irakel
"a
ren Stalmest.
No. 378
Donderdag 37 Augustus 1914
38e Jaargang
i J
Fvaars,
[paard,
leid
De Groote Oorlog.
mrg,
op
[paarden,
faamhout en
en
m m e n,
Ir us t."
[meisje.
„De Zeeuw" voor de soldaten.
-> i
igen.
ÏSTE PRIJZEN voor
OP
Ie Wed. JA Cs.
[•ke.
lliskerke.
OP
bij J. BAAIJENS,
OP
ÏVRAAGD
ol, Oostkapelle.
Iop
Biggekerke.
jtond of later op de
den Geneesheer-
tig „Vrederust'' bij
•[tegenwoordige met
tEE, Kleverskerke.
itdienst
Rotterdam
igen plaatsen.
1914*).
Woen 16 9,10,
Dond. 17 9,-10,30
(Vrijd. 18 8,30 11,
I Zater. 19 9,11,
IZond. 20
i| Maan. 21 10,12,
Dins. 22 7,-12,—
Woen. 23 7,3011,—
Dond. 24 8,11,
Vrijd. 25 8,30 11,—
I Zater. 26 8,3011,
Zond. 27
Maan 28 8,3012,
Dins. 29 8,3012,
Woen 30 9,-10,30
1 achter den datum
rikzeehet tweede
fan Rotterdam.
86
9.01
8.35
8.20
7.56
o
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
0.05
Prijs der Advertentiën:
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Dat gaat niet langerf
Tallooze brieven bereiken ons dezer
dagen met verzoeken om koste! onze toe
zending van kranten aan Militaire Tehui
zen, Leeszalen, enz. ten behoeve van onze
militairen.
Reeds gingen wij op enkele verzoe
ken in, doch de stroom van aanvragen;
is te groot, om aan allen tegemoet te
komen, hoe gaarne wij dit ook zouden
doen.
Juist in deze dagen worden van de
bladen groote offers gevraagd, willen zij
blijven voldoen aan de gestelde eisChen,
en juist nu zijn de inkomsten, evenals
dit in ieder ander bedrijf het geval is,
aanzienlijk geringer. j
Wat nu te doen 1
Onze militairen moeten geholpen wor
den. Allen die ver van- huis en haard
verwijderd zijin, rijn zeer verlangend niet
alleen het oorlogsnieuws, maar ook het
nieuws uit de provincie te lezen en niet
alle ouders, familieleden of kennissen zijn
in de gelegenheid hun betrekkingen lec
tuur te verschaffen.
Laten de meergegoeden nu ook op dit
terrein iets doen voor onze militairen.
Gaarne zullen wij kleine ën grootere
bedragen in ontvangst nemen, en onisi
belasten met de verzending van bladen
naar leesinrichtingen, die daarom ver
zocht hebben. Voor fl.25 b.v. stelt men
een Militair Tehuis of Verenigingsgebouw
in d.e gelegenheid gedurende drie maan
den „De Zeeuw" te ontvangen, stel dat
de mobilisatie nog zoo lang duurt, wat
wij natuurlijk niet hopen.
Het spreekt vanzelf, dat we ook ge
ringere bijdragen gaarne tot dit doel zul
len aanwenden.
Draagt elkanders lagtenl
Giften worden in „De Zeeuw" verant
woord.
7.27
7.05
6.55
Gisteren hebben wij reeds drie giften
verantwoord.
Met de verzending van een drietal ex.
van „De Zeeuw" naar verschillende plaat
sen is een aanvang gemaakt.
Wie stelt ons in staat „De Zeeuw"
naai' nog andere detachementen of mili
taire tehuizen te sturen?
Bommen uit Zeppelins.
Nu Maandagnacht uit een Duitsch lucht
schip hommen geworpen zijn op Antwer
pen, is de vraag gerezen, of dit op grond:
van het verdrag der Haagsche Vredés-
confeïentie in' 1907 wel toelaatbaar is.
De Belgische legatie heeft bereids op
grond 'van artikel 26 van genoemd ver
drag „de bepalingen der wetten en ge
bruiken Van den oorlog te land" geprotes
teerd.
Of dit protest zal baten?
De ïn 1912 overleden Belgische Minis
ter \mn Staat Beemaert heeft nog in 1912
Verzekerd, dat de oorlog in de lucht niet
op bedoelde conferentie is geregeld of
beperkt geworden.
Zoodat hetgeen de Duitschers te Ant
werpen deden niet is verboden.
Maar Wat staat er dan in dat arfiL
kel 26?
Bit: De commandant eener aanvallende
legermacht inoet Voor het begin van een
bombardementde autoriteiten daar
van verwittigen.
Zoo staat het er wel niet; maar de
bedoeling is dan toch zoo. De formulee
ring is alleen maar een weinig minder
helder dan hier hoven staat. Er staat:
moet alles doen wat hij kan om de auto
riteiten daarvan te verwittigen.
Nu heeft dat „alles doen wat hij kan"
zijn grens; dit voert een ieder wel. Im
mers de bestuurder van een luchtschip
doet ook reeds al wat hij kan, wanneer
hij niets doet. Hij zit te hoog, om te
kunnen „verwittigen". Of ook, wanneer
hij een bom werpt, want welk ander mid
del ter verwittiging zou hem anders ten
dienste staan?
Bovendien een bommenwerperij uit
een luchtschip is geen bombardement. Ar
tikel 26 schijnt derhalve op dit gevall
niet toepasselijk.
Hetgeen, overigens wel te bejammeren
is; want wij kennen haast geen minnet
strijdwijze dan deze door de Belgen ge
wraakte.
België heeft dan ook op de Haagsche
Vredesconferentie in 1907 wel degelijk
geprobeerd deze verbodsbepaling inge-
lascht te krijgen.
België stélde voor een verbod van 'het
gebruik van ballons in den oorlog voor
den tijd van vijf jaren; zijnde dit een
tweede termijn, want reeds vroeger was
dit Verbod ook voor de vorige vijf jaren
vastgesteld.
(Het voorstel van België werd in de
sub-commissie gunstig ontvangen, doch in
de zitting der conferentie van 17 Augus
tus kwam een voorstel van Engeland in,
gelijkluidend 'met dat van België, behalve
dat ïn plaats van „voor den tijd Van
5 jaren", zou gelezen worden, „tot het
eind 'der Vredesconferentie".
Bit voorstel werd met 28 van de 46
stemmen aangenomen; doch het kon niet
bindend iverklaard worden, dewijl er geen
eenstemmigheid was en de „ratificatie"
(de goedkeuring door de staten) noodig
was.
Oostenrijk, Engeland, België (ook Neder
land) (stemden voor; doch Frankrijk en
Duitschland tegen het verbod.
Er is derhalve geen enkele beperkende
bepaling inzake het gooien van bommen
uit luchtschepen op de conferentie van
1907 vastgesteld
Duitschland .was derhalve' in zijn recht.
Het gaat derhalve met het gebruik van
Zeppelingeschut al evenzoo als met het
gebruik van lurco's, bloeddorstige we
zens, aapmenschen, wier schrikkelijk op
treden men 'zich nog berinneren kan nit de
jaren '70 en '71, toen zij bij' duizenden
de dappere Beijëren neervelden in de wijn
bergen fvan Worth en Weissenbourg.
Namen.
De tweede Belgische grensvesting aan
de Maas, de sterke Stad Namen, is den
Duitscihers in handen gevallen.
De verovering kan onder de meester
stukjes van den nieuwen tijd geboekstaafd
worden. Negen schier, onneembare for
ten werden vernield of genomen; waar
door de Duitschers meester werden van
een der belangrijkste steunpunten voor
hun operatiën.
Namen, aan de saamvloeiing van Maas
en Sambre, is _een knooptpunt van vijf
spoorwegennaar Brussel-, Luik, Luxem
burg, Charleville en Charleroi. Deze laat
ste plaats ligt aan den spoorweg naar
Parijs.
Namen was twee eeuwen geleden zelf,
dus zonder forten, een sterke vesting.
De Fransche vestingbo'uwkundige Vau-
ban veToverde haar in 1692 op Spanje,
want bet behoorde tot de Spaansche Ne
derlanden; en Spanje was onder anderen
met Engeland en Nederland, in bond,
in oorlog met Frankrijk (Lodewijk JXIV),
van welken oorlog onze groote stadhou
der Willem 'III de ziel was. Doch, reeds
drie jaar later, werd Namen door Wil
lem III, onder leiding van den niet min
der grooten vestingbouwkundige Menno
baron van Coehoorn, „vriend en vijand
tevens" van Vauban, heroverd. Het was
een der Vestingen van het Barrière-tractaat
van 1715; en was daarna nog tweemalen
in liet bezit der Franschen, namelijk van
1746—'48 en van 1792—1814. In 1891
werden de vestingwerken geslecht, en on
der leiding van generaal de Brialmonf
door forten vervangen.
De verovering van Namen heeft de
Franschen en Engelschen gedwongen
hunne stellingen te verlaten, de Duitt
schers pasten ook hier weer de oude
beproefde taktiek van Von Moltke toe
omsingeling der flanken.
Inkwartiering.
De wet op de „inkwartieringen en het
onderhoud van het krijgsvolk en de Gans-
porten en leveranciën voor de legers of
verdedigingswerken van het Rijk gevor
derd" legt eiken inwoner den plicht op,
iemand tot bet krijgsvolk behoorende, des-
gevorderd huisvesting met of zonder voe
ding, of wel alleen voeding te verstrekken.
Onder krijgsvolk verstaat men militai
ren der land- en zeemacht, mitsgaders
personen, die uit den aard hunner be
trekking moeten geacht worden tot het
krijgsvolk te behooren (burger-personen,
die in tijdelijken of vasten dienst van
het leger zijn) (art. 1).
Degene, die aan zulk eene vordering
geheel of gedeeltelijk geen gevolg geeft,
of de voldoening daaraan verhindert of
belemmert, wordt gestraft met eene geld
boete van ten minste f 0.50 en ten hoog
ste f75 (art. 41). Iemand zal bijv. slechts
gedeeltelijk aan de vordering voldoen,
wanneer hij, gevorderd huisvesting met
voeding te verstrekken aan een militair,
dezen wel huisvesting, doch geen voeding,
of misschien minder dan waarop aan
spraak kan worden gemaakt, verstrekt.
Van de inwoners, die voor inkwartie
ring en onderhoud in aanmerking komen,
wordt door Burgemeester en Wethouders
eene lijst opgemaakt, welke jaarlijks kort
na het tijdstip, dat volgens plaatselijk ge
bruik als de algemeene verhuistijd kan
worden aangemerkt, herzien wordt. (art.
17).
Deze lijst ligt daarna gedurende veer
tien dagen ter gemeente-secretarie ter in
zage. Een 'en ander wordt bij openbare
kennisgeving bekend gemaakt (art. 18).
Tnwoners kunnen binnen 14 dagen na
afloop van den tijd voor de inzage, voor
geschreven bij Burgemeester en Wethou
ders, tegen de lijst reclameeren; en bij
den Raad in hooger beroep gaan. Doch
zoolang de Raad niet, beslist heeft blijft
de lijst van kracht (art. 19, 20).
De op deze lijst vernielde inwoners heb
ben het recht van railing of uitbesteding,
mits kennisgeving aan den Burgemeester
vóórdat de uitreiking der inkwartierings
biljetten aan de militairen is, geschied.
Heeft de uitreiking dezer biljetten reeds
plaats gehad, dan moet aan de vordering
tot inkwartiering en onderhoud in eigen
woning worden voldaan (art. 12).
Op bedoelde lijst worden geplaatst:
bewoners van huizen of gedeelten van
huizen en voor wat betreft gemeenten
met meer dan 20.000 zielen, alleen zij
die een gedeelte van een perceel bewonen
en over meer dan twee vertrekken be
schikken, terzake waarvan aanslag in per-
soneele belasting plaats heeft voor wat
betreft haardsteden ën meubilair (art. 13).
Inkwartiering en onderhoud
omvat naarmate van de aanvraag: lo. de
huisvesting van krijgsvolk, met verstrek
king van nachtligging, vuur en licht, of
plaats aan den gemeenen haard ter keuze
van den inwoner, met of zonder voeding;
in het laatste geval, des noodig, met ver
schaffing van hetgeen tot het gereedma
ken van spijzen vereischt wordt; 2o. het
stallen van dienstpaarden; 3o. in bijzon
dere omstandigheden het verschaffen van
spijs en drank, zonder huisvesting en stal
ling (art. 9).
Worden de inwoners tot inkwartiering
enz. aangewezen, dan geschiedt de vorde
ring daartoe door den Burgemeester, onder
uitreiking van een schriftelijken last. In
geen geval mogen van militaire zijde
rechtstreeks van de inwoners eener ge
meente verstrekkingen worden geëjscht
(art. 5).
Het doen van verstrekkingen ingevolge
deze wet geeft rjecht op het ontvangen
van schadeloosstelling. Door tusschen-
komst van den burgemeester wordt het
bedrag der schadeloosstelling ten spoe
digste aan de belanghebbenden uitbe
taald (art. 6).
Heeft inkwartiering zonder voeding
plaats, dan moeten de inwoners verschaf
fen:
a. voor een onderofficier of een soldaat:
huisvesting, een zindelijk strooleger met
twee bedlakens, ééndeken des zomers en
twee des winters, eene tafel, eene stoel of
een bank, gelegenheid tot reiniging met
waschgereedschap en zooveel noodig, vuur
en licht of plaats bij vuur en licht ter
keuze van den inwoner.
b. voor een officier:
een kamer voorzien van de noodige
meubelen, als: tafel, stoelen, een ledikant
of bedstede met een gevulden stroozak
en een matras of vederen bed, een hoofd
peluw of een hoofdkussen, twee bedlakens
en één deken des zomers en twee des
winters, alsmede 'het noodige waschgereed
schap en zooveel noodig vuur en licht
of plaats bij; vuur en licht ter keuze van
den inwoner.
Worden twee officieren in één huis
ingekwartierd, dan kan hun gezamenlijk
één kamer, doch alsdan met twee afzon
derlijke slaapplaatsen worden verschaft.
Voor een opper- of hoofdofficier be
hooren zooveel» mogelijk twee kamers te
worden verschaft, waarvan één tot slaap
vertrek is ingericht.
Wanneer (ingeval van huisvesting zon
der voeding) gereedschappen tot het ge
reedmaken van spijzen en dranken moeten
worden verschaft moeten de daartoe ver-
eischte keukengereedschappen, 'alsmede de
noodige kachels, fornuizen of andere tot
het doel geschikte toestellen of inrichtin
gen, voor zooveel noodig, met toebehoo-
ren, beschikbaar worden gesteld (art. 3
van het Koninklijk Besluit van 1'6 Dec.
1902, houdende o. a. vaststelling der re
glementaire bepalingen ter uitvoering dér
Inkwartieringswet).
Voor deze inkwartiering zonder voeding
geldt een (schadeloosstelling van:
a. f0.20 voor een onderofficier of sol
daat
b. f 1.voor een officier;
c. f 1.50 voor een opper- of een hoofd
officier (art. 8, reglement).
Ingeval van inkwartiering met voeding
moet boven'en behalve hetgeen bij' inkwar
tiering zonder voeding is vermeld, wor
den verschaft:
op den dag van aankomst en voorts
voor iederen dag van verblijf:
a. voor een onderofficier of een soldaat:
een voedzame maaltijd, bestaande in
aardappelen en groenten of droge peul-
vrachten, voorts in vleesch, spek of visch,
en daarenboven 0.75 K.G. goed gebakken
brood, tweemaal per dag thee of koffie
en verder het noodige drinkwater;
b. voor een officier:
alleen dan, wanneer binnen ten hoogste
een half uur gaans van tde bebouwde kom
waar hem huisvesting is verleend, geen
gelegenheid bestaat voor hem om zich
tegen betaling behoorlijke voeding te ver
schaffen
een voedzame maaltijd, bestaande in
vleesch of visch, groenten en aardappelen,
benevens 0.75 K.G. tarwebrood en 0.20
K.G. boter, tweemaal per dag thee, koffie
of 0.5 liter bier en verder het noodige
drinkwater.
Wanneer het hoofd van het gezin ver
langen mocht, dat de officier deelneme
aan de gewone maaltijden en ververschin-
gen van het gezin, behooren deze met
bovenstaande omschrijving overeen te ko
men en mag de officier geen afzonderlijke
maaltijden en ververschingen eischen (art.
4 reglement).
Voor deze inkwartiering met voeding
geldt eene schadeloosstelling van:
a. f0.80 voor een onderofficier of sol
daat;
b. f 1 voor een officier, met dien - ver
stande, dat deze f 1,25 betaalt boven dat
bedrag aan den bewoner bij wie hij inge-
zwartierd is, wanneer hij' apart voeding
verlangt, (art. 8).
Voor voeding zonder huisvesting geldt
een schadeloosstelling van f0,60 voor een
onderofficier of een soldaat.
De vordering tot inkwartiering kan te
vens betreffen het stallen van één of
meer paarden, doch wordt uit den aard
der zaak die vordering alleen gedaan aan
inwoners die daarvoor plaats hebben.
Bij deze stalling moet, behalve de noo-
clige stalgereedschappen en middelen tot
verlichting der localiteit, voor elk paard
minstens 1V2 maal 3 M. ruimte beschik
baar gesteld worden, terwijl voor elk paard
een vergoeding van 10 cent per dag wordt
gegeven.
Dé mest van de paarden afkomstig is
voor dengene bij wien gestald wordt.
Van inkwartiering zijn vrijgesteld huis
gezinnen zonder mannelijke personen bo
ven 'de 20 jaren, terwijl huisgezinnen,
waarin zich een kraamvrouw of eèn lijtk
bevindt, of waarin personen aanwezig zijn,
die aan een ernstige ziekte lijden, slechts
tijdelijk (van inkwartiering worden Vrijge
steld. Bij 't aanwezig zijn van redenen
voor tijdelijke vrijstelling moeten die wor
den meegedeeld aan den burgemeester,
vóór de uitreiking der biljetten aan de
kwartiermakers. Wordt deze mededeeling
door nalatigheid achterwege gelaten, dan
moet zulk een nalatige den ingekwartierde
«voorloopig in zijn woning opnemen, 'tenzij
daar een besmettelijke ziekte heerscht.
(art. 14.)
Wij spraken hierboven van ruiling en
uitbesteding, geregeld biji art. 12. Het
spreekt echter vanzelf, dat de uitbeste
der aansprakelijk blijft wanneer de gein-
kwartierde niet behoorlijk gevoed en ge
huisvest blijkt, en de militaire autoriteit
hef recht heeft de uitbesteding tie niet
te doen wanneer, de ingekwartierde te ver
van 'zijn corps-onderdeel is onder dak
gebracht.
De Duitschers te Mechelen.
Over het eerste' aankomen van Duitsche
cavaleristen te Mechelen, meldt de „N.
Gazet" het volgende:
De Duitschers hebben gisteren Meche
len zelve bezocht. Een vijftigtal Uhlanen
waren da brug over de Ibjle te Hever,
tusschen Boortmeerbeek en Muysen, over
gereden, komende van Leuven en richtein,
zich naar Elewyt. Een dertigtal kwamen
in de statie van Muysen en vernielden
er telefoon en telegraaf, waarna ze hun
dorst 'gingen lesschen in een herberg
der gemeente. Ze noodigden den herbergier
uit een pint met hen te drinken en na
men de voorzorg den baas te doen drin
ken, vooraleer zijl den drank aan de
lippen brachten. Een voorzorg, die na
tuurlijk nooit schaden kan in een vij
andelijk land. 1
Vervolgens sprongen ze weer te paard
in de richting van Mechelen.
Zij' hadden op hunne doortocht aan
verschillende buitenlieden gevraagd of er
vele soldaten te Mechelen lagen en op
het bevestigend, antwoord dat men hun
gaf (met het doel1 ze te doen teragkeeren,
vertraagden zij en droegen zorg, niet
langs de stadspoort 'hun verkenning tej
komen doen, maar zij drongen de beem
den door nevens de Dijile en kwamen te
recht op de Zandpoortvest in de richting
der Koeipoort. Aldaar kwam de heer
Callant, politie-officier, hun vragen, of
ze zich overgaven. Neen, riep de officier
kortweg.
Toen ireden ze den Lierschen steenweg
op (eju zullen 'wellicht onderweg bevon
den (hebben, dat ze onder het vuur van
het fort van Waelhem verdwaald waren.
Juist bijtijds ondervonden ze hun dwa^
ling, zoodat ze den teugel keerden.
Toen gaven de boeren het alarm, zoo
dat bij hun aankomst in Mechelen, langs
de Raghemoplaats, heel wat volk, vooral
vrouwen en kinderen, gereed stonden omi
hen te zien.
Een schepen der stad wachtte hen af.
Heel vriendelijk volgden zij hem naar
het stadhuis. Wat er daar onder hen ver
teld werd, weten ze niet. In alle' geval
namen de Duitschers den terugweg naar
Muysen, langs de Leuvensche poort.
Het is daar, dat ze onaangenaam ver
rast werden 'door een afdeeling onzert
troepen met een gepantserden automo
biel en mitrailleuse. Het gevecht was
van korden duur. Een tiental mannen vie
len neer, erg gekwetst. De overig© wier
pen hun wapens neer en vluchtten; doch
verschillende worden 2 oren nadien (ge
vangen genomen in de omstreken. Hunne!
paarden, die in Idem omtrek dwaaldieim,
werden gevat en ter beschikking der
krij'gsoverheid gesteld. Een (paard werd
gedood. L
De krijgsgevangenen werden naar Wael
hem gebracht, evenals de buitgemaakte
paarden. i. j
Wat de onzen betreft, ze hebben niet
eens een gekwetste.
In bet vooruitzicht van een terugkeer
van aanzienlijker Duitsche troepen, wer
den de ontvangsten van posterijen, spoor
wegen, (enz., in veiligheid gebracht, zoo
dat de uhlanen ér niet veel te rooveni
zullen vinden.
Wat ide §tad zelve betreft, die is voor
een groot deel verlaten. Vele magazijnen
en winkels zijn gesloten.
De verbinding met Brussel is, zooals
we het (feeds zeiden verbroken. De vij
and bezet Eppeghem en al de dorpen
tusschen Leuven en Aalst, zoodat hij al-
zoo den doortocht zijner troepen verze
kert; het grootste deel. dei' troepen trekt
ten Noorden yan Brussel' naar Gent en
Frankrijk. Aanzienlijke regimenten trok
ken reeds door Aalst. Ze zouden zelfs
een trein met oorlogs- en levensbehoef
ten tusschen Aalst en Gent onderschept
ën de geleiders gedood hebben.
Gevecht bij Mechelen.
Over het gevecht van Dinsdag lezen
wij nog het volgende van de hand van
den oorlogscorrespondent der Maasbode:
Gisteren, Dinsdag, heeft bij Mechelen
een gevecht tusschen de Duitsche en Bel
gische legermacht plaats gehad.
Omstreeks 5 uur in den morgen be
gonnen de Duitschers, die een 20.000 man
sterk waaren, een hevig kanonvuur op
Mechelen. De Duitschers waren zeer goed
verschanst tusschen Gent en Hofstade.
Een legermacht uit Antwerpen rukte ter
verdediging van Mechelen op. De Duit
schers namen de stad Mechelen onder
vuur en richtten daarbij1 vooral op de
prachtige St. Rombaud. Een projectiel viel
op den toren, een ander viel vlak naast
de kerk en een derde op het aartsbisschop
pelijk paleis.
Een 200-tal huizen werden beschadigd,
en eenige inwoners zouden gedood zijn.
De Duitschers, waarschijnlijk versche
troepen, hadden hun hoofdmacht ten Noor
den van Mechelen. Niettegenstaande de
sterke loopgraven en verschansingen, wel
ke door boomstronken versterkt waren,
moesten zij ma enkele uren vechtens, voor
het vuur der Belgische artillerie wijken
en op Vilvoorde terugtrekken. De verlie
zen van beide zijden waren groot.
In Antwerpen is een volle trein met
gewonden aangekomen.
Hedenmorgen omstreeks 4 Uur is de
strijd bij Mechelen opnieuw begonnen; een
hevig kanon- en snelvuur liet zich den
geheelen morgen hooren. Volgens geruch
ten zijn de Duitschers, die weer verster
kingen bekomen hebben, verder in de
richting van Mechelen opgerukt. Zij zou
den de 'stad Mechelen gebombardeerd heb
ben, zoodat op verschillende plaatsen
brand is uitgebroken.
De staf van het Belgische leger heeft
Antwerpen weer verlaten en zich gevoegd
bij het leger, dat den uitval van Antwer
pen heeft gedaan.
Charleroi.
Een Engelsch journalist, die een deell
van den grooten slag in Zuid-Relgië heeft
bijgewoond, is uitgeput van vermoeidheid
in Parijs aangekomen. Hij had de in opwin
ding en paniek verkeerendo stad Char
leroi verlaten met den laatsten trein, die
daarvandaan nog had kunnen vertrekken.
Dat was Vrijdagmorgen, juist toen de
eerste granaatkartets in het station viel'.