Xo. 363 Zaterdag 8 Augustus 1914 38e Jaargang BERICH T. FOUTEN. De Europeesche Oorlog. En verband met den beperkten spoordienst en dei daaruit voortspruitende vertraging der post- zendingen, ontvangen de meeste abonné's van „De Zeeuw" hun krant iets later dan gewoonlijk. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAS^GE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FÏRNSA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. te groote- fout waardoor de oorlogen komen is dat de Vorsten zich inbeelden dat macht gaat boven recht. Wie in dezen oorlog gelijk heeft, kun nen wij niet uitmaken. Gaan wij de 'berichten na en mogen wij ze voor juist houden dan is de groote zondaar Rusland, die in weerwil van Oos tenrijks verzekering dat deze slechts met Servië wenschte af te rekenen, en geen uitbreiding van grondgebied in den zin bad, toch voortging met mobiliseeren. Rusland zette Oostenrijk het mes op de keel, en hield hiermede niet op, toen, zelfs tot driemaal toe, Duitschland den dreigenden vinger tegen hem had opge heven. Nu ligt de grondoorzaak van dezen oorlog, gelijk van alle oorlogen sinds 1830, in de zucht naar machtsuitbreiding. jWij wezen hier reeds vroeger op. Oostenrijk heeft aan het bedrijven van deze zonde evenzeer méé gedaan. Wel kon hij zi'ch niet zoo sterk uitbreiden als de anderen, ingesloten als hij ligt tusschen Duitsch land, Rusland en Italië, daarom wendde hij den hegeerigen blik Zuidwaarts; en lijfde Bosnië en Herzegowina in. Had Oostenrijk dit nagelaten, dan had hij wfel- licht den haat der Serviërs zich niet opi den hals gehad, en was het ook niet noodig geweest,' dezen tot de orde te roepen. Indien wij echter mogen gelooven, dat Oostenrijk slechts den dood van zijn Op perbevelhebber wilde wreken, en wars was van annexatie-plannen, dan heeft Rusland met de mobilisatie zijner troe pen zeer berispelijk gehandeld. Dat hierop ook Duitschland onrustig i$ geworden, laat zich begrijpen. En dat Engeland, schijnbaar opgeschrokken van den inval in België, zich aan Ruslands zsgde schaarde, eveneens. Maar dit zal toch niemand van de buitenstaanders, uitgezonderd dan de militaristen, kunnen overtuigen van het goed recht van een dezer om naar het zwaard te grijpen. Maar de mogendheden vertrouwen elkander niet. Zij nemen van elkander geen vredesverzekeringen aan. De poli tiek is nu eenmaal onoprecht. Napoleon III decreteerde eenshet Reizerrijk is' de vrede i En juist onder zijne regee ring volgde de eene verwikkeling de an dere op. Daarom geloofde Rusland Oostenrijk niet; en Duitschland vertrouwde Rusland niet; en zou men ze op het rijtje af kunnen opnoemen. De groote mogendhe den spelen het spel van diefje en diefjes maat, en onderwijl gunt de een den ander het licht in de oogen niet. En wat de verhoudingen nog treu riger maakt zij zijn allen zoo verze kerd van hun goed recht, dat zij, de een al harder dan de ander, de hulpe Gods inroepen en Zijn zegen over hunne wapenen afsmeeken. In de proclamaties van elk der oorlog voerende vorsten en regeeringen blinkt dat Godsvertrouwen door; en toch wie zou durven ontkennen dat eigenlijk de eenige die op God vertrouwen mag, de Koning van België zou zijn? Is het niet ontzettend deze vijf roof staten Frankrijk, Engeland, Duitsch land, Oostenrijk en Rusland om strijd den Naam des Heeren te hooren aan roepen Het is zoeals de beginletters dezer vijf bijeengevoegd aangeven het is DROEF. En zie nu naar Duitschland. Wij zijn geen familie van de vrienden van Job'. Daarom willen wij geen verband leggen tusschen misdrijven en nederlagen, of tus schen overwinningen en erkende rech- Iten. Wij hebben zoo wij dat nog niet wisten uit den oorlog in en om Trans waal geleerd; dat wij met onze conclusiën voorzichtig .moeten zijn. 'Zuid-Afrika Wa's volkomen in zijn recht. Engeland was een brutale indringer. Aan vankelijk sloegen de Boeren de 'Britten terug; doch ten slotte moesten zij zich toch op genade en ongenade aan hunne goddelooze overweldigers overgeven. Toch zouden wij blind moeten zijn, in dien wij niet zagen, hoe de gerechtvaar digde tegenstand der Belgen tegen de Duit- sche indringers aanvankelijk met succes bekroond wordt. I uitschland kan gelijk hebben dat hij den oorlog begon tegen zijn beide vijan den, doch hij ging hierin fout dat hij' zijn veldtocht begon met een oorlogsver klaring aan en een inval in België, en een aanval op de onzijdigheid en daar mee de onafhankelijkheid van een neutra len staat. Deze aanslag is een schande lijke ,schenning van het volkenrecht, een brutale contractbreuk, een grievende toe passing van een ongie'rechtig dogma waar van de ong-eloovige wereld zich bedient, te weten „het doel heiligt de middelen" en „nood breekt wet". Hier is iets nog erger dan hetgeen de H. Apostel eenmaal teekende, als het kwade doen opdat het goede er uit voortkwam©. Met leedwezen heeft heel Europa dezen stap een misstap van den Duitschen generalen staf gezien. Men beweert dat hier een testament van Von Moltke werd uitgevoerd. Is dit zoo, dan. is, dit de piëteit voor de nage dachtenis van dezen gro-oten taktikus Wel wat ver gedreven. Die tactici Van onzen tijd hadden zich toch beihboren te herinne ren dat de vorsten in 1831 en later in 1839 de neutraliteit van België hadden vastgesteld en erkend, en dit contract met hunne handteekening bekrachtigd; en een inbreuk op dat recht van een kleinen staat door de mogendheden zeer euvel zou 'worden genomen, en door den klei nen staat wiens recht men vertreden ging1, niet zon worden geduld. Wij ijzen bij de gedachte dat in deze week nu reeds bij de gevechten in (lit diep gekrenkte land aan de Maas vijf en twintig duizend Duitschers ge dood, buiten gevecht gesteld of voor hun leven verminkt zijn geworden. Hoe' moet het den Keizer te moede zijn bij zulk een uitslag. iZou een dergelijk aanvankelijk resul taat hem niets te zeggen hebben? Zou hij er niet uit geleerd hebben dat het hem geraden is van dezen dool weg terug itie keeren? Zijn over 't algemeen de vorsten Ver antwoord, wanneer zij, gelijk nu, om een kleinigheid, zoovele duizendeh jonge en krachtige menschenlevens in den dood sturen Geldt ook niet van de vorsten, en van hen in de eerste plaats, dat niet een iege lijk die daar zegt: Heere Heer©! zal in gaan in het Koninkrijk der Hemelen? Men verneemt dat Duitschland aan on ze Belgische broeders een wapenstilstand heeft gevraagd. Laat dat het hegjn mo gen zijn van terugkeer, van vredeshert- stel. Immers Duitschland is wel groot. Maar het heeft gezien dat ook een klein volk groot kan zijn; en de Schrift spreekt ook van een grimmigheid des Heeren die is o-vter wie Hem niet kennen en over al hun heir, om ze te verbannen ze ter slachting over te geven, zoodat „hunne verslagenen zullen weggeworpen worden, en van hunne dood© lichamen hun stank (zal) opgaan en de bergen zullen smelten v,an hun bloed." (Jesaja 34: 2, 3). Geen polemiek. In „Patrimonium" van deze week komt een lange correspondentie voor uit Wal cheren, waarin een zekere heer Watt. pardon Walcheinaar onze redactie aanvalt over haar houding inzake de jongste stakingen. De redactie van Patrimonium, die zelf niet op onze. beschouwingen wenscht in te gaan, staat wel toe dat een inzender dit en hoe dan noghet voor haar doet. Wij gaan natuurlijk op het artikel uit Walcheren niet in, en evenmin op- de noot van de redactie van Patrimonium. Doch wij zijn ten allen tijde bereid met Pa trimonium in debat te gaan over de sta king te Almelo. Laat 't dan maar eens blijken wie de juiste inlichtingen ontvin gen, zijl of wij. Eendracht maakt macht De zinspreuk op het Belgische wapen schild luidt: L'union fait la force (Een dracht maakt macht). De waarheid dezer zinspreuk wordt er varen België bevat zeer roerige elementen. Doch niet zoodra is de ure des gevaars aangebroken, of alle handen gaan ineen, en één van hart en ziel trekken alle Belgen op tegen den indringer. Wij prijzen dit zeer. En wij zijn er niet minder dankbaar voor, dat ook het Nedei'landsche volk zoo eensgezind is op het punt van de landsverdediging. Onze zonen blijven goedmoedig hun plicht doen. De burgers blijven als Neder landers, die een gemeenschappelijk va derland te verdedigen hebben, zich voor het landsbelang in de bres .stellen. En alle Christenen, die nog den God der Vaderen aanroepen, gelijk Hij zich in Zijnen Zoon Jezus Christus geopen baard heeft, vereenigen zich in den ge- bede, dat de Heere dezen oorlog doe ophouden, en onze schoon© landouwen bescherme tegen iederen buitenlandschen aanval. Ook onze Staten-Generaal geven dezer dagen een heerlijk schouwspel te zien van eenparigheid en wederzijdsche waar deering. Dit verkwikt. Daden van heldenmoed. De Belgische bladen vermelden tal van bijzonderheden over de gevechten om Luik.. Op een gegeven moment van den strijd, kwamen Duitsche officieren van den ge neralen staf tot vlak bij de brag van Visé. Ongetwijfeld was hun doel de stel lingen der Belgische troepen op te nei- Imen. Doch op hetzelfde oogenblik zag men een Belgisch seigeant uit de gelederen treden en zich zonder te verbleeken aan den kogelregen der vijanden blootstellen, Toen deed hij het volgende stoute stukje: onbeschermd liep hij vooruit, legde zijn geiweer aan en schoot met z'eldzaam wel gemikte schoten in eenige oogenblikken verschillende Duitsche officieren neer. Deze wenden onmiddellijk achter de ge vechtslinie gedragen. Dit alles werd» gedaan met den p'rach- ti gisten eenvoud en de grootste koelbloe digheid, terwijl uit deze daad het §ehoone 'verlangen van den sergeant, sprak, om ook iets bij te dragen tot de verdediging van den vaderlandschen grond. Commandant Camille de Mepten de Home was Woensdag, met zijne lansiers, uit 'Luik op verkemiing, uitgegaan. Tusschen Plaineveaux en Esneux stond hij eensklaps voor 500 Uhlanen met mi- trailleuzen gewapend. De lansiers ren den allen in vollen galop op den vijand af, onder een regen van kogels. De moe dige commandant viel doodelijk getrof fen ten gronde evenals een dertigtal sol daten. Wat overbleef van het escadron reed naar Boncelles om hulptroepen. De Uh lanen oordeelden het voorzichtig de Bel gen niet te achtervolgen en vluchtten naar Esneux weg. Te Luik heeft de heldhaf tige dood van den moedigen commandant een groote droefheid, en tevens eene groo te bewondering verwekt. Tijdens den aanval van het fort van Evegnée drong eene afdeeling van een vijftigtal Duitsche soldaten in een loop graaf, waar tien soldaten, tien manschapr pén van het elfde linie-regiment, met de spade werkten. De Duitschers doodden er Vier. De anderen lieten hunne spade vallen, namen hunne wapens en dreven den vijand weg. De gekwetsten namen insgelijks deel aan dit heldhaftig gevecht van één tegen vijf. Tusschen de gevangenen bevindt zich een brigadier, die wat Fransch kende om uit te leggen, dat hij niet wist, dat hij in België was. Hij meende, dat hij zich in Frankrijk bevond. Hij1 weigerde ook naar Luik overgebracht te worden met twee gekwetste ruiters. Hij eischte een rijtuig voor zich gansch alleen, Kort bij heft fort Barchon te Luik heeft gisteren een jonge sergeant een helden daad gesteld. Een troep Belgische soldaten lageii in de "loopgraven op de vijandelijke linies te schietendeze laatsten lagen echter plat voorover in het gras, zoodat het treffen buitengewoon moeilijk was. Plotseling richtte zich een jong sen-/ geantje ongeduldig op, posteerde zich op den wal van de loopgraaf en had van daar af reeds drie Duitsche officieren; achter elkaar neergeschoten, toen hij zelf door een kogel getroffen, achterover in de loopgraaf stortte. dood. De eerste gewonden te Brussel. Een trein uit Luik, met de eerste ge kwetsten, is gisterenmiddag, zoo vertelt het Brusselsch „N. v. d. D.", om 3 uur 47, in de Noordstatie, te> Brussel, aan gekomen. Het nieuws was spoedig be kend. Eene overgroote menigte stormde naar de' Noordstatie, waar onmiddellijk een ordedienst moest ingericht worden. Weldra gingen de poorten van den mid deningang open en de gekwetsten ver schenen, ondersteund door makkers. Op hetzelfde oogenblik steeg een grootsohe ovatie op. Men wuifde met hoeden en zakdoeken en met Belgische vlaggetjes. De gekwetsten werden door burgers naar het Palace Hotel gedragen, waar eene ambulance ingericht was. De gekwetsten zijn gehavend, vermoeid, vermagerd; verscheidene weenden. Het zijn soldaten van het le reg. jagers te voet van Charleroi. Hun uniformen zijn vol slijk en verscheurd. De eene heeft een kogel in de rechterknie; de andere kla gen van herige pijnen in de lenden. In 't Palace Hotel werden zij in de liften geplaatst en onmiddellijk naar de kamers van de vierde verdieping opgehaald, waar- ziekenverplegers en verpleegsters onmid dellijk den braven soldaten hulp verleen den en .versterkende spijzen toedienden. Aan een der gekwetsten, den soldaat Colson, van Charleroi, word gevraagd Men houdt ginder goed stand? Sinds eergisteren, in den nacht, heb ben wij verwoed tegen de Duitschers ge vochten, was 't antwoord. En gij hebt ze kunnen achteruitdrij- ven Het le jagers, geweldig door indruk wekkende legermachten aangevallen, ver dreef den vijand, toen een regiment rui ters op ons afstormde. De paarden lie pen over ons. Ziedaar waarom wij allen pijn in den rug voelen. En denkt gij dat men stand zal hou den Ge moet dat bijgewoond hebben om u den moed der Belgen te kunnen voor stellen. Wij bevonden ons onder de for ten; de houwitsers vlogen boven onze hoofden; de Duitschers schoten onophou delijk op onsgeen enkel jager trok ach teruit. Heeft men u te Luik niet verzorgd? Zeker, men heeft ons naaT de nor maalschool overgebracht, die tot gasthuis ingericht is. Doch vanmorgen hebben wij tiaze fokalen moeten verlaten om plaats te maken voor andere makkere. Zijn er veel Indien wij rekening houden met de ver woestingen in de rangen van den vijand aangericht, dan denk ik te mogen zegi- gen, dat wij veel minder geleden hebben. Doch, het moet gezegd worden, de Belgen hebben zich moedig gedragen en zij, die, zooals ik, huiten gevecht gesteld zijn, betreuren, dat zij niet meer in het vuur zijn- En de brave kleine jager weende tra nen van spijt D e gevechten o m Lui k. De correspondent van de „Telegr." meldt uit Maastricht ao. Donderdag het volgende omtrent de gevechten rond Luik De inname van Luik, dat is thans de groote vraag, waarop hier geen voldoende antwoord verkregen kan worden. De Duit schers zijn hedenmorgen aan beide zijden der Maas op Luik aangetrokken. De be volking der dorpen Bernot, Bombay, Visé en ook. van dp gehuchten op de kruis wegen, welke zich aanvankelijk verstopt had, kwam weer tevoorschijn en opende het vuur op de niets vermoedende Duit schers. Daarop is door de Duitschers weer onbarmhartig huisgehouden. Bij den pas- tooi" van Lixlie wérden twee geweren ge vonden, waarvan hij de herkomst niet wist te zeggen. De bevelhebber liet hem ten slotte vrij. De pastoor van Bernot, die vanmorgen naar het Hollandsch gebied gevlucht was-, maar weer terugkeerde, werd gtevat pn hedenavond gefusileerd onder beschuldi ging uit den toren op de troepen te heb ben geschoten. De vrouwen en kindexen. welden het veld ingezonden. Er is van daag- ontzettend gevochten en de Duit schers hebben zware verliezen geleden. Er hebben zich vreeselijke tooneelen voor gedaan. Een kleine jongen van 12 jaar werd te Bernot in het been geschoten. Zijn grootmoedei- va.n 70 jaar eveneens. De VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post. ƒ1.25 Losse nummers0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. vader van het ventje, die uit Warsage naaij Bernot gevlucht was om zijn dochter te redden, kwam uit een huis naar buiten en wérd gedood. Hedenmiddag ben ik met een auto de grenzen overgegaan in de richting van; Argenteau. Langs de 'Maas was het nog niet veilig,emaar wij. namen den weg over Bernot, Bombay, Dalheim (Dolhain) en Féneur. Onderweg passeerden we een kampement uhlanen en velschillend© troe pen infanterie, maar een klein getal in vergelijking met wat er gisteren lag. Langsi de wegen van Bernot werd gepatrouilleerd door uhlanen. Op den kruisweg, Oostelijk van Moulon, passeerde een transport Belgische krijgs gevangenen, die te voet in de richting Venders gebracht, werden. Het waren cir ca 150 man. Ze zagen er zeer down, maar! krijgshaftig uit en werden door Duitsche soldaten met geladen geweren bewaakt. Ze worden, naar mij door een Duitsch' officier gezegd werd, naaf Aken gebracht. Op den weg naar Bernot lagen overal1 in de boomgaarden en de greppels doode koeien naast doode paarden, doode var kens err hier en daar gruwelijk doorschoten menschenlijken. Een adem des doods was over dit bloeiende land gegaan en met den trek van doodstrijd op de blauw bleek© gte- zichten lagen hier burgers en soldaten door elkaar. Verwonderlijk is het 'gezicht dier ge sneuvelden de één ligt kalm naar boven te kijken en de andere; heeft het gelaat verwrongen tof een grijns,, maar vreeselijk zijn ze alten. Zoo liggen ze dan, paarden naast ke rels en koeien en varkens. De kippen wandelen er' overheen, maai- doodstil is alles én een pestilente lucht waait all over het landschap. In het dorp Bernot heerscht een ijzig© stilte. De huizen staan er leeg en doodsch, de vensters inge slagen, enkele huizen afgebrand en helt was me of ik reed door een begraven' stad. Hier 'zag ik géén uniform, zelfs geen Duitsche soldaten, maar verderop naar Dalheim troffen we weer Duitsche posten aan en uhlanen-patrouilles, die over den weg draafden, de lansen naar beneden gericht. In de kleine Latomhb huisden nog enkele burgers. Ik zag er een paar komen aanloop-ende handen in de hoogte. Dat is het op 't oogenblik tot Luik toe de handen in de hoogte of de kogel. Te Dalheim waren de bewoners -grooten- deels aanwezig en ook te Argenteau was de bevolking gebleven, maai" alle burgers! weiden gefouilleerd en er zijn er Vele gefusileerd, die wapens hadden. Op' den terugweg over Visé moesten we den auto uit, om eerst een versperring op te rui men. We reden nu langs de Maas terug over. Bernot, waar nog altijd de lijken lagen der gedoode hoeren. Op een hoek over een bruggetje lag nog altijd de doode Bel gische boer, die ik gisteren zag liggen. Een uitgewezen Duitscheri Een uitgewezen Duitscber, die 38 jaar in Antwerpen gevestigd was, verhaalde ons over de jongste gebeurtenissen daar ter stede, het volgende Na. het verspreiden van de ongelukkigfe circulaire onderieekend door burgemeester De Vos, 'trokken benden, grootendeels, hoe wel niet uitsluitend, uit de heffe d-es volks bestaande door d.e straten en ver nielden oveTal de Duitsche uithangborden der brouwerijlen en sloegen de winkeilr kasten der -groote Duitsche firma's in. Het warenhuis Tietz ontkwam aan de plundering-, doordat het voor een hospitaal, met. 180 bedden ingericht was. De burger wacht deed niets om buitensporigheden te voorkomen, trouwens er zijn maar zeer weinig troepen in de -stad. Alleen het telegraaf-kantoor, de statie en andere publieke -gebouwen alsmede het Ametikaansche consulaat worden bewaakt. Donderdagavond omi 6 uur werd in Ant werpen het besluit aangeplakt, dat aUe Duitschers voor 12 uur de stad moesten hebben verlaten, of anders' krijgsgevangen gemaakt zouden Worden. Het Amerikaansche consulaat, waaraan de bescherming der Duitschers is opgte- dragen, verstrekte geld en passen. 'Ook de Duitschers, die ziek in het gast huis lagen zelfs kinderen werden naar het station vervoerd. De uitgeweze nen hadden geen tijd om hun bagage te pakken en orde op hun zaken te stellen. De Duitschers, die op het bepaalde uur Antwerpen niet verlaten hadden, werden door de garde cirique uit hunne wonin gen gehaald en naar- het station ge bracht. Onder deze waren er verschillende, die gedurende langen tijfd in Antwerpen woonden en wier Zonen onder de Belgische vanen dienden. I Een groot deel Van de niet-dienstplich-i tige burgers we'rkt in de verschansingen'

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1