No. 861
Vrijdag 7 Augustus 1914
88e Jaargang
Feuilleton.
De Broeders van St. ian.
De Europeesche Oorlog.
Binnenland,
Zeeuwsche Stemmen.
xvii.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
't Is nog maar een goede week gele
den, dat de eerste oorlogsstem zich ver
hief en het lijkt ons toe, alsof reeds
maanden lang de oorlögsfakkel gezwaaid
wordt en in Europa het eene volk tegen
het andere opstaat.
Zóó veel is er in die weinige dagen
geschied, dat het hart verontrustte en zijn
invloed deed gevoelen tot in alle plaatsen
van ons dierbaar vaderland.
Ziehier een resumé van de belangrijkste
gebeurtenissen der laatste dagen, hetwelk
doet zien hoe snel dit werelddrama zich
heeft afgespeeld,
Donderdag 23 Juli overhandigde Oos-
tenrijk-Hongarije de bekende nota aan
Servië.
Zaterdag 25 Juli was reeds het ant
woord van Servië ingekomen, 't Werd on
voldoende geacht en de Oostenrijksche ge
zant verliet Belgrado.
Maandag 27 Juli. Grey wil een con
ferentie Frankrijk en Italië vinclen het
goed, Duitschland niet.
Dinsdag 28 Juli. Oostenrijk-Iiongarijia
verklaart Servië den oorlog.
Donderdag 30 Juli. Rusland mobili
seert.
Vrijdag 31 Juli. Dreigend ooriogsge-
SAngj in Duitschland.
Zaterdag 1 Aug. Duitschland verklaart
Rusland den oorlog. Duitsche troepen
vallen Luxemburg binnen.
Maandag 3 Aug. overhandigde Duitsch
land aan België een ultimatum. België
weigerde.
Dinsdag 4 Aug. Oorlogstoestai\d tus-
schen Frankrijk en Duitschland. 'Duit
sche troepen vallen België binnen. Enge
land verklaart aan Duitschland den oor
log.
Zoo is dan bijna gansch Europa in staat
van oorlog.
Ja. waarlijk, wij doorleven bange tijden,
en wij mogen den Hee're wel danken,
dat hij ons tot hiertoe heeft willen hel
pen en dat ons land tot nog toe huiten
het conflict is gebleven.
Niettemin gaan wij gebukt onder den
nood der tijden, want alom doen zich
de verderfelijke invloeden van den oorlog
gevoelen. Handel en scheepvaart staan,
stil, grootendeels althans, in menig huis
gezin, waarvan de man zijn vaderland
moest dienen, heerscht smart ennij
pende armoede, 'kortom, de stoffelijke
schade, die thans reeds geleden wordt,
is .niet te berekenen.
Doch dit is slechts stoffelijke schade.
Daartegenover kan men stellen de gees
telijke zegeningen. Ik durf nauwelijks ge
wagen van zegeningen van den oorlog,
maar toch moet ik spreken van gees
telijken zegen. In de eerste plaats is daar
het Verhoogde saamhoorigihleidsgevoel, dat
den mensch thans kienmeirkt. Dit innige
samenleven en samenvoelen is een tast
bare zegen, uit den gemeenschappelijken
nood geboren.
En wat nog girooter zegen is, dat is
de drang tot het gebed.
Nood Leert bidden. Juist in deze dagen
wil de Heere toonen, dat hij een Hoorder
en een Verhoorder des gebeds is; en juist
in deze dagen spreekt Hij tot het on
rustige hart der menschen, opdat zij hun
kleinheid en nietigheid zouden beseffen.
„Vanwaar komen krijgen en vechterijen
onder u?" vraagt Jacobus. „Komen zij niet
Door L. PENNING.
(Nadruk verboden).
81).
Tranen van vreugde en ontroering wer
den er om de zegepraal geschreid, en
het volk stroomde in de straten en op de
pleinen samen, om de: bizonderheden te
vernemen van dezen ontzaglijken dag,
waarop de arm des Almachtigen heil had
gebracht. Sommigen wisten te vertellen
dat de Turken in het hachlijkst oogenblik
hoog in de lucht boven de bres in den
muur een schitterend gouden kruis had
den gezien, met een Maagd er naast, in
het wit gekleed, houdende een schild op
den linkerarm en een speer in de rech
terhand. En naast haar stond een man
in een hemelsharen kleed, met ongelijk
aan Johannes den Dooper, die het bevel
voerde over een macht van krijgslieden
met fonkelende wapenen.
De moesten geloofden dit verhaal, doch
de kleine schrandere schipper, wiens arm
door een pijl doorboord, in een zwachtel
zat merkte op, dat de Turksche soldaten,
die de bres haddea vermeesterd, de huizen
waren binnengedrongen, om naar buit
te smeken, en zoo de onmisbare tucht had
den verbroken, zonder welke geen leger
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
hiervan, namelijk uit uwe wellusten die
in uwei leden strijd Voeren?"
In deze vraag ligt het antwoord, dat
voor ons verpletterend is. En dit zou
de meest tastbare zegen van de.n oor
log worden, dat wij tot het besef kwa
men, dat do' booze lusten der mensoh-
heid de oorzaak zijn van alle ellende
dezer wereld, en da.t ook wij de verant
woordelijkheid daarvoor' dragen. In dat
besef mogen wij dan den naam des Hee-
ren aanroepen en een beroep op Zijn
genade zal dan niet tevergeefsoh zijn.
Hij betoont Zich een Vaste burg, een
toevlucht voor de Zijnen.
Al schudt Europa op' haar grondvesten,
en al treffen ons ook de bezoekingen
van den oorlog, God Zal met ons zijn.
Hij wil tot ons afdalen, ons hij de hand
nemen en ons door de diepten henenlei-
den. Onder 'Zijn hoede zullen wij' veilig
zijn.
Bidden wij zonder ophouden.
Het gebed des rechtvaardigen ve.i-mag
veel. Ook in deze benauwde dagen zal
dit ervaren worden.
Wanneer wij den Heere kennen, zal het
aardsche goed ons niet meer vastklemmen
als voorheen. Wjj zijn als, 'tware aan
de aarde gekluisterd; het vergankelijke;
kan ons zoo bekoren en noode doen wij
er afstand van.
Doch nu komt het er op aan, om te
toonen, dat wij niet v a n de wereld zijn,
dat wij in de wereld zijnde haar klatergoud
en schijnschoon kunnen missen.
Zooals ik zeide, er is reeds veel stof
felijke schade geleden en nog zijn we
niet aan het eind. Doch zij, die een schat
in den hemel bezitten, zullen dit me,t(si
achten. Eens zullen zij toch van al het
aardsche goed afstand moeten doen.
Bidden wij nu reeds, dat wij1 meer en
meer ervaren mogen, dat het leven hier
beneden slechts de reis is naar de eeuwig
heid, opdat wij de toekomst, ook op deze
aarde, met blijmoedigheid kunnen tegen-
zien.
Bidden wij om den vrede, doch vóór
alles om den eeuwigen vrede.
Johannes '14 vers 27 zij ons tot troost
en sterkte
„Vrede 'laat ik u, mijnen vrede geef
ik u: niet geljjkerwjjs de wereld hem
geeft, geef ik hem y.
Uw 'hart worde niet ontroerd en zijt
niet versaagd".
KEES VAN DER MEER.
De strijd bij' Luik.
De „Patriote" vertelt over dezen strijd
het volgendeWoensdag 4 uur in den
morgen bulderden de kanonnen zonder op
houden. De forten verdedigden zich. De
vesting Luik wordt belegerd.
Onze dappere krijgers gingen met moed
in het vuur. Meer dan 200 vijanden wa
ren toen treeds gesneuveld.
Een Duitsche patrouille werd hedenmid
dag door een peloton van het 12de te
gengehouden. Op' 100 meter afstand begon
het schieten. Alle Duitschers werden dood
geschoten behalve twee, die wegvluchtten.
Ook een der onzen bleef op het veld.
De officier boog zich over hem heen
en vroeg, hoe hij het maakte. De ge
wonde antwoordde, „groet mijn ouders"
kan zegevieren.
Hoe jhiet echter ook mocht wezen, de
overwinning was beslissend: Mohamet II,
die zeven-en-twintig jaar geleden Kon-
stantinopel had veroverd, had zijin hoofd
bij de bestorming van Rhodes te pletter
geloopen, en er zouden jaren noodig zijn,
voordat hij ©en nieuwen aanval zoji dur
ven wagen.
De kanonnen op de muren losten vic-
torieschotener werden vreugdevuren ont
stoken op de beuvtelen, die door de Turken
waren ontruimd, en schetterend trompet
geschal vervulde de straten, terwijl de
vreugdeklokken luidden. Het volk stroom
de naar de kerken, waar een Te Deum
werd aangeheven; met zweet en bloed be
dekt, knielden de dappere Sint-Jansrid-
ders ootmoedig neder in een ruimte, die
niet allen bergen kon, om te midden
van puinhoopen en bouwvallen God te
loven en te prijzen voor de groote uit
redding.
Hoofdstuk XXIII.
Wat een stórm, 't Is een halve orkaan;
beukt het strand, en „de goede Ver
wachting" verkeert in nood.
Half Harderwijk is uitgeloopen, om
het met wind en golven kampende schip
te zienen veten van 's Heeren Loo even
eens, want broeder Anselmus heeft ver
teld, dat Jonker Edelhart van Leuvenum,
V -
en gaf den geest. Eere aan den dap
pere!
Op de markt van Luik hield een auto
stil, een officier stapte uit om nieuwe
benzine in het reservoir te doen.
Wij snelden toe: De JPuitschers zijn
op 5 K.M. van het fort Pontisse vlak bij
Luik, zeide de officier.
Een vrouw uit het volk gilde ontsteld
in het Luiksche patois „Binameie bon
Diu" (Bienaimé bon Dieu). Wees niet
bang, zeide de officier, de forten zijn
sterk en lachend reed hij weg. naar het
gevechtsterrein.
Bij het fort Embourg op één mijl af
stand van Luik werd het rakettengeknal
nooit onderbroken.
Geheel den nacht lagen de soldaten
van het 14de in smalle paadjes in hin
derlaag. Den soldaten droop' het zweet
over het lichaam, maar zij waren vroolijk.
Ik vroeg aan een schildwacht dicht bij
de stad, of hij honger had. Mijn veld-
flesch .was vol koffie- en mijn ransel vol
brood, het gewicht drukte mij, ik was
van alles voorzien. En dankbaar maakte
de schildwacht daar gebruik van. Hij ver
telde mij, dat terwijl hij voor eenigen
tijd in het gras zat en brood at, een
blijkbaar verdwaalde uhlaan aangereden
kwam. Hij legde het geweer over de knie
en ischoot. De Pruis werd in het hoofd
getroffen en tuimelde van zijn paard. Hij
was dood. Een tweede uhlaan verscheen,
da schildwacht legde aan en hij maakte
rechtsomkeert.
Een majoor, die. er ooggetuige van was,
verhaalde ons wij konden het niet
gelooven dat een Zeppelin boven Liers
door een kogel getroffen werd en alsl
een zeepbel naar beneden kwam.
Het kanon buldert, de horizon is be
zwangerd met kruitwolken, waarboven de
morgenzon in volle schoonheid rijst.
Auto's met militairen snellen ons voorbij
en vrijwilligers, die naar het front trek
ken.
Twee broers gaan voorbij de oudste
en de jongste- uit één gezin, de één was
40, de ander 17 jaar. Ook de andere
broers staan onder de wapens.
Dappere Luiker Walen, heethoofdig,
maar met een goed hart.
God waakt over onze krijgers.
Zij zullen eerder sterven dan zich over
geven.
God is met België.
Proclamatie van den Duit
se hen Keizer.
Het marineblad maakt de volgende pro
clamatie van den keizer bekend
Aan het Duitsche leger! Aan de D<uit-
tsche vloot
Na 13 jaar in vrede geleefd te hebben,
roep ik de Duitsche weerbare mannen
te wapen. Het g,eldt onze heiligste goe
deren, het goede vaderland, onzen eigen
haard, tegen een snooden overval te be
schermen. Wij zijn van vijanden om
ringd; dat is het kenmerkende van den
toestand. Een zware strijd en gpoote of
fers staan ons 'te wachten. Ik vertrouw
fer op, dat de oude krijgsmansgeest nog
in heit Duitsche volk leeft, die machtige,,
krijgshaftige geest, die den vijand, waar
hij bean vindt, aanvalt, koste ,wat het
wil, en die van ouds de- vrees, en schrik
van onze vijanden is geweest.
Ik vertrouw op dien geest, Duitsche
soldaten! Jn ieder van U leeft de vurige,
door niets te bedwingen wil van de over-
di© thans broeder Clementmys heet, uit
den roemrijken strijd van Rhodes op dit
schip naar het vaderland terugkeert.
Hoe jammer, dat het schip- daar straks
de hasten van Harderwijk heeft gemist.
Er zal wel iets onklaar zijtn aan het
vaartuig; de beurtschipper op Amsterdam
heeft het reeds gezegd, en dat is een man
van het vak. En het staat te vreezen,
dat het schip door den feilen storm uit
het Noorden straks op het strand zal
worden gezet, en ellendig schipbreuk lij
den.
D© beurtschipper zegt, dat dit' schip
een echt ongelukskind is. Drie jaar ge
leden is het op dezelfde plaats bijna ge-
strand, terwijl hij zich nog heel goed her
innert, dat het vaartuig den laatsten keer
op een Vrijdag is uitgezeild.
De kapitein zeide toen, dat het niet
anders kon, want het was Donderdags
te laat geworden, maar de bejaarde beurt
schipper begrijpt niet, waarom de gezag
voerder dan toch niet liever tot Zater
dag had gewacht, om den poodlottigeni
Vrijdag te vermijden.
Een schipbreuk in 't .gezicht van de
havten het is toch droevig. In dit geval1
zelfs dubbel betreurenswaardig, daar „de
goede Verwachting" reeds zoo menigerlei
gevaren heeft getrotseerd: stormen en on
diepten, zandbanken en blinde klippen,
zeeroovers en vermetele kapers met brui
ne 'gelaatstrekken en van het Mahomedaan-
winning. Ieder van U weet, wanneer het
moet, als een held te sterven. Gedenkt
ons gïoot, roemrijk verleden; gedenkt, dat
gij Duitschers zijt!
God zij met ons.
Paleis te Berlijn, 6 Augustus.
w. g. WILHELM.
Het Engelse,he witboek.
De regeering heeft een witboek uitgege
ven van 77 bladzijden, waarin de corres
pondentie wordt gepubliceerd, die op de
crisis betrekking heeft.
Het begint met een telegram van Grey
aan den Engelschen gezant te Berlijn,
gedateerd 20 Juli, en het eindigt met het
Engelsche ultimatum van 4 Augustus.
De documenten schijnen te bewijzen,
dat Duitschland Oostenrijk-Hongarij© vast
besloten ondersteunde in de overtuiging,
dat Rusland, Frankrijk en Engeland niet
geneigd waren of niet in gunstige om
standigheden verkeerden om den strijd
aan te binden. Sasonof, de Russische mi
nister van buitenlandscihe zaken, begon
met den Engelschen gezant te waarschu
wen, dat Duitschland zich onverzettelijk
betoonde, aangezien het meende te bun
nen rekenen op de onzijdigheid van En
geland.
Den 20s;ten Juli deelde de Duitsche ge
zant te Weenen aan zijn Engelschen col
lega mede, dat Rusland zich gedurende
de tuchtiging van Servië koest zou hou
den, omdat het niet zoo onvoorzichtig
zou zijn kwesties als de Zweedsche, Pool-
sche, Roetheemsche, Roemeensohe en Rer-
zische in den smeltkroes te werpen. Ook
Frankrijk's omstandigheden waren niet
van dien aard, dat het een oorlog kon
wenschen. Aldus de Duitsche gezant te
Weenen vollgens het rapport van den
Engelschen gezant.
Den 27sten Juli zond Oostenrijk-Honga-
rije een nota aan Servië, die er op ge
richt was den oorlog onvermijdelijk te
maken.
Den 29 Juli voelde Grey zich verplicht,
den Duitschen gezant te waarschuwen,
dat, hoe vriendelijk de besprekingen ook
werden gevoerd, Engeland zich niet on
der alle omstandigheden buiten een Euro
peesehen oorlog zou houden. Ret is een
merkwaardig iets, dat Duitschland zoo
hardnekkig heeft vastgehouden aan dó
opvatting, dat Engeland, alles ten ppijt,
onzijdig zou blijven.
Uit betrouwbare bron vernam ik, dat
de opvatting van gezant Lichnowsky ten
dezen nog op den middag van 3 Aug.
ongeschokt was.
Den 29en Juli stelde naar uit het
witboek 'blijkt de 'Duitsche kanselier
aa.n den Birifeehen gezant een overeen!-
komst voor, strekkende om de neutraliteit
van Engeland te verkrijgen. Het zou dan
de intregiteitvan Frankrijk eerbiedigen
en de neutraliteit van Nederland en
de integriteit van België, zoolang Engeland
geen oorlog aan Duitschland verklaarde.
Doch Duitschland wilde de vrije hand
hebben om Frankrijk te verpletteren en
het zijn koloniën af te nemen.
Grey beantwoordde dit voorstel den
30sten op vrij scherpe wijze, door te ver
klaren, dat hij zoo'n voorstel geen moment
in overweging kon nemen.
Den 31sten Juli bood Grey zijn hulp
aan om alle redelijke voorwaarden voor
het behoud van den vrede te Parijs en
'te St. Petersburg te bepleiten.
Duitschland antwoordde, dat het deze
sche geloof, maar ook zulke Van een blan
ke huid en de christelijke religie, die
twaalf waskaarsen, zoo hoog als een
kast, ter 'eere der heilige Moeder Gods
laten branden, als zij er in geslaagd zijn,
een koopvaardijtechip te enteren en uit te
plunderen.
Zelfs hier op de Zuiderzee is het niet
veilig; daar kunnen d© Harderwijkers,
die stoere zeevaarders, van (medepraten, en
de golvende heirbaan dezer zee is in
deze eeuw van bloed, ijzer en geweld
even ionveilig als de .karweg, die de Veluwe
doorkruist.
De gezagvoerder, die te vergeefs heeft
getracht, de haven binnen te loojjen, zal
thans beproeven, het ruime 'sop te winnen.
Noordwester, die door het want giert,
Maar bet zal hem niet gelukken, vant
is te sterk, en men mag er van zeggen,
wat men wil, maar bet valt niet te loo
chenen, dat het schip niet zijn buiten
sporig hioogen achtersteven, die gevaar
lijk ve<el wind vangt, wel ©enigszins op
een uitgeholde», klomp gelijkt, en op een
bewonderenswaardige wijze tot stranden
is ingericht. I
Langs de kust, tot 's Heeren Loo toe,
ziet men de groepen belangstellende men
schen staan, die stellig reeds ©en gebed
tot de heiligen zouden hebben opgezon
den, lom bet stranden van dit beklagens
waardig© schip te bevorderen, indien zij
niet hadden geweten, dat het schip aan
voorstellen niet kon in overweging ne
men, vóór dat het antwoord op het ul
timatum van Duitschland aan Rusland
was ontvangen. Zoodoende was de oor
log onvermijdelijk geworden.
De Franse hen komen de Belgen
te hulp.
Het „Journal de Bruxelles" meldde eer
gisteravond: Twintig- a vijfentwintigdui
zend Duitschers zijn vanochtend tusschen
7 en 8 uur Manhay voorbijgekomen (in
Luxemburg). Zij trokken in de richting
van Aywaille en Luik.
De Franschen zullen ons in geforceer-
den marsch te hulp komen.
Wij zullen niets zeggen over hun be
wegingen en wekken alle. vaderlanders op
om mede de strengste discretie in acht
te jremen.
Een vijf of zes Fransehe soldaten zijn
met een auto Luik binnengereden. Zij
werden luide toegejuicht.
Een Fransehe vlieger is de Fransehe
troepen vooruitgevlogen en heeft hun
komst aangekondigd.
De tegenstand van onze forten is bui
tengewoon geweest. Op het fort Evegnée
is niemand gedood. De actie is geschied
overeenkomstig het plan van generaal Lé-
man, die met opzet de Duitschers tus
schen de forten heeft laten opdringen
en vervolgens met bewonderenswaardige
kracht een tegenaanval heeft uitgevoerd.
De brigade, die dezen tegenaanval heeft
gedaan, heeft zich met roem overdekt.
Men verzekert ons, dat het grootste deel
van de Duitschers, die aan het gevecht
hebben deelgenomen, tot de landweer be-
hooren. I
Van andere zijde wordt gemeld, dat
met allerijl de Fransehe en, naar ver
luidt, ook de Engelsche troepen de Bel
gen te hulp komen. De Belgische bladen
meldden reeds, dat de Franschen Dins
dag voor Doornik waren aangekomen, en
al het Belgisch spoorwegmate'riaal gemo
biliseerd was om de Fransche troepen
van Doornik over Bergen naar Charle
roi te transporteeren.
De „Indépendance" meldt uit ziekere
bron te weten, dat Scihotsche regimenten
op 'een bepaald punt van de Belgische
kust, welke "het blad niet wil aangeven,
geland zijn. Enkele officieren van den
Engelschen generalen staf waren te Brus
sel aangekomen, o.m. generaal Frenöh,
die reeds lang; als de opperbevelhebber
van het Engelsche expeditie-corpis werd
aangewezen. Na een bezoek gebracht te
hebben op de bureaux van den Belgischen
generalen staf vertrok de generaal met
een extra-trein naar een niet aangegeven,
plaats, geestdriftig door de bevolking toe
gejuicht.
Zoo wordt België langzaam aan door
de legerdrommen overstroomd van drie
groote mogendheden, die misschien het
vreedzame land tot tooneel zullen maken
van het eerste gruwzame bedrijf van het
tragische oorlogsdxama.
Staat van Oorlog.
De „Staat van Oorlog", welke nu is
afgekondigd, is een voorzorgsmaatregel',
ten doel hebbende het in staat van ver
dediging brenglen der verschillende Stel
lingen en linies te vergemakkelijken (vrij
den rijken koopman en reeder van Delen
in de Donkerstraat te Harderwijk had toe
behoord. Want die wetenschap snijdt de
hooD af. dat het strandende schip voor
goeden buit zal worden verklaard, en nu
het eigenbelang moet zwijlgm, heeft het
medelijden in het zoo tegenstrijdige men-
schenhart teen kans, een woord mee te
spreken. En met oprechte gebaren van
deernis, die bij sommigen tot angst over
slaat, staren honderden oogen op het
door wind en golven besprongen gevaarte,
welks romp steunt en kreunt als een
mienschelijke borst, en in welks kleppe
rende zeilen een stem klinkt van hangen
doodsangst. i 1 I
'tls waar: met 'een zekere geruststel
ling zien de menschen aan de kust, dat
het houten beeld der Maagd Maria levens
groot tegen den grootten mast hangt, doch
„de goede Verwachting", die zooveel)
reden geeft tot de ernstigste bezorgdheid,
zou toch het eerste schip niet zijn, dat
met de Heilige Maagd aan boord, noch
tans naar de diepte ging. En Geertruid,
de Vrouw van den hoevenaar Arendsz,
die van het spinnewiel is weggehold,
knielt aan het strand neder, luide Onze
Vaders biddend voor de behouden terug
komst van broeder Clementinus, die haan
twee jaar geleden zoo trouw heeft ge
holpen bij de Verpleging van twee zieke
kinderen. _j
(Wordt vervolgd).