DE ZEEUW
oond.
aard
AR WE.
veulen
gwagen,
veulens,
ht of
itbode.
EID.
Slfl,
oudster,
TWEEDE BLAD.
De Broeders van St. Jan.
Wetenschap en Kunst.
Uit de Provincie.
Leestafel.
Allerlei.
RS!
aver
'ster
stbode
Ze&uwsche Slemmen.
IMA KWALI-
nd op de
d te '8-Her-
erijtentoon-
scheweg,
Middelburg
skerke.
,jk bij Yeere.
E en een
GERST,
gdamme.
rscheweg.
gen, bij B. M.
Kruitmolen.
ning beschik-
erksche Weg
gd
P. DE KAM,
en.
i1, Biggekerke.
Dz., Stations-
t. Hoog loon.
DER SIJDE,
recht.
S, Hervormde
i, vraagt met
6 mnd. te
e Nieuwersluis
Augustus,
en muts dragen
ave van vorige
getuigen wor-
Nieu.wersluis
mogelijk, door
van Breda,
werkkring,
ken, zindelijk,
e 35 jaar, ter-
nleven houden,
e bieden. Loon
itenshuis. Ook
bij Mevrouw
Wolphaartsdijk.
aan BROESE S
reda.
VAN
VRIJDAG 24 JULI 1914.
XV.
'tls een merkwaardige komkommertijd.
Gewoonlijk hebben de couranten in het
warme komkommerseizoen weinig nieuws
te vertellen.
Dan zijn de parlementsgebouwen ge
sloten; de politiek slaapt. Hoogstens
maakt een al te ijverige staatscemmissie
hierop een uitzondering, en zet deze haar
beraadslagingen in het verborgen voort.
Allen, die zich de weelde van een
binnen- of buitenlandsch reisje kunnen
veroorloven, hebben reeds hun wonin
gen ontvlucht, om in berg en dal, in
de bosschen of op de bei heilzame rust
•en ontspanning te zoeken, of >vel zij
zijn „vol" van het-genot, dat de voor
bereiding voor de a.s. reis pleegt te
schenken.
Kortom, in den regel is de toevloed
vaa nieuws omstreeks dezen tijd maar
uiterst gering.
Het bedrijf gaat rusteloos door, doch
geen buitengewone krachtsontwikkeling,
geen bijzondere operaties op de geldmarkt,
geen andere geruchtmakende transacties
komen de wereld verhazen.
De hooge politieke wereld rust op haar
lauweren en laat den rusteloozen dagblad
schrijver stillekems z'n „Terugblik" of
„Rondblik" schrijven; handel etn industrie
.worden met halve kracht gaande gehou
den.
En toch is er eigenlijk stof genoeg, om
de bladen te vullen. Vandaar dat ik sprak
van een merkwaaidigen komkommertijd.
Inderdaad, er zijn onderwerpen genoeg.
Zal ik u schrijven van de veelbewo
gen tijden, die de internationale politiek
thans doorleeft en die zelfs in de vacan-
tiedagen niets van hun ernst verliezen,1
of van de gespannen verhoudingen der
groote mogendheden?
Zal ik vertellen van het sensationeele
proces, dat dezer dagen het donkere Pa
rijs in opspraak brengt, en waarbij de
bijzonderheden Van de ontzettende mis
daad van een ministers vrouw van a tot
z, in kleuren en geuren weer den volke
voorgezet worden?
Zal ik u om nu wat dichter bij
huis te blijven veTholen van de Re
organisatie-plannen van het Openbaar On
derwijs te Goes, de door de 'Schoolop
zieners geopende schitterende toekomst
voor dat onderwijs en de gereserveerde
en van wantrouwen blijk gevende ont
vangst door hen, die er een eigenaar
dig oog op na houden voor de belan
gen van de gemeente en van het Kind?
Elk van deze zaken kon een gereede
aanleiding gijn, om de pen op te ne
men, doch voor 'toogenblik wilde ik u
bepalen bij een ander meer speciaal plaat
selijk belang, en wel bij1 de Zuid-Beve-
landsche spoorwegen en de gemeente
Goes.
Men kent de kwestie, die gerezten is.
De N.V. Spoorwegmaatschappij „Zuid-
Beveland" heeft een plan ontwikkeld, dat
voor geen der lezers meer geheim kan
zijn, en nu moeten de noodige centen
er komen, opdat de plannen ook ver
wezenlijkt kunnen worden en Zuid-Beve
land de vruchten plukke van de ver
lossing uit haar isolement.
Wij achten ons, met ieder, die dat
belang beseft, gelukkig, dat weldra het
vurige ros met zijn kostbaren nasleep'
tot in alle hoeken van het eiland leven
en bedrijvigheid komt brengen, en daar
mede steeds meerdere welvaart.
De dag der inwijding van de nieuwe
spoorwegen zial in de geschiedenis van
Zuid-Beveland, ja in Zeeland'si historie,
met gouden letteren geboekstaafd wor
den.
Moge die dag spoedig daar zijn.
Helaas, er is 'n klein verschil gerezen,
op' 'n heel klein onderdeel slechts. Van
daar dat ik sprak van een zaak ran
meer plaatselijk belang.
De nieuwe spoor komt er; dit staat
vast. Ook, dat in hoofdzaak het bekende
ceintuurbaanplan gelegd wordt. Niets zal
Feuilleton.
Door H. PENNING.
(Nadruk verboden).
70)
Doch deze weg is een aangename wan
deling, terwijl de voorgangers van onzen
Heremiet woeste, steile rotswegen hadden
te passeeren. Niets kon hen echter weer
houden geen onweer en geen duisternis,
gteen Tegen of sneeuw, geen roovers of
roofgedierte, en over de eenzaamheid van
hun kluizen waakten zij als een leeuw
over zijn welp. De groothertogin de Me
dici, die jeen dezer heiligen wilde be
zoeken, en tot het eersten houten kruis
was genaderd, werd hier door den here
miet zeiven staande gehouden. En of
schoon zij omstuwd was door een schit
terenden stoet van hovelingen, waarschuw
de hij 'haai' met ijzeren ernst, om deze
eenzaamheid, die in geen eeuwen door
een /ouwenvoet was ontwijd, te betre
den. Zij ging ook terug: vol ontzag voor
het indrukwekkend woord van den eer
bied waai'digen kluizenaar.
„Wat is hier toch te bewonderen?"
zegt 'de Heremiet in een uiterste poging,
om zich te vernederen. „Is deze woning
meer kunnen beletten, dat de stoomfluit
straks zich wijd en zijd doet hooren;.
i al durven sommige pessimistisch gezin-
j de .zielen en gaarne vrees-aanjagende na
turen dit taog in twijfel trekken.
Met Goes, bet centrum van het nieuwe
spoorwegnet is faien echter nog niet in
het reine. Wie de jongste Raadszitting
heeft bijgewoond 1ik had niet het voor
recht, doch „De Zeeuw" gaf een uitvoe
rig verslag zal ongetwijfeld met eer
bied vervuld geweest zijn voor al die
leden, die feoo voor de belangen van
onze goede Stad gepleit hebben en niets-
verzuimd hebben, om een vooTbangenj
stap te .vermijden.
'tGaat, zooals men weet, om de lijn
Wolfaartsdijk—Goes. De Spoorwegmaat
schappij heeft er nu eenmaal haar zin
nen op .gezet, dat deze gedeeltelijk langs
de bestaande baan 's Heer Arendskerke
Goes zal loopen.
Waarom? Ja, waarom? Dat was juiste
naar ik hoor, de groote vraag in de
laatste vergadering van onze vroede va
deren. Niemand durfde er nu eigenlijk
ernstig naar raden, wat haar motieven
kunnen zijn. Zelfs de drie raadsleden
aandeelhouders 'k behoef ze u zeker
niet bij name te noemen moesten
hun mede-leden met een enkele algemeen
heid afschepen. Die heeren waren dus
niet heel volledig ingelicht, zou men zoo
zeggen.
Nu dan, de maatschappij schijnt er
een point d'honneur van te maken en
ziet de verstokte opposante niet met vrien
delijk' oogen aan.
Maar ons gemeentebestuur is pok niet
voor de poes. Wanneer het zich eenmaal
iets voorgesteld heeft, is het er met geen
stok af te brengen, ook al waagt de
zwakke minderheid wel eens een zwakke
poging om het betere ingang te doen
vinden. Neen, dan gaat het „vastbera
den" vergeef me de aanhalingsfee-
kens voort op "den weg, dien het
had ingeslagen.
Zoo ook hier. Onze gemeente ziet geen
voordeel in een verbinding via 'sHeer
Arendskerke integendeel, bedenkelijk
nadeel en ze eischt dan ook zeer
terecht, dat tusschen haar en Wolfaarts
dijk een rechtstreeksche verbinding worde
tot stand gebracht, ji.l. langs de z.g.
Tiendeschuur, althans dat nu eens
zoo mogelijk wordt aangetoond, waar
om aanleg van deze lijn te veel bezwa
ren zou opleveren.
Niets zal Goes er van afbrengen om
dezen eisch te laten varen, want in den
Raad is men 'ter vrijwel over eens, dat
niet aanstonds aan de nukken van het
Spoorwegbestuur mag worden toegege
ven.
En nu mogen de heeren van de spoor
al knorrig worden en met leelijke dingen
dreigen b.v. „dan komt ie ei" niet"
of „de Staten zullen weigeren" Goes
z'al zich ditmaal niet laten knechten.
Vrees gewoonlijk zöd'n slechte en
onbetrouwbare leidsvrouwe vrees ha
rerzijds voor een slechten afloop bestaat
er niet.
In de oogen van de Maatschappij is
onze gemeente nu een kwaadwillige op
posante, die met Zuid-Beveland's belan
gen speelt.
Doch, in gemoede, wie is hier eigenlijk
de oorzaak van de vertraging?
De Maatschappij behartigt haar zaak.
Goed!
Maar (cl an mag het ons ook niet ten
kwade geduid, dat wij onze zaak behar
tigen. En ons belang is het meest ge
baat met een rechtstreeksche verbinding
van Wolfaartsdijk. 'k Zal u alle voordeelen
niet meer "opnoemen. Wie de raadsver-
slagen trouw bijgehouden heeft, weet er
alles van.
Goes is het centrum van het spoor
wegnet, doch dan moeten de lijnen niet
zóó gelegd worden, dat het publiek in-
plaats van naar het cent mm, ervan af
geleid wordt. Dan bedankt het stichte
lijk voor de per van den naam „cen
trum".
Onzen middenstand gaat het vrij goed,
doch men meene niet, dat het geen zWa-
ren strijd heeft door te maken. Vooral
in de laatste jaren is er een algemeene
slapte in de bedrijven geconstateerd, die
zich ook liet voelen door de mindere
koopkracht.
Ons gemeentebestuur vat z'n faak goed
niet een paleis in vergelijking met die
afzichtelijke plaats, waar de heilige Hie-
ronymus vier eindelooze jaren doorbracht,
strijdend met ziekte en honger, angst en
wanhoop? Of met die grot vol doornen
en distelen, waarin de knaap Benedictus
zich begroef, terwijl hij er drie jaar door
bracht, zijn schamel voedsel, dat te wei
nig Was dm er van te leven en te veel om
te sterven, liefderijk deelend met een pik
zwarte raaf? Daar in het Freiburgsche
beeft een heilige geleefd, wiens naam dooi
de menscben is vergeten, maar door de
engelen is opgeteekendhij leefde in een
spelonk, waar het gedruisch van een on-
ophoudelijken waterval het trommelvlies
zijner Ooien verscheurde, en een eeuwi
ge duisternis hem omringde. Op een zuil
beeft Sint Simeon Styliter vijf-en-veertig
jaar geleefd, en een steenen kist, een
graf, waarin hij1 ternauwernood kon liggen,
staan of zitten, was de woning van den
heiligen Dustan. Ik ken heremieten, die
den rotsgrond, waarop zij woonden, heb
ben uitgesleten door het lange en vele
knielen; dat waren heilige mannen, maar
noem mij niet met dien naam, want ik
zou niet waardig zijn, de riemen van hun
schoenen te ontbinden."
En die spookachtige gedaante met dat
uitgemergelde lichaam, dat geraamte, dat
door vodden is bedekt, strekt de magere
armen van zich, ten einde de hulde af
te wijzen, die hem door dezen Jonker
op, 'wanneer het er steeds op uit is bij
zonderlijk de belangen van dien midden
stand te behartigen. Of het daarin altijd
geslaagd is, laat ik in 't midden, doch
thans is het op den goeden weg en
het gal niet toegeven, althans niet, vóór
het de overtuiging heeft, dat het een
onredelijken eisch stelt. En die overtui
ging kon wel eens lang uitblijven.
Het woord is aan de maatschappij, in
casu aan de S.S.
KEES VAN DER MEER.
Kerkconcert te Domburg.
Van bevriende zijde schrijft men ons
hierover nog het volgende
Ten bat© van den Diaconessenarbeid
te Domburg en omstreken worden dezen
zomer pogingen gedaan geld be verza
melen. In Augustus wordt een bazar ge
houden en Woensdagavond is een kerk-
ooncert gegeven in het gebouw der Ned.
Herv. Kerk te Domburg. Solisten waien
mevr. Dekker (sopraan), mevr. Kerkmeijer
(alt), mej. Dhont v(iool) en de heer
Scberpbier (orgel). Een avond waarin alles
meegewerkt heeft kunstgenot te geven,
zooals waarschijnlijk nog nooit in een
Walchersch kerkgebouw gegeven is. De
kerk was van binnen versierd met ©en
schat van bloemen en ranken van klimop.
De heldere verlichting en de bloemen
pracht brachten de bezoekers al terstond
in een stemming van. rust. Maar van groo-
ber waarde wag nog wat er te hooren
zou gegeven worden. Dikwijls is bij een
liefdadigheidsconcert de bedoeling der lief
dadigheid de hoofdzaak en wordt men
stilzwijgend verzocht de kunst ter wille
van het goede doel als bijzaak te be
schouwen. Hier waren beiden goed, het
doel en ook de kunstpraestaties. Het on
dankbaarste werk had voorzeker de orga
nist, de beer Scherpbier uit Groningen,
die zijn talent beproeven moest op een
orgel, dat vooral in de bovengeluiden niet
altijd even zuiver klinkt. Toch wist hij
met het zacht gespeeld koraal uit Mat-
theus-Passion en ook met zijn begeleiding
Van eenige liederen van (het orgel te maken
Wat er van te maken is. Mej. Dhont
uit Middelburg zorgde voor vioolbegelei
ding op voortreffelijke wijze. Vooral bij
de „Sarabande" van Bach en het „Panis
Angelicus" bleek haar talent.
Wanneer wij terugdenken aan wat de
beide zangeressen ons gaven jn de ineeren-
deels zeer bekende liederen, zullen we
niet gaan opsommen wat goed was,' want
het was alles *goed. Hete eenvoudig en
vroom klonk bet „Jesus, unser Trost und
Leben" van Bach en het bekende en toch
altijd weer indrukwekkende „Wo du hin-
gest" gezongen door mevr. Dekker. Hoe
sympathiek was de voordracht van mevr.
Kerkmeijer. Vol wijding en voomheid
zong zij het „Heer, mijn hert is boos en
schuldig" van Cath. v. Rennes en bracht
de hoorders vooral onder den indruk van
Ihet „Ruh'n in Frieder alle Seelen" en
„Der Kreuzzug" van Schubert en vooral
ook door het uitgejubelde „Die Ehre Gottex
aus der Natur" van v. Beethoven. Hoe
machtig is de kunst in dienst van God.
Bij al dat genieten dachten wij: ach, geef
ons meer van die avonden van rein kunst
genot met minder Duitsche liederen en
meer Hollandsche uit den grooten schat
door Coens verzameld (en tegen lager
entrée).
Ds. Laurense, als voorzitter, had een
moeilijke taak om een gehoor, dat onder
den indruk was van het schoone, toe
te spreken. Hij kweet zich van zijn taak
op uitnemende wijze.
Het damescomité heeft groot succes ge
had door dezen avond te organiseeren.
Bij Kon. besluit is aan. den luitenant
kolonel P. A. T. Zanino, commandant
van het 3e reg. infanterie op aanvrage
eervol ontslag verleend onder toekenning
van f'2300 pensioen. i
In de week van 15 tot en met?
21 Juli kwamen uit Zeeland ter kennis
van den oentralen gezondheidsraad 1 ge
val van typhus of febris typhoïdea te
wordt gebracht.
„Een mooien lijfrok hebt ge daar aan,"
zegt hij plotseling, den Jonker van het
hoofd tot de voeten opnemend: „trek
hem uit, en kleed u met lompen. Wat
wilt ge met die mooie hozen? Met die
fluweelen muts? IJdele pracht, werald-
sche dwaasheid, niets vat eerder vlam
in de hel dan een hoogmoedige kleedij."
De Jonker is onthutst; hij weet niet
wat hij zal antwoorden, maar er is iets
in zijn ziel, dat in hevig verzet komt
tegen deze wijze van Godsvereering.
„Wie is uw leermeester?" vraagt de
Heremiet na een pijnlijke pauze, en. als
de Jonker antwoordt: „Broeder Anselmus
van 's Heeren Loo," herneemt de kluize
naar met drift: „Zoo broeder Ansel
mus. De man denkt, dat hij' reeds in den
hemel is, en hij1 heeft den voet nauwe
lijks op de onderste sport der Jakobslad
der gezet."
Terwijl de Heremiet zoo pas zijn best
heeft gedaan, om zich in de deugd der
nederigheid te oefenen, komt zijn geeste
lijke hoogmoed met onweerstaanbare
kracht naar boven, als hij voortgaat: „Ik
ken broeder Anselmus ik heb hem meer
dan eens gesproken. Hijl heeft het druk
over de genade van Christus, maar hij
heeft het te weinig over de geeselkoorde,
waarmede het vleesch, trillend van aard-
scben hartstocht, moet gestriemd."
En zooals hij' daar voor den Jonker is
Nieuwerkerk, 1 geval van roodvonk te
Hoek en 1 geval van diphteritis te
Kloetinge en te Zieiikzee.
Middelburg. Het is ons gebleken, dat
het bericht betreffende het verkoopen van
vleesch in onze stad van een den na
tuurlijken dood gestorven kalf het ge
volg heeft gehad, dat men slagers daar
voor aanzag, die er part noch deel aan
hebben. Wij kunnen dan ook thans nog
mededeelen dat, naai- wij ineenen te we
ten, geen Middelbuggsche slagers bij het
geval betrokken waren, terwijl wij er ook
gaarne aan toevoegen, dat wij de overtui
ging hebben dat ook onder de kleinere
slagers zeer velen zijn, die even goed
vleesch leveren als de groote. Als wij
dan ook waarschuwen uit de doppen te
kijken, bedoelen wij allerminst, dat men
de kleine slagers moet passeeren, maar
als men ook maar ©enigszins twijfelt,
is een nader onderzoek, zoo noodig bij' de
keurmeesters, zeer aan te bevelen.
Vlissingen. In de hedenmiddag gehou
den raadsvergadering werd o.a. overge
legd een bericht van den commissaris
der Koningin, waarbij aan den burge
meester een verlof gedurende de geheele
maand Augustus wordt verleend.
Verder een verzoek van de vereeniging
Zeevaartschool, om de subsidié met f200
te verhoogen, zulks in verband met de
noodzakelijkheid van het aanstellen van
een nieuwen leeraar, met wien het per
soneel zat worden uitgebreid.
Een schrijven van het Algemeen Arm
bestuur, waaruit blijkt dat de kosten Van
verpleging voor patiënten derde klasse
in het Gasthuis f 1.25 en in het St. Jo
seph Ziekenhuis fl.50 bedragen, waarom
het Armbestuur voorstelt geen armlastige
patiënten in laatstgenoemd gesticht op tie
doen nemen.
Een verzoek van de slagerspatroons om
evenals te Middelburg be bepalen dat van
buiten de gemeente ingevoerd vleesch ge
keurd moet zijn door een veearts.
Van de te behandelen punten noemen
wij voor heden het volgende, (op de an
dere komen wij nader terug).
Zooals blijkt uit ter openbare behande
ling aan den gemeenteraad door B. en
W. gedaan, was vroeger een deel der
haventerreinen, toen deze nog bijl de Kon.
Maatschappij in exploitatie waren, name
lijk het terrein tusschen het kanaal door
Walcheren en de tweede binnenhaven,
verhuurd aan de Pakhuismeesteren te
Rotterdam. Het huurcontract liep 1 Sep
tember 1913 af en werd niet hernieuwd.
Met het oog op de overname van de
exploitatie der haventerreinen door de
gemeente zijn B. en W. verleden jaar reeds
in overleg getreden met den heer Adolph
Kern, industrieel te New-York, om op be
doeld terrein eene nieuwe exploitatie te
beginnen. Deze heer wilde n.l. gemeld
terrein gaarne huuren voor opslagplaats
ten behoeve van eene alhier op te rich
ten petroleum-raffinaderij', waar uit ruwe
petroleum zullen geraffineerd worden als
hoofdproduct asphalt en als bij-producten
gasoline, naphta, stookolie en andere re
siduen.
In de vergadering van den gemeente
raad van 4 December 1913 (met gesloten
deuren) werd besloten met genoemden heer
een Voorloopige overeenkomst aan te gaan
ter verhuring van het terrein, welke over
eenkomst nageleefd zou worden, als de
overeenkomst tusschen den staat der Ne
derlanden en de gemeente door de wet
'bekrachtigd zou, zijn en de in de voor
loopige overeenkomst bedoelde naam-
looze vennootschap zou zijn opgericht.
Beide is geschied, de overeenkomst tus
schen rijk en gemeente is door de wet
bekrachtigd en bij notarieel© acte van
9 Mei j.l. is opgericht te Rotterdam de
N.V. „Nederlandsche Petroleum en As
phalt Maatschappij", met een maatschap
pelijk kapitaal van 2 millioen gulden,
waarvan aanvankelijk zijn uitgegeven 1000
aandeelen ad f 1000 elk.
Bij nader ingewonnen inlichtingen blijkt
deze maatschappij op soli eden grond
slag te berusten. Bovendien heeft hij reeds
ten kantore van den gemeenteontvanger
de in het voorloopig contract bedoelde
som gestort. Het is daarom, dat B. en
W. den raad verzoeken zijn goedkeuring
te hechten aan een ontwerp besluit tot
verhuring Van bedoelde terreinen aan ge
mélde maatschappij'. Volgens dit ontwerp
opgerezen, bet zwarte oog flikkerend van
'een dweepachtigen gloed, zich schuddend
in de lomepn, die zijn gemarteld lichaam
bedekken, heeft die man iets, dat vrees en
ontzetting aanjaagt.
Als 'de Jonker weer buiten staat, haalt
hij diep adem; hij werpt een langen
blik (n aar de sombere hut van den kluize
naar, en dan wandelt hij terug naar
's Heeren Loo, met gebogen hoofd en strak
gelaat. Het zijn .de adders, die weer be
ginnen te knagen in zijn binneste; het
is een heimwee naar den Leuvenumschen
burgt en een heimwee naar boven; een
bange zielestrijd, die zijn krachten onder
mijnt. I l
Op den buitenhof komt broeder Ansel
mus hem te gemoet.
„Hoe gaat het?" vraagt de broeder,
en de Jonker antwoordt: „Ik ben ziek."
„Alle menschen zijn ziek," zegt de
broeder, „maar Christus heelt de gebro-
kenen van harte," en bij neemt tien Jonker
mede naar zijn cel, om de wonden van
Edelhart's ziel te balsemen.
De Jonker werpt zich neder op de
harde bank, stut het moede hoofd in de
handen, en terwijl zijn ellebogen op de
knieën rusten, klaagt hij over zijn droe
vig lot. v i
„Christus heeft !een zwaarder lot onder
gaan," zegt Anselmus met zachte stem.
„Maar ik ben onschuldig," barst de
Jonker uit, en als de broeder herneemt:
zal de maatschappij voor de over te ne
men getimmerten enz. betalen f63.000
en verder voor huur van 1 April tol
ultimo December 1914 f210 per maand
en verder per jaar f 2500. De Maatschap
pij verplicht zich per jaar minstens drie
tankbooten met petroleum in de haven van
Vlissingen te doen binnenloopen, terwijl'
zij indien deze bepaling niet wordt nage
leefd een boete van f 500 aan de gemeente
verschuldigd is. Het contract wordt ge-
[rekend te zijh aangegaan 1 April j.l. en te
loopen tot 31 December 1974.
Ellewoutsdijk. In de raadsveigadering
te Ellewoutsdijk van Woensdag, waarin
door den burgemeester, namens de kin
deren van den overleden ambachtsheer
fraaie foto's in lijst van hunne ouders ter
bewaring in de raadzaal werden aange
boden en welke geschenken hoogst dank
baar werden aanvaard, werden de geloofs
brieven van het gekozen raadslid den.
heer A. Luteijn onderzocht en in orde
bevonden.
De gemeenterekening werd goedgekeurd,
met een ontvang van £42928.63, een uit
gaaf ad f42178.095 en een goed slot van
f 750.535.
Besloten werd aan te gaan een geld-
leening lot dekking der koeten van ver
nieuwing der straten in de bebouwde
kom van het dorp tot een bedrag van
£2500.
De leden toonden zich hoogst tevre
den met de verkregen resultaten van
het teren der steenslagwegen, waardoor
de; lö beide wegen in een goeden toe
stand zijn gekomen. (M. Ct.j'
Van Dale's Groot Woordenboek der
Ned. Taal. Uitg. Martinus Nijhoff,
's Gravenhage, en A. W. Sijthoff's
Uitgevers-maatschappij, Leiden.
Het „Groot Woordenboek" van Van
Dale geeft, zooals we reeds vroeger moch
ten opmerken een grooten schat van
woorden en uitdrukkingen op het gebied;
van wetenschap, op het gebied van kunst,
op het gebied van techniek, ja op welk
terrein al niet. i
Groote waarde heeft de „van Dale" o.a.
om de uitvoerigheid en volledigheid,
waarmede alles wat onze schoone taal
eigen is, er in verwerkt is. Hij bevat
talrijke zoowel meer algemeene als ge
westelijke spreekwoordelijke én andere uit
drukkingen, voor den adspirant taal- en
letterkundige van onnoemelijke waarde.
Ziehier b.v. een kleine proeve van be
werking:
Neep, v. (nepen), het knijpen (met
de vingers): bij gaf mij eene gevoelige
neep in den arm; overgebleven teeken
eener knijping: de neepjes in eene muts;
(fig.) schade, afbreukiemand eene groote
neep geven, eene groote schade of ver
lies toebrengen; (gew.) oprijg in een rok;
(gew.) kleurhoutje.
Neer. 1. (neren) (Zuidn.) dorschvloer;
2. (neren) draaikolk, tegenstroom: juist
in dat eind heeft de rivier veel neren
(fig.) hij is in de neer geraakt, het loopt
hem tegen; 3. zie Neder.
Aflevering 8, dezer dagen uitgekomen,
is al ver In de „O".
Vliegen-statistiek. De volgende
statistiek toont aan op hoe ongelooflijk
snelle wijze de vliegen zich vermenigvul
digen
Den len Mei legt een vlieg 120 eieren;
den 10 Mei leggen 60 vliegen 7200 eieren
den 20 Mei leggen 3600 vliegen 432.000
eieren; den 30 Mei leggen 216.000 vlie
gen 25.920.000 eieren; den 10 Juni leg
gen 12.960.000 vliegen 1.555.200.000 eie
ren; den 20 Juni leggen 777.600.000 vlie
gen 93.312.000.000 eieren; 30 Juni leggen
46.656.000.000 vliegen 5.598.720.000.000
eieren; 9 Juli leggeu 2.799.360.000.000
vliegen 335.923.200.000.000 eieren; 19
Juli leggen 167.961.600.000.000 vliegen
20.155.392.000.000.000 eieren; 29 Juli leg
gen 10 t.rillioen 0.77.696.000.000.000 vlie
gen 1.209.323.520.000 millioen eieren; 8
Augustus leggen 604.661.760.000.000.000j
vliegen 72.559.441.200.000.000.000 eieren;
18 Aug. leggen 36.279.720.600.000.000.000
vliegen.I f
„Was Hij dan niet?" zwijgt de Jonker.
Doch hij kijkt niet op; de oogen zijn
star op den grond gevestigd, en een on
uitsprekelijk bittere plooi legt zich om!
zijh lippen. L
Een der krankenbroeders roept broe
der Anselmus, om even in de ziekenzaal
te komen. Gart Hijlaart, de arme straat
kunstenaar, die veertien dagen geleden
de bevolking ran Harderwijk nog deed
schateren om zijn potsenmakerijen, heeft
het doodsbenauwd, en snakt naai" lucht
en adem.
Broeder Anselmus gaat met den kran-
kenbroedei' mede, en als hij terugkomt,
zit de Jonker daar nog in dezelfde som
bere houding. En de broeder met zijn
bleek gelaat, die zelf zoo'n diepen lij
densweg achter zich heeft, begint te
spreken van de vijf wonden van Jezus,
en van het ingaan door die wonden en
van de zelfverloochening. Hij noemt' de
verschrikkelijke verdenking van den Burgt-
beer een droevig misverstand, maar
smeekt den Jonker, daarover niet verdrie
tig te worden, en vast te gelooven, dat
alle dingen ten goede moeten medewer
ken, dengenen die God liefhebben. Hij
roemt het minnelijk aankleven van God,
de afsterving van alle creaturen en het
verzaken van zijn eigenheid, om te beter
Christus te kunnen navolgen.
(Wordt vetfvojgd.)