Wo. 348
Donderdag 33 Juli 1914
38e Jaargang
Iets over histsrisÉ materialisme.
Buitenland.
De Broeders van St. Jan.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FüRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Qosterbaan Le Cointro Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
1.25
0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Wat is het historisch materialisme 1)
Het mag niet worden verward met het
natuurwetenschappelijk materialisme. met
het materialisme van Bücher, Vogt en
Moleschott. Het staat in nauw verhand
met het Engelsc-he materialisme, waarvan
Darwin en Huxley de twee voornaamste
aanhanger-s zijn.
liet historisch inaterialiohie leert dat
de mensch een produkt is yan naluurlijke
en maatschappelijke krachten. Al zijn den
ken en do-en wordt bepaald door de na
tuur die hem van lucht, en de maat
schappij, die hem van voedsel voor
ziet. In hun strijd om het bestaan ont
wikkelen de menschen hun beste gaven.
Al naar die strijd heftig en in onderling
krakeel, of verstandig en eensgezind tegen
de natuur wordt, gestreden, zullen de
menschen zelfzuchtig en wantrouwig of
altruïstisch 2) gezind zijn.
In de produktiewijze wortelt het morali
teitsgevoel der menschen, en dat niet al
leen, maar ook hun kunst- en godsdienst
zin. De ideeën en idealen der menschen
komen niet uit de wolken, maar bloeien
op uit de maatschappij. De fundamenten
van het voelen en denken der menschen
zijn de eerste behoeften van dien mensch:
licht, lucht en voedsel. Daarvoo-r strij
dende heeft hij al het groote en schoone
voortgebracht dat bestaat, en zal hij het
toekomende voortbrengen. Zoo is dus het
socialisme niet een ethische8) beweging.
Neen, het is een klassenstrijd, een strijd
om te verkrijgen hetgeen men mist en
waarop men meent evenzeer recht te heb
ben als zij., die hem berooven. Die ,,men"
is dan de uitgeschudde arbeider, die
„roover" is de kapitalist, de bourgeois.
Wat wij hierboven afdrukten van het
historisch materialisme is niet van ons
maar van een sociaaldemocraatnu wij
len Com-elie Huygens.
Deze dame 'heeft den zoeten droom
gedroomd van de heerlijke toekomst, wel
ke het socialisme, met name het bis to
nisch materialisme, in vereeniging met
de theosophie brengen z:ou. Zij wekte
alle arbeiders op socialist en theosoof4;
te worden. Eene leer die reeds velen
heeft teleurgesteld. Mag men ook niet ge-
looven dat zij: de arme- schrijfster mis
leid heeft; immers kort na haar geest
driftig optreden in de gelederen van het
roode proletariaat maakte zij' door zelf
moord een eind aan haar leven.
Het historisch materialisme is dan ook
niet, zooals mevrouw Huygens leerde, een
verheffende leer, al trachtte zij' dit te
bewijzen met de bewering dat „socialis
tische materialisten tro-tseeren veelal ar
moe err laster ter wille van hunne over
tuiging", -een beweriirg die op zichzelf
eerst nog bewijs zou behoeven alvorens
als bewijsgrond te kunnen dienst doen.
Neen, het historisch materialisme
niet anders dan de toepassing van het
meest platte materialisme op de J>e-
schouwing der geschiedenis.
Rudolph noemt het „de beschouwing
Feuilleton.
Door H. PENNING.
(Nadruk verboden).
.69)
De Jonker wist niet eens, waar de
kluizenaar woonde, maar hoevenaar
Arendsz, die juist een koppel schapen
naar de weide- bracht, heeft hem den
weg gewezen naar de vesting der een
zaamheid, waar de strijder van Christus
de -aanvallen van wereld en eigen vleesch
weerstaat. Trouwens ieder inwoner van
Ermelo en 's Heeren Loo- kent den Here
miet, !en de armsten (kennen hem het beste.
Met het heugelijk Sinterklaasfeest is hij
de onzichtbare weldoener van behoeftige
kinderen, en het gebeurt meer dan eens,
dat een dagl-ooner, wiens spade is gebro
ken, des morgens een 'nieuwe spade te
gen de deur vindt gezet, of dat ©en dor
per, zich vroeg opmakend, om zijn akker
te spitten, tot zijln verbazing ziet, dat de
akker reeds op een grondige manier is
omgelegd. Of zoo- hij' de zeis in het hooi
land wil slaan, het werktuig weer op
den schouder legt, en thuis komend, zegt:
„Vrouw 'tis reeds geschied- De heili
ge 'Heremiet is mij voor geweest de
Maagd Maria moge het hem beloonen."
Axendsz zelf vertelde aan den Jonker,
der gansche historie met een rnateria-
listischen bril". Het is de verklaring der
historische feilen uit louter stoffelijke oor
zaken. O, ja, zijne aanhangers erkennen
ook wel nevenfactoren; maar in hoofd
zaak heheei'schen toch stoffelijke oor
zaken de geschiedenis.
Alle feiten in de geschiedenis worden
hieruit verklaard. Aiozes, Jezus, Paulus,
de martelaren, de hervormers, de mannen
der goede zoowel als der slechte revolu
tie, hun drang naar het goede, naar ver
betering, naar omkeering, hun optreden,
'tmoet alles verklaard worden uit stof
felijke oorzaken. Zij waien ontevreden met
het bestaande, zij hadden gebrek, zijl wil
den hooger op; zij haatten de kapitalis
ten; zij' wilden stoffelijke rijkdommen be
zorgen, hetzij aan zichzelf, hetzij aan
anderen. Altegaar stoffelijke dingen, idie
hen leidden tot de bekende daden.
Dit historisch materialisme is door zijn
geestelijken vader, Karl Marx, ook phi-
losophisch verklaard geworden. Want
zoo leerde hij er is niets anders- dan
stof; en de beweging is de eenige wijfee
van bestaan der stof. Ook de heerschen-de
begrippen en zeden zijn niet anders dan
de afspiegeling der iieerschende stoffe
lijke toe-standen. Zoo is het van alle tij
den geweest. De wijze van voortbrenging,
Zegt hij, van het stoffelijke leven bepaalt
het sociale en geestelijke levensproces.,
Niet het bewustzijn der menschen bepaalt
hun maatschappelijk zijn; maar omgekeerd
hun maatschappelijk zijn bepaalt hun
bewustzijn.
Hiermede .wordt aan godsdienst en ze
delijkheid hun wezenlijke grondslag ont
nomen, en worden beide- feitelijk opgehe
ven.
Maar hoe denkt zich dan in die leer
de socialist den loop van 't rnenschelijk
geslacht?
0, heel eenvoudig, zoo hij denkt.
De mensch is een dier, een, zij' bet
ook zeer ontwikkeld, mensch-dier. Oor
spronkelijk tam en mak, toen (in de oer
tijden 1) de gemeenschappelijke eigendom
nog bestond. Eens zal hij' weer tam en
mak zijn, wanneer de toestand weer tot
den gemeenschappelij-ken eigendom zal
zijn teruggekeerd. Want naarmate het pri
vaat bezit baan brak, werd de mensch,
de bezitter althans, een roofdier, die den
ni-et-bezitter uitbuitte. En zoo, wij1 zagen
het hierboven uit de woorden van Cor-
nelie Huygens, is de klassenstrijd ontstaan,
de strijd tusschen d-e verdrukt© slaven en
de heeren.
Als gevolg van dien klassenstrijd heeft
de menschheid vier gestalten doorgemaakt.
Eerst was er de .Aziatische maatschap
pij die der aartsvaders en hunne nazaten
en omwonende Volken. Daarna de
Grieksch-Romeinscbe, dez© werd weer ge
volgd door de feudale, die der middel
eeuwen, en thans leelt men onder de
kapitalistische. En in al deze gestalten
is het privaat h©z,it steeds minder gewor
den. In de patriarchale maatschappij wa
ren vrouw en kind het privaat eigendom
van den man; in d-e antieke maatschappijl
was dit niet meer zoo, doch bleef het
terwijl hij dezen naar de tusschen hoo
rnen ten struiken verscholen hut van den
kluizenaar leidde, hoe hij drie jaar geleden
met dezen eerbiedwaardigen en onzelf-
zuchtigen man de aangenaamste ervarin
g-en had gemaakt. Zijn vrouw was ziek;
de kinderen lagen aan de mazelen, en
het Was hem onmogelijk, de werkzaam
heden, door den oogst vereischt, bij te
houden. Maar de kluizenaar hielp, zon
der dat zijn hulp was gevraagd. Toen
Arendsz met de sikkel kwam, om het
koren te maaien, lag het al tegen den
grond, en toen hij; er den volgenden mor
gen heenging, om het in schoven te bin
den, was het werk reeds volbracht. De
hoevenaar wist veel van hem te vertellen.
Hij ihad eens het zwiepen gehoord der
geknoopte geeselkoorde, waarmede de klui
zenaar zich den rug! vaneen reet, en daar
op 'had de kluizenaar geschreeuwd: „Mijn
zonden, mijn zonden. Ik zal u kruisigen,
losbandig vleesch."
Hij was leen heiligeeen. Godsman.
O, ter was geen twijfel aan. De geburen
verzorgden hem van eten, dat zij, zonder
•een 'woord te zeggen, in zijn venster
raam zetten, doch boter en eieren ver
smaadde hij en niets wilde hif aannemen
dan droog brood.
En de oogen van dezen geweldigen
Godsman rusten thans op den Jonker,
die daar eerbiedig, bleek, in gebukte, hou
ding, als een arme bedelaar voor een
Koning staat.
stelsel van slavernij gehandhaafd; in de
feudale maatschappij werd dit stelsel door
het zachtere, dat van lijfeigenschap, ver
vangen; in de kapitalistische maatschap
pij bestaat ook hiervan niets meer, doch
strijdt het socialisme tegen de „loonsla
vernij", en voor den grond en de pro
ductiemiddelen aan de gemeenschapkomt
het daartoe, dan zal men beleven de so
cialistische maatschappij. Dat zal de hoog
ste trap der samenleving zijn, zoo rede
neeren de socialisten. C. Huygens vertelde
op een sludentenm-eeting dat stellig in
een latere samenleving menschen met een
ander gemoed thuishooren. Maar er zullen
dan vanzelf andere menschen zijn, geen
egoïsten, maar altegaar altruïsten; en al
len aanhangers van de 'theosophie, een
mystiek met gemeenschapszin als basis-,
tenminste, zoo veegt zij -er aan toe, wan
neer men in d-e toekomst nog behoefte
aan mystiek hebben zal.
Wie nog rekent met het. vraagstuk der
zonde, haalt den schouder op voor zoo
danig een dwaalleer. Jl-et pararijs is niet
meer op deze aarde, en zal ook in deze be
deeling niet meer op aarde worden her
steld. Ook in de socialistische maatschap
pij, zoo zij althans komt, zal de zonde
naar verwoestende werking deen gevoelen.
Historseli Materialisme de leer die in
de getchiedenis der inenscliheid de hoofdrol
toekent aan de stof en de geeneiijte ontwikk: ling
daaraan ondergeschikt onderstelt.
a) Altruïsme toewijding aan anderen. Het
tegenoveigesteide van egt tone.
3) Etisclie zz zedelijke,
Theosoof, aanhanger van de leer, dat o a.
de ziel hij liet sterven van het lichaam in een
ander lichaam overgaat (teïncarnatie) en de
mensch daardoor steeds edeter wordt, toï hij bij
den laatsien overgang Oode gelijk woidt,
5) Stofve'goding.
Vermeng u niet met dezulken.
Tijdens de Almelosehe werkstaking,
waartoe glich ook een vijftigtal Chr. Prot.
mannen ©n meisjes lieten verlokken, wer
den d© lakens uitgedeeld door een sociaal
democraat den heer Kupers, en hadden
de .modernen", zioo noemt zich de socia
listische vakvereeniging, den boventoon.
Bij de Haagsehe tramstaking, overigens
eene, ons vrijwat minder antipathiek dan
de Almelosehe coniectiestaking, gaat het
weer net zoo. Men houdt openbare ver
gaderingen en de sociaal-democraten pra
ten daar, als-of all© stakers socialisten,
verdrukt© proletaren waren, mannen die,
als 'Jer opi aankomt, den eerbied voor
gezag en vrijheid (ook om door te wer
ken!) aan hun laars lappen. Men propa
geert er het socialisme, den "klassenstrijd
en de revolutie.
Niet te verwonderen, dat een onzer
bladen naar aanleiding hiervan een klacht
slaakt.
Over het algemeen staat onze ar
beidersbevolking nog op. het standphnt
der Christelijke moraal. Daarom biedt
Samenwerking der Protestantse he met
de Roomsche arbeiders niet alleen,
maar ook met de mannen van het
Verbond van Heldt, in den regel geen
zwarigheid. Maar, moeielijk is de samen
werking ,met de Socialisten; niet. al-
„Volg mij1'-" zegt de Heremiet langzaam,
•en -de Jonker volgt hem in de hut. En
de Jonker draait het hoofd, links en
rechts kijkend, Qmdat alles, wat met
dezen belangwekkenden man in verband
staat, voor den toeschouwer van het
grootste gewicht moet zijn. Boven de
schouw grijnst 'een doodshoofd, en daar
naast staat het ij'zeren crucifix, waar
mede de Heremiet den kwelduivel Os-
schaert 'zoo triomfantelijk heeft op de
vlucht geslagen. Aan een spijker hangt
een afgedragen schapenpels en kap-
daarnaast ©en harp en aan d-e tegenover
gesteld zijde de vreeselij'ke, bebloede
geesel. Op eens hoort de Jonker een
vreemd klapgewiek boven hem; het is
•een uil, die uit een donkeren hoek op
vliegt, om in den tegenovergestelden hoek
weer neer te strijken. En in het midden
dezer sombere woning, vol stof en spin
rag, waar bet licht des hemels slechts
spaarzamelijk doordringt, staat een werk
tafel met allerlei gereedschappen: zooals
hamer en bijtel, zaag en nijptang, terwijl
op een hoek dezer tafel aan een spijker
©en inktkruikje hangt.
De Heremiet neemt den Jonker op met
■een strengen blik: als een. rechter, die
een misdadiger voor zich heeft.
„Wie zijt gij eigenlijk?" vraagt hij, en
als de Jonker antwoordt, dat hij de zoon
van den hieer van Leuvenum- is,- wijkt
de Heremiet een schrede achteruit. Maar
onmiddellijk bedenkt hij zich weer, zeg-
leen pmdat dezen, in onderscheiding
van de andere groepen, op het stand
punt yan den klassenstrijd staan, maar
omdat zij bovendien in gemeenschappe
lijke vergadering zich ook aanstellen,
alsof dit standpunt voor arbeiders uiter
aard het eenig denkbare standpunt
ware. En daarom zijn juist zij, die
steeds zoo op eenheid aandringen, de
mannen, welke aan de eenheid het
meest in den weg staan.
Zoo is het.
Daarom achten wij het zoo gevaarlijk
dat onze mannen zoo zij zich al ge
roepen voelen met dit soort menschen
mee te doen, zich in hunne vergaderin
gen laten be-applaudisseeren. Mede sta
ken wil toch niet zeggen, dat men ook
zitting neemt in den rooden raad.
Het blijft toch maar al te zekerKwaad
gezelschap doet dolen. En dan nie
mand denkt er aan om in die vergaderin
gen ,waar de socialisten hun verderfelijke
leer prediken, daartegen op; te komen-
Alsof er niet een stilzwijgen en toezien
ware, waarmee men zich aan de zonde,
bijvoorbeeld van opruiing tegen bedrijfe-
gezag en arbeidsvrijheid schuldig maakt.
Wat voor nut steekt er in dat de pre
sident der Anti-Revolutionaire 'Kamer
club in zoodanige vergadering-en op
treedt? Of is hij de volmaakte man die
bij zoodanige gelegenheden zelfs in woor
den niet struikelt, de machtige die zijn
tong houdt in toom?
Waarom vergaderen onze menschen
voor dergelijke gelegenheden niet apart
Waar is het goed voor dat zij luiste
ren naar Heykoops en Spiekmans en hoe
zij meer heeten mogen, en mee helpen
de socialistische sprekers te verheerlij
ken?
't-Kan goed, 'tkan nuttig zijn dat men
staakt tegelijk met die anderen, maar het
kan nooit goed zijn dat men zich met
hen vermengt.
Men boet er zedelijk en geestelijk veel
meer in dan men er stoffelijk bij opgelegd
krijgt.
Gelijk in het staatkundige: geen fusie,
maar confederatie, zoo ook in het maat
schappelijke. En geen door elkander loo-
p'en als bliksemen, gelijk in 1894, treu
riger gedachtenis.
De naam Tak klinkt na bij elk derge
lijk gebeuren, vooral in de arbeiderswe
reld, waar onze jongemannen en meisjes
zoo lichtelijk worden aneegesleep-t daar
heen, van waar terugkeer zoo moeilijk,
zoo bijna onmogelijk is.
Sociaal-democratisch Terrorisme.
Wie de socialistische bladen leest, ont
vangt herhaaldelijk gelegenheid om zich
t-e éhgeren aan de zijdelingsohe aanspo
ringen der leiders bij gtakingen om de
„onderkruipers" te knechten. Er worden
dan geheimzinnige wenken gegeven, zoo
in den trant van die waarin de heer
v. d. Goes wiel eens heeft uitgeblonken,
zoo op de grens van strafrechtelijk ver
volgbaar, waar de rechter niets tegen
doen kan, en waar toch de goede ver
staander genoeg aan heeft.
Tot dat soort openhartige stiekemerds
in het geven van „goeden" raad schijnt
ook de heer Duys, wethouder van Zaan
dam, te behooren. Deze toch heeft, vol
gens „De Vrijzinnig Democraat", in den
Zaandamschen Raad gezegd:
gend: „Zie, dat is nog mijn vtee-schelijke
natuur. Ik wilde u verachten, omdat gij
de zoon van een edelman zijt, terwijl ik
slechts die rijkdommen mag verachten, die
hij bezit hier. zet u."
En hij schuift den Jonker de harde
bank toe, waarop beiden zich neerzetten:
te midden van stof, vuilheid en onzinde
lijkheid.
Eten g roote, dikke spin begint een
draad 'te weven van af de ontbloote kruin
van den zonderlingen man naar een poot
van de tafel, en terwijl de Heremiet dit
merkt, blijft hij onbeweeglijk zitten, om
de Spin in haar arbeid niet te storen.
„Wat zoekt gij hier?" vraagt de Here
miet, 'en de Jonker antwoordt: „De ziels
rust, die jk ontbeer; gij zijt een heilig
man, len ik ben gekomen, u-we wijze raad
gevingen te hooren."
De kluizenaar schudt heftig met het
hoofd, om deze loftuiging af te wijzen,
en vraagt daarop in eens, met groote
spanning: „Is bet spinrag niet gebroken?
Waar is de kruisspin gebleven?"
„Daar kruipt z-e heen", zegt de Jon
ker, toet den vinger naar den leemen vloer
worden: „wil ik ze dood (trappen, eer
waarde Vader?"
„Ben je krankzinnig gieworden?" barst
de Heremiet uit; „wat heeft die spin jou
wreedaard, misdaan, dat gij ze wilt doo-
den? En achter uiw ioftuigingen over inijn
heiligheid zie ik de verzoekingen van
Sanataa, die mijn hoogmoedig vleesch wil
„dat die rechts zaakjes voor zoo'n
onderkruiper toch ook geen prettige
gevolgen kunnen hebben, want als
straks de stakers weer werken, w,ie kan
dan constateeren hoe het precies ge
komen is als zoo'n onderkrui
per bij ongeluk een zwaren
balk op zijn teen krijgt".
„Het Volk" schrijft:
De burgerpers meldt, dat Brugman
(een kantoorbediende) Zaterdagavond
laat nog een pak slaag heeft ontvan
gen.
„We weten er niets van en hij de
stakers was eï evenmin iets van be
kend.
„Verwonderlijk is o.i. alleen, dat er
van de onderkruipende kantoorslaven.
al niet eer, en meerderen een
pak ransel opliepen. Ze gijn
maandenlang met voorbeeldig respect
behandeld, en hebben bij hun vuil
werk, zeker nu geen reden tot kla
gen".
Wij hebben in deze aanhalingen een
paar zinnen gespatiëerd.
Wij Vestigen er de aandacht op, omdat
wij er gevaar in zien dat onze Chr. werk
lieden met op deze wijze tot moordaanslag
aangezette menschen saamwerken. Im
mers van dergelijk saamwerken komt een
stilzwijgend aanhooren van opruiende
taal, en er volgt allicht een instemmen
op en een meedoen.
Ware een „Non tali auxilio", derge
lijke hulp verlangen wij niet, in zoodanige
gevallen toch maar niet b'eter?
Frankrijk.
Caillaux is gisteren -gelukkig geweest.
De procureur-generaal heeft n.l. ver
klaard, dat de bescheiden, waarvan eer
gisteren sprake is geweest, de afschriften
zijn van bescheiden, die niet beslaan,
en niet bestaan hebben en die dus geen
rol kunnen spelen in dit proces.
Dit is één meevaller.
Er volgde een tweede incident, waarin
Caillaux een tweede overwinning behaal
de. Heel handig pareerde hij verschillende
aanvallen naar aanleiding van zijn be
schuldiging-en van de Figaro en C'almette
en met succes verdedigde hij zijn finan
cieel© politiek.
Caillaux had de Figaro en Calméititel
aangevallen met vele bescheiden betref
fende verschillende zaken, o.a. betreffen
de een ondersteuning van 30.000 francs
Van de Hongaarsche regeering aan de
Figaro. Het 'blad had gistermorgen alle
beschuldigingen van Caillaux bestreden
en de voorzitter van den raad van be
stuur der Figaro, de ex-schoonvader van
Calmette, Prestat, Vroeg een protest te
mogen uitbrengen vóór het Hof.
Prestat las een lang stuk voor, waarin
de argumenten van het artikel in de Fi
garo werden herhaald.
Caillaux, volkomen in zijn element, aan-
matigender dan ooit, maar buitengewoon
sterk, dreef Prestat in het nauw. Hij las
een brief voor, die, indien hij echt is,
Prestat's betoog geheel omverwerpt en
vroeg toen op kalmen, ironischen toon:
prikkelen."
Om die verzoeking te weerstaan, en
zich te dieper te vernederen, gaat hij aan
den jongen man vertellen, wat andere
kluizenaren voor hem zoo al hebben ver
richt.
Hij heeft veel omtrent hen onderzocht,
en in de bibliotheken van het Vatikaan
te Rome, waar hij in vroegere jaren de
vurige begeerte, om zelf een dooi' God
gébenedeide kluizenaar te worden, heeft
ingezogen, verslond hij de handschriften,
die over de heremieten handelden.
Meer dan één edel en beroemd veld
heer, die legers aanvoerde, 'heeft zijn dagen
op christelijke wijze besloten, door het
stof dezer gevaarlijke wereld van zijn
voeten te schudden, en in de barste woe
stijnen zich terug te trekken, terwijl me
nig hooge geestelijke, zooals de aartsbis
schop van Ravenna, den mijter vaarwel
zeide, om zich met de pij van den klui
zenaar te kleeden. Dez© groote en voor
treffelijke mannen vonden er leen geestelijk
welbehagen in, met alle gestrengheid hun
diepst verschoten gebreken op te zoeken,
en daar de kastijding het hardst te doen
nederdalen. En zeven malen in hiet et
maal spoedden zij zich, waar er gelegen
heid was, naar de kapel of de kerk, zoo
als deze Heremiet naar de kapel van het
Sint.-Joris -Ga sthui s
(Wordt vervolgd