DE ZEEUW oond. aard AR WE. veulen gwagen, veulens, ht of itbode. EID. Slfl, oudster, TWEEDE BLAD. De Broeders van St. Jan. Wetenschap en Kunst. Uit de Provincie. Leestafel. Allerlei. RS! aver 'ster stbode Ze&uwsche Slemmen. IMA KWALI- nd op de d te '8-Her- erijtentoon- scheweg, Middelburg skerke. ,jk bij Yeere. E en een GERST, gdamme. rscheweg. gen, bij B. M. Kruitmolen. ning beschik- erksche Weg gd P. DE KAM, en. i1, Biggekerke. Dz., Stations- t. Hoog loon. DER SIJDE, recht. S, Hervormde i, vraagt met 6 mnd. te e Nieuwersluis Augustus, en muts dragen ave van vorige getuigen wor- Nieu.wersluis mogelijk, door van Breda, werkkring, ken, zindelijk, e 35 jaar, ter- nleven houden, e bieden. Loon itenshuis. Ook bij Mevrouw Wolphaartsdijk. aan BROESE S reda. VAN VRIJDAG 24 JULI 1914. XV. 'tls een merkwaardige komkommertijd. Gewoonlijk hebben de couranten in het warme komkommerseizoen weinig nieuws te vertellen. Dan zijn de parlementsgebouwen ge sloten; de politiek slaapt. Hoogstens maakt een al te ijverige staatscemmissie hierop een uitzondering, en zet deze haar beraadslagingen in het verborgen voort. Allen, die zich de weelde van een binnen- of buitenlandsch reisje kunnen veroorloven, hebben reeds hun wonin gen ontvlucht, om in berg en dal, in de bosschen of op de bei heilzame rust •en ontspanning te zoeken, of >vel zij zijn „vol" van het-genot, dat de voor bereiding voor de a.s. reis pleegt te schenken. Kortom, in den regel is de toevloed vaa nieuws omstreeks dezen tijd maar uiterst gering. Het bedrijf gaat rusteloos door, doch geen buitengewone krachtsontwikkeling, geen bijzondere operaties op de geldmarkt, geen andere geruchtmakende transacties komen de wereld verhazen. De hooge politieke wereld rust op haar lauweren en laat den rusteloozen dagblad schrijver stillekems z'n „Terugblik" of „Rondblik" schrijven; handel etn industrie .worden met halve kracht gaande gehou den. En toch is er eigenlijk stof genoeg, om de bladen te vullen. Vandaar dat ik sprak van een merkwaaidigen komkommertijd. Inderdaad, er zijn onderwerpen genoeg. Zal ik u schrijven van de veelbewo gen tijden, die de internationale politiek thans doorleeft en die zelfs in de vacan- tiedagen niets van hun ernst verliezen,1 of van de gespannen verhoudingen der groote mogendheden? Zal ik vertellen van het sensationeele proces, dat dezer dagen het donkere Pa rijs in opspraak brengt, en waarbij de bijzonderheden Van de ontzettende mis daad van een ministers vrouw van a tot z, in kleuren en geuren weer den volke voorgezet worden? Zal ik u om nu wat dichter bij huis te blijven veTholen van de Re organisatie-plannen van het Openbaar On derwijs te Goes, de door de 'Schoolop zieners geopende schitterende toekomst voor dat onderwijs en de gereserveerde en van wantrouwen blijk gevende ont vangst door hen, die er een eigenaar dig oog op na houden voor de belan gen van de gemeente en van het Kind? Elk van deze zaken kon een gereede aanleiding gijn, om de pen op te ne men, doch voor 'toogenblik wilde ik u bepalen bij een ander meer speciaal plaat selijk belang, en wel bij1 de Zuid-Beve- landsche spoorwegen en de gemeente Goes. Men kent de kwestie, die gerezten is. De N.V. Spoorwegmaatschappij „Zuid- Beveland" heeft een plan ontwikkeld, dat voor geen der lezers meer geheim kan zijn, en nu moeten de noodige centen er komen, opdat de plannen ook ver wezenlijkt kunnen worden en Zuid-Beve land de vruchten plukke van de ver lossing uit haar isolement. Wij achten ons, met ieder, die dat belang beseft, gelukkig, dat weldra het vurige ros met zijn kostbaren nasleep' tot in alle hoeken van het eiland leven en bedrijvigheid komt brengen, en daar mede steeds meerdere welvaart. De dag der inwijding van de nieuwe spoorwegen zial in de geschiedenis van Zuid-Beveland, ja in Zeeland'si historie, met gouden letteren geboekstaafd wor den. Moge die dag spoedig daar zijn. Helaas, er is 'n klein verschil gerezen, op' 'n heel klein onderdeel slechts. Van daar dat ik sprak van een zaak ran meer plaatselijk belang. De nieuwe spoor komt er; dit staat vast. Ook, dat in hoofdzaak het bekende ceintuurbaanplan gelegd wordt. Niets zal Feuilleton. Door H. PENNING. (Nadruk verboden). 70) Doch deze weg is een aangename wan deling, terwijl de voorgangers van onzen Heremiet woeste, steile rotswegen hadden te passeeren. Niets kon hen echter weer houden geen onweer en geen duisternis, gteen Tegen of sneeuw, geen roovers of roofgedierte, en over de eenzaamheid van hun kluizen waakten zij als een leeuw over zijn welp. De groothertogin de Me dici, die jeen dezer heiligen wilde be zoeken, en tot het eersten houten kruis was genaderd, werd hier door den here miet zeiven staande gehouden. En of schoon zij omstuwd was door een schit terenden stoet van hovelingen, waarschuw de hij 'haai' met ijzeren ernst, om deze eenzaamheid, die in geen eeuwen door een /ouwenvoet was ontwijd, te betre den. Zij ging ook terug: vol ontzag voor het indrukwekkend woord van den eer bied waai'digen kluizenaar. „Wat is hier toch te bewonderen?" zegt 'de Heremiet in een uiterste poging, om zich te vernederen. „Is deze woning meer kunnen beletten, dat de stoomfluit straks zich wijd en zijd doet hooren;. i al durven sommige pessimistisch gezin- j de .zielen en gaarne vrees-aanjagende na turen dit taog in twijfel trekken. Met Goes, bet centrum van het nieuwe spoorwegnet is faien echter nog niet in het reine. Wie de jongste Raadszitting heeft bijgewoond 1ik had niet het voor recht, doch „De Zeeuw" gaf een uitvoe rig verslag zal ongetwijfeld met eer bied vervuld geweest zijn voor al die leden, die feoo voor de belangen van onze goede Stad gepleit hebben en niets- verzuimd hebben, om een vooTbangenj stap te .vermijden. 'tGaat, zooals men weet, om de lijn Wolfaartsdijk—Goes. De Spoorwegmaat schappij heeft er nu eenmaal haar zin nen op .gezet, dat deze gedeeltelijk langs de bestaande baan 's Heer Arendskerke Goes zal loopen. Waarom? Ja, waarom? Dat was juiste naar ik hoor, de groote vraag in de laatste vergadering van onze vroede va deren. Niemand durfde er nu eigenlijk ernstig naar raden, wat haar motieven kunnen zijn. Zelfs de drie raadsleden aandeelhouders 'k behoef ze u zeker niet bij name te noemen moesten hun mede-leden met een enkele algemeen heid afschepen. Die heeren waren dus niet heel volledig ingelicht, zou men zoo zeggen. Nu dan, de maatschappij schijnt er een point d'honneur van te maken en ziet de verstokte opposante niet met vrien delijk' oogen aan. Maar ons gemeentebestuur is pok niet voor de poes. Wanneer het zich eenmaal iets voorgesteld heeft, is het er met geen stok af te brengen, ook al waagt de zwakke minderheid wel eens een zwakke poging om het betere ingang te doen vinden. Neen, dan gaat het „vastbera den" vergeef me de aanhalingsfee- kens voort op "den weg, dien het had ingeslagen. Zoo ook hier. Onze gemeente ziet geen voordeel in een verbinding via 'sHeer Arendskerke integendeel, bedenkelijk nadeel en ze eischt dan ook zeer terecht, dat tusschen haar en Wolfaarts dijk een rechtstreeksche verbinding worde tot stand gebracht, ji.l. langs de z.g. Tiendeschuur, althans dat nu eens zoo mogelijk wordt aangetoond, waar om aanleg van deze lijn te veel bezwa ren zou opleveren. Niets zal Goes er van afbrengen om dezen eisch te laten varen, want in den Raad is men 'ter vrijwel over eens, dat niet aanstonds aan de nukken van het Spoorwegbestuur mag worden toegege ven. En nu mogen de heeren van de spoor al knorrig worden en met leelijke dingen dreigen b.v. „dan komt ie ei" niet" of „de Staten zullen weigeren" Goes z'al zich ditmaal niet laten knechten. Vrees gewoonlijk zöd'n slechte en onbetrouwbare leidsvrouwe vrees ha rerzijds voor een slechten afloop bestaat er niet. In de oogen van de Maatschappij is onze gemeente nu een kwaadwillige op posante, die met Zuid-Beveland's belan gen speelt. Doch, in gemoede, wie is hier eigenlijk de oorzaak van de vertraging? De Maatschappij behartigt haar zaak. Goed! Maar (cl an mag het ons ook niet ten kwade geduid, dat wij onze zaak behar tigen. En ons belang is het meest ge baat met een rechtstreeksche verbinding van Wolfaartsdijk. 'k Zal u alle voordeelen niet meer "opnoemen. Wie de raadsver- slagen trouw bijgehouden heeft, weet er alles van. Goes is het centrum van het spoor wegnet, doch dan moeten de lijnen niet zóó gelegd worden, dat het publiek in- plaats van naar het cent mm, ervan af geleid wordt. Dan bedankt het stichte lijk voor de per van den naam „cen trum". Onzen middenstand gaat het vrij goed, doch men meene niet, dat het geen zWa- ren strijd heeft door te maken. Vooral in de laatste jaren is er een algemeene slapte in de bedrijven geconstateerd, die zich ook liet voelen door de mindere koopkracht. Ons gemeentebestuur vat z'n faak goed niet een paleis in vergelijking met die afzichtelijke plaats, waar de heilige Hie- ronymus vier eindelooze jaren doorbracht, strijdend met ziekte en honger, angst en wanhoop? Of met die grot vol doornen en distelen, waarin de knaap Benedictus zich begroef, terwijl hij er drie jaar door bracht, zijn schamel voedsel, dat te wei nig Was dm er van te leven en te veel om te sterven, liefderijk deelend met een pik zwarte raaf? Daar in het Freiburgsche beeft een heilige geleefd, wiens naam dooi de menscben is vergeten, maar door de engelen is opgeteekendhij leefde in een spelonk, waar het gedruisch van een on- ophoudelijken waterval het trommelvlies zijner Ooien verscheurde, en een eeuwi ge duisternis hem omringde. Op een zuil beeft Sint Simeon Styliter vijf-en-veertig jaar geleefd, en een steenen kist, een graf, waarin hij1 ternauwernood kon liggen, staan of zitten, was de woning van den heiligen Dustan. Ik ken heremieten, die den rotsgrond, waarop zij woonden, heb ben uitgesleten door het lange en vele knielen; dat waren heilige mannen, maar noem mij niet met dien naam, want ik zou niet waardig zijn, de riemen van hun schoenen te ontbinden." En die spookachtige gedaante met dat uitgemergelde lichaam, dat geraamte, dat door vodden is bedekt, strekt de magere armen van zich, ten einde de hulde af te wijzen, die hem door dezen Jonker op, 'wanneer het er steeds op uit is bij zonderlijk de belangen van dien midden stand te behartigen. Of het daarin altijd geslaagd is, laat ik in 't midden, doch thans is het op den goeden weg en het gal niet toegeven, althans niet, vóór het de overtuiging heeft, dat het een onredelijken eisch stelt. En die overtui ging kon wel eens lang uitblijven. Het woord is aan de maatschappij, in casu aan de S.S. KEES VAN DER MEER. Kerkconcert te Domburg. Van bevriende zijde schrijft men ons hierover nog het volgende Ten bat© van den Diaconessenarbeid te Domburg en omstreken worden dezen zomer pogingen gedaan geld be verza melen. In Augustus wordt een bazar ge houden en Woensdagavond is een kerk- ooncert gegeven in het gebouw der Ned. Herv. Kerk te Domburg. Solisten waien mevr. Dekker (sopraan), mevr. Kerkmeijer (alt), mej. Dhont v(iool) en de heer Scberpbier (orgel). Een avond waarin alles meegewerkt heeft kunstgenot te geven, zooals waarschijnlijk nog nooit in een Walchersch kerkgebouw gegeven is. De kerk was van binnen versierd met ©en schat van bloemen en ranken van klimop. De heldere verlichting en de bloemen pracht brachten de bezoekers al terstond in een stemming van. rust. Maar van groo- ber waarde wag nog wat er te hooren zou gegeven worden. Dikwijls is bij een liefdadigheidsconcert de bedoeling der lief dadigheid de hoofdzaak en wordt men stilzwijgend verzocht de kunst ter wille van het goede doel als bijzaak te be schouwen. Hier waren beiden goed, het doel en ook de kunstpraestaties. Het on dankbaarste werk had voorzeker de orga nist, de beer Scherpbier uit Groningen, die zijn talent beproeven moest op een orgel, dat vooral in de bovengeluiden niet altijd even zuiver klinkt. Toch wist hij met het zacht gespeeld koraal uit Mat- theus-Passion en ook met zijn begeleiding Van eenige liederen van (het orgel te maken Wat er van te maken is. Mej. Dhont uit Middelburg zorgde voor vioolbegelei ding op voortreffelijke wijze. Vooral bij de „Sarabande" van Bach en het „Panis Angelicus" bleek haar talent. Wanneer wij terugdenken aan wat de beide zangeressen ons gaven jn de ineeren- deels zeer bekende liederen, zullen we niet gaan opsommen wat goed was,' want het was alles *goed. Hete eenvoudig en vroom klonk bet „Jesus, unser Trost und Leben" van Bach en het bekende en toch altijd weer indrukwekkende „Wo du hin- gest" gezongen door mevr. Dekker. Hoe sympathiek was de voordracht van mevr. Kerkmeijer. Vol wijding en voomheid zong zij het „Heer, mijn hert is boos en schuldig" van Cath. v. Rennes en bracht de hoorders vooral onder den indruk van Ihet „Ruh'n in Frieder alle Seelen" en „Der Kreuzzug" van Schubert en vooral ook door het uitgejubelde „Die Ehre Gottex aus der Natur" van v. Beethoven. Hoe machtig is de kunst in dienst van God. Bij al dat genieten dachten wij: ach, geef ons meer van die avonden van rein kunst genot met minder Duitsche liederen en meer Hollandsche uit den grooten schat door Coens verzameld (en tegen lager entrée). Ds. Laurense, als voorzitter, had een moeilijke taak om een gehoor, dat onder den indruk was van het schoone, toe te spreken. Hij kweet zich van zijn taak op uitnemende wijze. Het damescomité heeft groot succes ge had door dezen avond te organiseeren. Bij Kon. besluit is aan. den luitenant kolonel P. A. T. Zanino, commandant van het 3e reg. infanterie op aanvrage eervol ontslag verleend onder toekenning van f'2300 pensioen. i In de week van 15 tot en met? 21 Juli kwamen uit Zeeland ter kennis van den oentralen gezondheidsraad 1 ge val van typhus of febris typhoïdea te wordt gebracht. „Een mooien lijfrok hebt ge daar aan," zegt hij plotseling, den Jonker van het hoofd tot de voeten opnemend: „trek hem uit, en kleed u met lompen. Wat wilt ge met die mooie hozen? Met die fluweelen muts? IJdele pracht, werald- sche dwaasheid, niets vat eerder vlam in de hel dan een hoogmoedige kleedij." De Jonker is onthutst; hij weet niet wat hij zal antwoorden, maar er is iets in zijn ziel, dat in hevig verzet komt tegen deze wijze van Godsvereering. „Wie is uw leermeester?" vraagt de Heremiet na een pijnlijke pauze, en. als de Jonker antwoordt: „Broeder Anselmus van 's Heeren Loo," herneemt de kluize naar met drift: „Zoo broeder Ansel mus. De man denkt, dat hij' reeds in den hemel is, en hij1 heeft den voet nauwe lijks op de onderste sport der Jakobslad der gezet." Terwijl de Heremiet zoo pas zijn best heeft gedaan, om zich in de deugd der nederigheid te oefenen, komt zijn geeste lijke hoogmoed met onweerstaanbare kracht naar boven, als hij voortgaat: „Ik ken broeder Anselmus ik heb hem meer dan eens gesproken. Hijl heeft het druk over de genade van Christus, maar hij heeft het te weinig over de geeselkoorde, waarmede het vleesch, trillend van aard- scben hartstocht, moet gestriemd." En zooals hij' daar voor den Jonker is Nieuwerkerk, 1 geval van roodvonk te Hoek en 1 geval van diphteritis te Kloetinge en te Zieiikzee. Middelburg. Het is ons gebleken, dat het bericht betreffende het verkoopen van vleesch in onze stad van een den na tuurlijken dood gestorven kalf het ge volg heeft gehad, dat men slagers daar voor aanzag, die er part noch deel aan hebben. Wij kunnen dan ook thans nog mededeelen dat, naai- wij ineenen te we ten, geen Middelbuggsche slagers bij het geval betrokken waren, terwijl wij er ook gaarne aan toevoegen, dat wij de overtui ging hebben dat ook onder de kleinere slagers zeer velen zijn, die even goed vleesch leveren als de groote. Als wij dan ook waarschuwen uit de doppen te kijken, bedoelen wij allerminst, dat men de kleine slagers moet passeeren, maar als men ook maar ©enigszins twijfelt, is een nader onderzoek, zoo noodig bij' de keurmeesters, zeer aan te bevelen. Vlissingen. In de hedenmiddag gehou den raadsvergadering werd o.a. overge legd een bericht van den commissaris der Koningin, waarbij aan den burge meester een verlof gedurende de geheele maand Augustus wordt verleend. Verder een verzoek van de vereeniging Zeevaartschool, om de subsidié met f200 te verhoogen, zulks in verband met de noodzakelijkheid van het aanstellen van een nieuwen leeraar, met wien het per soneel zat worden uitgebreid. Een schrijven van het Algemeen Arm bestuur, waaruit blijkt dat de kosten Van verpleging voor patiënten derde klasse in het Gasthuis f 1.25 en in het St. Jo seph Ziekenhuis fl.50 bedragen, waarom het Armbestuur voorstelt geen armlastige patiënten in laatstgenoemd gesticht op tie doen nemen. Een verzoek van de slagerspatroons om evenals te Middelburg be bepalen dat van buiten de gemeente ingevoerd vleesch ge keurd moet zijn door een veearts. Van de te behandelen punten noemen wij voor heden het volgende, (op de an dere komen wij nader terug). Zooals blijkt uit ter openbare behande ling aan den gemeenteraad door B. en W. gedaan, was vroeger een deel der haventerreinen, toen deze nog bijl de Kon. Maatschappij in exploitatie waren, name lijk het terrein tusschen het kanaal door Walcheren en de tweede binnenhaven, verhuurd aan de Pakhuismeesteren te Rotterdam. Het huurcontract liep 1 Sep tember 1913 af en werd niet hernieuwd. Met het oog op de overname van de exploitatie der haventerreinen door de gemeente zijn B. en W. verleden jaar reeds in overleg getreden met den heer Adolph Kern, industrieel te New-York, om op be doeld terrein eene nieuwe exploitatie te beginnen. Deze heer wilde n.l. gemeld terrein gaarne huuren voor opslagplaats ten behoeve van eene alhier op te rich ten petroleum-raffinaderij', waar uit ruwe petroleum zullen geraffineerd worden als hoofdproduct asphalt en als bij-producten gasoline, naphta, stookolie en andere re siduen. In de vergadering van den gemeente raad van 4 December 1913 (met gesloten deuren) werd besloten met genoemden heer een Voorloopige overeenkomst aan te gaan ter verhuring van het terrein, welke over eenkomst nageleefd zou worden, als de overeenkomst tusschen den staat der Ne derlanden en de gemeente door de wet 'bekrachtigd zou, zijn en de in de voor loopige overeenkomst bedoelde naam- looze vennootschap zou zijn opgericht. Beide is geschied, de overeenkomst tus schen rijk en gemeente is door de wet bekrachtigd en bij notarieel© acte van 9 Mei j.l. is opgericht te Rotterdam de N.V. „Nederlandsche Petroleum en As phalt Maatschappij", met een maatschap pelijk kapitaal van 2 millioen gulden, waarvan aanvankelijk zijn uitgegeven 1000 aandeelen ad f 1000 elk. Bij nader ingewonnen inlichtingen blijkt deze maatschappij op soli eden grond slag te berusten. Bovendien heeft hij reeds ten kantore van den gemeenteontvanger de in het voorloopig contract bedoelde som gestort. Het is daarom, dat B. en W. den raad verzoeken zijn goedkeuring te hechten aan een ontwerp besluit tot verhuring Van bedoelde terreinen aan ge mélde maatschappij'. Volgens dit ontwerp opgerezen, bet zwarte oog flikkerend van 'een dweepachtigen gloed, zich schuddend in de lomepn, die zijn gemarteld lichaam bedekken, heeft die man iets, dat vrees en ontzetting aanjaagt. Als 'de Jonker weer buiten staat, haalt hij diep adem; hij werpt een langen blik (n aar de sombere hut van den kluize naar, en dan wandelt hij terug naar 's Heeren Loo, met gebogen hoofd en strak gelaat. Het zijn .de adders, die weer be ginnen te knagen in zijn binneste; het is een heimwee naar den Leuvenumschen burgt en een heimwee naar boven; een bange zielestrijd, die zijn krachten onder mijnt. I l Op den buitenhof komt broeder Ansel mus hem te gemoet. „Hoe gaat het?" vraagt de broeder, en de Jonker antwoordt: „Ik ben ziek." „Alle menschen zijn ziek," zegt de broeder, „maar Christus heelt de gebro- kenen van harte," en bij neemt tien Jonker mede naar zijn cel, om de wonden van Edelhart's ziel te balsemen. De Jonker werpt zich neder op de harde bank, stut het moede hoofd in de handen, en terwijl zijn ellebogen op de knieën rusten, klaagt hij over zijn droe vig lot. v i „Christus heeft !een zwaarder lot onder gaan," zegt Anselmus met zachte stem. „Maar ik ben onschuldig," barst de Jonker uit, en als de broeder herneemt: zal de maatschappij voor de over te ne men getimmerten enz. betalen f63.000 en verder voor huur van 1 April tol ultimo December 1914 f210 per maand en verder per jaar f 2500. De Maatschap pij verplicht zich per jaar minstens drie tankbooten met petroleum in de haven van Vlissingen te doen binnenloopen, terwijl' zij indien deze bepaling niet wordt nage leefd een boete van f 500 aan de gemeente verschuldigd is. Het contract wordt ge- [rekend te zijh aangegaan 1 April j.l. en te loopen tot 31 December 1974. Ellewoutsdijk. In de raadsveigadering te Ellewoutsdijk van Woensdag, waarin door den burgemeester, namens de kin deren van den overleden ambachtsheer fraaie foto's in lijst van hunne ouders ter bewaring in de raadzaal werden aange boden en welke geschenken hoogst dank baar werden aanvaard, werden de geloofs brieven van het gekozen raadslid den. heer A. Luteijn onderzocht en in orde bevonden. De gemeenterekening werd goedgekeurd, met een ontvang van £42928.63, een uit gaaf ad f42178.095 en een goed slot van f 750.535. Besloten werd aan te gaan een geld- leening lot dekking der koeten van ver nieuwing der straten in de bebouwde kom van het dorp tot een bedrag van £2500. De leden toonden zich hoogst tevre den met de verkregen resultaten van het teren der steenslagwegen, waardoor de; lö beide wegen in een goeden toe stand zijn gekomen. (M. Ct.j' Van Dale's Groot Woordenboek der Ned. Taal. Uitg. Martinus Nijhoff, 's Gravenhage, en A. W. Sijthoff's Uitgevers-maatschappij, Leiden. Het „Groot Woordenboek" van Van Dale geeft, zooals we reeds vroeger moch ten opmerken een grooten schat van woorden en uitdrukkingen op het gebied; van wetenschap, op het gebied van kunst, op het gebied van techniek, ja op welk terrein al niet. i Groote waarde heeft de „van Dale" o.a. om de uitvoerigheid en volledigheid, waarmede alles wat onze schoone taal eigen is, er in verwerkt is. Hij bevat talrijke zoowel meer algemeene als ge westelijke spreekwoordelijke én andere uit drukkingen, voor den adspirant taal- en letterkundige van onnoemelijke waarde. Ziehier b.v. een kleine proeve van be werking: Neep, v. (nepen), het knijpen (met de vingers): bij gaf mij eene gevoelige neep in den arm; overgebleven teeken eener knijping: de neepjes in eene muts; (fig.) schade, afbreukiemand eene groote neep geven, eene groote schade of ver lies toebrengen; (gew.) oprijg in een rok; (gew.) kleurhoutje. Neer. 1. (neren) (Zuidn.) dorschvloer; 2. (neren) draaikolk, tegenstroom: juist in dat eind heeft de rivier veel neren (fig.) hij is in de neer geraakt, het loopt hem tegen; 3. zie Neder. Aflevering 8, dezer dagen uitgekomen, is al ver In de „O". Vliegen-statistiek. De volgende statistiek toont aan op hoe ongelooflijk snelle wijze de vliegen zich vermenigvul digen Den len Mei legt een vlieg 120 eieren; den 10 Mei leggen 60 vliegen 7200 eieren den 20 Mei leggen 3600 vliegen 432.000 eieren; den 30 Mei leggen 216.000 vlie gen 25.920.000 eieren; den 10 Juni leg gen 12.960.000 vliegen 1.555.200.000 eie ren; den 20 Juni leggen 777.600.000 vlie gen 93.312.000.000 eieren; 30 Juni leggen 46.656.000.000 vliegen 5.598.720.000.000 eieren; 9 Juli leggeu 2.799.360.000.000 vliegen 335.923.200.000.000 eieren; 19 Juli leggen 167.961.600.000.000 vliegen 20.155.392.000.000.000 eieren; 29 Juli leg gen 10 t.rillioen 0.77.696.000.000.000 vlie gen 1.209.323.520.000 millioen eieren; 8 Augustus leggen 604.661.760.000.000.000j vliegen 72.559.441.200.000.000.000 eieren; 18 Aug. leggen 36.279.720.600.000.000.000 vliegen.I f „Was Hij dan niet?" zwijgt de Jonker. Doch hij kijkt niet op; de oogen zijn star op den grond gevestigd, en een on uitsprekelijk bittere plooi legt zich om! zijh lippen. L Een der krankenbroeders roept broe der Anselmus, om even in de ziekenzaal te komen. Gart Hijlaart, de arme straat kunstenaar, die veertien dagen geleden de bevolking ran Harderwijk nog deed schateren om zijn potsenmakerijen, heeft het doodsbenauwd, en snakt naai" lucht en adem. Broeder Anselmus gaat met den kran- kenbroedei' mede, en als hij terugkomt, zit de Jonker daar nog in dezelfde som bere houding. En de broeder met zijn bleek gelaat, die zelf zoo'n diepen lij densweg achter zich heeft, begint te spreken van de vijf wonden van Jezus, en van het ingaan door die wonden en van de zelfverloochening. Hij noemt' de verschrikkelijke verdenking van den Burgt- beer een droevig misverstand, maar smeekt den Jonker, daarover niet verdrie tig te worden, en vast te gelooven, dat alle dingen ten goede moeten medewer ken, dengenen die God liefhebben. Hij roemt het minnelijk aankleven van God, de afsterving van alle creaturen en het verzaken van zijn eigenheid, om te beter Christus te kunnen navolgen. (Wordt vetfvojgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 5