irakel "a ren Stalmest. No. 378 Donderdag 37 Augustus 1914 38e Jaargang i J Fvaars, [paard, leid De Groote Oorlog. mrg, op [paarden, faamhout en en m m e n, Ir us t." [meisje. „De Zeeuw" voor de soldaten. -> i igen. ÏSTE PRIJZEN voor OP Ie Wed. JA Cs. [•ke. lliskerke. OP bij J. BAAIJENS, OP ÏVRAAGD ol, Oostkapelle. Iop Biggekerke. jtond of later op de den Geneesheer- tig „Vrederust'' bij •[tegenwoordige met tEE, Kleverskerke. itdienst Rotterdam igen plaatsen. 1914*). Woen 16 9,10, Dond. 17 9,-10,30 (Vrijd. 18 8,30 11, I Zater. 19 9,11, IZond. 20 i| Maan. 21 10,12, Dins. 22 7,-12,— Woen. 23 7,3011,— Dond. 24 8,11, Vrijd. 25 8,30 11,— I Zater. 26 8,3011, Zond. 27 Maan 28 8,3012, Dins. 29 8,3012, Woen 30 9,-10,30 1 achter den datum rikzeehet tweede fan Rotterdam. 86 9.01 8.35 8.20 7.56 o Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1.25 0.05 Prijs der Advertentiën: 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Dat gaat niet langerf Tallooze brieven bereiken ons dezer dagen met verzoeken om koste! onze toe zending van kranten aan Militaire Tehui zen, Leeszalen, enz. ten behoeve van onze militairen. Reeds gingen wij op enkele verzoe ken in, doch de stroom van aanvragen; is te groot, om aan allen tegemoet te komen, hoe gaarne wij dit ook zouden doen. Juist in deze dagen worden van de bladen groote offers gevraagd, willen zij blijven voldoen aan de gestelde eisChen, en juist nu zijn de inkomsten, evenals dit in ieder ander bedrijf het geval is, aanzienlijk geringer. j Wat nu te doen 1 Onze militairen moeten geholpen wor den. Allen die ver van- huis en haard verwijderd zijin, rijn zeer verlangend niet alleen het oorlogsnieuws, maar ook het nieuws uit de provincie te lezen en niet alle ouders, familieleden of kennissen zijn in de gelegenheid hun betrekkingen lec tuur te verschaffen. Laten de meergegoeden nu ook op dit terrein iets doen voor onze militairen. Gaarne zullen wij kleine ën grootere bedragen in ontvangst nemen, en onisi belasten met de verzending van bladen naar leesinrichtingen, die daarom ver zocht hebben. Voor fl.25 b.v. stelt men een Militair Tehuis of Verenigingsgebouw in d.e gelegenheid gedurende drie maan den „De Zeeuw" te ontvangen, stel dat de mobilisatie nog zoo lang duurt, wat wij natuurlijk niet hopen. Het spreekt vanzelf, dat we ook ge ringere bijdragen gaarne tot dit doel zul len aanwenden. Draagt elkanders lagtenl Giften worden in „De Zeeuw" verant woord. 7.27 7.05 6.55 Gisteren hebben wij reeds drie giften verantwoord. Met de verzending van een drietal ex. van „De Zeeuw" naar verschillende plaat sen is een aanvang gemaakt. Wie stelt ons in staat „De Zeeuw" naai' nog andere detachementen of mili taire tehuizen te sturen? Bommen uit Zeppelins. Nu Maandagnacht uit een Duitsch lucht schip hommen geworpen zijn op Antwer pen, is de vraag gerezen, of dit op grond: van het verdrag der Haagsche Vredés- confeïentie in' 1907 wel toelaatbaar is. De Belgische legatie heeft bereids op grond 'van artikel 26 van genoemd ver drag „de bepalingen der wetten en ge bruiken Van den oorlog te land" geprotes teerd. Of dit protest zal baten? De ïn 1912 overleden Belgische Minis ter \mn Staat Beemaert heeft nog in 1912 Verzekerd, dat de oorlog in de lucht niet op bedoelde conferentie is geregeld of beperkt geworden. Zoodat hetgeen de Duitschers te Ant werpen deden niet is verboden. Maar Wat staat er dan in dat arfiL kel 26? Bit: De commandant eener aanvallende legermacht inoet Voor het begin van een bombardementde autoriteiten daar van verwittigen. Zoo staat het er wel niet; maar de bedoeling is dan toch zoo. De formulee ring is alleen maar een weinig minder helder dan hier hoven staat. Er staat: moet alles doen wat hij kan om de auto riteiten daarvan te verwittigen. Nu heeft dat „alles doen wat hij kan" zijn grens; dit voert een ieder wel. Im mers de bestuurder van een luchtschip doet ook reeds al wat hij kan, wanneer hij niets doet. Hij zit te hoog, om te kunnen „verwittigen". Of ook, wanneer hij een bom werpt, want welk ander mid del ter verwittiging zou hem anders ten dienste staan? Bovendien een bommenwerperij uit een luchtschip is geen bombardement. Ar tikel 26 schijnt derhalve op dit gevall niet toepasselijk. Hetgeen, overigens wel te bejammeren is; want wij kennen haast geen minnet strijdwijze dan deze door de Belgen ge wraakte. België heeft dan ook op de Haagsche Vredesconferentie in 1907 wel degelijk geprobeerd deze verbodsbepaling inge- lascht te krijgen. België stélde voor een verbod van 'het gebruik van ballons in den oorlog voor den tijd van vijf jaren; zijnde dit een tweede termijn, want reeds vroeger was dit Verbod ook voor de vorige vijf jaren vastgesteld. (Het voorstel van België werd in de sub-commissie gunstig ontvangen, doch in de zitting der conferentie van 17 Augus tus kwam een voorstel van Engeland in, gelijkluidend 'met dat van België, behalve dat ïn plaats van „voor den tijd Van 5 jaren", zou gelezen worden, „tot het eind 'der Vredesconferentie". Bit voorstel werd met 28 van de 46 stemmen aangenomen; doch het kon niet bindend iverklaard worden, dewijl er geen eenstemmigheid was en de „ratificatie" (de goedkeuring door de staten) noodig was. Oostenrijk, Engeland, België (ook Neder land) (stemden voor; doch Frankrijk en Duitschland tegen het verbod. Er is derhalve geen enkele beperkende bepaling inzake het gooien van bommen uit luchtschepen op de conferentie van 1907 vastgesteld Duitschland .was derhalve' in zijn recht. Het gaat derhalve met het gebruik van Zeppelingeschut al evenzoo als met het gebruik van lurco's, bloeddorstige we zens, aapmenschen, wier schrikkelijk op treden men 'zich nog berinneren kan nit de jaren '70 en '71, toen zij bij' duizenden de dappere Beijëren neervelden in de wijn bergen fvan Worth en Weissenbourg. Namen. De tweede Belgische grensvesting aan de Maas, de sterke Stad Namen, is den Duitscihers in handen gevallen. De verovering kan onder de meester stukjes van den nieuwen tijd geboekstaafd worden. Negen schier, onneembare for ten werden vernield of genomen; waar door de Duitschers meester werden van een der belangrijkste steunpunten voor hun operatiën. Namen, aan de saamvloeiing van Maas en Sambre, is _een knooptpunt van vijf spoorwegennaar Brussel-, Luik, Luxem burg, Charleville en Charleroi. Deze laat ste plaats ligt aan den spoorweg naar Parijs. Namen was twee eeuwen geleden zelf, dus zonder forten, een sterke vesting. De Fransche vestingbo'uwkundige Vau- ban veToverde haar in 1692 op Spanje, want bet behoorde tot de Spaansche Ne derlanden; en Spanje was onder anderen met Engeland en Nederland, in bond, in oorlog met Frankrijk (Lodewijk JXIV), van welken oorlog onze groote stadhou der Willem 'III de ziel was. Doch, reeds drie jaar later, werd Namen door Wil lem III, onder leiding van den niet min der grooten vestingbouwkundige Menno baron van Coehoorn, „vriend en vijand tevens" van Vauban, heroverd. Het was een der Vestingen van het Barrière-tractaat van 1715; en was daarna nog tweemalen in liet bezit der Franschen, namelijk van 1746—'48 en van 1792—1814. In 1891 werden de vestingwerken geslecht, en on der leiding van generaal de Brialmonf door forten vervangen. De verovering van Namen heeft de Franschen en Engelschen gedwongen hunne stellingen te verlaten, de Duitt schers pasten ook hier weer de oude beproefde taktiek van Von Moltke toe omsingeling der flanken. Inkwartiering. De wet op de „inkwartieringen en het onderhoud van het krijgsvolk en de Gans- porten en leveranciën voor de legers of verdedigingswerken van het Rijk gevor derd" legt eiken inwoner den plicht op, iemand tot bet krijgsvolk behoorende, des- gevorderd huisvesting met of zonder voe ding, of wel alleen voeding te verstrekken. Onder krijgsvolk verstaat men militai ren der land- en zeemacht, mitsgaders personen, die uit den aard hunner be trekking moeten geacht worden tot het krijgsvolk te behooren (burger-personen, die in tijdelijken of vasten dienst van het leger zijn) (art. 1). Degene, die aan zulk eene vordering geheel of gedeeltelijk geen gevolg geeft, of de voldoening daaraan verhindert of belemmert, wordt gestraft met eene geld boete van ten minste f 0.50 en ten hoog ste f75 (art. 41). Iemand zal bijv. slechts gedeeltelijk aan de vordering voldoen, wanneer hij, gevorderd huisvesting met voeding te verstrekken aan een militair, dezen wel huisvesting, doch geen voeding, of misschien minder dan waarop aan spraak kan worden gemaakt, verstrekt. Van de inwoners, die voor inkwartie ring en onderhoud in aanmerking komen, wordt door Burgemeester en Wethouders eene lijst opgemaakt, welke jaarlijks kort na het tijdstip, dat volgens plaatselijk ge bruik als de algemeene verhuistijd kan worden aangemerkt, herzien wordt. (art. 17). Deze lijst ligt daarna gedurende veer tien dagen ter gemeente-secretarie ter in zage. Een 'en ander wordt bij openbare kennisgeving bekend gemaakt (art. 18). Tnwoners kunnen binnen 14 dagen na afloop van den tijd voor de inzage, voor geschreven bij Burgemeester en Wethou ders, tegen de lijst reclameeren; en bij den Raad in hooger beroep gaan. Doch zoolang de Raad niet, beslist heeft blijft de lijst van kracht (art. 19, 20). De op deze lijst vernielde inwoners heb ben het recht van railing of uitbesteding, mits kennisgeving aan den Burgemeester vóórdat de uitreiking der inkwartierings biljetten aan de militairen is, geschied. Heeft de uitreiking dezer biljetten reeds plaats gehad, dan moet aan de vordering tot inkwartiering en onderhoud in eigen woning worden voldaan (art. 12). Op bedoelde lijst worden geplaatst: bewoners van huizen of gedeelten van huizen en voor wat betreft gemeenten met meer dan 20.000 zielen, alleen zij die een gedeelte van een perceel bewonen en over meer dan twee vertrekken be schikken, terzake waarvan aanslag in per- soneele belasting plaats heeft voor wat betreft haardsteden ën meubilair (art. 13). Inkwartiering en onderhoud omvat naarmate van de aanvraag: lo. de huisvesting van krijgsvolk, met verstrek king van nachtligging, vuur en licht, of plaats aan den gemeenen haard ter keuze van den inwoner, met of zonder voeding; in het laatste geval, des noodig, met ver schaffing van hetgeen tot het gereedma ken van spijzen vereischt wordt; 2o. het stallen van dienstpaarden; 3o. in bijzon dere omstandigheden het verschaffen van spijs en drank, zonder huisvesting en stal ling (art. 9). Worden de inwoners tot inkwartiering enz. aangewezen, dan geschiedt de vorde ring daartoe door den Burgemeester, onder uitreiking van een schriftelijken last. In geen geval mogen van militaire zijde rechtstreeks van de inwoners eener ge meente verstrekkingen worden geëjscht (art. 5). Het doen van verstrekkingen ingevolge deze wet geeft rjecht op het ontvangen van schadeloosstelling. Door tusschen- komst van den burgemeester wordt het bedrag der schadeloosstelling ten spoe digste aan de belanghebbenden uitbe taald (art. 6). Heeft inkwartiering zonder voeding plaats, dan moeten de inwoners verschaf fen: a. voor een onderofficier of een soldaat: huisvesting, een zindelijk strooleger met twee bedlakens, ééndeken des zomers en twee des winters, eene tafel, eene stoel of een bank, gelegenheid tot reiniging met waschgereedschap en zooveel noodig, vuur en licht of plaats bij vuur en licht ter keuze van den inwoner. b. voor een officier: een kamer voorzien van de noodige meubelen, als: tafel, stoelen, een ledikant of bedstede met een gevulden stroozak en een matras of vederen bed, een hoofd peluw of een hoofdkussen, twee bedlakens en één deken des zomers en twee des winters, alsmede 'het noodige waschgereed schap en zooveel noodig vuur en licht of plaats bij; vuur en licht ter keuze van den inwoner. Worden twee officieren in één huis ingekwartierd, dan kan hun gezamenlijk één kamer, doch alsdan met twee afzon derlijke slaapplaatsen worden verschaft. Voor een opper- of hoofdofficier be hooren zooveel» mogelijk twee kamers te worden verschaft, waarvan één tot slaap vertrek is ingericht. Wanneer (ingeval van huisvesting zon der voeding) gereedschappen tot het ge reedmaken van spijzen en dranken moeten worden verschaft moeten de daartoe ver- eischte keukengereedschappen, 'alsmede de noodige kachels, fornuizen of andere tot het doel geschikte toestellen of inrichtin gen, voor zooveel noodig, met toebehoo- ren, beschikbaar worden gesteld (art. 3 van het Koninklijk Besluit van 1'6 Dec. 1902, houdende o. a. vaststelling der re glementaire bepalingen ter uitvoering dér Inkwartieringswet). Voor deze inkwartiering zonder voeding geldt een (schadeloosstelling van: a. f0.20 voor een onderofficier of sol daat b. f 1.voor een officier; c. f 1.50 voor een opper- of een hoofd officier (art. 8, reglement). Ingeval van inkwartiering met voeding moet boven'en behalve hetgeen bij' inkwar tiering zonder voeding is vermeld, wor den verschaft: op den dag van aankomst en voorts voor iederen dag van verblijf: a. voor een onderofficier of een soldaat: een voedzame maaltijd, bestaande in aardappelen en groenten of droge peul- vrachten, voorts in vleesch, spek of visch, en daarenboven 0.75 K.G. goed gebakken brood, tweemaal per dag thee of koffie en verder het noodige drinkwater; b. voor een officier: alleen dan, wanneer binnen ten hoogste een half uur gaans van tde bebouwde kom waar hem huisvesting is verleend, geen gelegenheid bestaat voor hem om zich tegen betaling behoorlijke voeding te ver schaffen een voedzame maaltijd, bestaande in vleesch of visch, groenten en aardappelen, benevens 0.75 K.G. tarwebrood en 0.20 K.G. boter, tweemaal per dag thee, koffie of 0.5 liter bier en verder het noodige drinkwater. Wanneer het hoofd van het gezin ver langen mocht, dat de officier deelneme aan de gewone maaltijden en ververschin- gen van het gezin, behooren deze met bovenstaande omschrijving overeen te ko men en mag de officier geen afzonderlijke maaltijden en ververschingen eischen (art. 4 reglement). Voor deze inkwartiering met voeding geldt eene schadeloosstelling van: a. f0.80 voor een onderofficier of sol daat; b. f 1 voor een officier, met dien - ver stande, dat deze f 1,25 betaalt boven dat bedrag aan den bewoner bij wie hij inge- zwartierd is, wanneer hij' apart voeding verlangt, (art. 8). Voor voeding zonder huisvesting geldt een schadeloosstelling van f0,60 voor een onderofficier of een soldaat. De vordering tot inkwartiering kan te vens betreffen het stallen van één of meer paarden, doch wordt uit den aard der zaak die vordering alleen gedaan aan inwoners die daarvoor plaats hebben. Bij deze stalling moet, behalve de noo- clige stalgereedschappen en middelen tot verlichting der localiteit, voor elk paard minstens 1V2 maal 3 M. ruimte beschik baar gesteld worden, terwijl voor elk paard een vergoeding van 10 cent per dag wordt gegeven. Dé mest van de paarden afkomstig is voor dengene bij wien gestald wordt. Van inkwartiering zijn vrijgesteld huis gezinnen zonder mannelijke personen bo ven 'de 20 jaren, terwijl huisgezinnen, waarin zich een kraamvrouw of eèn lijtk bevindt, of waarin personen aanwezig zijn, die aan een ernstige ziekte lijden, slechts tijdelijk (van inkwartiering worden Vrijge steld. Bij 't aanwezig zijn van redenen voor tijdelijke vrijstelling moeten die wor den meegedeeld aan den burgemeester, vóór de uitreiking der biljetten aan de kwartiermakers. Wordt deze mededeeling door nalatigheid achterwege gelaten, dan moet zulk een nalatige den ingekwartierde «voorloopig in zijn woning opnemen, 'tenzij daar een besmettelijke ziekte heerscht. (art. 14.) Wij spraken hierboven van ruiling en uitbesteding, geregeld biji art. 12. Het spreekt echter vanzelf, dat de uitbeste der aansprakelijk blijft wanneer de gein- kwartierde niet behoorlijk gevoed en ge huisvest blijkt, en de militaire autoriteit hef recht heeft de uitbesteding tie niet te doen wanneer, de ingekwartierde te ver van 'zijn corps-onderdeel is onder dak gebracht. De Duitschers te Mechelen. Over het eerste' aankomen van Duitsche cavaleristen te Mechelen, meldt de „N. Gazet" het volgende: De Duitschers hebben gisteren Meche len zelve bezocht. Een vijftigtal Uhlanen waren da brug over de Ibjle te Hever, tusschen Boortmeerbeek en Muysen, over gereden, komende van Leuven en richtein, zich naar Elewyt. Een dertigtal kwamen in de statie van Muysen en vernielden er telefoon en telegraaf, waarna ze hun dorst 'gingen lesschen in een herberg der gemeente. Ze noodigden den herbergier uit een pint met hen te drinken en na men de voorzorg den baas te doen drin ken, vooraleer zijl den drank aan de lippen brachten. Een voorzorg, die na tuurlijk nooit schaden kan in een vij andelijk land. 1 Vervolgens sprongen ze weer te paard in de richting van Mechelen. Zij' hadden op hunne doortocht aan verschillende buitenlieden gevraagd of er vele soldaten te Mechelen lagen en op het bevestigend, antwoord dat men hun gaf (met het doel1 ze te doen teragkeeren, vertraagden zij en droegen zorg, niet langs de stadspoort 'hun verkenning tej komen doen, maar zij drongen de beem den door nevens de Dijile en kwamen te recht op de Zandpoortvest in de richting der Koeipoort. Aldaar kwam de heer Callant, politie-officier, hun vragen, of ze zich overgaven. Neen, riep de officier kortweg. Toen ireden ze den Lierschen steenweg op (eju zullen 'wellicht onderweg bevon den (hebben, dat ze onder het vuur van het fort van Waelhem verdwaald waren. Juist bijtijds ondervonden ze hun dwa^ ling, zoodat ze den teugel keerden. Toen gaven de boeren het alarm, zoo dat bij hun aankomst in Mechelen, langs de Raghemoplaats, heel wat volk, vooral vrouwen en kinderen, gereed stonden omi hen te zien. Een schepen der stad wachtte hen af. Heel vriendelijk volgden zij hem naar het stadhuis. Wat er daar onder hen ver teld werd, weten ze niet. In alle' geval namen de Duitschers den terugweg naar Muysen, langs de Leuvensche poort. Het is daar, dat ze onaangenaam ver rast werden 'door een afdeeling onzert troepen met een gepantserden automo biel en mitrailleuse. Het gevecht was van korden duur. Een tiental mannen vie len neer, erg gekwetst. De overig© wier pen hun wapens neer en vluchtten; doch verschillende worden 2 oren nadien (ge vangen genomen in de omstreken. Hunne! paarden, die in Idem omtrek dwaaldieim, werden gevat en ter beschikking der krij'gsoverheid gesteld. Een (paard werd gedood. L De krijgsgevangenen werden naar Wael hem gebracht, evenals de buitgemaakte paarden. i. j Wat de onzen betreft, ze hebben niet eens een gekwetste. In bet vooruitzicht van een terugkeer van aanzienlijker Duitsche troepen, wer den de ontvangsten van posterijen, spoor wegen, (enz., in veiligheid gebracht, zoo dat de uhlanen ér niet veel te rooveni zullen vinden. Wat ide §tad zelve betreft, die is voor een groot deel verlaten. Vele magazijnen en winkels zijn gesloten. De verbinding met Brussel is, zooals we het (feeds zeiden verbroken. De vij and bezet Eppeghem en al de dorpen tusschen Leuven en Aalst, zoodat hij al- zoo den doortocht zijner troepen verze kert; het grootste deel. dei' troepen trekt ten Noorden yan Brussel' naar Gent en Frankrijk. Aanzienlijke regimenten trok ken reeds door Aalst. Ze zouden zelfs een trein met oorlogs- en levensbehoef ten tusschen Aalst en Gent onderschept ën de geleiders gedood hebben. Gevecht bij Mechelen. Over het gevecht van Dinsdag lezen wij nog het volgende van de hand van den oorlogscorrespondent der Maasbode: Gisteren, Dinsdag, heeft bij Mechelen een gevecht tusschen de Duitsche en Bel gische legermacht plaats gehad. Omstreeks 5 uur in den morgen be gonnen de Duitschers, die een 20.000 man sterk waaren, een hevig kanonvuur op Mechelen. De Duitschers waren zeer goed verschanst tusschen Gent en Hofstade. Een legermacht uit Antwerpen rukte ter verdediging van Mechelen op. De Duit schers namen de stad Mechelen onder vuur en richtten daarbij1 vooral op de prachtige St. Rombaud. Een projectiel viel op den toren, een ander viel vlak naast de kerk en een derde op het aartsbisschop pelijk paleis. Een 200-tal huizen werden beschadigd, en eenige inwoners zouden gedood zijn. De Duitschers, waarschijnlijk versche troepen, hadden hun hoofdmacht ten Noor den van Mechelen. Niettegenstaande de sterke loopgraven en verschansingen, wel ke door boomstronken versterkt waren, moesten zij ma enkele uren vechtens, voor het vuur der Belgische artillerie wijken en op Vilvoorde terugtrekken. De verlie zen van beide zijden waren groot. In Antwerpen is een volle trein met gewonden aangekomen. Hedenmorgen omstreeks 4 Uur is de strijd bij Mechelen opnieuw begonnen; een hevig kanon- en snelvuur liet zich den geheelen morgen hooren. Volgens geruch ten zijn de Duitschers, die weer verster kingen bekomen hebben, verder in de richting van Mechelen opgerukt. Zij zou den de 'stad Mechelen gebombardeerd heb ben, zoodat op verschillende plaatsen brand is uitgebroken. De staf van het Belgische leger heeft Antwerpen weer verlaten en zich gevoegd bij het leger, dat den uitval van Antwer pen heeft gedaan. Charleroi. Een Engelsch journalist, die een deell van den grooten slag in Zuid-Relgië heeft bijgewoond, is uitgeput van vermoeidheid in Parijs aangekomen. Hij had de in opwin ding en paniek verkeerendo stad Char leroi verlaten met den laatsten trein, die daarvandaan nog had kunnen vertrekken. Dat was Vrijdagmorgen, juist toen de eerste granaatkartets in het station viel'.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1