J\o. 351
Maandag 37 Juli 1914
38e Jaargang
De Kapitalistische
Productiewijze.
De Broeders van St. Jan.
Buitenland.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VOSSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
F3^IA F. P. DHU1J L, BURG.
Drukkers:
OiQsisrbaan Le Gointre - Goes.
i l L
De kapitalistische productiewijze is den
arbeiders niet onvoorfeelig geweest. Zij
heeft den arbeid in zeer sterke mate
vermeerderd. De vrees, dat de 'ma
chine de moordenaarster van den arbeider
zou worden is beschaamd geworden. Zijn
reeds in de zeventiende eeuw de uitvin
ders als handlangers van den duivel ver
volgd, zelfs in de negentiende eeuw nog
zochten de Chartisten in Engeland de ma
chines te vernielen. Zoo erg was de vij
andschap der twintigste eeuw evenwel
niet, al mag niet ontkend, dat de ma-
jchine wel enkele werkloozen heeft ge
maakt. Te Rotterdam in het havenbedrijf
is dit ondervonden; en in Sheldons „In
His Steps" treedt eveneens een zoodanig
man op, die door de invoering der zet
machine uit het typografen-vak gedron
gen, den hongerdood tegemoet ging.
Toch zijn de machines later gebleken
niet de concurrent maar de hulpe van
den werkman te zijn. Zij hebben den ar
beid verveelvoudigd. Vooral in het Ver
keer kwam dit uit. Tienduizenden han
den vinden bij het verkeerswezen werk.
Wel kan er op gebied van loonen en
.werktijden, met name aan Spoor, Boot
en Tram nog heel wat verbeterd worden,
doch over 't algemeen is de positie der
conducteurs- niet slechter dan die dei;
vroegere postillons.
Ook is er door de kapitalistische wijze
- meer ïegel gebracht in den arbeid
van groote categorieën van werklieden.
De vroegere handwerksman werkte op
bestellingen en die kwamen niet altijd
-geregeld in; daarom had hij niet altijd
werk voor zijn knechts. De hedendaag-
scha fabrikant daarentegen werkte op
voorhand. Dit komt omdat de machines
en de grondstoffen zijn kapitaal zijn en
hij de eerste niet kan laten stilstaan,
en de laatste niet onverwerkt kan laten
liggen. Daardoor is ook meer regel ge
komen in den arbeid der werklieden.
Tegenover deze voordeelen staan ech
ter ook nadoelen. Deze productiewijze
bouwt en versterkt de groote ste
den. God schept het land. doch de men-
schen maken de steden, is een spreek
woord, dat in de scherpte van zijn ver
wijt op de moderne voortbrengingswijze
terugvalt. Het 'platteland werd ontvolkt
ten bate van de fabrieks-oentra. Alleen
in Engeland verhuizen jaarlijks, zestigdui
zend nijvere boerenarbeiders naar de
groote steden. Ook in ons land doet zich
al sedert jaren een dergelijk verschijn
sel voor.
Niemand zal een dergelijke trek naar
de groote steden goedkeuren. Opeenhoo-
pingen van menschen zijn een bederf voor
de enkele personen. De een bederft den
ander. De geschiedenis der oudheid (Ba
byion, Ninevé, Rome) en die der laat
ste jaren Londen, Birussel, Parijs) heb
ben dit bewezen.
B-ovendien hebben de menschen die uit
de dorpen naar de groote steden trekken,
feuilleton.
Door L. PENNING.
(Nadruk verboden).
-2)
Hij herinnerde aan Koning Lodewijk XI
n Frankrijk, die met innig© vreugde
g, hoe de Turk een sterke macht werd
Europa: in staat, om straks Oosten-
i een harde por in de zijde te geven
- de machtige handelssteden Genua en
etië, die beiden door den Turk wer-
bedreigd, brandden van ouderlingen
delsnaijver, en hoe daar tot in het
re Nederland toe, zooals broeder Cle-
entinus kon betuigen, wrok en haat,
wraakzucht en hebzucht de christelijke
Kerk en het volk verscheurde.
Broeder Clementinus knikte met het
hoofd en zeide: „Te meer hebben wij
do roeping, de vlag der christelijke eens
gezindheid hoog te houden, en te too non,
dat er nog een kern is overgebleven, die
getrouw blijft tot in den dood, als de
standaard van Christus wordt bedreigd."
En van de Heilige Maagd," voegde
broeder Gerardus er aan toe.
Daar was een broederband, dier deze
Ridders samenbond o, er was geen
niet altijd dadelijk werk; zij loopen we
ken aaneen werkloos. Komt daar nu on
verwachts een crisis bij, bijvoorbeeld door
stakingen en uitsluitingen, dan wordt het
groote getal werkloozen allicht een ge
vaar voor de rust en het verkeer..
Ook is de schaduwzijde van de kapi
talistische productiewijze deze, dat werk
gever en „werknemers" van mal
kaar vervreemden. Vroeger werk
ten meester en gezel kameraadschappelijk
saam op den winkel; doch thans staat
de meester, oftewel de fabrikant zóó ver
van de gezellen af dat hij nauwelijks
door hen te genaken is. Hij laat het
bestuur zijner onderneming, althans in
de fabriek, aan zijne technische ambte
naren over, tusschenpersonen die maar
zelden de brug vormen tusschen den be-
drijfsheer en den arbeider; en bij intre>-
dend geschil minder geneigd zijn het voor
dezen dan voor de patroons op te ne
men. De verhouding van vriend en Vriend
in het bedrijf, is vervangen door die van
heer en dienaar; erger soms, die van
twee vijandelijke machten, die elk voor
zich naar zich toe rekenen.
Een vierde ongemak dat de tegenwoor
dige wijze van voortbrenging' bracht is
de meerdere afhankelijkheid van
de arbeiders. Vroeger was de pa
troon afhankelijk van zijn arbeider, meer
nog dan deze van hem. Doch nu is. dit
anders. De arbeiders hebben nu geen vak
kennis meer noodig. Wat zij nu noodig
hebben is zekere technische vaardigheid
tot het verrichten of vervaardigen van
onderdeelen. Doch hierdoor zjjn de ar
beiders ook meer afhankelijk van hun
patroon(s) geworden. Onder het regiem
der gilden was de gezel in zijn loon,
nachtrust, Zondagsviering en zedelijk be
staan beschermd. Thans bestaat hiervan
niets meer. Aan de rechtspositie van den
werkman ontbreekt nog veel.
Dan, allengs wordt ook dit beter, dank
zij de mildere opvattingen die in de krin
gen der patroons zich hebben haan ge
broken, dank zij ook de meerdere aan
eensluiting der arbeiders in hunne vak-
vereenigingen, en hunne deugdelijk ge
bleken organisaties met hare enorm ge
vulde reuzenstrijdkassen.
Gelukkig ook is men op het gebied der
sociale wetgeving weer wat gevorderd.
Het aantal sociale wetten vermeerdert.
Arbeidswet, arbeidscontract en andere
wetten regelen de rechtspositie van den
werkman, de wederzijdsche verplichtingen
van werkman en patroon; de arbeids-
en rusttijden; den opzeggingstermijn, enz.
Ook de ongevallenwet, de beroepswet, de
invaliditeitswet, mits de tegenwoordige re
geering ze maar wil invoeren, bevorderen
des werkmans belangen. Doch dit neemt
de schaduwkanten van de kapitalistische
productiewijze niet weg. Zij heeft voor
het socialisme den weg geëffend.
Deze productiewijze ontstond door toe
passing van stoom en electriciteit. Het
is mooi. Maar de socialistische aanbid
ding ^er evolutie-theorie, o.a. door Ruch-
ner gepredikt, namelijk dat alles in een
toestand van wording en overgang is,
ontvangt er te vaster grond door.
Deze productiewijze gaat vergezeld
van de opkomst van het grootbedrijf en
de heerschappij van het kapitaal. Hier
door werd aan de theorie van Marx, dat
de rijken steeds rijker en de armen steeds
armer worden (verellendigingstheorie)
meerdere vastigheid gegeven.
Deze productiewijze leidt tot meerdere
machtsoefening door den patroon op den
werkman, door het kapitaal op het pro
letariaat. Dit is nu wG niet zoo, want
het ligt natuurlijk aan het trotsche hart
van den kapitalist die over den werk
man gesteld is. Maar zij geven daardoor
voedsel aan der socialisten bewering, dat
het privaat bezit de bron is van alle
ellende.
Deze productiewijze vervreemdt pa
troon en werkman van elkaar; maakit
den arbeider afhankelijk van het kapi
taal; vandaar die wrijving, die gewapen
de vrede, die wederzijdsche vijandschap
somwijlen. Vandaar de toeneming van de
sociaal-democratie in de groote steden,
in de fabrieks-centra, in de havenplaat
sen, op het platteland, ook in plaatsen
waar Rechts eenmaal den toon aangaf.
De nieuwe productiewijze had het Chris
tendom behooren te dienen; evenals in
de 16e en 17e eeuw het kapitaal in den
dienst van de religie en van de naasten
liefde stond.
Dit heeft 'tnu niet gedaan. Het daalde
af tot Mammondienst en baande den wteg
voor het socialisme.
Dat het zoo geloopen is, ieder Christen
steke de hand in eigen boezem en onder-
zoeke of hij zelf van deze treurige toe
standen ook mede schuld draagt. Doch
dit wascht niet af de zonde van het
liberalisme, dat in de 19e eeuw in Euro
pa den schepter heeft gezwaaid; en den
twijfelachtigen roem heeft nagelaten, haar
door Quack bezorgd, dat het, schoon voort
gekomen uit de Fransche revolutie, op
het vasteland van Europa, ook ten onzent,
.onmachtig is gebleken, ook maar eén
enkele sociale hervorming te schenken,
ja menige hervorming met zijn stelsel
van laat-maar-waaien heeft tegengehou
den.
En zoo heeft het liberalisme het socia
lisme gebaard.
Oostenrijk-Hongarrje en Servië.
Dreigende oorlog.
Het ergste was te vreezen na de lang
niet malsche nota van 0ostenrijk-IIonga-
rije aan Servië. Begrijpelijkerwijs is. de
spanning tusschen beide staten er niet
op verminderd. Mede om het bijgevoegde
memorandum, waarin wordt meegedeeld
het ïesultaat van het onderzoek te Sera-
jewo en waaruit blijkt, dat de Servi
sche autoriteiten mede schuldig zijn aan
den aanslag te Serajewo, die twee leden
van het vorstelijk huis door moordenaars
hand deed vallen.
Hoe ernstig de toestand ingezien werd,
is wel gebleken uit de ontroering, waar
mede het antwoord tegemoet gezien werd
en de militaire toebereidselen, die aan
stonds aan beide zijden getroffen wer
den.
En niet ten onrechte werf geloofd in
den ernst van den toestand. Oostenrijk
was vast besloten aan de Servische
intrigues een einde te maken en, wat Ser
vië betreft, dit was al lang minder vreed
zaam gezind, gevolg van den ingekan-
kerden haat tegen Oostenrijk. Het was
te voorzien, dat deze oorlogszuchtige
stemmiiig het de regeering niet gemak
kelijker jou maken om Oostenrijk tege
moet te komen door de inwilliging der
vernederend geachte eischen.
Reeds Zaterdagavond bereikte ons de
telegrafische mededeeling uit Weenen, dat
Oostenrijk het antwoord van Ser
vië onvoldoende acht, zoodat de
verhoudingen weer aanmerkelijk ver
scherpt zijn geworden.
De Oostenrijksch-Hongaarsche gezant te
Belgrado, von Giesl geheeten, heeft de
stad verlaten. En ook Koning Peter en
de andere Servische regeeringspersonen
zijn per extra-trein naar Kragoejewats
vertrokken.
Zaterdag werd algemeen gedacht, dat
de oorlogsverklaring een kwes
tie van weinige uren zou zijn.
De diplomatieke betrekkingen zijn af
gebroken.
Wederzijds wordt gemobiliseerd. De
spanning heeft haar hoogtepunt bereikt.
Ieder oogenblik verwacht men, dat het
tot een uitbarsting zal komen, met al
de gevolgen.
Voor den persoon van Keizer Frans
Josef een tragisch feit op zijn levens
avond. Toen de Oostenrijksohe gezant het
antwoord van Servië naar Berchtold te
Ischl had doorgezonden en deze het den
Keizer kwam mededeelen, zeide hij, diep
ontroerd„ik had niet gedacht, dat ik
nog in mijn laatste levensjaren oorlog zou
moeten voeren. God zij met u!"
Slechts wanneer de mogendheden wis
ten te bewerken, dat Oostenrijk aan Ser
vië een langeren termijn schonk en wan-
peer de diplomatieke betrekkingen kon
den hersteld worden, zou groot onheil
nog te voorkomen zijn. Doch, onder de
huidige omstandigheden is er .weinig hoop
,op een minnelijke oplossing van het con
flict.
Veel hangt intusschen af van de hou
ding, welke Rusland zal aannemen.
De Tsaar is niet onverschillig ten op
zichte van deze aangelegenheid, dat laat
zich begrijpen. Trouwens het Russische
Staatsblad heeft daarvan reeds blijk gege
ven. De vorm, waarin deze regeerings-
mededeeling vervat was, had wel iets
van een dreigement; ze heeft het karak
ter van een casus belli, hetgeen de over
tuiging doet veld winnen, dat Rusland
met zijn gansche krijgsmacht achter Ser
vië staat. De jongste berichten laten geen
twijfel te dien opzichte. Althans 'Bus-
land's 'houding is dreigend genoeg. Aan
de „Kölnische Zeitung" werd uit St. Pe
tersburg geseind, dat de oorlogspartij in
Rusland den boventoon zal houden.
De rede door minister Soechomlinof in
den ministerraad gehouden, hèeft de be
slissing doen vallen ten gunste van kras
optreden en het verleenen van steun aan
Servië.
Echter mag voorshands nog betwijfeld
worden, of Rusland inderdaad gewa
penderhand zal ingrijpen. Het zou
aldus een Europeeschen oorlog ontke-
niglieid zich afspiegelden, was bleeker
dan gewoonlijk, toen hij, doordrongen van
de heiligheid zijner zware verantwoorde
lijkheid, voor de vergadering optrad.
Hij zag een oogenblik zwijgend de kerk
rond. De toortsen en kaarsen weerspie
gelden zich op de harnassen, op de flik
kerende zwaarden, op de vastberaden,
(gespannen gelaatstrekken der aanwezigen,
en aller oog was gericht op den spreker,
die hen zou leiden tot de overwinning of
tot den dood.
De Grootmeester begon met de herin
nering, tot welk doel de roemrijke Orde
der Johanniters was opgericht, en aan de
uitbreiding der plichten, die Grootmeester
Raymond du Puy loffelijker gedachtenis
er aan had gegeven. Wonden te heelen,
opdat Christus zou verheerlijkt worden,
was de eerste roeping; wonden te slaan,
om Christus' rijk te verdédigen, de an
dere.
„Broeders," zoo zette hij toen zijn
rede voort: „ik spreek als een man tot
mannen, voor wie het onwaardig is, van
de zekerheid eener overwinning te spre
ken, waar deze slechts in de verhitte ver
beelding bestaat. Ik beloof u geen zege
praal, want ondoorgrondelijk zijn Gods
raadsbesluiten, en wie versaagd van hart
is en den dood vreest, moet niet aan
onze zijde staan. Wij hebben de heilige
gelofte afgelegd van kuischheid en ar
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post1.25
Losse nummers0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
tenen, met al de onberekenbare gevol
gen daarvan. De regeering te Weenen
zal "natuurlijk de mogelijkheid van een
interventie der Russen hebben over
wogen. Zij weet in elk geval, dat de
Serviërs gewoon zijn bij den groeten:
buurman van het Noorden hulp te zoe
ken en dat het Slavische bloed eeni
band tusschen beide landen yormt.
Maar zij weet blijkbaar ook, dat 'het ri
sico van een gewapenden "tusschenkomst
voor Rusland niet gering zou zijn eu
dit land bovendien nog niet voor den:
strijd gereed is. Juist dezer dagen werf:
meegedeeld, dat de Russen eerst in 1910
hun weerkracht op het hoogste ptint zul
len hebben gebracht, hun land- en zee
macht naar alle zijden verstrekt en het
net hunner spoorwegen voor snelle
troepen-verplaatsing noodzakelijk be
hoorlijk uitgebreidMoet er dus tóch ge
vochten worden, dan is het beter, dat
Oostenrijk nu de kans waagt, dan dat
het de voltooiing van Ruslands toerus
tingen afwacht. Werd dezer dagen ook
niet in Duitschland geweldig met het
zwaard gerammeld en in een geschrift
door den kroonprins toegejuicht
een oorlog voor de lente van het volgend
jaar voorspeld, wijl anders Rusland een
te groot overwicht zou krijgen?
Bovendien heeft de Oostenrijksohe
regeering thans het voordeel, dat de
meeste sympathie aan haar kant is.
Door de gruweldaad te Serajewo is de
groot-Servische beweging in een som
ber licht komen te staan, en Oostenrijk!
kan nu met meer recht dan vroeger be-
'toogen, dat het eigenlijk reeds lang
te zwak en te toegevend is geweest in
zijn houding, zoodat 'het nu wel tot een
forsch optreden genoopt wordt, om nog
grooter ellende te ontgaan en zijn waar
digheid te handhaven.
Wat de houding van Duitschland be
treft, deze wordt blijkbaar nog dl juist
geïllustreerd in wat de „Norddeutsche A1I-
gemeine Zeitung" schrijft:
„De op grond van het onderzoek naar
den moord op den Oostenrijksohen troon
opvolger te Serajewo door Oostenrijk-
Hongarije aan Servië gestelde eischen'
moeten gerechtvaardigd heeten, indien
men 'de motiveering dezer eischen met
gepasten ernst beschouwt.
De deelneming van Servische onder
danen, ook van autoriteiten aan de reeds
lang voorbereide samenzwering tegen het
leven van den aartshertog en de intrigues!
tegen de eenheid der HabsbuTgsche mo
narchie is bewezen. De OostenrijkHon-
gaarsche regeering heeft zich bereid veij-
klaard, den mogendheden inzage te ge
ven van het bewijsmateriaal. Dat is eeni
bewijs, dat zij de uitkomsten van het
onderzoek niet te loochenen acht en haar
.eischen als' volkomen rechtmatig.
Indien tegen verwachting Servië deze
eischen mocht weigeren, dan hopen wij
dat, in het besef van den ernst van den
toestand, de regeeringen der mogendhe
den gezamenlijk zullen trachten te ver
hinderen, dat uit het onvermijdelijke con
flict tusschen Oostenrijk-Hongarije en Ser
vië verdere verwikkelingen ontstaan".
In officieele kringen in Berlijn hoopt
men nog steeds den vrede tusschen de
groote mogendheden ,te bewaren. Vooral
Engeland en Duitschland deen sterke po
gingen in deze richting.
Aan is ympathie-betuigingen ten gunste
van Oostenrijk ontbreekt het in Duitsch
land nief.
moede, gehoorzaamheid en trouw aan ons
vaandel; maar de menschelijke zwakheid
is groot, en zoo er onder u, mijn vrienden,
één mocht zijn, wiens hart in hem bezwijkt
bij die achttien ijzeren vuurmonden, die
morgen waarschijnlijk reeds de muren
dezer stad zullen teisteren, kan hij vrij
uitgaan. Er is nog een gelegenheid om
te ontkomen; ik zal hem den weg wijzen,
en geen bittér woord zal mij ontvallen."
Er ging een dof gemompel door de
bankenmen zag Italianen met onstuimige
gebaren omhoog rijzen, zich met moeite
herinnerend, dat zij op een heilige plaats
waren; er waren Franschen, wien het
bloed naar de wangen steeg bij de ge
dachte, dat er één lafaard in hun mid
den zou zijn; en een ridder nit Napels
riep met heldere stem en in het welspre
kendst Latijn: „Doorluchtige Grootmee
ster. Wij zijn hier niet gekomen op het
eiland Rhodes, om den vijand den rug
maar het gelaat toe te keeren. Zoo heb
ben de Johanniterridders het verstaan
van d© vorige eeuwen af, en zoo ver
staan 'zij het nog. Wij vragen niet naar de
sterkte maar naar de legerplaats van
den vijand, en het smart ons, eerwaarde
broeder Grootmeester, dat gij lafaards ver
moedt onder een Orde, die haar naam met
bloed heeft geschreven op de heuvelen en
in de dalen van het Heilige Land."
tWjoadt vervolgd.)
twijfel aan! En zoo als ze daar stonden:
het gelaat naar de zee gekeerd, met tril
lende oogleden en onverschrokken moed,
de horst met het stalen pantser door
het roode kleed bedekt, waarop het witte
kruis zoo spiekend uitkwam, met hun ge
spierde armen, hun mannelijke kracht, het
gelaat overschitterd door een geestdrift,
die bergen verzet, waren zij de ware en
waardig© vertegenwoordigers van deze
stoutmoedige Orde, die geheel alleen als
een vooruitgeschoven, verloren post de
woede van een wassende wereldmacht
trotseerde.
Vóór de dag viel, ging de Turksche
vloot in geregelde orde vóór den berg
veilig was, ten anker. De troepen werden
aan wal gezet; de berg en de naburige
heuvelen bezet, terwijl de vèr dragende
stukken geschut aan den voet van den
berg, in goed gedekte stellingen, werden
opgesteld. De Ridders konden van de mu
ren reeds de kromsabels zien der vlugge
Turksche ruiters, die in alle richtingen
uitzwermden; binnen eenige men zou
Rhodes van de buitenwereld zijn afgeslo
ten, en de Johanniters hadden te zien,
hoe zij het klaar zouden spelen tegenover
een macht van honderdduizend man, wier
zware kanonnen volgens de algemeen©
overtuiging onweerstaanbaar waren.
De Grootmeester had de Ridders tot
een 'plechtige samenkomst in de kerk bgj-
een geroepende kaarsen waren ontsto
ken, en van het orgel, door de meester
hand Van een kunstenaar bespeeld, ruisch-
te het „Kyrie EledsonGod, erbarm u
mijner:" in geweldige, zieldoordringende
tonen door de stampvolle kerk.
De geestelijken waren in vol ornaat
aanwezig; de Ridders in hun wapenen.
Toen de laatste tonen van het orgel wa
ren verstomd, en een aangrijpende stilte
de hooge gewelven vervulde, trad de
Grootmeester, de edele Franschman Pierre
d' Abusson, van Auvergne geboortig, naar
voren. Hij was die (negien-en-dertigste Groot
meester der orde, en zeven-en-vijftig ja
ren oud. En de kronieken hebben later
van hem getuigd: „Hij heeft door zijn
groote daden in waarheid al zijn voorgan
gers overtroffen in verdienste en deugd;
hij was zeer bemind door de Christenvor
sten, gevreesd door de Ongeloovigen, mild
en minzaam jegens de armen."
Hij had een hoog, breed voorhoofd,
doordringende, oogen, een grooten, rech
ten neus, en dat gespierde, beenderige ge
laat met den langen, zwarten puntbaard
zou in esn volgende eeuw op het leven-
digst herinneren aan een anderen zoon
van datzelfde Frankrijk, namelijk aan
Jiean Cafvijn, den grooten hervormer.
De Grootmeester droeg kort afgeknipt
haar, zooals de Orde dat voorschreef; en
dat gelaat, waarop kracht en scberpzin-