Ao. 232
Zaterdag 4 Juli 1914
28e Jaargang
EERSTE BLAD.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Buitenland.
Uit de Pers.
Binnenland.
Zending.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Bureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Agentschap te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
f 1.25
„0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels f 1.
iedere regel meer 10 ct.
Groote mannen.
De geschiedenis toont aan, dat de groot
ste mannen, de lichtende starren aan den
hanel der menschheid, uit de laagste
standen zijn voortgekomen. Amos, de pro
feet, wiens profetie als een daverend
woestijnenwee rolt, was een veeherder
uit Thekoa. David, Israels ideale vorst
en de zanger aller volken, kwam van
de schaapskooi tot. den troon. Homerus,
de vorst der dichters, die de Ilias schiep,
>vas een bedelaar. Demosthenes, de groot
ste der redenaren, was de zoon van een
zwaardveger. Aesopus, de grootste fabel
dichter, was éen slaaf. Virgilius, de dich
ter der Aeneïs, Rome's groote zanger,
.was de zoon van een bakker. Massillon,
de grootste Fransche kanselredenaar, was
een man van geringe afkomst. Luther
>vas de zoon van een mijnwerker. De
Ruyter heeft, eenmaal het touwslagerswiel
gedraaid. Blackstone, de grootste En-
gelsche rechtsgeleerde, was de zoon van
een linnenkoopman. Haydn, de beroem
de componist, was de zoon van een wa
genmaker. Milton was een schoolmeester.
Benjamin Franklin was een letterzetter.
Columbus was oorspronkelijk een wever.
Cervantes, de beroemde schrijver van de
Don Quichotte, was een gewoon sodaat.
Deze namen zouden allicht met tiental
ten kunnen vermeerderd worden. De ge
noemde bewijzen echter voldoende, dat
de Schepper de geestelijke talenten over
alle standen heeft verdeeld, en de lagere
in deze allerminst heeft misdeeld. En
nu zegge men niet, dat 't genie zich toch
altijd een weg baant. Wie - ze'gt ons, hoe
veel parelen op de diepte der menschen-
zee blijven liggen, omdat ze niet wor
den opgezocht? Het beurzenstelsel is de
p'arelvisscber, die de verborgen talenten
voor den dag brengt.
Met dit laatste bedoelde de schrijver
-ds. Rudolph in 1909 het stelsel
om minvermogende jongelui te helpen om
te komen tot het Ambtenaarsexamen in
Neerlands Oost-Indië.
Onze grootste mannen zijn in en dooi
de ellende groot geworden.
Invaliditeitsrenten.
Mr. Tasman (vrijzinnig-democraat) wijst
in zijn „Sociale Kroniek" nog eens op
de belangrijkheid van de Invaliditeitsver
zekering, waarvan de uitkomsten in 1913
waren als volgt:
In dat jaar zijn in Duitschland ver
leend 134159 invaliditeitsrenten tegen
124825 in 1912. Tijdelijke invaliditeits-
renten werden er verleend ten getale
van 11806 tegen 11570 in 1912. Het
aantal ouderdomsrenten bedroeg 11906
tegen 12111 in bet vorige jaar. Op'
31 'December 1913 liepen er 998338
invaliditeitsrenten, 16555 tijdelijke inva
liditeitsrenten en 87261 ouderdomsren
ten. bi 1913 werden toegekend 8474
weduwen en weduwnaarsrenten, 303 tij
delijke weduwen- en .weduwnaarsrenten
en 25919 weezenrenten. Weduwengeld
[werd in 8082 gevallen toegekend ear
een weezenuitzet in 460 gevallen.
Het getal der vezekerde ouden van da
gen wordt onbelangrijk, vergeleken met
dat der invaliden.
In een noot teekent de redacteur der
„Sociale Kroniek nog aan, dat in het
Yoorioopig Verslag onzer Tweede Kamer
de misleidende mededeeling voorkomt
nien begrijpt wel van welke zijde dat er
in Duitschland 5 of 6 maal zooveel -in
validen als ouden verzorgd worden. Maar-
dat wijzen de cijfers wel anders uit. Het
js elf a twaalf maal zooveel.
Reden te meer om te betreuren, dat
cfc Wiet welke de Invaliden help'en zou,
zoo wordt prijsgegeven. 1
Waaraan heeft West-Europa zijn warm
klimaat te danken?
Men weet sinds meer dan 100 jaar,
dat de beide kusten van den Noord-
Atlantischen Oceaan wat hun temperatuur
(betreft zeer veel met elkaar verschillen.
Op de Europeesche kust heerschen van
jjet Kanaal tot aan de Noord-Kaap veel
Roogcre temperaturen dan met de geo
grafische breedte overeenkomen op de
Amerikaansche kust veel lagere. Zoo is
Labrador een dor land, waar, zooals
reeds de eerste ontdekkers er van zeiden,
niets te halen valt, terwijl aan de Noor-
weegsche kust in streken die 10° dichter
bij de Pool liggen, nog akkerbouw ge
dreven wordt, tarwe op 64° N.Br., gerst
0p 70° en zelfs bloemkool gedijt. Onder
dezen breedtegraad treft men op de Ame
rikaansche zijde slechts snaeuwhutten
van de Eskimo's; het zijn de onherberg
zame streken, waar -eens de geheele ex
peditie van Franklin van koude en gebrek
omkwam.
Als de oorzaak van deze ongehoorde
bevoorrechting van Europa wat klimaat
betreft, heeft Maury het eerst den golf
stroom aangewezen -en heeft later Peter-
mann de daartegen ingebrachte bedenkin
gen zegevierend weerlegd. De door hem
gegeven, kaarten toonen aan, dat de mach
tige warmwaterstroom, die van de Noord-
Amerikaansche zijlde komend, zich dwars
door den Oceaan beweegt, de Britsche
eilanden omspoelt en langs de Noordzee
kust stroomt, geenszins daar geheel ver
dwijnt, maar nog tot in de IJszee merk
baar blijft. Als een mantel omhullen deze
warme wateren Noordwest- en Noord-
Europa, terwijl de ijsstroomen van het
Noorden langs de Amerikaansche kust zui
delijk trekken. Met het drijfijs van deze
'arktische strooming geraken walrussen
haar New-Foundland en ter breedte van
Midden-Duitschland worden in N.-Found-
land soms jachten op ijsberen gehouden,
terwijl geen voorbeeld bekend is, dat dit
dier ooit in Schotland is aangeland. Ook
IJsland wordt door den golfstroom tegen
'de' grimmige winterkoude beschermd, wel
ke daarentegen in de op gelijke breedte
heerschende deelen van Groenland 'nieü
groote felheid heerscht.
De eigenlijke bron van den Golfstroom
is in de straat van Florida te zoeken,
waar jaarlijks een kwantum water d ooi-
stroomt, dat 60 tot 80 maal grooter is dan
de Watermassa van alle rivieren der aarde
te samen genomen. Deze kern van golf
stroomwater zou echter niet toereikend!
zijn* om alleen de geweldigs warmwater-
leiding door den Oceaan tot aan Noord-
Europa te onderhouden. Eerst door de
(vereeniging met het warme water dat
langs de Bahama-bank stroomt en als
Antillensti'ooni op de kaarten is aange
duid, wordt die leiding zoo versterkt, dat
ziji invloed kan hebben op het- klimaat van
onze Europeesche noordwestkust.
Onlangs heeft dr. Koppen een nieuw
onderzoek naar de oorzaak van de hoog©
warmte van Europa en van den Noord-
Atlantischen Oceaan ingesteld. Zijn ba-
vinding is, dat voornamelijk het tusschen
Schotland en IJsland gelegen zeegedeelte
in hooge mate invloed uitoefent op het
klimaat van Europa, en wel middellijk,
doordat dit gedeelte van den oceaan oor
zaak is van den lagen luchtdruk, waar
aan Europa des winters de overheerschen-
de zuidwestelijke winden van uit deni
Oceaan dankt, en ook onmiddellijk, door
dat die zee de noordwestelijke winden,
welke in Oost-Azië de koudste zijn, in
den winter in Europa tot betrekkelijk
wanne maakt.
Vragen wij naar de oorzaken, die het
noordelijk einde van den Atlantischen Oce
aan zoo zeer bevoorrechten, dan schijnt
de hoofdrol daarin te spelen de bijzon
dere ligging ten opzichte van de heer
schende winden en van de poolzeeën, die
deze van poolcirkel tot poolcirkel zich
uitstrekkende Oceaan inneemt. Want de
op zijn middengedeelte heerschende pas
saatwinden drijven de hoofdmassa van)
het daar door de tropenzon verwarmde
oppervlaktewater langs de kustlijn van,
Kaap La Roque naar Florida, vanwaar
de! zuidwestelijke winden het naar Europa
en langs >J|e noordoostelijk ombuigende
kustlijnen van dat werelddeel tot op hooge
breedten voeren.
Men ziet hieruit, hoezeer de S-vormige
gedaante van den Atlantischen Oceaan
ertoe bijdraagt, de hooge warmte van
N.-W. Europa teweeg te brengen. Ware
de Oceaan tusschen Groenland en Skan-
dinavië smaller of zijn vorm symmetrisch
met het zuidelijk van den meridiaan ge
legen gedeelte, dan zou het grootste deel
van West-Europa zijn tegenwoordige gun
stige positie nooit hebben ingenomen en
daar nimmer de cultuur zich tot dien
hoogen bloei ontwikkeld hebben.
Oostenrijk-Hongarije.
Droeve plechtigheid.
Gistermiddag heeft in de kapel van
den Hofbung de lijkpleehtigheid voor aarts
hertog Frans Ferdinand en de hertogin
van Hohenberg plaats gehad1 in tegen
woordigheid van grootwaardigheidsbeklee-
detrs, alle gezanten en vele militaire af
vaardigingen.
Smartelijke ontroering beving de aan
wezigen, toen de Keizer met de leden
van het keizerlijke huis in het oratorium
verscheen en kardinaal prins-bisschop Piff
de plechtige inzegening volbracht.
Diepbewogen volgden allen de 'plech
tigheid, na afloop waarvan de kerk ge
sloten we,rd
Omtrent de wijze, waarop1 de kinderen
van den aartshertog het bericht van den
verschrikkielijken dood van hun ouders'
vernamen, wordt in Weensche hofkringen
nog het volgende medegedeeld:
Zondagmiddag ontving men het ontzet
tende nieuws uit Serajewo op het slot
Ivonopischt, doch niemand durfde, het den
kinderen mededeelen.
Tegen den avond kwam de jongste zus
ter van hertogin Hohenberg, gravin Hen
rietta Choteck, op' het slot aan. Toen
de kinderen hun tante zagen, kwamen
zij baar juichend tegemoet. De 13-jarige
prinses Sophie bemerkte echter hoe ern
stig tante was. „Tante", vroeg zlij deel
nemend, „wat is er; waai-pm zlijt ge zoo
treurig?"
De gravin stelde alle pogingen in het
werk om rustig te antwoorden: „Kin
deren, ik heb zoo juist een telegram uit
Serajewo ontvangen, dat paplpd en mammi
plotseling ernstig ziek zijn geworden.
Weeist kalm, en ga naar de kerk ,onr
voer uw ouders te bidden".
Een oogenblik staarden de kinderen hun
tante als wezenloos aan, dan begonnen
zij hartverscheurend te weenen, en be
stormden de gravin met vragen: „Ziek?
waaro.m? waaraan? en beiden tegelijk?"
Gravin Henrietta, die nu zelf begon te
schreien, antwoordde, zoo goed zij kon.
Weenend gingen allen naar de kerk, waar
de kinderen innig voor liun ouders baden.
Ohdertusschen waren bijna alle ver
wanten der hertogin op' het slot aange
komen, en hielden een familieraad, waar
bij ook de onderwijzer der kinderen,,
Stanowski, tegenwoordig was. Dezen werd
ten 'slotte de taak opgedragen den kin
deren de verschrikkelijke waarheid mede
te deelen.
Stanowski Vertelde den kinderen, dat
oen tweede telegram uit Serajewo was
aangekomen, meldend, dat de ziekte ver
ergerd was, en men oii het ergste moest
voorbeqeid zijn.
Plotseling onderbrak prinses Sophie
haar onderwijzjer met een luiden kreet:
„Zij zijn dood, nietwaar, zij zijn dood?
Ik weet reeds alles!" x-iep de ongelukkige
prinses, en ook haar heide broertjes, de
twaalf-jarige prins Max ten de tienjarige
prins Ernst begonnen hartstochtelijk tei
huilen.
De verwanten kwamen uit de aangren
zende kamer toegeschoten; gravin Hen
rietta viel bij het zien der jammerende
kinderen in onmacht. Buiten voor de deur
stonden de dienaars en kamermeisjes, en
snikten en schreiden.
Den geheelen nacht deden de ooms, en
de tantes hun best, om de van (smart
zinnelooze kinderen te troosten. Eeïst te
gen den morgen vielen deze van uitput
ting in slaap.
Keizer Frans Jozef heeft aan de kin
deren een apanage toegekend, die hen
in staat zal stellen later op denzelfden
voet te leven als wanneer hun vader
den Oostenrijksohen troon had bestegen.
Het is nu uit de verhooi-en van ifle
beide moordenaars gebleken, dat er een
samenzwering bestond, en dat de moor
denaars door een Siervischen komitadji
werden aangeworven en van een majoor
in den Servischen genei-alen staf, vroe
ger luitenant in het Oostenrijksche leger,
uit het arsenaal te Krajugewatz de bom
men en revolvei's hebben ontvangen.
De tot dusver gearresteei-de medeplich
tigen zijn echter geen Serviërs, slechts:
Bosnische jongelieden, meerendeels stu
denten. Princip, de man die de beide
revolverschoten loste, heeft verklaard,
geen geld uit Servië te hebben ontvangen
hij zegt, de daad uit nationalistische mo
tieven te hebben verricht.
Het afkondigen van den staat van be
leg voor geheel Bosnië en Herzegowina
jvordt een noodzakelijk gevolg genoemd
van de zonderlinge werkeloosheid, om
niet te zeggen misdadige medewerking
van de autoriteiten en de politie ibij
de anti-Servische betoogingen der Mo
hammedanen en Kroaten. De verontwaar
diging en de afschuw over den moord
mocht geen aanleiding zijn om toe te
laten, dat personen, die daarmede niets
hadden uit te staan, wegens hun na
tionaliteit of hun politieke meeningen wer
den 'vei-volgd en mishandeld, en hun eigen
dom werd vernield, door een joelende me
nigte, die zich onder de bescherming Stel
de van een Oostenrijksche vlag: en een
met rouwfloers bedekt portret van den
aartshertog.
Een staatkunde van verzoening en van
vertrouwen zal hier uitkomst kunnen
geven.
Albanië.
De toestand is hachelijk.
Alle teekenen wijzen ei' op, dat 't met
het bewind van vorst Wilhelm ten einde
loopt.
De vorstin zal zich, in verband met
den toestand te Durazzo, met haar kin
deren naar Roemenië hegeven.
Prenk Bib Doda, de gevaarlijke verra
der, geniet nog steeds het grootste ver
trouwen. Ja, ook Albanië lijkt wel een
land van onbegrensde mogelijkheden.
Binnen ©enige dagen wordt dit heer
schap te Durazzo Verwacht. Hij zal met
groot eerbetoon ontvangen worden, daar
men in hem nog altijd den man ziet, die
den toestand kan redden.
Ook uit Weenen wordt gemeld, dat
Prenk Bib Doda in Albanië nog' steeds
met groote eer behandeld Wordt.
De vorst heeft hem een telegram ge
zonden om hem geluk te wenschen met
den goedgeslaagden terugtocht. Prenk Bib
Doda heeft daarop een afgezant van de
Mirdielen naar den volst gezonden om
hem mede te deelen, dat hij' zich met zijn
laatste getrouwen in een dorpje hij' Isjmi
bevindt, waar hij' versterkingen wacht om
weer aanvallend te kunnen optreden. Hij
heeft echter dringend geld noodig.
Niet alleen Prenk Bib Doda biedt den
vorst het aanwerven van kleine troepen
.aandergelijke (aanbiedingen 'zijki de laatst©
dagen zéér talrijk geweest. Zoo heeft ook
Joessoef bei, de gouverneur van de pro
vincie aan de Drin zich bereid verklaard
1000 man te leveren; hij vraagt daarvoor
negentig gulden.
Niets is echter nog in staat, om de
hoop op een goeden toekomst, zelfs: maar
op ©enig succes, te verlevendigen.
'tZiet er voor de brave strijders, w.o.
de Nederland'Sche officieren, maar droevig
uit.
RIJK GETROUWD.
Een stille burgerwoning, klein,
Zoo knusjes ingericht,
Van buiten net, van binnen rein,
Vol leven, lucht en licht.
Geen wijdsch „salon-ameublement",
Geen „divan", geen „crapaud"
Och, och 1 ze zien er op een 'cent
Ze leerden „thuis" dat pooi.
Maar wat er hangt of: staat en pronkt,
't Is of van ieder stuk
U stille blijheid tegenblonkt
Met lachjes van geluk.
Pas op 1 Voorzichtig,Kijk goed uit!
De grond lijkt een bazaar
Van bouwdoosblokken, tram en fluit,
'Gerommel door elkaar.
Daar solt een dikke jongen mee,
Zijn rijkdom en haar schatI
Daar, in de wieg:, ligt nummer twee
Wat lekk're vent is. dat!
I
Zij weet van heimlijk overleg
Bij burgerlijk gewin;
En kan er nog een duitje ;weg,
Het gaat li u n spaarpot in.
H ij is maar thuis liefst met zijkr .Kee,
Z ij thuis liefst xnet haar Jan.
Dan saam genoten van die „twee"
Wie zijn er rijker danl
i
En, gaan uit diep gevoel en plicht,
Tot, dank en stille bee
De harten open, dfe oogen dicht
De dikkert doet al mee.
I
Een stille burgerwoning, klein,
Zoo knusjes, ingericht,.
Van buiten net, van binnen rein,
Vol liefde, vrede, licht 1
I i 1 1.
En, of er alles stoeit en woelt
Óf d'at het. luchtje eens grauwt
Je bent niet binnen of je voêft:
Die twee zijn rijk getrouwd.
(„Bloesem en Vrucht", J- J- Dee,tman).
Eerste Kamer.
Het aanstaande samenzijn van de Eerste
Kamer, beginnend© Dinsdagavond, is
hoofdzakelijk bestemd voor afdoening van
de reeks kleine wetsontwerpen van de
Tweede Kamer ontvangen. De belastings
wetten zullen vóór het a.s. recès niet
behandeld woi-den, omdat het afdeelings-
onderzoek van dien omvang was, dat. liet.
zich laat aanzien, dat het voorloopig ver
slag eerst ver in de tweede helft van
Juli te verwachten is.
Liberalen over ons Credo.
Niet genoeg kan er aan herinnerd wor
den, hoezeer men van liberale zijde
Steeds zijn eigen corrypheën verloochent.
Ons Credo.: „Bijzondere Scholen regel
en Staatsscholen aanvulling", wordt nu
weer bespot, op de kaak gesteld en als
het u 11 i m u m van paedagogische dwaas
heid belasterd.
Maar lees nu wat mannen als Thoi*-
becke, Buys, De Louter, Van Houten er
.van zeiden.
Zie hier enkele van him uitspraken';
Thorbecke sprak
„Een land, waar enkel bijzondere scho
len zijn, zioui zich zeer wel kunnen be
vinden. Het onderwijzen is geen taak van
de regeering. De Regeering moet, alleen:
voor een publiek onderwijs zorgen, omdat
de bijzondere personen gemeenlijk te kort
schieten."
Ruys liet zich aldus uit:
„Of de Openbare dan wel de Bijzon
dere school hoofdzaak zal zijn, is een
vraag, die niet de wetgever beslist, maar
de vrije maatschappij, welke naar eigen
goedvinden aan de ©ene of aan de andere
de voorkeur geeft."
De Louter oordeelde
„Voldoet het onderwijs,''door privaat
personen, kerkgenootschappen of andere
sociale groepen aan alle redelijke ver-
eischten, dan bestaat er inderdaad geen
'grond voor StaatsonderwijsOp dit
gebied is dwang slechts gerechtvaardigd*
indien vrije krachten ontbreken of te
tekort schieten".
Van Houten schreef:
„Ik wil 'toegeven, dat een stelsel,
waarin bijzondere scholen regel zijn en
gemeentelijk© scholen slechts de leemten
aanvullen, welke de bijzondere vereen^
gingen en degenen, die van het onderwijs
een bedrijf maken, laten, in menig opzicht
de voorkeur verdient boven ons tegen
woordig stelsel".
Thorbecke sprak in 1865 ,nog sterker:
„Ik zou zelfs den toestand niet vree
zen het bijzonder ondierwijs algemeen
verspreid en van overheidswege desnoods
aangevuld. Ware de ontwikkeling zoo ver
gevorderd, dat men-tot dien toestand kon
komen, ik zou het een geluk voor het
land rekenen en daartegen niet opzien".
en Hub recht schreef:
„Een dwingeland staat in Nederland bij
niemand in aanzien. Vooral niet, als hij
liet waagt te heerschen over de geesten,
over de uitingen des gemoeds en deze
tracht te dwingen in een© door hem be
geerde richting. Zulk een dwingeland deed
in 1857 en in 1878 zijne macht in onze
wetgeving .op het lager onderwijs terdege
gevoelen. En in 1889 is de dwingeland
in eene der middelen, waarmede hij 'zijn
tirannie uitoefende., zij het ook in geringe
mate, beperkt, enz.
Laat ons inplaats van reageeren tegen
hetgeen thans wettelijk is vastgesteld,
veel liever aannemen, dat de „sobere
noodpenning" terecht wordt uitgereikt.
Maar laat ons dan tevens ruiterlijk len
oprechtelijfc erkennen, dat daarmede op
verre na niet alles is gedaan wat ntfodig
is om den dwingeland te verdrijven uit
onze landpalen. Laten wij niet terug
deinzen, niet langer bevreesd zijn voor
de gevolgen, die 1889 te weeg brengen
moet. Rust na den schoolstrijd is an
ders nooit te verkrijgen. Ik bedoel de
rust der gerechtigheid, zetelende in een
goed geweten. M'ede oorlogvoeren, juist
dat heeft de (Staat niet opgehouden te doen
met al zijne eerbiediging van godsdien
stige begripppen, met al zijn© neutrali
teit, biet al zijne schoon© woorden van
eenheid en verzoening op de lippen".
Men weet hoe zelfs geen mindere dan
Allard Pierson zich uitliet.
Laat daarom toch niemand onzer ver
schrikt worden door wat de Liberalen,
van minder allooi uitschallen.
Aan onze zijde is het goed ©n deug
delijk recht, en hierin ligt onze sterkte.
(Standaard).
D e Macedoniër, Zendings tijd schrift
1 Juli 1914, red. ds. H. Dijkstra, ds. D.
Bakker en ds. D. K. AVielenga. Gro
ningen, Bouwman en Venema, bevat een
belangrijk opstel over de Kerstening
van Lijfland, door ds. Dijkstra. Uit mijm
camera, door ds. Dijkstra. De opstellen
zijn altijd in 'zeer onderhbuidenden toon
geschrevenWij zouden wel willen vragen s;
welke Zendingslectuur leest ge? Niets?]
Daln bevelen wij u de Macedoniër aan,
die altijd frisch en onpartijdig is in zijn