Maandag 10 Augustus 1914 38e Jaargang No. 363 LUIK. De Europeesche Oorlog. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Ocsterbaan Le Cointre - Goes. Eerst Zaterdagavond bracht de tele graaf ons zekerheid dat Luik door de Duitschers genomen is. Na een heldhaftige, hardnekkige ver dediging door de dappere Belgen en een niet minder kranige bestorming door de aanvallers. De Belgische regeering had deze. ne derlaag doch 'tis eigenlijk een (ze delijke) overwinning kunnen voorko men, door toe te geven aan den drang der Duitsche regeering om Be Duitsche troepen die, met schending, van het vol kerenrecht en met vertreding. van het recht van België als neutralen staat en kleine mogendheid, en met beleedigingj van het eigendomsrecht en huismansrecht de Belgische grenzen hadden overschre,- den, ongehinderd door te laten trekken. Indien de Belgische koning slechts oog luikend had toegelaten of onder protest geduld, dat de Buitscher door zijn land naar Frankrijks Noordergrens, optrok, al dat bloedvergieten w*are onnoodig ge weest. Maar dan had België's koning zijn eer en goeden naam verspeeld, en had het kleine maar dappere België zijn reputatie verbeurd van prat te gaan opl zijn duur verworven nationale onafhankelijkheid. Malo mori quam foedari, lie ver sterven dan schipperen, was de fiere leus waarmee de Belgische diplomatie de schandelijke voorstellen van den indringer afwees. Koningin Emma heeft bij haar afscheid als Regentes aan het Nederlandsche volk toegeroepen fe betrachten alles waarin een klein volk groot kan zijn. Hier is een klein volk het Belr gische dat toont groot te zijn, grooter dan zijn groote tegenstander, groot in fiere handhaving zijner neutraliteit, in, geestdrift en geestkracht voor zijn heilig ideaal, in trouw aan het vaderlandsche vaandel, in stervensmoed en doodsverach ting, waar hét gold den indringer van zijn erf te weren. Neen, wij onderzoeken niet aan wiens zijde het recht of het onrecht is. Het kan zijn dat Servië's optreden de druppel was die voor Oostenrijk den be ter moest doen overloopen. Het kan zijn dat Duitse hiand jaren lang getart was gteworden, en op een atgemeenen aanval tegen hem gericht te avond of morgen rekenen kon, zoodat hij, nu reeds, nu wel optreden moest, om zijn vijanden voor fe zijn. Maar dat fa ij België tot zijn oorlogs terrein koos, blijkt een daad van het schrikkelijkste onrecht; en alwie nog rechtsgevoel bezit in de Duitsche. gele- dAen, zal de Belgen gelukkig prijzen dat zij met zoo groote onversaagdheid het voor hun rechten, de rechten van een kleine natie hebben opgenomen, en tot zoo flinke en kloeke daden in staat zijn gebleken. Hoe zullen de Hullebroecks en Pol de Monts, de Hiels en Verbiests de heldenda den dezer dapperen bezingen. Het Nederlandsche volk is eenmaal trotsch geweest op zijn stamverwanten ïn Zuid-Afrika, het gaat er niet minder fier op familie te zijn van het Vlaarn- sche volk, dat zoo roemruchte lauweren wist te behalen bij Visé, Argenteau en JHervé. Luik heeft aan Duitschland en de vol ken van Europa, aan Nederland en de kleine staten iets te zeggen. Het brengt een eeuwenlange waarschuwing aan Duitschland dat het nimmermeer zijn kracht overschatte, noch de overwinning verwachte van zijn geschut alleen. Het roept den volken van Europa toe: wanneer gij:, o volken, belust op de we reldmacht, uitgaan zult op moord en roof, bedenkt dan dat giji uw. ongerechügen krijg niet begint met een daad van on recht; dat gij' niet met uw over macht be gint het kleine te willen vertreden. Het noodig't Nederland uit, waakzaam te blijven voor zijn onzijdigheid, en daar bij niet te vertrouwen op de rechtvaar digheid der groote mogendheden, welke deze onzijdigheid bij tractaat hebben ge waarborgd; het niet te verwachten ook van de omstandigheden en verhoudingen die met iederen dag zich Wijzigen kunnen doch alleen van den Heere der heirscha- ren, die machtig is, ook, waar het in Zijn 'Raad noodig schijnt den ongelijken kamp op te geven, den vijand terug te VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post1.25 Losse nummers0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels /"0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. houden zoolang het Hem behaagt, en hem in zijne geharnaste nietigheid ten toon te stellen als een schouwspel voor de volken. En aan de kleine staten van Europa geeft de gevallen slad m ernstige over-" weging om zich te wapenen, vooral Neder land. dat met België op de ontvangst 'zit, trekke zich dit aan, om niet langer den eisch om zijne kusten te versterken en zijne landsverdediging te verbeteren in partijgetwist ie smoren, en niet lan ger tce te geven aan den drang van heel- en driekwart roode politiekers, die, onder den kreet van „wijl kunnen ons land toch niet verdedigen", „wij kunnen toch tegen den vijand niet op", enz. enz. de lands- defensie te verwaarloozen, den forten- bouw tegen te houden, en de vlootver- sterking als een clericale dwaling af te wijzen. Het is in Nederland de eer der ,,cle- ïicalen" geweest, dat zij: de betere lands verdediging steeds tegen het liberalisme hebben verdedigd. Kuyper in 1878; Ber- gansius-Lohman in 1888; Seret; Schaep- man, Colijn, Taltna en zoovele anderen, zij hebben gedaan wat zij konden, en zouden nog ineer tot stand gebracht heb ben, indien de'goeden als o.a. Roose- boom niet te na gesproken het libe ralisme hen niet had tegengestaan. En in België, waar nu reeds dertig jaar lang een „clericaal" kabinet den Ko ning bij diens landsbestuur ter zijde staat, is de landsverdediging, evenwel het zij te zijner eere gezegd met voor lichting van den liberaal De Brialmont zoc-danig verbeterd, dat een ieder er verbaasd van staat; dat een machtig le ger, hetwelk met de beste der wereld kan wedijveren, er het hoofd voor stoot. Luik komt er in zijn roemrijken val dan ook nogmaals bij 'Nederland en de andere kleine staten van het Vasteland! aan herinneren, dat menschelijkerwijs aan dit „clericale" streven België's roem rijk succes te danken is. Wat toch baten moed en trouw, wanneer onze zonen slecht verdedigde grenzen uit zwakke forten heb ben te verdedigen. En daarom, zoo eindigt Luik haar toe spraak, houdt uw kruit droog; verbetert uw vestingwerken; vertrouwt nimmer op mensehen; maar vreest ze ook niet; vreest alleen God; indien uwe onafhankelijk heid u lief is. Een woord van Jan de Witt. „Want de aerdt der Hollanders is soo- danigh, gelijk UEd. mede ten beste bekent is, dat haer, als de noot ende periculen niet' seer claer voor oogen comen, zij geensins gedisponeert connen worden, om naer behoorén te .vigeleren voor haer eygen securiteyt." Zoo luidde reeds in de 17e eeuw het oordeel van bovengenoemden staatsman over de langzaamheid onzer vaderen om in vredestijd de landsverdediging en de versterking onzer weennacht te betrach ten. Voor 't geval Nederland op Luiks ver maan geen acht slaat, moge het luisteren naar Jan de Witt, den grooten Neder lander, den grootste zijner eeuw. Weer sen. De oorlog mag gelukkig naar 't schijnt onze erve voorbijgaan, toch heeft zij indi rect in ons land vier slachtoffers ge maakt Eerst den milicien De Bruin, vader van vier kinderen, die als veldartillerist door zijn paard werd gedood, dan een milicien pontonnier die te Dordrecht door ,een stuk hout bij het bruggenleggen ge troffen en gedood werd; dan den milicien infanterist De Vreugde die te Bergen op Zoom door 't afgaan van zijn geweer het leven verloor; en nu weer biji het fort Vijfhuizen in de Haarlemmermeer een ser geant van het 2e regiment vesting-artille rie, die bij het bouwen van een uitzicht toren door een vallend stuk ijzer getroffen en. gedood werd. In den staart. „Het Volk schreef Woensdag aan het slot van een hoofdartikel over den oor log: En de vraag kan opkomen of een in- grij pen on zer zfjds om de Fransch- Belgiscbe kansen te versterken uit een oogpunt van zelfbehoud geen wijze po litiek is. Er gaat door ons volk een sterk gevoel van solidariteit met het aangrenzende naburige land welks: be woners zijïi van Nederlandschen stam en het ware voor heel het nationale leven van ons land een debacle (ver woesting) als wij' niet een positie kozen die met dat gevoel van solidariteit in overeenstemming is. Vertrouwen wij dat de regeering haar oor ta luisteren legt waar het hart van de natie klopt. Hier zit gift in den staart. De schrijver verwart hier „het volk" met zichzelf, of met de S.D.A.P., of met wien of wat ook. Daarom klopt in zijn aansporing tot het zoeken van ean krijg tegen Duitschland ook niet „het hart van de nalie". Mr. Troelstra heeft, blijkbaar bij wijze van tegengif, in de Tweede Kamer-zit ting van Donderdag een anders lezing gegeven van wat er in het hart der natie lees S. D. A. P. - klopt; en hij wekte, onder instemming van gansch de natie lees het heele Nederland sche volk de regearing op om onvoor waardelijk te volharden op het stand punt der strikte neutraliteit. Natuurlijk behoudens het gevoel van sympathie en deernis met de gegriefde ■Zuider brcederen. In „Het. Volk" van Zaterdag komt dan ook de mededeeling1 voor dat „het Par tijbestuur zich zoo gced als eenstemmig tegen bovengenoemde slotbeschouwing van „Het Volk" van Wcensdag heeft ver klaard, een belangrijk deel van de redac tie het niet met het artikel eens was, en de schrijver zelf verklaarde dat zijn beschouwing volstrekt niet de strekking had om aan te sporen het standpunt van de neutraliteit te verlaten." Hier zit in den staart de on waarheid. De schrijver mag 't beweren, dcch de onpartijdige lezer denkt 'tzijine van de beschouwing, en van de aansporing' tot de regeering. Nu echter de staart uit het eerste artikel door den staart uit het tweede artikel is weggeslagen, kunnen wij er ver der het zwijgen tce deen. De S. D. A. P. blijft het met den tolk der natie uit de Tweede Kamer van Don derdag eens: Volstrekt neutraal het eenig geboden standpunt. is Luik gevallen? Dit is voor het ooigenblik de allesbe- heerschende vraag, waaromtrent nog steeds geen absolute zekerheid bestaat. TOCH WINT DE GEDACHTE VELD, DAT LUIK NOG NIET GEHEEL IN HAN DEN DER DUITSCHERS IS. De Belgische bladen, de „Etoile Beige" en de „Dernière Heure", houden staande dat alle forten van de stelling Luik nog in het bezit der Belgen zijn. Laatetge-' noemd blad zegt, dat Duitsche: uhlanen Vrijdag in de stad waren doorgedrongen, blijkbaar om de bevolking angst aan tel jagen en op die wijze invloed uit te oefe nen op den militairen gouverneur. Maar generaal Letman is doori alle Vertoogen niet geschokt in zijn vast besluit, Luik te blijven verdedigen. Later hebben dei uhlanen de stad dan ook weer ontruimd. De j,Etoile" ontving Vrijdagavond (d.i. dus vele uren nadat van Duitsche zijde de val van de veisting was gemeld) uit Luik het volgende telegram: „Alle fou ten zijn nog onbeschadigd in onze han den. Het moreel' van het garnizoen is: uitstekend. Ons is plechtig verzekerd, dat da beizetting tot het uiterste stand zal', houden. De gevangen genomen Duitschers hadden haast geen patronen meer. Daar uit jpag men afleiden dat aan den aan voer van munitie nog al ietsi ontbreekt":. Een reiziger, Zaterdagochtend om 7 uur uit Luik vertrokken en tegen den avond 'te Rotterdam aangekomen, deelt aan de „N. R. Cjrt." mede, dat Luik toen hij vertrok, nog stand hield. Den Duitschers was een wapenstilstand van 3 uur toegestaan om hun dooden, waar mede de omtrek der forten bezaaid lag, te begraven. In de „N. R. Crt." lezen we hierom trent: - In het Berlijnsohe telegram over de in neming van "Luik wordt gezegd, dat dé aanval is hervat en de vesting is geno men, nadat de afdeelingen, die den storm!- aanval hadden ondernomen, waren ver sterkt. Door deze toevoeging wordt be vestigd, dat de eerste' aanval' bij verras-> sing niet is! gelukt. Heit zou echter voorr harig zijn, het nadeel voor de Duitschers, ontstaan uit het oponthoud van één dag, dat daardoor is. veroorzaakt, te overschat ten. Den 5den Augustus, begonnen de eer ste aanvallen op de vesting. Niet den! 6den, wat het geval zou, geweest rijn, alsi de eerste aanval was gelukt, maar den 7den, des ochtends, waren de Duit schers er binnen. Hier dient echter een voorbehoud te worden gemaakt. Moge lijk is in het B:erUijnsche tele gram met de vesting Luik al leen de citadel bedoelt. Dat zou misschien de tegenspraak tusschen de Ber- lijnsche en de Brusselsche berichten kun nen verklaren. De Duitschers hebben hun 'bekende methode gevolgd, de overstroo ming van de vesting door een aanhou dende reeks van aanvallen, door steeds meer versche troepen. Bij die methode kan de eerste aanval ligt afgeslagen wor den met groot verlies, van manschappen, maar daar is op gerekend, die mannen val len niet tevergeefs., tijd hebben zij gewon nen. En tijd is. voor de Duitschers alles: Dat zij den öden Augustus Luik nog niet haddein genomen, is voor den op- marsch van de hoofdmacht van weinig belang geweest. Deze kon immers tijdens de aanvallen op Luik verder paar het Zuiden marcheeren. De afdeelingen die Luik hebben genomen zullen nu, naar de „Kölnische Zeitung" heeft gemeld, op Namen -aantrekken. Intuissöhen zal de hoofdmacht _wel verder naar het Zuiden marcheeren. De Franschen hebben de RelL gen te Luik niet te hulp kunnen komen. Dit versterkt den indruk dat de Duit schers hen voor zuilen zijn, en de eerste groote klappen in Frankrijk zullen val len. Of de Duitschers ook nog een macht naar het Westen België in zullen sturenj op Antwerpen aan, moet worden afge wacht. De Brusselsche particuliere correspon dent van genoemd blad veronderstelt ook, da,t de Duitschers door den wijden gor del van vestingen zijn heengebroken en toen aan beide zijden van de eigenlijke stad onmiddellijk aan de. bebouwing aan sluitende citadel bezet hebben. De kring van forten (misschien met een enkele) uitzondering) zou dan nog in de macht der Belgen zijn, terwijl de Duitsche keizer alleen in zoover gel ij. k zou hebben, dat „de vesting, Luik" genomen was, als men daaronder de ciitadel en de stad Verstaat. De Duitsche vluchtelingen. Men meldt uit Venlo aan „De Maas bode" Donderdagavond tegen half 11 kwamen te Venlo weer een "dertigtal uit België verjaagde Duitschers aan, waaronder twee geestelijken, waarvan de eene de Zeen- eierw. heer Paul Drossert, kapelaan in Tertre (België) aan de Fransche gren«i mij het volgende verhaal deed: Een achttal jaren geleden verloor ik bij een brand in mijn geboorteplaats mijne ouders en vier broeders en zusters, waar door ik vólkomen zonder middelen ach terbleef. Daar de studie voor geestelijke iin Duitschland nog al duur is, Werd ik door bekenden in een gesticht in België geplaatst, dat jongelieden bijna voor niets tot den geestelijken staat opleidt, op voor waarde, dat zij. in België zich aan de zielzorg wijden. Op het einde van het vorige jaar tot ptriester gewijd, werd ik in het dorpje Tertre aan ae Fransche grens als ka pelaan aangestelddaar bereikte mij! Dins dagavond het bericht, dat alle Duitschers' die 24 uur na de oorlogsverklaring dus Maandagavond nog in België waren, als spionnen zouden worden beschouwd. UI begrijpt, dat ik van dat oogenblik af geen rust meer had in mijn dorpjezoodat ik 'dan ook Woensdagmorgen om 2 uur mij op wég begaf om het land te verla ten. Te Brussel aangekomen, werd ik en mijn collega,^ ook een kapelaan, aan het station door gendarmen gegrepen en zwaar geboeid in een auto naar het paleis van justitie gebracht. Daar aangekomen wer den wij. door de gendarmen ieder apart in een veTtrek gebracht, geheel uitgekleed en met gummistokken en met onze kof fers'op onmenschelijke wijze mishandeld, zoodat ik aanhoudend ,van pijn en uit putting in elkaar dacht te zinken. Mijn collega werd zelfs tot bloedens, toe ver woud, waarvan nu pog de sporen o(pi hals .en rug zijn te zien. Dan werden onze valiezen onderzocht om een of an der voorwendsel te vinden, waardoor wij tot spionnen konden worden verklaard. Na noig eenige uren van d'e ergste mis handeling, waarbij wij met alle moge lijke voorwerpen op: het hoofd' werden geslagen, werden wijl voor, den rechten geleid, die na inzage van onze papieren niet anders kon doen dan ons vrijspire- ken, met bevel, binnen 12 uur het land te verlaten. Wij: hadden o.nze aanstelling! tot kapelaan en verdere bescheiden van onzen bisschop bij ons, anders waren wij zeker doodgeschoten, pp' onzen weg naar het station hebben wij met eigen oogen aanschouwd, hoe vjer jongelieden, ook Duitschers, op straat door het ge peupel laaghartig werden doodgeschoten. Een anderen wilde het grauw langzaam dooden en had hem reeds de heide oolren afgesneden. Het gelukte hem' echter te ontsnappen. Aap. het station werden wij; door spoor beambten in een trein naar Luik gezet, ofschoon men goed wist, dat men van Luik uit het buitenland niet kon bereiken. In Luik aangekomen, hoorden wij, dat 'wij weer naar Brussel terug moesten omj over Roosendaal Holland te bereiken; voor de 2 uur oponthoud in Luik (wij kwamen daar om 3 uur 's morgens aan en moesten om 5 uur weer vertrekken)) meesten wij een hotel zoeken, d'aar de spoorbeambten ons aanzegden, dat op het perron wel Belgen, doch geen Duitschers) dén nacht mochten doorbrengen. Op straat was men zijn leven geen oogenblik zeker. In Brussel weer aangekomen, hadden wij; het geluk een Duitsche familie te ontmoe ten, die onder bescherming stond van een Belgischen gendarm, waardoor wij eindelijk na twee dagen en een nacht' reizen op Hollandsch grondgebied aan kwamen. Een Maastrichtenaar schrijft: Ik was op korten afstand van de grens, toen de Duitschers er over heen kwa men. Ze werden na enkele woorden om ringd door onze soldaten en als, krijgs gevangenen naar Maastricht vervoerd. Stoere, stevige kerels, zwart van kruit damp, uiterst afgemat. Ik heb met hen gepraat. Ze waren van Mecklenburg- Schwerin. „Wir sind übrig mit zwei und zwanzig von fünfz.ehnhundert Man". De rest was allemaal neergeschoten. Ze wer den gewapend en al tot voor de hoofd wacht gevoerd, daar ontwapend en ge visiteerd, vervolgens naar de kazerne ge leid. Dinsdagavond kwamen hier 7000 inwo ners uit België aan, bijna alle van Luik. De ellende is niet te beschrijven. Ik ben anders niet gewoon met koffers te slee pen, maar ik kroop midden in den troep en droeg wat ik maar dragen kon. Nau welijks hadden ze tijd gehad om een weinig goed mee te nemen. In een kwartier tijd moesten ze weg. Er waren er bij zonder één centime. Als een kudde vee waren ze België uitgedreven. Erbarme lijk hoe dié menschen er uitzagen. Een dame, die nog haar geld gered had, bood mij een porfcemonnaie vol met 5 franc- stukken aan. „Gib mir nur ein Weinig Deutsches Geld". We hebben haar ge holpen met wat we konden. Het was niet om aan te zien. Kinde ren, die nauwelijks loopen konden, Zoo'n reuzenweg te voet maken: Karren waren volgeladen met kinderen. Maar toen zie aan het station aankwamen was het een rennen van kellners en burgers om de menschen te helpen. Emmers melk voor de kleinen, emmers bier, manden met brood, trommels, vol koekjes, enfin alles werd volop en gratis uitgereikt. En het blijft maar doortrekken. Donder dag vond ik een schreiende vrouw met een kind, die van twee uren achter Luik tot Maastricht zonder rusten te voet waren doorgeloo.'pen. Gedurende den nac'ht wa ren ze onder een regen van kogels dooit- gekomen. 4 De liefdadigheid is hier groot. 1 Geheele huishoudens met vier, vijf, zes kleine kinderen trekken hier te voet doof en iedereen neemt hier eenige kleinen voor zijn rekening, onthaalt ze, kleedt ze. En na gerust te hebben trekken de Duitschers .weer verder. Een neef van Prins, Hendrik heeft een schot d'oor een been gekregen en wordt hier verpleegd. Thans zijn hier de hotels vol van ge- goede 'Duitschers, die uit België moesten vertrekken, en gegoede Belgen, die voor, de Duitschers zijn gevlucht. Nu de Duit schers kort bij Luik zitten, komen een troep van arme dorpsbewoners de bef- gen uit, die daar nacht en dag zich ver scholen hebben gehouden. De houding van Italië. In de „Daily Graphic" schrijft de be kende publicist Lucien Wolf een beschou wing over den toestand. Hij! wijst er oj^ dat Italië niet onzijdig blijven kan, noch een houding van wel willende neutraliteit kan aannemen jegens den driebond. Indien het zich voegen wil bij', "rijfo. bondgenooten van den driebond zouden wij. niets kunnen zeggen. Wij weten dan, waaraan wij ons te houden hebben. Wat Nederland betreft moet men maat regelen nemen om te beletten, dat Duitsch land van leeftocht voorzien wordt door de Nederlandsche havens'. De „Daily Mail" schrijft: Italië kan niet onzijdig blijven, zijh belangen en tradiL ties verbieden het.. Wij1 twijfelen er niet aan, welke zijde het kiezen zal.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1