No.
Woensdag 1 Juli 1914
ÏS8e «jaargang
Buitenland.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Bureau te Goes:
LANGE VORSTSTHAAT 219.
Agentschap te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUiJ - L. SURG.
Drukkers:
Oosierbaan Le Cointre - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post1.25
Losse nummers0.05
Prijs der Advertentiën s
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
De Kop van ons Blad.
Gelijk wij reecis meldden verschijnt met
ingang van heden ons blad voortaan met
een nieuw hoofd. Het is uit een andere
en vrij wat mooier letter gegoten, en be
slaat minder plaats dan het vorige.
'De lezer (zal zien, dat weggelaten is
de aanduiding „Christelijk-Historisch
Nieuwsblad voor Zeeland"; deze aandui
ding is voor een groot deel reeds van
den beginne overbodig geweest. De naam
van ons 'blad kondigde' toch reeds vol
doende aan dat het werd uitgegeven
hoofdzakelijk voor lezers in onze provin
cie; en de inhoud bewees eveneens, dat
de lezer met een nieuwsblad te doen.
had.
In zoover geldt het ,dus een nauwe
lijks noemenswaardige Verandering.
De wegvalling van den partijnaam
„Christelijk Historisch" is een wijziging
van anderen aard, een door de historie
noodzakelijk geworden verandering.
Toen in 1886 „Het .Zuiden", Christelijk
Historisch nieuwsblad voor Zeeland, pa
een tienjarig bestaan, met een te Goes'
verschijnend „Nieuws- en Advertentie
blad" vereenigd werd, besloten de eige
naars van „Het Zuiden" en de eigenaar
van bovengenoemd „Nieuws- en Adver
tentieblad", dat het nieuw pp te rich
ten blad „De Zeeuw" de richting van
genoemde bladen zou volgen, en derhalve
den partijnaam, aan het .hoofd van „Het
Zuiden" afgedrukt, zou blijven .voeren.
Deze naam Christelijk Historisch was
toen nog met Anti-Revolutionair .syno
niem. Hij drukte z'elfs meer nog dan zijn
synoniem in positieven zin uit datgene
waarnaar cle a.-r. partij en haar Zeeuw-
sche orgaan wensch(t)en te grieven. De
naam „Anti-Revolutionair" toch duidt pan
wat onze richting bestrijdt, en de naam
„Christelijk Historisch" zégt wat zijl is.
Naar Groen van Prins,térers uitlegging
Christelijk, dat wil zéggen gebaseerd
op „Er staat geschreven"Historisch, het
welk beduidt gewapend met „Er is ge
schied".
In den loop der historie is dit, ofschoon
niet in den grond der zaak, toch eenigs-
z'ins anders geworden. Wij behoeven voor
onze lezers: geen terugblik óver de po
litiek van de laatste halve- of kwart
eeuw te schrijven, om hun dit duidelijk
te maken. Thans kennen wij een Anti-
Revolutionaire' en een Christelijk-Histori-
sohe partij.
En zonder daarmede het Christelijk-
Historische karakter van ons streven te
Verloochenen, is: "het eisch, dat „De
Zeeuw;" zich niet meer onder den „ouden"
naam aandient.
Het feit, dat nog andere wijzigingen
iti het hoofd van ons blad moesten wor
den aangebracht, was nu een gereede aan
leiding, om ook deze wellicht ver
warring wekkende aanduiding weg te
laten.
Ons blad moge dus van nu af in een
ander gewaad het licht ?ien, dit neemt
niet weg, dat het is en blijft, wat het
sedert bijna acht en twintig jaren was:
A nti-revoluti onair.
Op een voor den lezer van grooter
belang zijnde verbetering vestigden wij
reeds, de aandacht.
Ons blad wint weer eenige, zij het
ook weinig© ruimte. Wij ztullen niet na
laten ermede te blijven woekeren, op
dat „De Zeeuw" ook als nieuwsblad geve,
wat onze lezers met billijkheid mogen
verlangen.
Feuilleton.
Do Broeders van St, Jan.
'door D. PENNING.
(Nadruk verboden).
54)
Lijsbet had de rechte snaren aange
roerd; als de Pastoor van een vertrapte
onschuld hoorde, was hij dadelijk ge
reed om in 't strijdperk te treden. De
edellieden in den omtrek kregen menige
harde waarheid van hem te hooren, en
btoedei Anselmus had dezen strijdbaren
broeder van 's Heeren Loo eens vergele
ken bij den wereldvermaarden ridder Sint
George, die zijn speer in den muil van
den afschuiwlijken draak had gestooten.
„Zoo dadelijk komt zijn Eerwaarde,"
zeide de huishoudster, Judith voorgaande
naar de studeerkamer. En bezield met
de onuitroeibare deelneming ©ener vrouw
met de rampspoedige liefde van een jong
paar, vroeg zij: „Wat zult ge straks
zeggen?"
„Ik weet het niet," zeide het meisje:
.,is zijn Eerwaarde erg streng, Lijsbet?"
„Dat hebt ge daar net wel gehoord,"
zeide de huishoudster vinnig, een groote
kaars aanstekend. Zij zweeg bot stil, nu
d» zware stap van den geestelijk» 'nader
de; en. zij verdween door de open deur,
Wij hopen en vertrouwen, dat genoemde
veranderingen door (hen met sympathie
zullen worden .ontvangen, en zij hunne
belangstelling en (medewerking aan den
bloei ,van ons blad bij voortduring mogen
blijven .schenken.
Rjjks Hoogere Burgerscholen.
Cok in vrijzinnige kringen begint men
te klagen over de onvoldoendheid van
het onderwijs op onze Rijks Hoogere Bur
gerscholen.
Niet alleen dat de leeraren geen knappe
mannen zijn, of voor het meerendeel niet
goed werk maken Van hunne leerlingen;
maar omdat hun onderwijs zoo weinig
aanpast aan 't leven, en de hoofden der
jongelui worden vol gestampt 'met zooge
naamde kennis en Wetenschap' waaraan
zij later, ,in kantoor of werkplaats, zoo
bitter weinig; hebben.
Luistere men bijvoorbeeld eens naar
de volgende opmerkingen van den iri-
zender in „De Telegraaf":
i
De H. R. 'S., wordt er altijd gjezegd, is
eon inrichting, die de jongelui een alge
meen© ontwikkeling geeft, Vóór zij een
positie in de 'maatschappij gaan béklee-
den. Wanneer men echter voortgaat met
het geven van middelbaar onderwijs,
zooals heden ten dage, is dan bij die
ontwikkeling, het woord „algemeen"
nog wel op 'zijn plaats? Is het dan
niet veeleer een inpompen van tal van
wetenschappen tot in 'de kleinste bijzon
derheden, waar de leerling niets aan
heeft, welke betrekking hij ook moge kie
zen, en die hij alléén maar leert om door
„dat eind-examen", zöoals men maar
al te vaak hoort, ,te komen?
De tijden zijp veranderd. Rn er is
een groot verschil gekomen jtusschen
het .onderwijs, zooals dat ,na het tot
standkomen van de Wet werd gege
ven, ©n zooals de jongelui het thans
moeten slikken. Een klein voorbeeld,
ik .zou willen zeggen één uit de dui
zenden voorbeelden, is dit:
Sinds eenige jaren woïdt een zluivel-
praeparaat in den handel gebracht on
der den naam „Yoghurt". Vroeger ken
de men dit product niet, ergo werden
de jongelui er niet mede lastig ge
vallen. Mij is^ echter bekend, dat op
een H. B. S. te 's Gravenhage een
leeraar in de 'scheikunde 6 (zegge zés)
volle lesuren besteedde aan het do-
ceieren, betreffende„Yoghurt" Wan
neer e:r nu b.v. nog eens een "20-tal
van dergelijk© producten kwamen, ,zo<u
die leeraar dan 'geen lesuren tekort
komen?
Ook over het eind-examen is deze in
zender al heel 'slecht te spreken. Hij: wil
dat radicaal afschaffen en door heel iets
anders vervangen. De dwepers met H.
B. -opleiding mogen b.v. eens overwegen
'tslot van zijn 'stuk:
Iemand, die b.v. 'in alle talen uit
blinkt, en in den handel wil gaan (het
voorbeeld is mij Van zéér nabij! bekend)
zakte voor zijn eind-examen op een
vak als Natuurl. Historie. Men vroeg
n.b. den jongen óf hij het aantal sprie
ten van den 'snuittor kende! Met een
ommekeer, zooals door mij bedoeld,
zou dit tot het onmogelijke behooren.
Want op dat einddiploma zou b.v. in
dit geval een onvoldoend cijfer prijf-
terwijl het meisje daar als verlaten stond
in het ruime vertrek met die groote don
kere hoeken: het bleeke, aanvallige ge
laat met de bevende lippen en rood gek re
ten oogen helder verlicht door de witte
rustige vlam der waskaars.
De Pastoor fronste de zware wenk
brauwen, toen hij het meisje van het
hoofd tot de voeten opnam. Hij had ver
sacht, een behoeftige weduwe te ont
moeten, of ten minste een© arme vrouw,
die voor een huis vol kinderen had te
zorgen, en door haar schuldeischers in
den hoek werd gedrongen; of eene, die
bedrogen was met een koe, of in haar
bitteren nood hout had gesprokkeld op
een verboden terrein.
Doch zie! daar stond een jong meisje
voor hem van de heide: in ©en bruin jak
en grofsaaien rok, op hloote voeten, die
door de zon en het heete zand waren
verbrand. Zij droeg een witte kap over
het hoofd, en het dikke blonde haar kwam
onordelijk en weerbarstig ter zijde der
kap uit, een gelaat omlijstend, waarvan
de eigenaardige bekoorlijkheid door ©en
diepe droefheid werd gewijd. En dit kind
der heide hief de blauwe oogen, door
tranen beneveld, smeekend tot hem op.
De geestelijke was het in het eerst niet
met zichzelven eens, wat zou hij doen;
dan echter zeide hij kortaf: „Ga zitten,
als ge moe zijt. Daar staat een stoel
ben je alleen gekomen?"
ken voor nat. historie en voor b.v.
band- en lijnteekenen (dan zakt men
voor het eind-examen), 'terwijl de cijl-
fers voor wiskunde, talen en boek
houden goed waren. M.i. zou een han
delsonderneming dan niet aarztelen de
beide onvoldoende vakken over het
hoofd te zien, daar die in den handel
van .absoluut geen belang zijn.
Juist, omdat wij in Zeeland geen Chr.
Hoogere Burgerscholen hebben, moeten
wij het met de Rijks H. B. S. doen.
Maar in geen enkel opzicht wenschen
wij er toe mee te werken, dat het aantal
Gemeente Hoogere Burgerscholen ver
meerdert.
Want de jongelui worden er over 'tal-
giemeen veel te veel vermoeid met wat
geen nut doet voor hun volgend leven.
Dat ligt natuurlijk niet aan de leeraars.
Het ligt aan de richting die het middel
baar onderwijs is op gedreven.
Socialisme en Vorstenmoord.
Hoe is de socia,al-democratie bij hare
incidenteele beoordeeling va,n een vorsten
moord
Bij de aanvallen van Caserio, Lucchini,
en anderen, 'jaren geleden, was, ten onzent
althans, haar toon vrijwat warnier, in
't voordeel der (moordenaars altijd. In de
laatste jaren evenwel is deze toon cyr
nisoh onverschillig. iZoo iets va,n „zij moe
ten maar (hebben wat er op zit".
„Het Yolk" schreef nu naar aanleiding
van den (jongsten moord:
„De openbare (meening in de ingelijfde
streken beschouwt Bosnië nog altijd als
een veroverd land, met een overwonnen
ma,ar niet 'bevredigde bevolking. De re.-
geePders die aïs de veraniwooraefijkheids-
drager verschijnen (van het geweld dat
haar verdrukt, Joopen de risiko van hun
beroep, wanneer 'rij zich in het wingewest
vertoonen, waar /zij zeixs aan 'tiet hoofd
van geheele legercorpsen niet veilig zijn
voor de wraak van de verdrukten".
Hartloos klinkt deze critiek van de Ne-
derlandsche sociaal-democratie.
Do Diuitsche (sociaal-democratie, zeker
overeenkomstig den (Duitsehen volksaard,
oordeelt 'menschelijker. Althans de Ber-
lijnsch© „Vorwiirts" schrijft:
„Afschuw en /onwil over de zinneloos,-
haid, die pok de Vrouw van het verlangde
Slachtoffer niet ontziet, wekt de tijding
van deze gruweldaad".
Maar de Jtaliaansche sociaal-democratie
is Iff jheel hatelijk.
Op het stadhuis te Bologna was de
roede vlag gehesehen wegens een over
winning door de sociaal-democraten bij de
gemeenteraadsverkiezingen behaalden
zie, vanaf het balkon van het stadhuis
hield de (toekomstige burgemeester, ad
vocaat Zanardi, /een redevoering waarin
hij er op Wees, dat het gebeurde te Sera-
jewo een waarschuwing inhield
voor alle vorsten.
Een uifcsp'raak ite klemmender, nu zij
klinkt in het land waar een Koning Hum-
bert door een politieken sluipmoordenaar
werd gedood.
Vorstenmoord.
Het volgende lijstje geeft een overzicht
van de, helaas geslaagde, moordaanslagen,
in de laatste 50 jaren op staatshoofden
gepleegd. I
„Ja Eerwaarde," zeide het meisje, ter
wijl zij zich met een bedeesd gelaat op
de punt van een stoel had neergezet.
Maar zij zag, dat zijn gelaat verduister
de, en er was een harde klank in zijn
stem, toen hij uitviel: „En dat in den
nacht, als fatsoenlijke meisjes thuis zijn."
Judith rees ineens omhoog, en met leen
kleur als vuur, in nieuwe tranen uitbar
stend, zeide zij: „Ik ben geen luchthar
tige deern, Eerwaarde."
„Nu bedaar maar," riep de Pastoor op
een toon, die iets minder onvriendelijk
was; „jelui vrouwspersonen zijt met de
tranen al heel gauw bij de hand nu
vertel op, wat hadt ge?"
En het meisje antwoordde: „Ze hebben
Eibert in den toren van het Leuvenum-
sche kasteel opgesloten, Eerwaarde."
„Eibert?'' zeide de Pastoor: „wie is
Eibert? Ik ken geen Eibert."
Hij begon het machtige voorhoofd weer
te rimpelen, en bet meisje haastte zich,
om te zeggen: „Eibert Sterkenburg, de
kleinzoon van de oude Geerte, die u heel
goed kent."
„Ah zoo," hernam de geestelijke, de
oogen wijd open doende': „is bet die?
Zijn grootmoeder is een brave vrouw, en
ik heb hem tijdens de wolvenjacht van
verleden winter ontmoet."
„Dat weet ik," zeide Judith, nieuwen,
moed -scheppend; „Eibert wist me nog
te vertellen, dat u een moerwolf met de
1865, president Lincoln van de Ver.
Staten.
1867, keizer Maximiliaan "van Oostenrijk.
1881, tsaar Alexander van Rusland.
1881, president Garfield van de Ver.
Staten.
1894, president Carnot (Frankrijk).
1898, keizerin Elisabeth van Oostenrijk.
1898, de sjah van Perzië.
1900, koning Humbert van Italië.
1901, president Mac. Kinley van de Ver.
Staten. I
1903, koning Alexander van Servië en
koningin Draga.
1908, koning Carlos van Portugal en
de kroonprins.
1913, koning Georg van Griekenland.
1914, Aartshertog Frans Ferdinand van
Oostenrijk en hertogin Sofie van Chotek.
w
Weinig en kwaad.
Wel niet weinig, maar toch kwaad zijn
de dagen der jaren van den Keizer van
Oostenrijk geweest.
Als vorst had hij in 1848 de revolutie
te weerstaan en zag hij in zijn straten
het burgerbloed vloeien. In 1859 verloor
hij Lombardjjo aan Italië, in 1866 Ve
netië aan Frankrijk, en tevens aan Pruisen
den opperinvloed over Duitschland. In zijn
vasalstaten heerschten voortdurend wrok
en strijd tusschen de verschillende natio
nalisten. j
In 'hetgeen hem als mensch dierbaar
was, leed hij nog ernstiger verliezen. Zijn
broeder Maximiliaan, keizer van Mexico,
werd in 1867 door de opstandelingen ge
fusilleerd bij Queretaro. Zijn schoonzuster,
de hertogin van Alencon, kwam in de
vlammen om van den Weldadigheidsbazar
te Parijs in 1904; zijin eenige zoon, de
hoop zijner dynastie, Rudolf, werd op
geheimzinnige wijze te Meyering om het
leven gebracht in 1896; zijn echtgenoot©,
prinses Elisabeth van Beyeren, viel onder
den dolk van den sluipmoordenaar Luc-
cheni te Genève, juist toen zij aan boord
wilde gaan van het stoomschip, dat haar
huiswaarts zou voeren in 1898. Zijn
tweede zoon Jan Ortli, ging op reis en
kwam nimmer weder; zijn nicht Louise
van Toscane, later gravin van Montigroso,
moest wegens haar onzedelijk gedrag wor
den verwijderd; en nu verliest' hij in een
noodlottigen moordaanslag zijn neef erl
troonopvolger.
Waarlijk, ook deze patriarch onder de
vorsten mag wel bitterlijk klagen: zooi
niet weinig, dan toch kwaad waren de
dagen van de jaren mijns levens
Sc
Niet protestantse!).
„Zelandia" deelt in haar jongste hoofd
artikel eenige vermaningen uit aan haar
Roomsche lezers; er zijn er Bijl die ook
wel voor Gereformeerde lezers, mochten
geldendoch aangezien deze wenken meer
in een kerkelijk blad thuis, behooren, gaan
wij er Jiever niet op- in.
Slechts twee /opmerkingen.
„Zelandia" meent, dat de gewoonte
van ouders om den doop hunner jongge
borenen willekeurig uit te stellen „pro-
festantsch" is. Wij laten dat in 't mid
den. In de Hervormde en Gereformeerd©
Kerken heerscht inderdaad in dit opricht
groote willekeur, waartegen van den kan
sel niet genoegzaam kan worden gewaar
schuwd. -
Doch de Gereformeerde vaderen hebben
wel degelijk zich aan den regel gehou-
speer in uw achterhuis hadt doorstoken."
,,'t Was een rekelwolf," 'zeide de Pastoor
op nadrukkelijken toon: „ik spijkerde bet
beest met de speer aan den grond."
Deze herinnering deed hem goed; zijn
gezicht fleurde op, en hij zette zich aan
de tafel neer tegenover het meisje, dat
op een beweging van zijn hand zich weer
had gezet.
„Ge kent dien Eibert siedert lang?"
Zeide hij na een kleine pauze, met de:
vingers op de tafel trommelend.
„Van mijn kindsheid af," antwoordde
Judith; „hij hielp ons altijd, als er een
schaap van de kudde was weggedwaald."
Met het oor aan het sleutelgat, de vlak
ke handen op de knieën gestut, stond
de huishoudster aandachtig te luisteren;
somtijds gingen haai' mondhoeken om
laag, om dan weer ineens te verhelderen.
En terwijl de geestelijke zWeeg, voelde
Judith in .eens een verruiming, alsof die
forsche geestelijke achter de schors van
barschheid een gevoelig hart omdroeg, en
hoe het kwam, wist zij niet, maar zij
begon met klimmende vrijmoedigheid van
Eibert te vertellen. Zij somde al zijn deug
den op i;n de taal, die de liefde spreekt;
zij vertelde al het lief en leed, dat zij
samen hadden doorgemaakt, en hoe hij1
altijd zoo goed voor haar was geweest.
Zij zeide geen woord te veel en geen
woord te weinig, en haar verhaal vloeide
daarheen als een stille, klare beek door
den, dat de jonggeborenen moesten vyor-
den gedoopt in de eerstvolgende samen
komst der gemeente; van daar ook de
beurten in de week.
Ook „zitten jn de kerk" noemt „Ze
landia" protestantsch. Dit is evenzeer min
der juist uitgedrukt. Het is wel een in
de „ptotestantsche" kerken ingeslopen ge
bruik om te blijven zitten, b.v. bij het
gebed, doch in meer dan een kerk ge
schiedt de liturgie staande, wordt bij
voorbeeld het credo staande aangehoord,
wordt ook bij sommige gelegenheden
staande gezongen. Het oorspronkelijke ge
bruik jn de gereformeerde kerken dei!
17e #euw; was ook wel degelijk dat de
gebeden .door de „mannelijke lidmaten'!
staande werden aangehoord.
Wat „Zelandia" optaerkt omtrent het
gebruik van kransen of bloemen te leg
gen op de lijkkist onzer afgestorvenen*
ajs £ou dit niet Roomsch zijn, dit spre
ken jyij niet tegen, doch gereformeerd
is 'look niet. De Calvinist schuwt elk
huldebetoon aan zijn afgestorvenendaar
om js hij ook tegen alles wat dient om
den dood te verbloemenhij is tegen
standbeelden en geüenkteekenenhij jaagt
naar eenvoud als kenmerk van het ware
en hij betreurt het dat onder hen die
zich gereformeerd noemen, steeds: meer
deren van deze goede gewoonte beginnen!
af te wijken, om hunne dooden niet on
der bloemen te begraven, maar ze in
grooten eenvoud en met diepen eerbied
weig te leggen in het stof des; doods).
Albanië.
Uit Bosnië stroomen ons de nieuws
berichten toe.
't Schijnt wel, dat de wereldschokkende
gebeurtenissen van invloed geweest zijn opj
de ooriogsoperaties in Albanië.
Slechts het volgende is vermeldens
waard
De secretaris van Toerchan pasja heeft
aan de Tribuna verklaard, dat het doet
van Toerchan's reis is, Italië en Oosten
rijk te overreden, Albanië militair te be
zetten.
Valona is in staat van beleg ver
klaard. Majoor Sluys is tot plaatselijk
commandant benoemd.
Oostenrijk-Hongarije.
De Vorstenmoord.
Bezien we thans een oogenblik den
moord op den Oostenrijkschen troonop:-
volger en zijn gemalin uit een plolitiek
oogpunt. Trots het feit, dat men het van
Servische zijde doet voorstellen, als zou
de daad door een piaar overspannen fan
tasten, door geen enkele organisatie ge
stuurd, zijn bedreven, kan niet verheeld
worden, dat 'zij een haast noodwendig
gevolg is van de békende Oostenrijkscihe
expansie-politiek, door keizer Frans Jos
sef niet weinig bevorderd.
Vroeg of laat moest deze tot botsin
gen leiden. En wie zal zeggen, wat nog!
in de lucht hangt.
Napoleon nam indertijd nog al "een
rondborstig standpoint in, wanneer Bij!
w;eer nieuw gebied aan het zijne toevoeg
de. Hij sprak dan onverbloemd van „in
lijven".
Bismarck was al iets vager en noemde!
het annexeeren. Doch wanneer Posten
de heide.
De geestelijke zat recht tegenover haar,
met aandacht luisterend; en toen zij ge
ëindigd had, zeide hij„Nu wil je zeker,
dat ik dat toonbeeld van alle deugden
uit den toren haal?"
„Als dat kon", zuchtte Judith, de Voch
tig glanzende oogen tot hem opgeheven.
De Pastoor was opgestaan, en liep met
driftige passen op en neer, terwijl zijn
'schaduw groot en geweldig tegen den
witgekalkte muur speelde. Dan bleef hij
eepsklaps' voor haar staan, de groote han
den op dep rug, en uit zijn statige hoogte
met een doordringenden blik haar aan
ziende.,
„Dus Eibert is onschuldig
„Zooals ik zeide, Eerwaarde. Er is
schijn noch schaduw van een misdaad."
„Heeft hij verleden jaar niet gestroopt
Lijsbet, die met het geduld van een
schaap aan het sleutelgat stond te luiste
ren, beet zich op de lippen van span
ning, toen deze vraag werd gedaan.
Er volgde geen antwoord.
„Antwoord," zeide de Pastoor op for-
sohen toon, en daarop hoorde de huis
houdster het meisje aarzelend zeggen:
„Ja toen heeft hij 't gedaan."
i :*|l
(Wordt vervolg.1).