So. 358
Dinsdag 4 Augustus 1914
38e «laargang
BERICHT.
Het conflict.
In verband met de tijdsomstandigheden, die hun invloed ook doen gelden op
de Posterijen en op het verkeer en het brievenvervoer der Staatsspoorwegen, zai de
expeditie van „De Zeeuw" heden en misschien ook volgende dagen zeer ongeregeld
plaats hebben.
Buitenland.
De Europeesche Oorlog.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
F3R3VIA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oesterbaan Le Cointro - Goes,
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
„0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Wie zich den oorlog van '70 herinnert
gewaagt daarbij van donkere dagen bij
helderen hemel, van dien gedenkwaar-
digen löen Juli toen de zuchtende tele
graafdraad de mare verspreidde: Frank
rijk heeft Duitschland den oorlog ver
klaard.
Maar wat men nu. den 30en Juli 1914
te hooren kreeg, was als een onverwach
te® donderslag,. Men begreep dat er nog
meerdere slagen moesten volgen. Daar
toe toch hing het zwoele politieke zwerk
te zwaai-. En zoo kreeg men achtereen-
Volgens Oostenrijk tegen Servië, Duitsch
land tegen Rusland, Frankrijk tegen
Duitschland, Montenegro tegen Oosten
rijk; straks voegt ook Engeland" zich bij
de strijdenden, in huichelachtige veront
waardiging gram als hij is, deze groot-
moordenaar, over schending van neutraal
grondgebied in België door zijn grooten
antagonist van de Spree.
Een Europeesche oorlog, met gevaar
dat uit twee werelddeelen bondgenooten
opstaan om den edelen Brit te steunen.
Alsof men bet ook zonder dat de bis
schop van Mentz, Von Ketteler. het ge
zegd had, niet wist dat de hooge poli
tiek slechts beheerscht wordt door egoïs
me.
Egoïsmewant wat anders is het dat de
Balkanstaten van Oostenrijk heeft ver
vreemd, en Engeland tegen Duitschland
heeft ingenomen, Rusland met belangstel
ling voor Servië vervult, en Frankrijk
op revanche van '70 doet azen?
Rusland had in 1863 Polen ingelijfd. In
den Rrimoorlog had het tevergeefs op
voordeelen in de Zwarte Zee geaasd. Bij
den vrede van San Stefano in 1878 had
het zich opnieuw den buit op Turkije
behaald zien ontgaan. Het Congres van
Berlijn wees hem op voorstel van Enge
land en Oostenrijk ongeveer niets toe van
den buit dien hij zichzelf had toegedacht,
terwijl Oostenrijk het recht ontving om
twee Turksche landschappen Bosnië
en Herzegowine te bezetten". Het
geen Rusland voor zijn beschermeling Ser
vië had uitgezocht: een strook lands met
een zeehaven kreeg Servië niet. Slechts
kreeg Montenegro het kleine havenplaatsje
Antivari aan de Adrialisehe Zee.
•Sindsdien werkte Servië herhaaldelijk
0osteni*ijk tegen. Het herbergde opstandige
vluchtelingen uit het bezette gebied, of
keurde goed dat de Slavische onderda
nen van Oostenrijk vanuit Servië in hun
ongehoorzaamheid jegens den Vorst wer
den gesteund. Doch wat vermag de diplo
matie al niet! Oostenrijk slaagde er in
Servië onder zijn invloed te krijigen, steun
de hem in den oorlog met Bulgarije en
spiegelde hem vermeerdering van grond
gebied in het Zuiden voor. Doch inmid
dels verkoelde Ruslands. vriendschap en
geraakte Servië al meer onder diensi in
vloed. Ook Duitschland had 'tbij Rusland
verkorven, omdat Bismarck niet met Rus
land» belangen rekening hield. Dit bracht
Oostenrijk en Duitschland tot elkander, en
deed Frankrijk en Rusland elkander zoe
ken. Later sloot zich Italië bij Duitsch
land en Oostenrijk, en Engeland bij Frank
rijk en Rusland aan. Triple Alliantie en
Triplo Entente. Drievoudig; Verbond en
Drievoudige Overeenkomst. Doch de der
den in deze beide bonden waren gjeen
'bondgenooten op welke men aan kon.
Italië onderhield nog vriendschap met
Frankrijk; en Engeland bleef gaarne met
allemaal goed. Alleen met Duitschland,
zijn toekomstige mededinger naar het over
wicht ter zee, boterde het niet.
Inmiddels trachtten Oostenrijk en Rus
land hun invloedssfeer in den Balkan uit
te breiden. Servië, vooral na den moord
op Alexander en Draga, sloot zich steeds
vaster bij laatstgenoemd land aan, ver
zoende zich met Bulgarije, en wist een
vriendschapsband om de Balkanstaten te
slaan, zoodat zij een gevaar werden voo'f
Oostenrijk ter eener, en voor Frankrijk
ter andere zijde. Oostenrijk haastte zich
daarom om Bosnië en Herzegowina tot
kroonlanden te „verheffen", vormde, ten
einde Servië te beletten een zeehaven
aan de Adriatiscbe zee te krijgen, een
nieuw vorstendomAlbanië steunde Bul
garije en.verbrak den Balkanbond.
Een oorlog tusschen Rusland en Oos
tenrijk scheen onvermijdelijkdoch het
congres van Londen, Vrucht van Engelands
initiatief, wist dien alsnog te voorkomen.
Doch Servië werd brutaler tegen den groo
ten noordwestelijken buurman, en steun
de in 't geheim de Slavisch-Servisehe be
weging in Bosnië. Totdat de Troonopvol
ger viel onder het moordend lot.
Ziedaar de aanleiding.
Servië, het gevaar voor Oostenrijk,
moet vernederd, desnoods ingelijfd; Rus
land duldt dit niet en mobiliseert zich;
Duitschland, zijn bondgenoot getrouw,
springt dezen Ier hulp; Engeland, de dub
belhartige vriend van Rusland, Voor
Duitschlands overmacht beducht, staat ge
reed zich op dezen tegenstander te wer
pen. Japan, op bevestiging van zijn
macht in Azië bedacht dreigt zich bij!
Engeland aan te sluiten.
En dit alles wordt gemotiveerd door
winzucht en wangunst, do-or vrees en
schrik van een kwaad geweten. Want deze
groot© staten hebben roof en moord op
hun geweten.
Hoe zijn zij groot geworden?
Hoe kwam Rusland aan zijn vergroot
gebied, hoe werd Brandenburg tot Duitsch
land, hoe kwam Engeland aan zijln buiten-
landsch, met name aan zijn Z.uid-Afri-
kaansch bezit?
En nu gunt de een den ander het licht
in de oogen niet, en loert de een van
den ander af wat deze tegen gene in
het schild voert.
Servië droomt van een nieuw Servië,
dat van de Alpen tot Macedonië, van
den Donau tot de Adriatische Zee zich
uitstrekken zal. Daartoe bewerken zij de
Serviërs in Bosnië en Herzegowina, en
de ICroaten in Kroatië en Hongarije, om
'Oostenrijk tegen te staan; en zijn tegelijk
bevreesd voor Oostenrijks expansie of
tewel roofpolitiek, waarvan deze onder
meer in de bezetting van Bosnië en Her
zegowina blijk gegeven bad. Ook zet het
niet van zich af dat het na den oor
log tegen Turkije van de door hem ver
overde kuststrook met Durazzo als mid
delpunt, uitziend naar de Adriatische Zee,
op Oostenrijks bevel moest afstaan aan
het nieuw gesmede Albanië.
En achter Servië staat Rusland met
zijn kwaad geweten. Zijn Oostzeeprovin-
cies, vrucht van den brutaalsten Vrijje-
statenroof, mokken nog steeds tegen zijn
bestuur, en vooral de Fin zint op mid
delen ter herkrijging van zijn onafhan
kelijkheid. Dit doet Rusland uitzien naar
nog meerdere inachtsvergrootingen zoo
stelt hij zich op Oostenrijks en Duitsch
lands Weg; en voegt, zij 'tal met tegen
zin, Frankrijk zich bij hem; en allen
snellen de groote slachting, den grooten
wereldbrand tegemoet, waarbij alle oor
logen der vorige eeuwen vergeleken slechts
kinderspel schijnen geweest te zijn.
Zoo nadeirt, langzaam maar zeker, de
ure dat men eindelijk weet, waar dit al
les op uitloopen moet. Vage vermoedens
worden tot zekerheid. Dit nu brengt wel
ontspanning, doch het vermeerdert de
zorg. En vooral het Nederlandsche volk
raakt steeds meer in ongerustheid. Het
past zich zoo moeilijk aan den oorlogstoe
stand aan. Het voelt, anti-militair als 'tis,
o zoo weinig voor den plicht en de eer
het eigen vaderland te verdedigen.
Het bezingt wel Hollands fleren leeuw,
en de heilige vlag, die het verdedigen
wil met zijU kostbaarste bloed. Maar het
ontaardde van den heldenmoed der va
deren.
Neen, wij verdedigen het militairisme
niet, gelijk men ons wel eens aanwrijft.
Maar wij wekken op om onze landsverde
diging ter harte te nemen. En nu onze
zonen, onze huisvaders, straks ook onze
jongere zonen, misschien ook onze oudere
huisvaders worden opgeroepen, om Neer-
lands neutraliteit, zijn onafhankelijkheid
te verdedigen, sterke men de handen onzleir
dapperen, toone men goeden moed, en
hebbe hoop op God, die machtig is om te
verlossen, zoo door velen als door wei
nigen.
Gevaar.
„De Nederlander" schreef dezer dagen:
Ons kleine land bespeelt in het Euro-
peesch concert geen instrument, maar als
de muzikanten de harmonie niet. bewa
ren en onderling aan hét vechten gaan,
zullen wij al onze krachtsinspanning be-
ho|even om te voorkomen, dat wij worden
overhoop geloopen. Een andere taak dan
dien der bewaring van onze onzijdigheid
hebben wij bij 'een Europeesch conflict
gelukkig niet; maar zij is zwaar ge
noeg.
Tot nog toe is de neutraliteit van Ne
derland door een der strijdende partijen
nog niet geschonden. Doch is daar
mee het gevaar afgewend?
Wij zagen reeds hoe Duitschland met
de kleine staten Luxemburg en België
deed. Alsof er in 1908 geen conferentie
te Londen was geweest, waaraan met
deze staten ook Nederland deelnam, wel
ke conferentie op 26 Februari 1909 ge
volgd werd door een declaratie (verkla
ring) van onzijdigheid, welke de staten
die aan de conferentie hadden deelgeno
men, hadden te 'eerbiedigen.
Er bestaat derhalve wel degelijk ge
vaar dat ook Nederlands neutraliteit door
Duitsche of Engelsche troepen wordt mis
kend.
Toch is dit gevaar voor Nederland veel
geringer dan voor België en Luxemburg.
Niet zoozeer wegens den ernst waar
mede Nederland tot nog toe zijn neutrali
teit tracht te "bewaren. Dat deden Bel
gië en Luxemburg ook. Dan wel hier
om dat genoemde landen door hun lig
ging en plaatselijke gesteldheid aange
wezen zijn om tooneel van den strijd
te jjjjn, of punten bezitten van groote
krijgskundige waarde.
In het eerstgjenoemde geval verkeert
België, in het laatstgenoemde Luxem
burg,
In het begin der 18e eeuw is de groote
strijd tegen Frankrijk onder leiding van
den Stadhouder-Koning Willem III, in het
midden der 18e eeuw is de Oostenrijksche
successie-oorlog, en in het eind der 18e
eeuw de groote worsteling tusschen Frank
rijk en de Mogendheden in de toenma
lig© Spaansche, later Oostenrijksche Ne
derlanden gevoerd; en in 1815 was van
den beslissenden kamp der mogendheden
tegen Napoleon wederom deze zelfde Ne
derlanden, toen België geheeten, het mid
delpunt.
Luxemburg bezat van ouds een gor
del van schier onneembare vestingen, van
welke Luxemburg, "Remich, Grevenma-
cher, Diekirch, Echternach, Vianden, Neuf-
chateau de voornaamste waTen.
Wel werden in 1867 de vestingwer
ken van Luxemburg (de hoofdstad) vol
gens last der groote mogendheden ge
slecht; doch nog' steeds bevat dit land
strategische sterkten .van groote waarde.
Dit nu kan niet van Nederland wor-
de*i gezegd. Nederland zal niet licht het
tooneel van den strijd worden, dank zij
zijn ligging, doorsneden als het is door
vele wateren.
Laat ons hopen, dat de flinke hou
ding der Nederlandsche regeering, de
goede maatregelen door haar genomen,
aan de strijdenden de overtuiging schenkt
dat 'het haaT ernst ie haar volstrekte
neutraliteit met al hare macht te be
schermen: en zij de poging zullen eer
biedigen.
iWat met België en Luxemburg is ge
schied, geeft geen aanleiding om er ge
rust op te zijn; toch hebben wij goede
verwachting van de waakzaamheid onzer
grenswachters
Goed.
De geest onder onze miliciens is goed.
7ij zien den ernst van den toestand in.
Over 't algemeen is ook hunne behande
ling door de burgerij zeer goed. Laten
vooral onze Walchersche vrienden, overal
waar onze landszonen gelegerd zijn al
hun best. doen om hen hunner waaTdig
te behandelen. Een goed woord, dat heb
ben onze jongens in de eerste plaats
noodig. En vooral geen zuur gezicht, geen
norschen blik. Maar dan ook alles wat
hun moeilijke taak verlichten kan. Ons
goede landvolk geve gaarne en mild van
het zijne, van zijn fruit, zijn melk, zijn
brood, zijn tabak, en zijn toegenegenheid
aan onze „mannetjes". Wij, hunne ouders,
echtgenooten, meisjes en vrienden zullen
er hun steeds dank voor weten.
Herinnert u ook het rijmpje van Jere-
mias den Decker:
Werpt uw weldaad in den vloed.
Met een onbeklemd gemoed;
Dankt u 't stomme vischje niet,
God vergeldt het, die het ziet.
LUIK, 2 Aug. Gisterenavond tusschen
11 Va uur en middernacht zijn twee Duit
sche officieren het bureau binnengedron
gen van den stationschef te Trois Vier
ges en sommeerden hem, onder bedrei
ging met den dood, 0111 hun de sleu
tels over ;te geven en de plaats tele
fonisch en telegrafisch te isoleeren. De
stationschef wilde er zich tegen verzet
ten, maar toen een geladen revolver op
hem werd gericht, gaf hij' toe. Officieren
en soldaten hebben den tunnel op de
grens van België en het Groothertogdom in
de lucht doen springen. Toen zij'n zij naar
het station teruggekeerd, waar zij contra
orders kregen. Vervolgens stelden zijl den
chef de sleutels weer ter hand en ver
trokken. In den nacht zijn zij: teruggekeerd.
Op het oogenblik is de bezetting van
Trois Vierges een voldongen feit.
LUXEMBURG, 2 Aug. Een trein van
Straatsburg, die om 12.40 moest aanko
men, kwam een uur te laat het station
alhier binnen, grootendeels vol met Bel
gen en Engelschen, die uit Zwitserland
kwamen. Een bediende der slaapwagens
verklaart, dat te Luxemburg op het spoor
naast zijn trein een Duitsche trein stond
vol met soldaten met de bajonet op het
geweer. Het station was militair bezet
en geen .enkele reiziger mocht in dien
trein plaats nemen.
BERLIJN (Hbl.) De Duitsche grensbe
schermingstroepen bij Lublinitz namen
gistermorgen na een kort gevecht Czento-
chow in. Ook Rendzin en Kalisch zijn
Duitsche troepen bezet.
(Wij teekenen hierbij aan, dat deze
plaatsen in Russisch Polen liggen. Red.)
LONDEN. In het parlement verklaarde
Grey gistermiddag (3 Augustus), dat de
regeering slechts diplomatieken steun had
to:egezegd.
Het Lagerhuis moest beslissen omtrent
de Britsche houding in verband met de
huidige crisis. Hij gaf den Franschen
gezant Zondagmiddag de verzekering, dat,
indien de Duitsche vloot het Kanaal zou
binnenkomen of de Noordzee passeerde
ten einde aan de Franse he kust krijgs
operaties te verrichten, Engeland alle
mogelijke hulp aan Frankrijk zou verlee-
nen. Indien Engeland zijn neutraliteit
waarborgde, zou Duitschland er in toege
stemd hebben zich van een aanval op de
Fransche kust te 'Onthouden, doch Grey
achtte deze verbintenis te beperkend.
Verder deelde hij mede, dat verleden
week tot de regeering de vraag gericht
was of Engeland het voldoende achtte,
indien de integriteit van België na den
oorlog ongeschonden zou zij®, gebleven.
Grey had geantwoord, dat hij niet wensch-
te te onderhandelen over het belang, dat
Engeland bij België had.
Portugal.
Zou Portugal ook al in den heksenketel
gaan mederoeren?
In een Vrijdag te Lissabon gehouden
Ministerraad heeft de Regeering zich bezig
gehouden met den toestand in Europa. De
Minister van Buitenlandsche zaken kreeg
de opdracht den partijlijders den huidigen
toestand uiteen te zetten en te wijzen op
den ernst van den toestand. Volgens en
kele bladen zou Portugal zich in een ver
verdrag met Engeland verplicht hebben
honderd duizend man te mohiliseeren, zoo
dra Engeland in oorlog geraakt.
„Tel."
f J_I WLI!m ram
De bezetting van Luxemburg.
Aan het „Vaderland" ontleenen we het
spannende verhaal van een ooggetuige
omtrent de bezetting van Luxemburg:
Een Nederlandsche dame, stadgenoot©,
die. een gedeelte van haar vacantie in het
Luxemburgsche doorbracht en heden
(blijkbaar Zondag 1.1.) met veel moeite ons
land bereikte, was getuige van de bezetting
van het Groothertogdom door de Duit
sche troepen. Aan haar mededeelingeni
ontleenen wij het volgende:
Het grootste gedeelte van de Luxem-
burgsch-Duitsche grens wordt gevormd
door het riviertje de Sauer (een zijrivier
tje Van de Moesel) en door een tak van
de Sauer, de Our.
Onze landgenoote logeerde te Bollendorf,
een Duitsch plaatsje aan de Sauer, dat
door fmiddel van eeu jbrug met den Luxem-
burgschen .oever verbonden is. Aan dien
oever is ook het spoorwegstation (lijn
WasserbilligEttelbrück.
Zaterdagmorgen was de bedoelde dame
met een gezelschap logeergasten de brug
overgegaan, ten einde een bezoek te bren
gen aan het op den Luxemburgschen
oever 'gelegen Miülertal, dat om zijn na
tuurschoon beroemd is.
Voor de wandeling door dit dal en
terug naar Bollendorf heeft men een ge-
heelen dag noodig. Het gezelschap was
's morgens cm 9.30 vertrokken en keerde
te 7 uur 's avonds terug, maar.vond
de brug over de Sauer door Duitsche
soldaten bezet.
Groote schrik, natuurlijk
Men vroeg, naar Bollendorf te mogen
gaan, maar dit merd geweigerd.
Waar moest men dan heen?
Dat ging de bezettingstroepen natuur
lijk niet aan.
Er werd nu uiteengezet, dat men niet
alleen bereid was Bollendorf onmiddel
lijk weder te verlaten, indien slechts ge
legenheid werd gegeven, de bagage in het
hotel bijeen te pakken, maar ook dat
men niets liever deed dan dit.
Na lang onderhandelen werd dit toe
gestaan. Een gewapend escorte begeleidde
de pleizier( !)reizigers naar het hotel.
Maar er werd slechts een korten termijn
toegestaan. Haast-je, rep-je moest de ha-
gage gehaald, aangewezen, naar de brug
gebracht worden; daar op de brug kon
men ook de hotelrekening vereffenen. En
zoo geschiedde het.
Daar stond men nu met zijn inderhaast
samengeraapte bagage op den Luxemburg-
schen oever.
Luxemburg beeft, zooals bekend mag
Wiorden verondersteld, geen eigen leger. De
geheele gewapende macht van het Groot
hertogdom bestaat uit één compagnie gen
darmes, die politiediensten verricht, 'en
en over 33 standplaatsen verdeeld is, en
één compagnie vrijwilligers, ter sterkte
van 240 man, met inbegrip van 40 muzi
kanten!
De aanwezige Luxemburgsche gendar-
darmes protesteerden, maar op hun protest
werd begrijpelijker wijze geen acht ge
slagen.
Gelukkig kwam niet lang na de gebeur
tenissen op de brug een trein aan, di©
de reizigers meenam tot aan het station
Ettelbrück aan de groote spoorweglijtn
van Luik naar de hoofdstad van het Groot
hertogdom.
Te Ettelbrück kregen de vluchtelingen
een plaatsje in den trein naar Luxemburg,
die opgepropt was met reizigers van aller
lei nationaliteit, welke zoo spoedig mo
gelijk een heenkomen trachtten te vinden.
Onder hen waren er ook, die de be
zetting van het station Trois Vierges (in
het Duitsch Ulflingen) hadden, bijge
woond.
Trois Vierges is het Noordelijkste sta
tion in Luxemburg en getogen aan d©
lijn van Luik naar Luxemburg, die van
bijzondere stategische beteekenis is.
Hier was in den namiddag opeens een
Duitsche troep enafdeeling verschenen m
had het station bezet. Hier zij opgemerkt,
dat deze lijin, evenals de andere groote
spoorweglijnen (het door wijlen Koning
Willem III aangelegde zg. Wilhelm-netz)
door .een Duitsch© maatschappij geëxploi
teerd wordt. De stationschef, ofschoon
zelf Duitscher, protesteerde heftig. Een
Pruisisch officier zette hem de revolver
op de borst en dwong hem op deze wijze
tot onderwerping.
Het Station werd nu geheel' door Duit
sche soldaten bezet, de (telegraaflijnen naar
België werden doorgesneden en daarmede
was de inbezitneming van het station
een feit.
Dit alles vernamen de Hollandsche rei
zigers in den trein, die hen naar de hoofd
stad Luxemburg bracht, waar zij des
avonds te 11 uur aankwamen.
Hier Vonden zij alles overvol met vluch
telingen, waarbij op te merken valt, dat
het Groothertogdom een geliefd oord ia
voor uitstapjes van toeristen, en dat het