\o. 330
Donderdag 3 Juli 1914
38e Jaargang
lange vorststraat 219.
Vrede door Recht.
Buitenland.
Binnenland.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Bureau te Goes:
Agentschap te Middelburg:
firma f. p. dhuij - l. burg.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
euw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post. ƒ1.25
Losse nummers0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
II. (Slot.)
„Vrede door Recht". Dat is de naam
van een Bond, die zich in dienst van
de vredesbeweging heeft gesteld. Het is
een sympathieke organisatie. Niet ten on
rechte hebben vele Christenen in den
lande zich bij dezen Bond aangesloten.
De leuze van deze organisatie: „Vrede
door Recht" zij ook de onze in ons
streven naar den socialen vrede.
En dan meenen we niet te stout te
zijn in ons beweren, wanneer we als
onze meening uitspreken, dat, gezien het
distelig veld der internationale politiek,
den landhonger der mogendheden en den
onderlingen naijver der Staten, het „Vre
de door Recht" op1 economisch terrein
heel wat gemakkelijker en spoediger in
practijk kan worden gebracht dan in de
wereld der diplomatie.
Arbitrage is het groote woord, het hooge
ideaal, het eenigst middel om den vrede
in den weg van het recht te verkrijgen.
Ook op het terrein van den arbeid.
Alle arbeidscontracten moeten aan het
oordeel van een scheidsgerecht worden
onderworpen, welker uitspraak voor beide
partijen bindend moet zijn.
Daar moet het op aangestuurd worden.
Naar dat artikel moet worden gestreefd.
Dat middel moet worden aangeprezen,
verdedigd enmogelijk gemaakt,
Vooral opi het laatste komt het aan.
Oogenhlikkelijke invoering van arbi
trage, waaraan op! last van de Overheid
alle arbeidsconflicten zouden moeten wor
den onderworpen, zou niet mogelijk zijn.
Daarvoor zijn de tijden op; het ©ogenblik
nog niet rijp. Er moet nog veel propa
ganda voor worden gemaakt. Alle pa
troons en arbeiders moeten voor dit stel
sel worden gewonnen.
Het moet ten slotte zoo zijn, dat er
uit den kring van den arbeid, zoowel
bij werkgevers als weTknemers, een luid
en eenstemmig geroep' opgaat om arbi
trage. Dat het schier aller wensch en
streven is geworden.
Eerst dan zal de algemeene instelling
van scheidsgerechten baten en z:al men
zich gewillig en met vreugde aan hun
uitspraken onderwerpen.
Om dat te bereiken is noodig, dat
men zich het vraagstuk van de arbitrage
ernstig indenkt, het grondig bestudeert
en het in de onderscheidene arbeidskrin-
gen aa,n een degelijke behandeling onder
werpt.
Gevonden moet worden een wijze van
samenstelling, die allen bevredigt. De ma
nier van .werken en alles wat daarmee
verband houdt, moet nauwkeurig omschre
ven, zijn en ieders instemming kunnen,
Verwerven.
In één woord: er moet voor 'die com-
miessies van arbitrage een organisatie
worden bedacht, waardoor zij het Vo-1-
komen vertrouwen van beide partijen
reeds aanstonds bezitten.
Besproken zal voorts moeten worden
op welke wijze de commissies zooveel
mogelijk tot een eenstemmig oordeel moe
ten komen, wat te doen zoo men het
in de commissie niet eens kan. worden,,
of er nog beroep' bij andere of hoogere
commissies van arbitrage mogelijk moet
dunnen zijn, in hoeverre de uitspraken
dar commissies absoluut bindend zijn,
of dit stelsel landelijk of plaatselijk moet
worden ingevoerd, enz. Al te gader vra
gen, die bij de bespreking van dit pro
bleem om een antwoord roepen.
We zouden het toejuichen indien de
behandeling van dit vraagstuk in o,nze
kringen eens op» den voorgrond werd ge
schoven.
Veilig mag aangenomen worden, dat
het stelsel van arbitrage ten slotte ieders
sympathie zal verwerven. Qnzes inziens
is het een zaak gelijk Evenredige Ver
tegenwoordiging en Plaatselijke Keuze,
alle partijen kunnen er voor Zijn, van
Wélke politieke richting of religieuze ge
zindheid men ook zij.
Laat ons dus voor arbitrage het p'leit
voeren.
Bij invoering van dit stelsel wordt, aan
heel wat ellende een einde gemaakt.
Dan geen stakingsweeën of uitsluitings-
jammer.
Dan kan het geld, dat nu in de weer-
standskas wordt .gestort, gebruikt wor
den tun de- eere van het vak hoog te
houden, door middel van een doeltref
fende opleiding,
„Vrede .voor Recht", ook op het ter
rein yan den arbeidt
Dat .worde een van de leuzen, waar
mede .wij elkander in de yakbeweging
telkens .herinneren aan het groote doel,
dat we najagen: de bevordering en in
standhouding ,van den bedrijfsvrede.
„Vrede .door Recht!" Dat is een Christe
lijke leuze. Even waar en schoon het:
„Vrede in Christus".
Want het streven naar vrede door recht
is een vrucht van Gods algemeene ge
nade, aan onze samenleving geschonken
om Christus' Kruisverdiensten.
En ,ook als van ongeloovige zijde naar
dit .ideaal wordt gestreefd, wordt onze
God pzi door verheerlijkt.
Vrede .door Recht, ook op het terrein
van den arbeid. Mogen we dat op onze
vaderiandsche .erve nog eens beleven'!
Daartoe ga ons gebed tot God Almach
tig!
Daartoe .worden de handen ineengesla
gen ,en met energie er voor gewerkt en
geworsteld I
A. A. P. B.
Aan bovenstaand stuk van ons oud-
redactielid gaven wij gaarne de plaats van
het hoofdartikel.
Voor de wijzen verborgen
Als de „vorst" en heerschappij voer
der in het rijk onzer moderne dichtkunst
geldt voor velen Willem Kloos. Dat
deze schrijver nog even denzelfden haat
koestert tegen den „bleeken Christus",
den „God aan het Kruis", als voorheen,
bleek dezer dagen weer uit een stuk,
dat (hij in [de N. Gids schreef over mevrouw
Bosboo m-T o u s s a i nt en waarin hij
opmerkt, dat Velen zich deze schrijfster
voorstellen als een strakke en afgemete-
ne dame,
„die, zooals men zich vanzelf de we
zenlijke orthodoxen denkt, geheel-en-al
opging in haar geloof, die voor weinig
anders (hart had als voor de Boven
natuurkunde van den Christelijken gods
dienst, en 'd.ie dus ieder woord dat
geschreven staat in een der beide Tes
tamenten aanzag op dezelfde wijze als
een mathematicus het de Onwrikbare
stellingen zijner wetenschap doet."
Dat is geen schuimende toorn.
Maar dat is de fijne spot!
En toch hebben we hier den sleutel
van veler vijandschap voor het bij'bel-
scbe christendom. Zij kunnen zich niet
anders voorstellen, da:n dat bet uitslui
tend is een zaak van het hoofd en dan
is het nog steeds den Jood teen ergernis
feil den Griek een dwaasheid.
Dat het bovenal is een zaak van het
hart, een „vaste grond" der dingen,
die men hoopt en een „bewijs" der za
ken, die men niet ziet; dat men in dat
geloof kan zalig zijndaarvan heb
ben deze tegensprekers niet die minste
notie.
En vandaar hup. afkeer, hun tegenzin,
hun bittere vijandschap. „Fr. Dbl."
Na een jaar.
De Tweede Kamer is naar huis. Vol
gens de liberale pens is zij tevree over
hetgeen ,zij tot stand gebracht heeft. Wel
was 't weinige dat tot stand kwam, een
door bet vrijzinnige kabinet verknoeid
stukje nalatenschap1 van deszélfs voor
ganger. Maar wij leven 'in een tijd waar
in het hoogste woord is aan de kleinste
menschen. De vrijzinnige concentratie ver
beeldt zich nu eenmaal dat zij nog tot
groote dingen geroepen is. Wij gunneni
haar dezen zoeten waan.
Een .harer tolken de (Groene) Am
sterdammer" dacht er al sedert tien
jaren .heel anders over. Althans in haar
nommer van 26 Juni 1904 schrijft de
redactie
„Van de liberale partij giroote staat
kundige beginseldaden te verwachten,
gaat niet aan. Voor sociale hervormster
is ,zij allerminst in de wieg gelegd)
De vrijheidsidee heeft, hoe luid ook
uitgesproken, haar altijd, een weinig be-
zWaard,de rechtvaardigi-
heid, jn één woord, een „ino-
reele politiek" heeft haar
nooit jjecht kunnen behagen,
haar politiek en haar taktiek waren
het opportunisme".
Laat ons het bij dez'e herinnering mo
gen laten. Allicht stemt zij tot eenig na
denken of 'tempert zij de gevoelens van
tevredenheid.
Geen zoon.
Johan Orth was niet gelijk wij abusie
velijk meldden een zoon van den Kei
zer van Oostenrijk, doch een neef.
Albanië.
Prenk Bib Doda is ook al de man
niet, die den vorst, Durazzo en Albanië
van ondergang zal redden.
Het is thans duidelijk, dat hij Slechts
Voorwaarts is gerukt, om Te rooven en
zich heeft teruggetrokken en zijn buit
in veiligheid gebracht toen het gevaarlijk
werd.
Zijn troepen waren Zondag tot Mal-
koetsi doorgedrongen, dat door het ge
schut beschoten werd. Plotseling kregen
de 300 man van "de voorhoede vuur Van
de rechterflank. De Malissoren, die daar
opgesteld waren, waren inplaats van te
vechten op het rooven van vee uitge
gaan.
Prenk Bib Doda beval toen op1 Isjmi
terug te trekken.
Het bericht van den terugtocht is met
verbittering te 'Durazzo vernomen.
Toerchan pasja en Moefid bei zouden
naar Italië gezonden zijn, ofh met Es-
sad pasja, den bekenden geraffineerden
schurk, in overleg te treden en hem te
bewiegen ten gunste van vorst Wilhelm
tussehenbeide te komen, opdat deze voor
algeheelen ondergang bewaard worde.
Sic!
Oostenrijk-Hongarije.
De Servische bladen gedragen zich uiter
lijk nog al sympathiek, ofschoon zij om
hun verborgen wtetken ten sterkste gewan
trouwd worden.
In hun bespreking van den aanslag; te
Serajewo plaatsen zij ziyh op het stand
punt, dat de misdaad een betreurenswaar
dig; gevolg is. van het in Oostenrijk-Honga
rije heerschende stelsel, 'twelk met recht
matige wenschen en verlangens der Sla
vische Volken geen rekening houdt en uit
sluitend door politiemaatregelen het sitaa,te-
ge,zag wil hooghouden. „Het zou hoog
tijd zijn deze oorzaak van alle kwaad uit
den weg te ruimen, en dwaasheid zou
het zijn wegens een misdaad van twee
onrijpen en verkeerd geleide jongelieden,
maatregelen van weerwraak te nemen te
gen een gebeelen volksstam, aangezien
daardoor het euvel niet verdwijnen maar
nog erger Worden zou."
Wanneer die beweging met de gevangen
neming van het beruchte tweetal uit ware,
zouden zij! 5n hun redeaeering' sterk staan.
Zij; onderschatten echter al te zeer de
revolutionaire elementen, en in zoover zijn
ze dus al heel slechte voorlichters1.
De chauffeur van de automobiel van
den burgemeester, een Serviër, is gevan
gen genomen, onder de verdenking in
het complot geweest te zijn. Hij moet op
zettelijk bij den jtenrgrit van het stad
huis de automobiel van den burgemeester
over de Appëlkade gereden hebben om,
den fe-toet tot .stilstand te brengen. De
burgemeester had hem last gegeven door
de Frans Jozef' straat te rijden. Zoo
kwam de automobiel van den troonop
volger Ifegenover Princip te staan, die
daardoor gelegenheid kreeg zijn aanslag
onder de gunstigste omstandigheden te
plegen.
Ver. Staten.
Roosevelt contra Wilson.
In weerwil van den raad zijner doctoren
om zich te ontzien, is de oud-President
Roosevelt zijn politieke camptagne tegen
Wil'son begonnen. Dinsdagavond hield hij
te Pittsburg rijn eerste politieke rede na
rijm terugkeer. Daarin verklaarde Roose
velt, dat de tariefvvetten der Regeering
van Wilson op een reusachtige mislukking
.uitgeloopen zijn. Zij; hebben de b'innenland-
sche industrie ontzaggelijke schade berok
kend, terwijl de kosten voor levensonder
houd geenszins zijn verminde: ct. Hoofdza
kelijk zijn de nieuwe lariefwetten aan de
buitenlandsohe concurrentie ten goede ge
komen. Een oplossing der moeilijkheden
is alleen te vinden in het ondersteunen der
progressieve partij' en door een besluit om
de taiiefwetten door een onpartijdige com
missie te doen herzien. Vervolgens, stelde
Roosevelt het anti-trustprogram van Wil
son als een wetenschappelijke absurditeit
op de kaak en verklaarde dat diens bui
tenlandsohe politiek eenvoudig jammerlijk
is.. De politiek van Wilson's Regeeting
moet, verklaarde Roosevelt ten slotte, door
het geheele Amerikaamsche volk worden
afgekeurd.
H. M. de Koningin gedoctoreerd.
De correspondent te Groningen van „de
Nederlander" meldde gisteren aan zijn
blad:
Nadat prof. van Dijk zijn rede beëin
digd had (in de Nieuwe Kerk bij de plech
tige uitreiking der eere doctoraten) richtte
de Rector-Magnificus Zich opnieuw tot H.
M. de Koningin. Hij gewaagde van de be
hartiging van de belangen der Groningsohe
Universiteit door Harer Majesteits voor
vaderen, en later door Koningin Emma en
H. M. Zelve. De Senaat, de belangstelling
van H. M. de Koningin op hoogen prijs
stellende, en inzonderheid, dat H. M.
steeds opkomt voor onze moedertaal als
het cement onzer nationaliteit, heeft H. M.
de Koningin bencemd tot eere-doctor in
de Ned. Letteren.
Koningin, Prins, en gevolg stonden op,
waarna de officieele promotie der Ko
ningin plaats had.
H. M. de Koningin antwoordde: „Mijn
heer de Rector MagnificusV-o-or de hooge
eer welke Mij door den Senaat dal' Gro
ningsohe Hoogeschool op voordracht der
faculteit van letteren en wijsbegeerte js
verleend, is het mij een behoefte "in deze
•uitgelezen vergadering mijne erkentelijk
heid te betuigen. Zoo-even werd door u
gewezen op de nauwe betrekkingen welke
reeds lang tusschen deze Universiteit en
mijne voorvaderen bestaan hebbien, weesfl
u verzekerd dat ik mij. oprecht verheug
deze aloude banden door het verleende
doctoraat opnieuw bezegeld te zien. Diep!
gevoel en waardeer ik dat de academie
in mijn benoeming heeft willen doen uit
komen mijne verknochtheid aan onzle won
derschoon© taal, de bezielende kracht die
van haar uitgaat en de beteekeniis welke
Zij [heeft voor mijn leven al-sl voor dat van
ons- geheele -volle. Ziji o-ntyange daar'voor
mijn warmen dank. .Welgemeende, hulde
breng ik haar voor hetgeen zij' op het ge
bied der vaderiandsche taal en letterkunde
verricht heeft Voor de belangrijke plaats
welke zij voor wetenschap en studie in
ons vaderland bekleedt. Onze moeder
taal, we hebben haar lief omdat wij haar
allen gebruiken als wij: het gelukkigste
zijn aan eigen haard. Wij hebben haar
lief bovenal omdat zij is: de uiting v|an
onze nationale eenheid. Moge zij!, steeds
begrepen en gewaardeerd, meer volmaakt
en welluidend gesproken worden en hare
letterkunde, en al hare uitingen zich wij-
■der .ontplooien, opdat deze der wereld
verkondigen, da.t de taal onzer vaderen
leeft, verjongt en krachtig gebruikt wordt
door een kloek welvarend volk, dait Neer
land® 'roem vertolk© overal waar zij! ge
hoord wordt.
Bij het noenmaal heeft de Rector-Magni
ficus een pracht exemplaar van den doc
torsbul aan H. M. de Koningin aangebo
den, zoomede aan Prins Hendrik een Ge
denkboek en een medaille van het derde
eeuwfeest der Groningsc-he Hoogeschool.
Op Het Loo terug.
Het Kon. Echtpaar is gisterenavond om
halfacht per extra-trein uit Groningen op
Het Loo teruggekeerd. Bij aankomst was
ér veel publiek, w.o. tal van vreemdelin
gen. H. M. en de Prins werden warm
toegejuicht.
Cynisch.
Reeds in het begin der vorige eeuw
hekelde Bilderdijk den geest zijns tijds
die den mense-h leerde spottend door het
leven te gaan, en bij mislukking van het
leven geen ander redmiddel aan te prijzen
wist dan den 'zelfmoord.
Men kent het vers:
Spot met duivel en met hel,
Noem den bijbel kinderspel.
En dan dit benauwende slot:
En zoo 'tal u tegenloopt.
Dan uzelf maar opgeknoopt.
Later heeft inr. v. Houten in beschaaf
der vorm den zelfmoord aangeprezen on
der de voorstelling van een heengaan uit
een vergadering waarin men niet langer
wenscht te blijven.
„Het Volk" doet iets dergelijks, doch
©enigszins grover. Onder het opschrift
„probation est" geeft een rijmelaar jn de
rubriek „Van alles Wat" een raad, waar
van het slot aldus luidt:
Edoch: als je waarlijk
Geen uitkomst meer weet,
Wanneer je tot 't hemd toe
Zijt uitgekleed,
En, ondanks dat feit,
Je de lust voelt vergaan
Met je .pet in. de hand
Om 'n aalmoes te gpan:
Dan leg je die pet op 'n vonder,
En kruipt daar, m'n waarde, zélf onder!
i I 1 r ijl m
Probeer 'teen keer,
En je bent, op mijn eer,
Niet zoo gesjoehte meer]
Men ziet wel, de tijdgeest is er sedert
Bilderdijk er tegen opkwam niet opj verbe
terd.
Trouwens, hoe kan 't anders.
Hij is dezelfde geest, die den Griek
leerde zingen het lied, waarvan de lijk
lucht u tegenwaait: „Laat ons eten en
drinken, want moi'gen sterven wij".
1 i
De Zaandam sche staking.
Burgemeester Tér Laan 'heeft desge
vraagd aan „Het Volk" meegedeeld, dat
de heer Kop hem '(telefonisch) niet heeft
gezegd dat hij lastig werd gevallen, doch
at,, 'nJ lastig w a s gevallen. En toen
heeft de burgemeester gezegd: ,',U moet
u maar wenden tot den commissaris van
politie, ik 'hen voor dergelijke telefoni
sche mededeelingen voortaan niet meer
te spreken."
Wel ja, toen was hij er immers ai!
Een interview met kap. Sar.
Kapitein Sar in Dinsdagavond laat uit
Albanië te 's Gravenhage teruggekeerd.
Een Haagsch redacteur van het „Pers
bureau Vaz Dias" heeft hem opgezocht!
en vertelt omtrent het onderhoud, dat
hij met den kapitein had, het volgende:
Wij hadden van tevoren een vriendelijke
waarschuwing van des kapiteins Vader gé-
kregen, dat zijn zoon zich op bevel van
den geneesheer dezen eersten dag na zijn
reis volkomen moest ontzien. Eigenlijk
had kapitein Sar geheel en al rust moeten
houden, maar men was zoo vriendelijk
ons verzoek om een onderhoud toe te
staan, mits wij den kapitein niet te lang
aan den praat zouden houden.
Toen kwam hij zelf de kamer binnen,
een prettige jonge man, met een helderen,
krachtigen oogopslag, wiens gebruindheid'
wellicht een zekere bleekheid verborg', at
maakte' hij Volstrekt niet een ziekelijlken
indruk.
„.Het gaat mijl vrijwel,' 'aldus ving hij
aan, „mijn ingewanden zijn van streek
geweest. Den dag van den tóen Juni in
Durazzo heb ik het lang en heet te ver
antwoorden gehad. Daarbij uren lang zon
der water; ten slotte bleek het mineraal
water op en moest ik gewoon water drin
ken, dat blijkbaar niet zuiver was. Mijne
ingewanden raakten daarop Van streek en
nu heeft men er mij! een maandje uit laten
trekken om op verhaal te komen."
„Hoe lijkt u den toestand oveir het
algemeen?" zoo vroegen wij.
„Volgens mijne overtuiging", zeide ka
pitein Sar, „is de eenige uitkomst uit
de hopeloozie verwarring in het land een
internationale tusschenkomst van trcepen.
Zonder deze zullen wij het er niet kunnen
bolwerken. De versterkingen die de Vorst!
van andere Zijde kreeg', bijv. die 1200 man
van Achmed Bey uit Matie zijn allesbe
halve te vertrouwen. Het is mijn indruk
dat die menschen eenvoudig de partij
zullen kiezen van wie het meeste geluk
heeft. Vandaag zijn zij aan de zijde van
den Vorst, morgen Wellicht aan die deij
opstandelingen."
„Hoe denken de officieren er zelf over,
dat hun taak gansch anders is geworden
dan zich aanvankelijk liet aanzien?"
„U meent,, dat voor de gendarmerie-or
ganisatie oorlog voeren in de plaats is
gekomen? JaWij kunnen onsi
er nu toch moeilijk van af maken. Als u
gaat wandelen en men wil u een pak
[ransel gteven, dat 'zhlt u toch niet denken:
„Ik hen uitgegaan om te, wandelen en niet
om te vechten," en daarom er van afzien
u te verdedigen. De vergelijking zal wel
niet beetemaal opgaan, maar hel komt er
toch op neer. Alleen weet ik niet hoe
het gaan zal wanneer er op den duur geen
afdoende hulp van de mogendheden komt.
Dan 'zouden de officieren er de handen wel
eens van kunnen aftrekken."
„U had het straks over hopeïooz'e ver
warring: lijkt Essad Pasja u thans on
schadelijk?"
„Die man is in Italië veel gevaarlijker
dan hij in Albanië ooit ia geweest. Hij
is een Vriend der Italiaansche poliiek en
kan van uit Italië 'voor Albanië zooveel
kwaad uitvoeren als hij wil. Behalve eea
Aibaneesche en een Oostenrijksche is er
ook een Italiaansche brievenpost en zijn
correspondentie is bij die Rost uit den.
aard der Zaak onschendbaar. Ik ken
aldus- ging kapitein Sar voort Essad
Pasja goed, heb hem herhaaldelijk gespro
ken, maar bet is mijn vaste overtuiging
dat hij ook in de lange toekomst een uiterst
gevaarlek mensch ïg.'!
„Hun bladen zijn verfoeilijk leugenach
tig. De correspondenten te Dupozko zijn