iars
Donderdag 13 Augustus 1914
28e Jaargang
DeZonden Ér IHopnieÉn.
Meid,
,\o. 266
De Broeders van St. Jan.
Uit de Pers.
ngan voor de
leuwen cursus
tus, des na-
in het gebouw
sn niet jonger
Directeur,
BRUGGEN.
bij
Aagtekerke.
geref. gods-
gezin.
lij den Boek-
'JIJ te Middel-
Ie nst
ROTTERD.
i plaatsen.
9.40
n
8.57
-5 1
8.52
8.29
Bi
7.59
11.10
7.29
10.36
10.32
9.40
9.30
8.13
10.35
9.46
10.47
8.50
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VQR5TSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Gointre - Goes.
DeZeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
1.25
„0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Door L. PENNING.
(Nadruk verboden).
86)
Maar het moest, _want van achter het
diennenbosch klonk een scherp, waar
schuwend gefluit, en er was geen tijd,
om een lang afscheid tie nemen. En
toen broeder Gerardus Judith voorbij
reed, stond zij te schreien, met de
voorschoot voor de oogen, den jongen
krijgsman nastarend, totdat hij achter het
dennenbosch was verdwenen.
„Was dat Eibert?" vroeg de ridder:
„waarom hebt gij hem niet hier gehou
den, meisje?"
„Omdat de heer van Leuvenum hem
zoekt," antwoordde het meisje, terwijl zij
stikte in haar tranen. „Eibert wordt be
ticht van strooperfjien, waaraan hij part
noch deel 'heeft gehad. Sinds zes jaar
zwerft h'iji dn den vreemde, en in zijn
wanhoop heeft hij zich thans door den
heer van Schaffelaar laten aanwerven,
om mij en zijn Grootmoeder, die op haar
uiterste ligt, nog .even te kunnen zien."
Broeder Gerardus reed voort, en hij'
zuchtte, wat hem zelden overkwam. En
toen hij1 omkeek, stond Judith daar nog:
het gelaat naar het Zuiden gekeerd, ter-
Het schijnt haast onmogelijk, dat de
sympathie van een eenig mensch huiten
Engeland en diens bondgenooten in dezen
oorlog voor de Engelse hen zal zijn.
De Eagelschen zijn ten allen tijde een
zelfzuchtig, inhalig en wreed volk ge
weest.
Het zelfzuchtig karakter der Engelsehen
kwam uit in hunne verschillende oor
logen.
Dat zij van ouds de vijanden der Ne
derlanders zijn geweest is ons als kinderen
op de school al geleerd. Dat zij in 1813
met ons tegen Napoleon streden, doet
aan de waarheid dezer beschuldiging niet
af. Engeland had belang bij Napoleons
val en stond daarom in de eerste rijen
van diens bestrijders.
Uitbreiding van macht en grondgebied
was van ouds Engelands streven. Vooral
in de 19e eeuw heeft het hiertoe vele
oorlogen gevoerd; en in de 20e meer
zijn kracht gezocht in verbonden. Na
ijver op de macht van Duitschland bracht
Engeland in 1904 tot een nauwe aan
sluiting bij Frankrijk, en daardoor ook
hij Rusland.
Op het gebied van veroveringen en
machtsuitbreiding heeft Engeland een zeer
zwart strafregister. In 1834 begonnen de
Engelsehen in het van ons geroofde
Zuid-Afrika een oorlog met de Kaffers;
in 1837 hadden zij een opstand in Ca
nada te dempen; in 1839 maakten zij
oorlog met Afghanistan; in 1840 begon
nen zij den Sidon-oorlog welke met de
inneming van Beyrout eindigde; in 1841
krij'gden zij met China; in datzelfde jaar
met Afghanistan; in de jaren 1843 tot
1845 zien wij hen ingewikkeld in de
Scindr, Sitch- en Gwalior-oorlogen; in
1850 krijgden zij weer met de Kaffers;
in 1851 met de Birmanen; in 1854 be
streden zij Rusland in den Krim-oorlog
in 1857 maakten zij oorlog met China
én Perzië; in 1863 met Ashantie; in 1867
met Abessynië; in 1873 andermaal met
Ashantie, welk rijk zij in 1874 tot En-
gelsch bezit maakten. In 1879 moesten in
Zuid-Afrika de Zoeloes onderworpen
worden; tegelijk hervatte Engeland den
oorlog met Afghanistan. Inmiddels wa
ren moeilijkheden gerezen (of gezocht)
met Transvaal, welk rijk geweigerd had
toe 'te treden tot een confederatie van
de Zuid-Afrikaansche bezittingen van En
geland, Engeland eischte toen erkenning
van zijn „souvereiniteitsrechten" over de
Boerenrepublieken. De bevolking schikte
zich onder protest. Het kwam in '1880
en 1881 tot strijd, waarin evenwel de
Boeren overwinnaars bleven.
In 1882 volgde de oorlog met Egypte
welke de verdrukte Pellahin onder nog
knellender juk bracht; en met de be
zetting van Egypte door de Engelsehen
eindigde.
Dat is in die vijftig jaar één oorlog
om de nog geen twee jaarIeder zal toe
stemmen clat zelfs de grootste houwde
gen er mee tevreden zijn kan.
In 1886 werd weer een oorlog gevoerd
om hej bezit van Birma, dat hij En-
gelsch-Indië werd ingelijfd. In 1890 legde
Enigeland beslag op een deel van Oost-
Afrika, en de Chartered Company (Britsch
Afrikaansche Compagnie) op de landen
ten W. en ten N. der Boerenrepublieken.
In 1896 volgde een krachtig optreden
tegen den Mahdi in Egypte, die na een
bloedigen strijd overwonnen werd, de aan
voerder der Engelsche troepenKitche
ner, dezelfde die nu weer liet opperbe
vel voert, maakte zich in dien oorlog,
vooral na den slag hij Omdoerman in
1898 berucht door zijn wreedheden. Uit
breiding van Egypte in Zuidwaartsohe
richting Chamberlain en Rhodes
droomden toen reeds van een Engelsehen
spoorweg en telegraafkabel van Kaap
stad tot Kaïrowas het doel en werd
het gevolg. D)e poging van den Fran-
schen majoor Marchand om de Engel
sehen voor te zijn aan den Boven-Nijl
gaf aanleiding tot de Faschoda-quaestie,
die leidde tot een regeling in voor Enge
land gunstige» zin. Frankrijk was hel)
oude Frankrijk van Napoleon niet meer.
In 1898 ontnam Engeland aan China
de 'haven Wei-hai-weien in 1899 on
dernam het den schandelijken Boeren
oorlog, welke met de inlijving van de
beide onafhankelijke Boerenrepublieken
eindigde in 1902.
Sinds dien tijd zocht Engeland zich
uit te breiden door verdragen. In 1902
sloot het een verbond met Japan; in
1904 met Frankrijk in zake Marokko. De
tijd zal leeTen of het gelijk had met deze
taktiek te breken, en weer oorlog te gaan
voeren.
Geen Nederlander zal aan Engeland de
overwinning toewenschen. En een ieder
zal begrijpen dat het heter is een even
sterk Engeland en Duitschland, dan een
oppermachtig Duitschland of een opper
machtig Engeland.
En toch hier 'gaat het om. Deze strijd zal
uitmaken gelijk „De Standaard" nog
dezer dagen heeft aangetoond of de
macht (de hegemonie) zal zijn in het
middelpunt of in den omtrek van den
cirkel; bij het Germaansche ras of bij
de overige rassen; bij Duitschland en
Oostenrijk of bij de heil insluitende bu
ren.
Frankrijk voerde een vrijwat kalmer
staatkunde. Edoch, dit land was in 1870
door de Duifcschers lam geslagen. Het kon
derhalve niet veel aan machtsuitbreiding
doen.
Zijn koloniale politiek was dan ook na
dien tijd niet gelukkig. Toch wist het
in 1882 met toestemming van Engeland,
dat Egypte „bezet" had, zich Tunis toe
te eigenen, naast Algiers dat het reeds
vroeger denk aan den dapperen Abd
el Kader! ingelijfd had; en waaraan
het in 1911 ook nog Marokko toevoegde. In
1885 breidden de Fr an.se hen hun bezittin
gen (in Afrika nog meer uit. Hun doel
werd de verbinding van Sënegambië en Al
giers met de stroomgebieden van Niger
en Kongo. In datzelfde jaar veroverden zij,
zich op China in Achter Indië het „pro
tectoraat" over geheel Anatn en Tonking.
wijl ze even later langzaam de heide
opwandelde: toet slependen tred en ge
bogen schouders.
Een pnverdraaglijke 'narigheid overviel
den Broeder. Hij wist, dat het hart van
Eibert Sterkenburg een weerzin had van
de Bourgondische kleuren, maar vervolgd
alss een veldhoen op de bergen, was
hij genoodzaakt, onder die kleuren te
schuilen. En terwijl Gerardus' blik oven
de heide zwierf, zag hij in de verte een
kudde schapen en een pikzwarten hond,
met een herder er naast: met vermoeide,
verouderde trekken, leunend op zijn staf.
Hoofdstuk XXV.
Het is in den loop van den volgenden
dag, dat broeder Anselmus met de dui
delijkste sporen van een herige onrust
op het gelaat den binnenhof van 's Hee-
ren Loo dwars oversteekt, om broeder
Clementinus te zoeken. Voerman Arendsz
is bij1 hem, en als zij Clementinus in den
boomgaard achter de kloostergebouwen
hebben gevonden, zegt Anselmus: „Tioiei
Arendsz vertel nu, wat gij' hebt gezien,
toen gij daar steaks van Nijkerk zijt ge
komen."
Arendsz doet het: met een omhaal van
woorden, zooals hij dat gewoon is. Hij
heeft ©en vracht hout naar Nijkerk ge
neden, en aan de taveerne, waar hij' uit
spande, werd hem door ©en boschwaeh-
In 1904, toen Frankrijk tot de ontdek
king kwam dat zijn bondgenoot aan de
Newa, door Japan geslagen, niet zoo
sterkwas als hij gedacht had, sloot
Frankrijk zich bij Engeland aan, én zoo
kwam de „Tripte Entente" - Frank
rijk, Fngeland en Rusland tot stand.
Dit was het eerste openlijke uitkomen
van Engeland tegen Duitschland. om dat
rijk van de overige Eurppeesche staten te
isoleeren, een poging die te peter nog
uitkwam, wijl kort na 'ttot stand komen
der Entente de Fransche minister van
fouitenlandsche zaken - de man is nu
weer minister met onbesuisde oor
logsplannen naar voren kwam, doch hier
in door den minister-president Rouvier
werd weerstaan. Hef optreden in 1898 van
Marchand in het Nijldal hebben wij hier
boven reeds gereleveerd. Daar verspeel
de Frankrijk aan Engeland Fachoda,
waar Marchand zoo pas de Fransche vlag
had geplant.
Omstreeks dien tij.l werd Dahomeij on
derworpen, Timboektoe bezet en het on
der protectoraat staande Madagascar na
een opstand der Howa's tot een kolonie
gemaakt.
Heel veel meer kon Frankrijk niet doen.
Komt 't evenwel van zijn leven nog
eens -aan zijn oudé kracht, hetgeen wel
niet spoedig gebeuren zal, dan zal Frank
rijk toonen in het spel van dieven en
diefjesmaat even volleerd te zijn als En
geland.
Rusland heeft de revanche-gedachte van
zijn bondgenoot aan de geine nooit wil
len voeden. Wel heeft 't steeds naar uit
breiding van zijn invloedsfeer gestreefd,
hetwelk zoo bij Mongolen als bij Moham
medanen nationale oppositie veroorzaakte.
In 1826 veroverden de Russen grond
gebied op de Perzen; in JL829 „kregen"
zij de Donaumonden e:i de schatplichtig
heid der Donau-vorstendommenin 1831
onderwierpen zij de Polen; in 1853 krijg
den zij om de 'Krim met de Turken;
in 1863 onderdrukten zij voor goed de
Polen; in 1878 vielen zij andermaal de
Turken aan, doch werden ten tweeden
male door de mogendheden in hun voor
nemen gestuit. In de 20e eeuw annexeer
den zij de Finnen; rukten door in Voor-
Azië; en „verkregen" in 1898 van China
een strook waarop zij een ijsvrije ha
ven stichtten als eindpunt van de Si
berische spoorlijn aan de .baai van Ta-
lienwan. ,Slechts de oorlog met Japan
welke met den vrede van Portsmouth
in Noord-Amerika eindigde maakte aan
hunne overwinningen een einde. Doch hun
optreden dezer dagen bewijst, dat de ex
pansiekoorts hen nog steeds bevangen
heeft.
Tegen deze drie over staan Duitschland
en .Oostenrijk, op het stuk van jacht naar
meerdere macht niet veel beter dan hunne
tegenstanders. Oostenrijk toonde dit nog
pas met de inlijving van Bosnië en Her-
zegowina. Duitschland door zijn in-bezit-
neming van West-Afrika (Luderitzland,
Togo, Kameroen, thans door de Engel
sehen ingepalmd in 1884, en door zijn
voor Duitsch bazit verklaren in 1885 van
ter medegedeeld, hoe die van Amersfoort,
door een aantal Nijkerkers versterkt, met
een paar kanonnen er op uit waren ge
trokken, om Jan van Schaffelaar en zijn
ruiters, die zich in den kerk en den toren
van Baroeveld hadden verschanst, aan te
tasten. De voerman voegde er bij, dat
de dorpers van Nijkerk hevig verbitterd
waren op van Schaffelaar; zij noemden
hem >een landverrader, omdat hij' voor den
Bisschop en tegen Gelderland streed, en
zwoeren, dat hij1 dezen keer den dood
niet zou ontloopen.
Broeder Clementinus was er van ont
steld, toen hij 't hoorde; hij wierp het
snoeimes tegen den grond, en staarde den
voerman ©enige oogenblikken sprakeloos-
aan. Sinds zijn voeten na den roemrijksten
strijd der Christenheid den vaderland-
schen bodem hadden gedrukt, was hij'
telkens pp het pijnlijkst getroffen doop
den tweespalt, di© Gelderland en de chris
tenlanden teisterde^
De twist was na een vrede, die eigenlijk
slechts ©en wapenstilstand was, weer be
gonnen toet den dood van Karei den
Stoute, den onrustigen en strijdzuchtige».
Hertog van Bourgondië, wiens lijk in de
Januari-maand van 1477 na een verloren
veldslag Joij Nancy was gevonden: naakt
uitgeschud, met het gelaat .voorover, vast
gevroren in een poel. Hij' was vier en
veertig jaar geworden, en had tjgn jaar
geregeerd. En met de vochtige oogen op
een deel vanOost-Afrika en sommige
Australische eilanden, in 1899 na on-
©enigheid met Engeland en Amerika die
een deel van den buit voor zich opeisoh-
tem, door een verdeeling van Samoa ge
volgd.
Meer zullen wij ter staving van vde
(politieke) zonden dezer vijf mogendheden
niet aanvoeren.
Alleen merken wij' op dat wij ook in
deze zonden een graadverschil erkennen.
Duitschland nam bezit van land, aan on
beschaafde volken toebehoorende, hetwelk
niet kan gezegd worden van de overi
gen, vooral van Engeland niet. Ter eere
van den Duitschen Keizer mag vastgesteld
dat Keizer Wilhelm van zijn eerste op
treden af, dat is nu sinds nagenoeg 26
jaren, getracht heeft den vrede in Europa
niet te verstoren. Herhaaldelijk heeft 't
zwaar gehangen om dien vrede te hand
haven. Zoo in 1878 toen Rusland met
Turkije oorlog voerde, en Engeland wei
gerde in de door Rusland behaalde voor-
deelen te berusten, waarop het Congres
van Berlijn, onder voorzitterschap van
Bismarck, de geschillen bijlegde. Zoo in
1886, toen Boulanger heel Frankrijk wist
te „begeesteren" met zijn oproep „naar
Berlijn", en in 1905 toen Delcassé den
haat tegen Duitschland op onrustbarende
wijze aanblies. Daarom was zijn stre
ven er ook uitsluitend op gericht ,om
de sterkste te blijven; en hij deed dit
door versterking van Duitschlands strijd
krachten en door verbonden met andere
groote mogendheden.
Onder de Duitsche staten zijn er meer
dere, wier geschiedenis met die der Re
publiek der Vereenigde Nederlanden als
saamgeweven is. en wier vorsten sinds
eeuwen en jaren met ons Vorstenhuis
verwant zijn. Dit doet in het hart van
menig Nederlander het bloed kruipen waar
het niet gaan kan. (Een Engelsoh spreek
woord zegt: Blood is thicker than wa
ter (Bloed is dikker dan water). Wat niet
verhindert dat wij met vrees en beven het
op zichzelf om meer 'dan een reden ge-
wenschte „succes" der Duitsche wape
nen tegemoet zien; voornamelijk met
het oog op onze Belgische broeders, met
wie wij ons het nauwst verbonden ge
voelen. Te meer, nu bekend werd dat
het juist de Vlamingen waren die bij Luik
zoovele lauweren oogstten en hun bloed
en 'leven veil hadden voor het vader
land.
(Wij verwijzen den lezer nog naar het
stuk „Rusland en Oostenrijk" in ons Pers
overzicht).
Al weer een.
De oorlog mag onder 'sHeeren genadig
bestel onze landpalen voorbijgaan, indi
rect maakt hij toch in ons land nog
slachtoffers. Het aantal dezer ongeluk-
kigen steeg tot vijf, door den tragischen
dood van den milicien Boonman te Mid
delburg. Welk een in-droeve herinnering
zal deze oorlog achterlaten voor de bloed
verwanten van dezen jongeling.
Mogen nu al onze landszonen gespaard
blijven 1
if
het di eerlijk geschonden lijk gericht, had
hertog René van Lotharingen gezegd:
„Lieve Neef. pij hebt ons veel kwaads
berokkend moge uwe ziel rust vinden
bij God."
Nauwelijks was in Gelderland de tij
ding van het ontzettend einde van Karei
den Stoute vernomen, of de Gelderschen,
verscheurden die banden, di© hén aan
Bourgondië banden. De wapenschilden der
Bourgondiërs werden verbrijzeld; hun
ambtenaren weggejaagd, hun instellingen,
opgeheven, en Adolf tot Hertog van Gel
derland uitgeroepen. Doch bij' zijn eer
ste krijgsverrichting reeds was dez© man,
die de hand aan zijin eigen vader had ge
slagen, door een kogel doodelij'k getrof
fen bij Kortrijk, en de Staten van Gelder
land hadden daarop besloten, de voogdij'
over zijn onmondige kinderen aan zijn
zuster Katharina op te dragen, tevens
steun zoekend bij Koning Lodewijk XI
van Frankrijk, die gul was met beloften,
welke hem niets kostten. Intusschen be
geerde Willem van Egmond, hertog Ar
nold's broeder, de voogdij', die aan Katha
rina was opgedragen om aan zijd eisoh
kracht bij te zetten, en overmeesterde
de stad Arnhem. En als om de verwar
ring tot (haar uiterste toppunt te voeren,
stond die Hexing van Kleef voor de poor
ten driftig om de Geldersche hertogskroon
voor zijh zoon te roepen, terwijl de Sta
ten den strijdlustigen 'Munstersqben Bis-
Niet 't Hecht, maar de Macht'
geeft den doorslag in de politiek© weeg-
schaal der Europeesche volken, zegt A.
B(nimmelkamp) in de „N. H. C."
De volken voelen zich niet meer broe
ders van Adarnswegë, leden van één groot-
gezin, verantwoordelijk voor elkanders
welzijn, voor dat van de kleinere in 't
bijzonder.
Na Napoleon heeft men van die edeler
gevoelens een vleugje gezien. Maar het is
van korten duur geweest. Honder jaar
na Napoleon schijnt men niets -vérder
te 'zijn gekomen.
De sterkste overwint.
schop Hendrik van Sohwarzehburg, tot
Beschermer van gansch Gelderland aan
stelden, en den jongen Karei, Adolf's
zoon, tot Hertog erkenden.
Juist in de dagen, toen de- bropders
Clementinus en Gerardus tegen de Turken,'
streden, trokken zich d© oorlogswolken
somber en dreigend boven het dorp Er-
mel'O saam. De Aartshertog Maximiliaan,
gehuwd toet Maria, de ©enige dochter1!
van Karei den Stoute, naderde met zijh.
strijdkrachten uit Brabant, om het Bour
gondische gezag in Gelderland te herstel
len, terwijl de Mumsterscbe Bisschop met
zijn krijgsvolk de tenten vast pinde op
de heide ten Zuiden van Ermelo. De-
Bisschop had zijh hoofdkwartier te Har
derwijk opgeslagen, en van hier uit liet
hij de jngezetenen bij klokkenslag oproe
pen, om met donderbussen en kruit, pij
len ,en andere wapenen, alsmede van
proviand voor dertien dagen voorzien, op
het Kampyejd te verschijhen. 1) De bak
kers en brouwers van Harderwijk had
den het toen wat drukj zij' kwamen dag
noch nacht uit de kleeren, en Arendsz
verdiende in die ïumioerige .Meidagen van
1480 met zijn v-oermanschap ear aardi
ge» duit.
(Wordt vervolgd).
O Oide van Ermeio, sloor B. Pegman.
7 uur.
Eere aan Colijn.
Reeds dadelijk toen het zoo uitnemend
liep met de mobilisatie van ons leger,
prezen de jiaaste vrienden en geestver
wanten van het vorige kabinet en in
zonderheid van den minister Colijh onsi
land gelukkig dat wij dit rechtsohe ka
binet en met name genoemden jninisteïl
van oorlog hebben mogen jmatten, en dat
laatstgenoemde er in geslaagd is een or
ganisatie voor te bereiden, welke doop
een ieder om het zeerst geprezen wordt.
En ook hierom dat de liberale opvolger!
van Colijn, de minister Bosboom, in de
uitvoering van Colijns plannen, geheel
bleef in diens lijn en bij diens px-ogram'.
Doch, .natuurlijk, in dit tijdsgewricht'
past het niet ook zelfs maar den schijn
te wekken, als zou, het ons om verheer
lijking van den geestverwant meer dan
om het behoud van 's lands neutraliteit
te doen zijn. Daarom zwegen wij'.
De vrijzinnige pers zweeg ook, moge
lijk ook wel ter vermijding van dien
schijn, doch dan van tegengestelde zijde
gezien. Ook bij haar gaat behoud van
't lands neutraliteit hoven verheerlijking'
van eenniet-geestverwant.
Nu echter „Het Handelsblad" (vrij
zinnig) zoo loyaal is om aan minister!
Colijn de eer te geven voor diens „prach
tige mobilisatie" mogen wij de betui
ging onzer instemming niet onthouden,
„Alles," zoo schrijft ,„Het Handelsblad",
„wat wij dien dag verder van de mo
biliseering en de voorzorgsmaatregelen za
gen, deed zeldzaam weldoend aan.
Want ik herinner mij den Janboel van de
mobilisatie in 1870, toen alles in 't hon
derd liep en goed humeur en kalmte
zoek waren. En nu niets daxi orde, weten
schappelijke regeling en medewerking van
alle standen en rangen. Hulde aan hen,
die deze mobilisatie dus voorbereidden"
in het bijzonder aan minister .Colijn.''
Tot zóóver de vrijzinnige schrijver.
Waar wij ruime dankensstof hebben
dat de Heere ons land tot hiertoe zoo
genadig behoedt, en Hij de wijsheid schonk'
aan wien ook om deze mobiliseeiing uit
te denken of uit te voeren, en dit ook
in de allereerste plaats wenschen in het
■oog te houden, behoeven wij toch in de
tweede plaats het „eere wien eere toe
komt" ook aan menschen niet te onthou
den. Daarom hulde aan het vorig en het
tegenwoordig kabinet, den chef van den
generalen staf en ons leger.
Onze gebeden vergezellen onze jongenjsj
op en in allen weg, waarin Gods bestel
hen geleid heeft.