Binnenland.
Uit de Provincie.
Onderwijs.
bemerkte, dat er niets aan mankeerde.
Toen het gevecht ongeveer een uur had
geduurd, scheen het mij, dat het
schip mijn boot njJ"3
..«Mome, waarop ik haastig
mTfn netten introk met 't plan weg te
varen. Op dit oogenblik echter hield het
vuren ophet groote schip had zich blijk
baar, daar de vlucht niet mogelijk was,
overgegeven. Terzelfder tijd stak er een
hevige wind op en een het uitzicht be
lemmerende rcgenstorm. Gedmende lan
gen tijd kon ik niets zien en toen de
storm voorbij wé, waren alle schepen
verdwenen. (Hbl.)
De slag op de Noordzee.
De maritieme medewerker van het
„Hbl." schrijft:
Van verschillende zijden duiken berich
ten jop omtrent een zeeslag in de Noordzee
geleverd, waarbij aan beide zijden de
hoogzeevloot slaags was.
Wij gelooven er niets van.
Duitschland, dat hoe krachtig het
zich ter zee in de laatste jaren ontwikkeld
heeft nog .altijd ver de mindere van
Engeland is, zal zich, zeker in het begin
stadium van den oorlog, Iniet aan de kwade
(kansen van een zeeslag wagen, waarbij
beide vloten nog intact zijn.
Men stelle zich slechts ivoor, hoe het)
moreel van geheel Duitschland door een
nederlaag geschokt zou worden.
De strategie, die Duitschland voorloopig
zal volgen, ligt o.i. zeer voor de hand.
Het houdt zijn groote schepen binnen»
of in de Oostzee. Zij liggen in hunne
havens zoo veilig mogelijk, door niets of
niemand bedreigd. Bovendien beheerscheni
zij de Oostzee. Daarentegen zal Duitsch
land, dat over een prachtige torpedo- en
onderzeevloot beschikt, benevens over
vele mijinenleggers en kleinere zeer snel
le kruisers, niet dit materieel een zeer
krachtige actie voeren.
De onderzeebooten, de torpedobootem,
en mijinenleggers zullen trachten de En-
gelsche vloot zooveel mogelijk te benadeé-
len; vermoedelijk zullen zij ook meer
malen zeer gewaagde ondernemingen te
gen Engelsche havens en jeeden uitvoeren.
De kleinere kraisers vullen trachten En-
gelands handel schade toe te brengen.
Waarschijnlijk zal pas in'een veel later
stadium van den oorlog, wanneer de uit
slag vani !hjet zeegevecht weinig of geen
invloed meer op de uitkomsten van den
krijg te land kan hebben en op een
pogenblik dat Engeland öf zijn macht
niet geheel kan gebruiken, óf door boven
genoemde wapenen ernstige schade heeft
geleden, de Duitsche hoogzeevloot den,
eindstrijd, wagen.
Men hoort hier en daar de opinie, dat
de openbare meening van het Duitsche
volk de vloot naar buiten zal drijven.
Maar de Duitsche staf is te goed, zij heeft
te veel den dikwijls funesten invloed der
publieke opinie bestudeerd op de oow
logshandelingen, om zich daardoor vanj
de wijs te laten brengen.
Voorloopig geen groote zeeslag in de
Noordzee, dat is onze meening. Wèl vele
kleine ondernemingen, raids, kleine ge
vechten.
De capitulatie van Luik.
Een ooggetuige deelt aan de»,Maasbode"
het volgende mede, omtrent den intocht
van de Duitschers in de stad Luik
Schuil gehouden onder een muur hoor
den wiji de kartetsen over ons hoofd
vliegen. Twee dagen brachten wij in dezer,
toestand door, terwijl de stukken van de
ons omringende muren afvlogen. Toen het
vuren ophield, verlieten wij onze schuil
plaats. De stad had zich overgegeven,
ook de citadel. Het was Vrijdag ongeveer
4 uur. De forten buiten de stad (alle?)
wteigerden te capituleeren, maar beloof
den het vuren op de stad te staken.
Vertrouwend op het eerewoord, trok
ken de Duitsche troepen Luik binnen.
De Luikenaars moesten allen hun ge
weren en revolvers inleveren.
Bovendien namen de Duitschers den
volgenden veiligheidsmaatregel.
Bij het begin van de straten werd een
kuil gehakt in het asphalt om daarin een
mitrailleuse te plaatsen, zóódat ze de
heele straat kon bestrijken.
Dit zag ik toen ik mij naar den consul
hegaf om mijn papieren als Hollander
in orde te laten maken.
Hiermede meende ik Luik te kunnen
verlaten, maar de Duitsche posten hielden
mij aan; volstrekt niemand mocht de stad
verlaten.
Ik hield aan, men weigerde. Op mijn
vraag woe mij' dan verlof kon geven, werd
ik verwezen naar den generaal. Deze be
vond zich op de citadel, door de Duit
schers bezet. De posten bij de citadel
wilden mij echter niet doorlaten, en eerst
na aanhoudend aandringen„ik moet naar
den generaal", werd ik voor hem ge
bracht.
Deze was zeer voorkomend. Hij schreef
een blad vol orders, wat mij tot paspoort
diende.
Op het oogenblik, dat ik werd uitgeleid,
kwam Mgr. Rutten, de Bisschop van Luik
binnen.
(Deze had, naar men mij meedeelde,
daags te voren poginglen aangewend om
den koning tot de capitulatie van Luik
te bewegen) en zou, naar de Duit
schers beweerden, als gevangene wor
den weggevoerd.
Buiten de stad gekomen, was het een
verschrikkelijk schouwspel. Vooral bij de
loopgraven, waar de Duitsche troepen
onder kruisvuur waren opgestormd. Vol
gens getuigenis van een Duitsch soldaat,
die mij heel vriendschappelijk een sigaret
aanbood, zou maar één vierde der be
stormende troepen Luik zijn binnengerukt,
de overigen lagen daar in de loopgraven.
Iets verder gekomen, trof mij een akelig
tafereel- Drie burgers hingen daar aari
een boom. „Ze hadden
geschoten" m óp de troepen
De beweringen, dat de Duitschers zich
barbaarsch gedragen tegenover de bevol
king, is ongegrond, 2ij zijn zeer voor
komend. (Wel is waar dat zij hunne
krijgswetten steng ten uitvoer brengen.)
Duitsche vluchtelingen.
Men meldt uit Heerlen aan de Maas
bode:
Zooeven kwamen hier uit België vluch
tende Duitschers aan, vijf vrouwen, één
kind en één man, echtgenoot van een
der vrouwen. De arme stakkers smeekten
om hulp, ten einde naar hun vaderland
te kunnen terugkeeren.
Men ijst, als men de verhalen hoort,
welke deze menschen te vertellen hebben.
Het echtpaar, dat uit Brussel kwam
de anderen waren uit Luik gevlucht
hing een tafereel van ellende op, dat
zich in België's hoofdstad afspeelde.
Het gepeupel, razend door den inval
der Duitschers en de berichten omtrent
het verbranden van de grensdorpen en
nog meer door het bericht, dat Duit
schers het water te Brussel vergiftigd zou
den hebben, viel aan op alles wat Duitsch
sprak. Mannen, vrouwen, kinderen alles
moest het ontgelden.
Niet zoodra bemerkte het volk een
persoon onverschillig van wélke kun
ne die bagage bij zich had, of men
vroeg naam en nationaliteit. Het minste
Duitsch accent in het antwoord, kon den
spreker of spreekster het leven kosten.
Het volk sloeg op deze wijze, volgens de
ooggetuigen vele mannen en ook vrouwen
neer.
Wel dient gezegd te worden dat de
autoriteiten zooveel mogelijk de arme stak
kers trachten .te beschermen, hetgeen he
laas niet altijd gelukte. Hetzelfde echt
paar, blijkbaar zeer beschaafde Duit
schers, doch thans door de ellende en
ontberingen in erbarmelijken toestand, ver
telde mij dat een Belgisch soldaat hen
gewaarschuwd had toch zoo spoedig moge
lijk te vluchten, daar het gepeupel hun
Jeven bedreigde. Men gunde hun geen
tijd iets van hun have en goed te red
den. Hals over kop ging het naar het sta
tion; opgepropt tot in de beestenwagens,
blij het veegje lijf te kunnen redden, vlucht
ten de Duitschers vandaa-r.
Een der meisjes uit Luik vertelde mij1
het volgende:
Ik woon sinds acht jaren in Luik bij
mijn 'tiante en ben geheel van de Belgi
sche taal en gebruiken op de hoogte, ja
ik voelde mij geheel ingeburgerd en had
het land liet.
Daar- opeens brak de ellende van den
oorlog los. Ik bevond mij in de straten
van Luik, toen het bevel kwam, dat alle
Duitschers, vrouwen zoowel als man
nen, België moesten verlaten. Het gepeu
pel bralde „a mort les Prassiens. Vive
la Belgique." Ieder werd aangesproken
en gaf hij geen antwoord, of zoo ja, was
dit niet in het Fransch, dan sloeg het
volk er op, niets ontziende, man noch
vrouw. Ik zat er tusschen en moest maar
huilen met de wolven die in het bosch
waren. Door telkens wanneer men mij aan
sprak „Vive la Belgique" te roepén ont
kwam ik aan mishandelingen. Een onge
lukkiger lot trof een paai Russen, die
mem voor Duitschers hield en die neer
geslagen werden.
Langzaam, steeds in doodsangst, be
reikte ik het station, waar ik een an
dere vriendin trof die voor hale veiligheid
een Roode Kruis-band om den arm ge
bonden had.
De stationschef was zoo medelijdend
ons een bewijs te geven, waarop men ons
in de treinen zou toelaten. Op elkaar ge
pakt als vee, bereikten wjj na een langen
tocht Hasselt. Hier werden wij uit den
trein gezet en gevangen genomen. Men
liet mijne lotgenooten, waaronder een
vrouw met een kindje van 3 dagen en
mijl op het politiebureau in een kamer
zonder eenig meubel dan een stoel; daar
brachten wij een ellendigen nacht dooi-;
steeds in angst verkeerend, door het volk
aangevallen en vermoord te worden.
De Eelgen zijn razend. Te Luik hadden
zij in zoover er reden voor, doordat drie
DuifSche vrouwen aan Belgische sol
daten vergiftigde chocolade gegeven had
den. Door deze afschuwelijke daad brach
ten zij naamlooze ellende over al hare
onschuldige landgenooten. De giftmeng-
sters werden terstond gegrepen en ter
stond gedood.
Van Hasselt werden wij den volgenden
dag onder gewapend geleide naar den
trein gevoerd en naai' Asch gebracht.
Hier moesten wij uitstappen, of liever
we weiden uit den trein getrokken.
Te Asch .trachtten wij eten te krijgen,
wat men ons eerst weigerde, doch op
ons smeeken kregen wij eenig brood en
voegde men ons toe:
„Gelukkig dat gij vrouwen zijt; waart
gij mannen geweest, wij zouden anders
met u afrekenen."
Sommigen onzer durfden zelfs in het
geheel niet te eten, uit vrees vergiftigd
te worden.
Zoo trokken we te voet van Asch naar
de grens van Holland, het land, dat
ons een veilige haven toescheen in deze
stormachtige zee. Onze verwachtingen
werden niet bedrogen; nauwelijks op Hol-
landsch grondgebied gekomen, veranderde
de bejegening der bevolking oogenblik-
kelijk. Men nam ons vriendelijk op, gaf
ons eten en nachtverblijf. Zoo zijn wij
over Sittard naar hier gekomen, en wil
len thans trachten ons vaderland te be
reiken.
Hei gevecht in de Noordzee.
Het „Nieuws van den dag" ontving een
bericht, dat op een bevestiging van het
Engelsche bericht omtrent een gevecht
in de Noordzee gelijkt. Zaterdagmiddag,
aldus genoemd blad, hadden wij een te
lefonisch gesprek met iemand op 't eiland
Schiermonnikoog. Deze had en met
hem alle Schiermonnikoogers 's och
tends van half elf tot elf uur zeer dui
delijk kanonschoten gehoord in Noorde
lijke richting. Het geluid kon wel niet
bepaald „gebulder" genoemd worden,
maar het was toch zoo duidelijk.'dat geen
twijfel mogelijk was. De schietsnelheid
was natuurlijk niet gemakkelijk te con
troleeren, maai' toch minstens 2 schoten
per minuut.
Ook dit bericht zegt niet, zoo ver
volgt het „Nieuws", dat er een ..zeeslag"
geleverd is, maar in elk geval is er ten
noorden van Schiermonnikoog geschoten.
Onwaarschijnlijk lijkt dit bovendien niet.
De Duitsche schepen werden volgens het
Engelsche bericht immers achtervolgd in
de richting der Nederlandsche kust. Daar
zijn zij niet gekomen, dat staat nu wel
vast. Welnu, dan licht het meest voor de
hand, dat zij, voortdurend door de En-
gelschen beschoten, teruggetrokken zij op
hun basis, n.l. de lijn Wilhelmshafen
Helgoland. In dat geval zijn zij ten noorden
van Schiermonnikoog moeten passeeren.
Het „Nieuws" vernam verder uit Ter
schelling, dat Zaterdagmorgen om acht
uur zwaar geschutvuur in het noorden
is vernomen.
Luik.
Een Belgisch dagbladman, die zich bin
nen de stad Luik heeft gewaagd, heeft
daar de aanwezigheid van een talrijke
troepenmacht geconstateerd. De Duit
schers gedragen zich kalm, wat zij noodig
hebben betalen zij contant. Wel zijn stren
ge proclamaties afgekondigd. Enkele dier
proclamaties zijn onderteekend: De opper
bevelhebber van het Duitsche Maasleger.
Alle openbare gebouwen in de stad zijn
door de Duitsche troepen in bezit geno
men; de gebouwen der universiteit, de
scholen. Bij de inwoners zijn zij echter
niet ingekwartierd. Overal wapperen nog
de Belgische vlaggen; Duitsche vlaggen
ziet men nergens.
En, aardige bijzonderheid: de duiven,
die. op het oude bisschopspaleis nestelen,
hebben op het plein een hoekje waar zij
gevoerd plegen te worden. De Duitschers
hebben dat hoekje gerespecteerd, ofschoon
zij de rest van het plein in gebruik namen.
De vermetele dagbladman verhaalt ech
ter ook. dat de Duitschers, zoodra zij
de citadel hadden vermeesterd, daar jon
gelieden uit de beste kringen van Luik
als gijzelaars opsloten, om zich voor een
beschieting uit de forten te vrijwaren.
Even ongehinderd als hij Luik was bin
nengestapt, even onbelemmerd verliet hij
het weer.
Hoe lang nog
De vraag hoe lang deze groote oorlog
duren zal, boezemt iedereen in Europa
bjelang in, maar het is verwonderlijk te
zien hoe uiteenloopend de verschillende'
schattingen zijn.
Men heeft van drie weken tot drie
jaren gesproken als van den vermoede-
lijken duur van den strijd, met iedere af
wijking van schatting en het is klaarblij
kelijk, dat weinig menschen de zaak ern
stig hebbben overdacht.
Wij zijn geheel en al gewoon aan sle
pende oorlogen, die jaren duren. Over
het algemeen zijn wij op oorlog niet voor
bereid en in onze koloniale oorlogen komt
het er gewoonlijk niet op aan of wij
vroeger of later beginnen.
De vijand is in den regel niet in een
positie, die ons onze onvoorbereidheid
duur zou doen betalen en daarom nemen
wij den tijd er voor om er ons doorheen
te wérken.
Maar deze oorlog, deze maalstroom
van oorlogen, waarin wij plotseling mee
gesleurd zijn, is van een geheel bijzon
dere soort. Wij moeten hem beschouwen
van het standpunt van Duitschland omdat
Duitschland de aanvaller is en de snel
heid zal aangeven. Voor Duitschland is een
slepende oorlog eenvoudig een ramp. Zijn
positie tusschen twee groote vijandelijke
militaire s taten, de sluiting der zee, en
de verlamming van zijn geheele nijverheid
ter zee, te zamen met de gevaren, die
zijne overzeesche koloniën loopen, vjer-
bieden de Duitschers aan een slependen
oorlog te denken.
Er zijn zeker vier, wellicht zes millioen
Duitschers onder de wapenen wanneer
men de garnizoenen, depots en reserve
meetelt en ofschoon Duitsche financieel©
specialiteiten, die over den oorlog gé
schreven hebbben, wegen en middelen
hebben aangegeven om geld los te krijgen
voor een periode van ;zes maanden, is toch
niemand in staat geweest over dezen tijd
heen nog eenige uitkomst te zien en
daarenboven heeft men er bij de bere
kening geen rekening mee gehouden, dat
meer dan drie millioen man in het veld
zouden staan.
Arbeidsbeurs.
Is onder gewone omstandigheden de
organisatie van een arbeidsbeurs geenq
gemakkelijke, te moeilijker wordtzij in'
den huidigen toestand, daar veel aanbod
en weinig vraag naar arbeid bestaat. De
arbeid bovendien die gevraagd wordt, is
een zeer bijzondere en het zal bij het
groot aantal niet-vakwerkloozen uiterst
moeilijk zijn zorg te dragon, dat aan ge
stelde eischen op doeltreffende wijze zal
worden voldaan.
De sedert enkele dagen opgerichte ar
beidsbeurs hier ter stede heeft deze moei-,
lijkheid onder de oogen gezien en heeft de
volgende werkwijze zich voorgesteld.
Zij zal aan zich toevoegen een aantal
intellectueel ontwikkelde personen, die
genegen zijn op alle mogelijke wijze be
hulpzaam te zijn ten einde zoo volledige
en juiste inlichtingen omtrent de in de
verschillende- omliggende dorpen, ver
langde arbeidskrachten te verkrijgen. In
de eerste plaats zal getracht worden in
ieder dorp één of meerdere personen (bij
meer uitgebreide gemeentes) te vinden,
die genegen zijn hieromtrent gegevens van
de boeren te verkrijgen, terwijl door hen
dan dagelijks voeling wordt gehouden of
de geleverde arbeidskrachten al of 11 iel
hebben voldaan.
De bedoeling is op deze wijze dage
lijks juiste gegevens te verzamelen, waar
bij dan tevens zooveel mogelijk gewaakt
zal worden dat werk onder de gewoon
gangbare loonen zal worden verricht. De
Arbeidsbeurs hoopt zoodoende in den
voormiddag voldoende voeling met de
omliggende gemeentes te verkrijgen, zoo
dat zij dagelijks vóór 2 uur aan het
Stadhuis hoopt te kunnen vermelden, wel
ke werkkrachten verlangd worden. Alle
werkloozen, ook zij' die zich reeds opga-
vten, worden dan ook verzocht, indien
zij nusenen den verlangden arbeid onder
de huidige omstandigheden aan te durven,
zich op te geven op de gewone uren,
waarop de beurs geopend is.
De Arbeidsbeurs stelt zich verder voor
nauwkeurig na te gaan, welke werkzaam
heden tot de werkeloosheid aanleidingi
geven en zal, zoo noodig door persoon
lijke bezoeken, trachten de werkgevers
te doordringen van de noodzakelijkheid
eerst in het uiterste geval tot ontslag
over te gaan, en indien volop werk niet
"mogelijk is, liever door inkrimping van
arbeidstijd een zoo groot mogelijk aantal
arbeiders in dienst te houden, teneinde;
geheele werkeloosheid zooveel mogelijk
te voorkomen.
Zij stelt zich voor, zich alle moeite
te geven om hen die afnemers zijn van
werkgevers, die door gebrek aan werk
werklieden ontslaan, te bewegen indien
©enigszins mogelijk orders te blijven ge
ven, ten einde gedeeltelijke voortgang
van de bedrijven mogelijk te maken.
Zij zal trachten alle inwoners, die eenig
niet bepaald vakwerk te verrichten heb
ben, er toe te brengen door haar bemid
deling arbeiders aan te nemen, teneinde
te voorkomen, dat dit werk door enkelen
worat verricht, en opdat zoodoende deze
verschillende karweitjes zooveel mogelijk
over de werkloozen worden verdeeld.
Ten slotte zal zij dagelijks na sluiting
der arbeidsbeurs aanplakken 't aantal der
vakwerklieden, die werk zoeken, en wor
den zij die vakarbeiders zoeken, verzocht
hieraan wel nota te willen nemen.
Deurwaarders.
De termijn voor sollicitaties volgens de
regelen van het Kon. besluit van 30 Maart
1904 naar de vacante betrekking van deur
waarder der directe belastingen in het
district Maastricht van de tweede klasse,
staat open tot 1 September 1914.
Middelburg. Onder voorzitterschap van
mevrouw Verheijden werd gisterenmiddag
in de sociëteit St. Joris een vergadering
gehouden welke druk bezocht was door
vrouwen uit alle standen en waar be
sproken werd wat de vrouwen in deze,
benarde tijden kunnen doen. Verschillende
zaken werden genoemd, maar op raad
van mr. Anne Bolle werd besloten niet
eigenmachtig op te treden doch zich te
stellen onder de reeds bestaande co-
mité's, namelijk inzonderheid de Arbeids
beurs en verder het Roode Kruis en het
Steuncomité. Door een groot gedeelte der
aanwezigen werd opgegeven voor welk
werk men het liefst in aanmerking komt.
De lijsten met die opgave zullen aan de
Arbeidsbeurs worden overgelegd. Er zal
door de dames geen werk belangeloos
worden verricht, waardoor anderen in
hun verdiensten zouden kunnen gehin-
'derd worden.
Door den oorlogstoestand ligt de
verzending van groenten haar Duitsch
land reeds eenige dagen stil, tot groote
schade der vele groententelers in Walche
ren, daar het nu juist de oogsttijd is van
augurken en boontjes. Velen hadden zelfs
in een vergadering "t besluit genomen om
gezamenlijk de augurken zelf in te zou
ten in "kelders.
Gelukkig is er gisteren (Maandag) daar
in verandering gekomen, daar de com
missionair te Venlo de zendingen augur
ken enz. voor Duitschland weer aanneemt.
Van alle zijden zag men dan ook weer
de volgeladen vrachtwagens stadwaarts
rijden.
Gisteren zijn door tusschenkomst
van de Israëlitische gemeente te Vlissin
gen alhier aangehouden een 10-tal Oosten-
rijksche en Poolsche joden, die verledeq
week Dinsdag uit Antwerpen gevlucht
waren, en van wie drie tijdelijk als ver
dacht van spionage te Brugge werdenj
vastgehouden. Alhier zijn ze in een loge
ment ondergebracht en van voedsel voor
zien. Heden zijn ze per Rotterdamsche
boot vertrokken, nadat zij nog brood,
eieren, en peren hadden meegenomen,
waarvoor zij groote dankbaarheid betoon
den.
Alhier is uit Terneuzen aangebracht
een vrouw, die in 19 0 2 wegens diefstal
bij verstek tot 1 maand gevangenisstraf
was veroordeeld. Zij is gehuwd met een
Duitscher en woonde in België. Zj is
met 4 kinderen over de grens gezet, ter
wijl haar man op een Duitsch schip is
en de vrouw niet weet waar hij is. De
vrouw kon gelukkig in verzet komen en
deed dit ook, zoodat zij naar hare kinde
ren kan terugkeeren. Zij de rechter gena
dig met haar!
In een gisteren te Middelburg ge
houden spoedeischende vergadering van
het hoofdbestuur van de Z. L. M. is
besloten de provinciale Landbouwtentoon
stelling voor onbepaalden tijd uit te stel
len. Hierdoor zal het vermoedelijk wel
meerdere jaren duren eer Zeeland haar'
Tentoonstelling krijgt, daar ieder jaar in
een andere provincie geëxposeerd zal
worden.
Goes. I11 de gisteravond gehouden ver
gadering van de afdeeling Goes van
den Christel. Nationalen Werkmans
bond is gesproken over de in ver
band met de kritieke tijdsomstandighe
den heerschende werkeloosheid te dezei
plaatse. Het bestuur werd door de ver
gadering gemachtigd 0111 het daarheen te
leiden, dat tot steun van de werklooze le
den uit de afdeelingskas een bedrag van
f 150 genomen wordt en uit het Zieken
fonds f 600.
Werkloosheid. Het Comité tot
het verleenen van hulp bij den oogst, is
opgeheven. In verband hiermede en mede
in verhand met het feit, dat enkele land-
houwers werkloozen afgewezen hebben,
omdat zij op gratis hulp van genoemd
Comité rekenden, wijzen wij er met na
druk op, dat het kosteloos verleenen van
hijstand bij het inhalen van den oogst den
algemeenen toestand niet zal verbeteren,
integendeel, de werkloosheid zal in de
hand gewerkt worden. Men melde zich
dus vooralsnog niet als onbetaalde werk
kracht aan bij de landbouwers, en deze
laatsten gelieven ook geen gratis hulp te
aanvaarden, opdat de armoede en de el
lende niet nog grooter worden.
Vlissingen. Reeds tien dagen ligt het
Duitsche stoomschip „Main" op de rede
tegenover de Zuid-Watering. Het is een
vrachtboot en passagiersboot. In deze troe
bele tijden durft het niet naar Antwer-
jpen terug en ook durft het geen zee
ie kiezen.
Van de bemanning zijn reeds velen
afgehaald voor den Duitschen krijgsdienst-
Gisteren (Maandag) heeft het gchrp eenige
goederen op kleinere booten overgeladen,
om .gemakkelijker den binnenhaven van
Vlissingen te kunnen binnen varen.
De passagiers zullen dan verder over
Rotterdam hun reis kunnen voortzetten.
De Vlissingsche haven
commissie. De „Ingenieur meldt
Naar wij uit goede bron vernemen is
het 'Verslag der Vlissingsche Havenoom-
missie vastgesteld en wordt het gedrukt.
Bedoelde commissie, benoemd door den
Minister van Waterstaat, is aldus samen
gesteld: G. J. de Jongh, oud-directeur der
gemeentewerken van Rotterdam en oud
lid der Tweede Kamer, thans te 'sGra-
venhage, voorzitter; H. van Oordt c.i.,
hoofdingenieur-directeur 2de klasse van
den Rijkswaterstaat in de 11de Directie
te Middelburg; A. D. Muller, hoofdinspec
teur' van scheepvaart, W. C. J. Smit, ka
pitein ter zee, chef van den marinestaf,
en A. D. J. Berkhout, majoor der genie,
toegevoegd aan den inspecteur. Als secre
taris is aan de commissie toegevoegd de
ingenieur van den Waterstaat, geplaatst
te Vlissingen, thans ingenieur 2e klpsse
N. van Spanje c.i.
Uit de samenstelling der commissie
blijkt dat onder voorzitterschap van een
erkende havenspecialiteit vereenigd zijn
vertegenwoordigers van de departementen
van Waterstaat, van Landbouw, Nijver
heid en Handel, van Marine en van Ooi-
log,
De commissie zal rapporbeeren omtrent
de verbetering van de buitenhaven en
van den toegang tot de binnenhavens,
zoowel uit het oogpunt van de belangen
des Rijks, der Provincie en der Gemeente
als ten behoeve der Koninklijke Maat
schappij „de Schelde", wier belangen door
een contract met Rijksbelangen zijn ver
honden.
Nieuwdorp. Gistermorgen had de land
bouwersknecht C. de Smit het ongeluk
door het verspannen van zijn piaarden
voor ©en voer vlas dat een der paarden
schichtig werd en omhoog sprong tegen
een zijner beenen. Geneeskundige hulp
werd onmiddellijk ingeroepen; men con
stateerde, dat het been boven den en
kel af was.
Geslaagd voor de acte Fransch 1. 0.
de heeren A. C. Abrahamse te Vlissin
gen, P. Luteijn te Middelburg, en C. T. B.
Bertou te Domburg, en voor de acte hand-
teekenen 1. o. de heer A. Looy te Mid
delburg.
Geslaagd voor het examen Ned.
Toonkunstenaarsvereeniging mej. J. A. M.
Mes te Middelburg.
Het mondeling gedeelte van de exa
mens lager onderwijs en van middelbaar
onderwijs (akte A) Engelsche taal, voor
zoover die in het openbaar worden ge
houden, zal behoudens onvoorziene om
standigheden, worden afgenomen te
's Gravenliage, in het gebouw van de ge
meentelijke hoogere burgerschool met 5-
jarigen cursus aan de Waldeck-Pyrmont-
kade op de navolgende dagen en uren:
akte L. 0.: op 11, 12, 13, 14, 15, 17,
18, 19, 20, 21, 22, 24 en 25 Augustus
1914, van 9.30 tot 11.30 voorm. en van.
-2 tot 4 uur nam.; akte M. 0. (A): op 11,
12, 13, 14, 15, 17, 18, 19, 20, 21, '22,
24 en 25 Augustus 1914, van 1.30 tot 3.30
nam. (St.ct.)