in Leuven. Onderweg za- gen de reizigers de overblijfselen van verbrande dorpen. Onze reizigers hebben treinen met gewonden gezien, en zijn ge tuige geweest van het inladen van af grijselijk verminkte gewonden, wier ge kerm hartverscheurend was. De zorg voor de gewonden was zeer goed en de Duit schers waren ook jegens de Hollandsc'he reizigers zeer vriendelijk. Herhaaldelijk voorzagen zij de kinderen van melk, cho colade en allerlei versnaperingen. Het is wel een griezelige, ang'stige reis geweest in den stikdonkeren trein, die elk oogenblik stopte als er vrees bestond, dat de weg, niet veilig was. 'In Leuven brandde het, toen onze reizigers voor bijkwamen en Luik is geheel Duitsch. Ongelooflijk zijn de 'fantastische ver halen, die onze zegsman onderweg hoojr- de. Hij hoorde o.a. vertellen, dat Ne derland in oorlog was met Engeland, Am sterdam was gebombardeerd. Rotterdam in de lucht gevlogen en zulken onzin meer. De Duitsche soldaten waren vriendelijk, maar lieten zich nergens over uit. De Nederlander heeft met verklaarbare verbazing het Duitsche spoorwegvervoer gezien. Hij zag onafzienbaar lange trei nen manschappen. Aan die treinen wa ren goederenwagens, die tot in de per fectie als werkplaatsen waren ingericht, met al het benoodigde gereedschap. De reis, van Brussel naar Amsterdam heeft 31 uur geduurd. Al dien tijd heb ben 'd o menschen met drie kleine kinderen in den trein gezeten; -Te half vier Zon dagmiddag kwamen zij in Maastricht aan van Vaals naar Maastricht moesten zij per boerenwagen, waarvoor f 12 betaald moest worden en te 4 uur konden zij uit Maastricht naar Amsterdam. (Telegr.) St. Petersburg-Petrograd. Dr. Dillon, een der oorlogscorresponden ten van de Daily Telegraph, schrijft over de verandering van den naam St. Peters burg in Petrograd. Het is schijnbaar iets nieuws, maar inderdaad een terugkeer tot den ouden naam, die Peter de Groote's tweede hoofdstad van stonde af aan heeft gevoerd. Alle boeken, in die stad uitge komen gedurende het laatste deel van Peter's regeering en onder die van zijn onmiddellijke opvolgers, droegen den naam Petrograd op het 'titelblad. Grad en gorod zijn twee woorden, welke beide stad beteekenen. Ze hebben denzelfden stam als het Engelsche woord garden en komen o.a. voor in Novgorod, Elizabetgrad enz.; Konstantinopel wordt in 't Russisch zelfs vaak genoemd Tsaregrad, de Keizerstad. De legende der Frane-Tireurs. Zooals men weet wordt het vermoorden van weerlooze mannen, vrouwen en kin deren ,en het vernielen van steden en dorpen steeds verklaard als een wraak oefening op de bevolking, omdat zich in haar midden „franc-tireurs" zouden heb ben bevonden, die op de Duitschers scho ten. Een bijdrage tot de kennis van de wijze waarop deze franc-tireurs-legende in de wereld is gekomen, vindt men in den brief van een bijzonderen correspondent te Aken aan „de Tijd". Deze correspondent geeft o. a. het ver haal weer van een priester uit den Elzas, omtrent hetgeen in zijn dorp dus nog op Duitsch grondgebied gebeurde. Het verhaal van den priester luidt als volgt: „Het dorp.(naam gecensureerd) in den Elzas, telt circa 500 inwoners, die van htet begin der mobilisatie af alle zor gen aanwenden, om de doortrekkende troe pen van alles te voorzien. Ieder deed wat. hij kon en mijn zuster vertrok naar de ouderlijke woning om te helpen. Om streeks 40 man werden daar bij ons thuis dagelijks gespijzigd. Alles gaf men wat men had, en als een soldaat eens een „pumpernickel" achterliet werd dit zui nig door de dorpsbewoners bewaard, dan had men tenminste brood voor zich! Twee (weken verliepen aldus. Op den avond van Maria Hemelvaart tegen mid dernacht kwam de aanzegging, dat tegen 2 uur in den morgen een groote troep soldaten was te wachten. Men moest voor de soldaten alles gereed maken om hun teen korte rust mogelijk te maken. Aldus werd gedaan „Uebung macht den Meister!" Tegen den aangekondigden tijd kwa men de troepen en werden uitstekend dooi de burgers behandeld. Er was bevel ge geven intusschen, alvorens men den Rijn overstak, om met scherp te laden, daar men den vijand in de nabijheid veronder stelde. Nauw waren de soldaten ondergebracht en dachten de inwoners zelf eenige rust te kunnen nemen of er werden geweer schoten gehoord. Er ontstond een geweld van omgeworpen banken en stoelen, ge schreeuw weerklonk.van alle kanten weerklonken schoten in den duisteren nacht. Mijn zuster wil naar buiten kijken om naar het beschoten vliegtoestel te zien, zij dacht, dat een Fransch vlieger onder schot was genomen. Maar neen! de ko gels floten door de straten en mijn moe der kon haar snel nog in huis trekken. Nog een paar schoten, dan is alles stil! Men hoort weer menschenstemmen. De burgemeester staat reeds bij de brug. „Ik betreur het zeer", zegt juist een hoofdofficier tot hem, „maar in zulke gevallen moet de strenge krijgswet wor den 'toegepast". Daarop trad hij ons huis binnen. „Ja, daar hebt je 't nu al, Frau- lein, dat is 't begin. Nauwelijks zijn wij in den Elzas of de burgers schieten op ons „Dus franctireursHier in ons dorp? In onze omgeving? Onmogelijk! Dat is geheel en al uitgesloten, herr Haupt- mann I" „Wis en zeker, de wacht onder aan het Venster heeft het duidelijk gezien, hoe daa.r uit het huis geschoten werd, uit dat raam Juist ging het aangeduide raam open en een stem riep daaruit: „Hier Land- wehr!" Het waren Duitsche soldaten notabene, die daar de bewuste kamer van !dat raam hadden betrokken! Intusschen tuurde de officier vol na denken top zijn kaart: „Ja, dokter", aldus wendde hij zich tot den militairen arts „waar zijn wij eigenlijk?" „Mag ik u terecht helpen" kwam mijn zuster 'tusschenbeide. „U zijt tien minu ten (geleden over den Rijn gekomen en bevindt u nu te.(de plaatsnaam, als mede de naam van den geestelijke is ge censureerd, Red.). Wij hebben 14 dagen lang een menigte soldaten geherbergd en gevoed. Vraag het dezen, of ze het niet goed hebben gehad, of wij niet al 't mo gelijke voor hen hebben gedaan. Als wij hadden willen schieten, zouden wij het toch immers anders hebben aangelegd. Ik verzeker u, dat niemand in het dorp zoo iets doet. Stel u gerust! U zijt nog een goede Veertig kilometer van de Fran- sche grenzen en wij; doen onzen plicht." „Maar de schildwacht heeft toch duide lijk gezien, dat uit het venster geschoten isDaarop heeft hij alarm gemaakt. Een luitenant snelde toe, liet het huis om singelen en er op schieten." Bij onderzoek bleek echter toch, dat alleen twee Duitsche soldaten op de ka mer hadden gelogeerd, die beslist ontken den, dat er uit het raam zou geschoten zijn Ja, als 't dan niet daar was, dan was 't toch zeker ergens anders! Weerwraak moest genomen! Toen de officieren nog beraadslaagden, werd een zwaargewonde binnengebracht, en kwamen er nog andere soldaten bin nen, o. a. een met wondjes in het ge laat. Ze hadden in een schuur van een herberg gelegen en op hen zou daar van boven geschoten zijp. En wel met hagel door franctireurs, zooals de wondjes in het gelaat van den eenen soldaat bewees. „Dat zijn krabben!" besliste de offi cier van gezondheid, „welke de kerels zich bij het alarm zelf of anderen toe brachten 1" En de zwaargewonde? Een stuk vleesch was uit de dij gescho ten. Op dit oogenblik kwam een onder officier binnen, die ook in de schuur had gelegen en een schot in den arm bekwam. Mijn zuster kon onmiddellijk aantoo- nen, dat hier van schieten van boven geen sprake wasde kogel was niet van boven af het lichaamsdeel ingedrongen. De onderofficier erkende dan ook on middellijk, dat het schot kwam uit een der geweren der manschappen zelf. Enkele soldaten hadden de geladen geweren bij zich gehouden. Er werd bovendien bij een der soldaten nog een doorschoten veld- flesch gevonden. Een der geweren, die de soldaten hij het ter ruste gaan naast zich hadden neergelegd, was afgegaan, de kogel had door het stuiten op de veldflesch een andere richting genomen en den zwaar gewonde ernstig in het dijbeen gekwetst. Bij de aJarmeering gingen nog enkele an dere geweren af. „Goddank was alles opgehelderd, dank zij het optreden mijner zuster. Wie weet, wat er Van het dorp anders ware over gebleven. De soldaten gaven later de ver klaring voor hun angst voor franctireurs. Zij waren in het Badensche daarvoor ge waarschuwd en men had hun de erg ste dingen van Elzasser franctireurs ver teld Aldus het verhaal van den Dnitschen geestelijke, wiens zuster thans uit den Elzas bij hem is gekomen. De Kozakken in Oost-Pruisen. De „Vorwarts" bevat een brief van, een vluchteling uit Oost-Pruisen, waarin, een denkbeeld wordt gegeven van het optreden der, kozakken in de door de Russen bezette gebieden. De briefschrijver meldt „Hedenmorgen zat ik niets vermoedend te huis aan mijn schrijftafel, toen voor mijn raam plotseling de kop van een kozakken-officier verschijnt. Hij roept in het Duitsch: „Uit dit huis is gescho ten Ik noodig hem binnen, en geef heml de verzekering, dat noch ik, noch een) mijner menschen geschoten heeft, en dat wij zelfs van de aanwezigheid der Rus sen niets wisten. Hij schijnt zich daarbij neer te leggen. Ik vraag hem of ik heml een glas wijn mag geven, maar hij ant woordt: „Wij drinken tijdens den veld tocht geen alcohol, dat is ons streng verbodenmaar een glas thee wil ik gaarne 'hebben". Ik laat den man thee en een ontbijt voorzetten, en wij zitten zeer gemoede lijk te praten. Nadat hij ontheten heeft steekt hij een mijner sigaren aan, en zegt dan: „Nu moet ik ecihter mijn plicht doen en den boel in brand steken, want uit dit huis is op mijn troep geschoten''. Mijn verzekeringen baten niets. Hij staat mij slechts ,toe mijzelf en mijn menschen in veiligheid te brengen, en belooft, mijn woonhuis niet te zullen aansteken. De kudde, die in de wei was, werd in den stal gedreven, de deuren op slot ge daan, en dan aan de vier zijden het gebouw aangestoken. Intusschen had ik mijn menschen op1 een ladderwagen gezet, en zoo snel de ploegpaarden loopen kon den reden wij weg. Zwarte rookwolken en het klagend geloei der koeien gaven ons een laatsten groet. Wij poogden het nabijgelegen spoor wegstation te .pereiken, maar daar ver trok geen trein meer, en zoo moesten wij verder. Overal doken Kozakken-JSa- trouilles op en ik 'heb de bossohen Van Oost-Pruisen gezegend, waarin wij ons, zoo de toestand al te netelig werd, kon den verbergen. Alle wegen waren be dekt met eindelooze troepen land- en stadsmensoben, die vluchtten, somtijds hunne kudde voor zich uit drijvend. Het was de groote volksverhuizing, en tde ellende en jammer zijn niet te beschrij ven. De Kozakken hebben de officieele Ver gunning om te branden en te plunderen. Dit geschiedt steeds onder yoorwendsel, dat er op de IKroepen geschoten is. De heerenhuizen laten zij staan, en nemen; daarin hun intrek, waarbij zij steeds naa'r schatten zoeken. Waarom zij echter de kudden verbranden, die hen tot voedsel zouden kunnen strekken, is' onbegrijpe lijk. iif| Een vrouw, wier man te velde is, ver haalde nog: Dadelijk na de mobilisatie kwam een troep Kozakken op mijn goed' en begon de schuur aan te steken. Ik nam al mijn moed bijeen, ging er op af en beval hen, op strengen toon en in het Russisch, dadelijk den brand te blus- schen; zij konden dan in de keuken een kop koffie met brood krijgen. Dat impto- w neerde hen; zij bluschten den brand, dronken hun koffie en gingen met her haalde dankbetuiging weg. Maar mijn buurman, die hetzelfde ook wilde be proeven, werd eenvoudigweg neergescho ten, en zijn geheele bezitting afge brandf Voor 't eerst in 't vuur. Een gewonde Engelsche artillerie-oft, ficier heeft aan de „Manch. Guard." zijne mdi-ukken weergegeven van zij;n eerste gevecht. „In den morgen", zoo vertelt hij, „wed den ons stellingen aangewezen, en ont vingen wij het werkprogram1 voor onzle artületrie. „Van toen af waren wij allen Viol bange spanning; géén angst Voor ons zelf was het, maar een gedrukt gevtoel tegenover het onbekende. „Om zes uur openden wij Vuur op een plaats waar wijl den vijand vermoedert konden. Tegen den middag kregen wij bevel om tegen de van links opdringende Duitsche cavalerie te ageeren; wij wacht ten in onze nieuwe stellingen. „Dan als plotseling de vijand acht baar woTdt en zijn vuur op ons opent omvangt mij een soort nachtmerrie. „Onze artillerie komt in actie, doch het

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1