NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 338. 1914.
Dinsdag 30 Juni
38e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. DHUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTÏÊN
Vrede door Recht.
f'
Buitenland.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. 1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN 8e LE COINTRE, te Goes
EN
van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels f 1.—iedere
regel meer 10 cent.
i.
Een van de ernstigste verschijnselen
van onzen tijd is, dat de bedrijfsvrede
telkens gestoord wordt.
..De bedrijfsvrede gestoord."
Onze lezers herinneren zich, dat dit
wooid gevloeid is uit de pen van burge
meester Ter Laan, toen hij zijn bemid
deling aanbood li n het conflict te Zaan
dam.
Met dit woord drukte deze socialistische
burgemeester zich op zoo'n voortreffe
lijke wijze uit, dat een 'Rechtsche burge
meester het hem niet zou verbeterd
hebben.
De bedrijfsvrede gestoord! Dat is thans
de klacht die te Almelo en Zaandam
wordt geslaakt. Maar daar niet alleen.
Op (tal van plaatsen in ons vaderland
hebben stakingen van grooteren en klei
neren omvang plaats. En zoo is de toe
stand tegenwoordig voortdurend.
Nauwelijks is in een plaats een conflict
opgelost of in een andere gemeente wordt
een staking geproclameerd, dikwijls van
de zijde der patroons door een uitsluiting
gevolgd.
Onophoudelijk wordt de bedrijfsvrede
gestoord. Op het terrein van den arbeid
boort men telkens van oorlogen en ge
ruchten. van oorlogen.
In de laatste jaren 'heeft, dit verschijn
sel steeds gi'ootere afmetingen aangeno
men. En 't wordt nog steeds erger. Waar
't naai' toe moet gaan, weet niemand, maar
't eïgste1 wordt gevreesd.
Men is benauwd om 's avonds zijn krant
open te vouwen. Telkens als men zijn
oog laat gaan over de rubriek „Arbei
dersbeweging" Verneemt men Van nieuwe
stakingen. w
Dat dit een ongezonde toestand is,
voelt ieder. Overal waar de bed rijf svrede
wordt gestoord, ondervindt men er de
kwade gevolgen van.
Onze handel en industrie worden er
sterk door benadeeld en afgedacht van
de betere arbeidersvoorivaard-en, die door
een staking kunnen worden verkregen,
brengt elk arbeidsconflict een zee van
jammer en ellende in het gezin van den
werkman.
Neen, we willen aan onze arbeiders
het recht van staking niet ontzeggen. In
het alleruiterste geval mag dit strijdwapen
best worden hanteerd, maar' en hier
willen we in dit verband den nadruk
opleggen, dit wapen is een tweesnijdend
zwaard, het treft ook den aanvaller.
Feuilleton.
De Broeders van St. Jan.
door L. PENNING.
(Nadruk verboden).
53) j
Hij had er dorst van gekregen, en na
dat hij den kruik met water, dien het
meisje aan het. oor droeg, aan den mond
had g6zet, en eenige lange teugen ge-
daan,^ zeide hij„Ja menschen ik zal
het jelui maai' zeggen, want ge miooi
het toch weten, ik ben er expres voor
gekomen, om het jelui mede te doelen,
en het zou dwaasheid zijn, om zoo weer
heen te gaan."
Terwijl er een zenuwachtige trekking
over zijn gezicht liep, verbelde Arie de
imker de droeve geschiedenis. Hij wist
het van den valkenier, die met de oude
grootmoeder te doen had, want Eibert
was haar kostwinner, maar overigens niet
kon inzien, waarom het kwaad ongestraft
zou blijven. De valkenier had trouwens
herhaalde malen over die ellendige stroo-
perijen geklaagd, en meer dan eens als
rijn meening te kennen gegeven, dat de
Burgtheer, indien hij dit kwaad wilde
laten, voortwoekeren, verstandig zou doen,
al zjjn mooie valken den nek om te draai-
Nu is het bekend, dat er vele stakin
gen worden geproclameerd, waaraan onze
Christelijke arbeiders niet mee mogen en
willen doen.
Telkens, als het niet gaat pm het recht
maar om de macht, als nog niet alle
middelen zijn aangewend om tot een vre
delievende oplossing te komen, als de
gestelde eiscben in strijd zijn met recht
en billijkheid, als men vooruit weet, da.t
men tot den ptrijd niet geleed is, als
men weet dat men niet over genoeg hulp
bronnen kan beschikken, als men de
staak-maar-raak-tactiek toepast, in al
deze gevallen houden wij, Christelijke ar
beiders ons natuurlijk buiten den strijd.
Maar naast deze gevallen, waarin het
niet geraden is tot staking over te gaan,
kunnen toch ook weer andere voorbeelden
gesteld worden, waarin bet nederleggen
van den arbeid een zaak van recht en
gerechtigheid is, van gerechtigheid, omdat
men het tegenover God kan veranlt-
wo orden.
We denken b.v. aan de staking te Al
melo en de uitsluiting te Zahndam, con
flicten waaraan onze Christelijke arbeiders
zich in de gegeven omstandigheden niet
konden onttrekken.
-s,
Maar het punt dat wij thans willen
aanvoeren, houdt niet in de eerste1 plaats
verhand met de vraag of een staking
al of niet gerechtvaardigd is.
Bij elke tstaking, daar willen wij nu
in 't bijzonder op wijzen, of ze toe te
juichen is of afgekeurd moet worden,
telkens moet toch geconstateerd worden,
dat de bedrijfsvrede is gestoord.
En dat dit in ons goede vaderland
herhaaldelijk op verschillende plaatsen
voorkomt, is een toestand, waarin wij
als Christenen niet mogen berusten.
Ook op bet terrein van den arbeid
moeten we naar den vrede jagen.
Niet in een economischen oorlog maar
in het bevorderen van den socialen "vrede
heeft onze God een welgevallen.
Nu kan men wel beweren, dat men
juist door den maatschappelijken strijd
moet komen tot den socialen vrede, maar
met deze theorie gaan we allerminst ac-
coord. Dat is puur socialistisch.
Wie door den oorlog zijn tegenstandelr
tot den vrede dwingt, komt tot hem niet
in de gewenschte verhouding.
Vrede onderstelt een goede verstand
houding wederzijds en dit is dan juist
niet het geval. Men houdt zich stil; omdat
men machteloos is gemaakt, maar an
ders
Meer dan eens is zoo'n dusgenaamd
en, met Caesar te beginnen.
Judith stond sprakeloos van angst de
verschrikkelijke tijding aan te hooi'en, ter
wijl de herder, met bet schopje aan den
staf een kleinen steen .naar ieen afge
dwaald schaap werpend, op verdrietigen
toon uitriep„Een mooie geschiedenis
Dat komt er nu van. Enfin Eibert
heeft zich zelf de kool gestoofd."
De imker luisterde niet eens naar dien
praat, en verbelde aan Judith, hoe de
oude Geertle door de ramp, die zij van den
molenaar had vernomen, als verpletterend
was. Het oude mensch was radeloos, ten
scheen versuft van den schrik. En Arie
was daarom, toen hij daar straks uit het
bosch was gekomen, waar hij een hee-l-en
dag boomen had gerooid, en het geval
had gehoord, maai' op pad gegaan naar
Speulde, om het itje vertellen Want er
moest toch raad worden geschaft.
Den goedhartigen imker stonden de tra
nen ïn de oogen, terwijl hij dit zeide,
en met een droeve verzuchting voegde
hij er aan toe: „Mogen de heiligen de
oude Geerte troosten, en moge de Moeder
Gods dien beklagenswaardigen Eibert
nabij zijn."
Eibert had metterdaad wel buitengewo
nen hijstand noodig, Want de overheid was
streng op de strooperij. En zonder de
gepastheid van zijn woorden te overwegen,
zeide Arie: „Het is nog geen twintig jaar
vredes-tractaat ook op economisch terrein
geteekend. Maar meestal werd zoo'n trac-
traat, evenals ia de diplomatie, in later
jaren tot scheurpapier gepromoveerd, en
zoodia men zich weer sterk genoeg' ge
voelde, wierp men zich andermaal in den
strijd.
Vandaar dat duurzame vrede niet met
geweld van wapenen, maar alleen door
de majesteit van het recht kan worden
verkregen.
Albanië.
Weinig nieuws uit Albanië, doch ge-e-
nerlei goed nieuws.
Te Durazzo neemt de ontevredenheid
steeds toe, ztoodat het er alles van heeft,
dat men aan den vooravond van groote
gebeurtenissen staat.
Het kabinet Toerchan pasja heeft ont
slag genomen omdat de Nederlandsche
majoor Sluys als stafcommandant buiten
het ministerie om niet de rebellen onder
handelde. Toen Toerchan pasja ontslag
vroeg, Verzocht de vorst majoor Kroon
om Sluys te verplaatsen, die daarop: zooals
we reeds onder Telegrammen gemeïjd
hebben, naar Valona vertrokken is. De
beslissing van den vorst wekt in nationa
listische kringen groote opgewondenheid.
Men lneent, dat Toerchan pasja en de
eveneens zeer onpopulaire minister van
justitie, Moefid hei, het lot van Essad
pasja zullen deelen, 'tgeen den toestand
ten zeerste zou vergemakkelijken. De re
bellen gaan in hun eiscben verde» dan
ooit.
'De Nederlandsche officieren hebben de
verdedigingslijn om Durazzo met draad
versperringen omgeven, wat de veiligheid
voor een overrompeling zeer verhoogt.
Qostenrijk-Hongarije.
De Vorste n mo o r d.
Alom heersc-ht diepe rouw.
Met alleen in het land, dat deze zware
steg moest treffen, maai' in alle beschaaf
de kringen der wereld is de tijding van
de ontzettende gebeurtenissen van Zondag
met droefheid en deelneming: ontvangen.
Twee veelbelovende menschen, tarnen
een allergelukkigst huwelijksleven leiden
de, plotseling gev-allen als offers van het
anarchismeIs het niet vreeselijk?
Moge het vorstenpaar thans een va
derland bereid worden, een vaderland in
dejn hemel, dat nimmer vergaat en dat
hun nimmer meer ontnomen wordt. ,En
leere ons deze nieuwe vorstenmoord onze
koninklijke familie steeds in de hoede
van den Allerhoogste, den Koning der
Koningin, aan te bevelen. Want ook haar.
dreigt gevaar, al is er geen Hollander,
geleden, dat Noijke den strooper uit Ton-
sel op 'sHertogs last de handen werden
afgekapt en de oogen uitgestoken."
Judith slaakte een zachten smartkreet,
toen zij 't hoorde, en Arie sloeg de hard©
werkhanden ineen, om' zijn deelneming en
niet minder zijn radeloosheid uit te druk
ken. Zelfs de gedachten van Tijs den
scheeper kregen een andere richting.
Leunend op zijn staf, staarde hij met
èen sombei' gemoed naar Judith's ver
bleekt gelaat, hare aschgrauwe lippen
en starre, wijd opgespalkte oogen; te
midden van den engen, hekrompen kring
zijner zelfzuchtige overdenkingen herinner
de hij zich jn eens, dat dit meisje zijn
dochter was, en den kruik met water
nemend, zeide hij vriendelijk„Drink
eens, kind drink toch eens. Dat zal
je goed doen."
Judith nam een teug uit de kruik, die
haar vader ophield, terwijl haar de ar
men slap langs het lijf hingen. Daarop
echter herkreeg zij haar denkvermogen,
dat geheel verward was geraakt onder
de vreeselijk© tijding, en den imker in het
gebruinde gelaat starend, zieide ze: „Ver
tel me 'nu nog eens alles, Arie, wat gij er
van weet. Hoe laat is Eibert in hech
tenis genomen? Heeft hij zich niet tel
weer gesteld? Is' er geen bloed gevloeid?"
„Neen", antwoordde de imker: „dat
niet. Eibert ging gewillig mee, zooals 'de
die zou toelaten, dat een haar van hun
hoofd gekrenkt werd.
Niettegenstaande den feestdag zijn de
Weensche ochtendbladen gisteren versche
nen, zooals gebruikelijk is, in rouwrand.
'Er blijkt^ uit, dat de bevolking in de
hoogste- male deelneemt in het gebeurde.
De bladen verklaren, dat de volkeren;
der monarchie zich eensgezind om den
grijzen heerscher scharen, die- opnieuw
een voorbeeld van een heldhaftig en voor
niets wijkend plichtsgevoel gaf door de
wijze waarop' hij van de tijding' van den
aanslag kennis genomen en onmiddellijk
verdere beschikkingen getroffen heeft.
Naar thans hekend jvoi'dt, moet de
troonopvolger Frans Ferdinand in den
laatsten tijd voorgevoelens gehad hebben
en tegen Verschillende- personen uit zijn
omgeving verklaard hebben, dat hij er
zeker yan was, geen natuurlijken dood te
zullen sterven.
Er zijn thans uitvoerige bijzonderheden
bekend geworden ove<r de beide aansla
gen. i
Een dame, die ooggetuige geweest is
van den daad van Princip1, van den twee
den aanslag met het noodlottig gevolg
dus, vertelt, blijkens -een telegi'ja.m aan
de „N. R. .Crt." het volgende:
Een vriendin en ik stonden tegenover
een winkel, nadat de eerste aanslag, reeds
gepleegd was. "(Zooals men weet was het
in Serajewo. Spoedig daarop kwamen
drie jonge mannen aan met hoeden op'
het hoofd. Ze droegen versleten kleederen,
zagein er als arbeiders uit en droegen
de Servische kleuren In hun knoopsgat.
Twee jonge meisjes spraken hen aan. Die
meisjes, die ons even onbekend w^ren als
de jónge mannen, kwamen daarna naar
oins toe en zeiden tegen ons, terwijl ze
ons blij cfe hand vatten: Laten wij naar
huis gaan. Ga .ook naar huis. Die drie
jongens zijn verdacht. Mijn vriendin ging
mede, maar ik bleef staan en zag toen,
dat een van de drie jongens voortdurend
de h^uid in zijn zak had. Ik zeide toen
ia) het Kroatisch tot het meisje, dat bij
mij stoind: „Men „moest de pblitie eigen
lijk op dien man opmerkzaam maken".
Op dat oogenblik was de eerste automo
biel met den refgeei'ingscommiS'saris en den
burgemeester reeds in snelle Vaart voor
bij gereden. De drie jongens hadden waar
schijnlijk mijn ophierking; gehoord, en Prin
cip ging snel voorbij een politieagent naar
den -anderen kant van de straat en bleef
een paar passen bij den winkel vandaan
staan. ;0p dat oogenblik kwam de auto
met den aartshertog aangereden en da
delijk daarop" hoorde ik twee schoten val
len, die Princip1 gelost had. De automo
biel van den aartshertog was vlak langs
het Jroittoir gereden, waarop Princip
stond. 'De weinige toeschouwers, die daar
valkenier mij daar straks vertelde; hij
heeft stellig niet gedacht, dat de zaak
zoo ernstig was wat wil je nu doen,
Judith?"
Een zonderlinge vraag. De imker wist
toch ook wel, dat dit zwakke meisje, het
kind van een geminachten scheeper, even
min met haar handen de sterke poorten
van het kasteel kon openbreken, als Ier
mee aan den hemel reiken. Hij vroeg het
trouwens maar, onr iets te zeggen, en
die drie arme, machtelo-oze menschen
stonden daar bij den eenzamen berk droe
vig naai' den grond te kijken, terwijl de
schapen rustig voortweidden over de
heide, en de beweeglijke schaduw van
den hond als" een reusachtige, zwarte vlek
over de heidestruik-en glipte.
Doch Judith kwam in eens tot een be
sluit, -en nu zij tot dit besluit was ge
komen, verhelderd© haar gelaat. Zij zou
naar den Pastoor van Ermelo gaan, die
zoo velen hielp; zij kende Lijsbet, del
schoonzuster van den imker, en zou stel
lig niet voor een gesloten deur komen.
Met den moed dei' jonge jaren greep zij
dit plan vast, en zij liep reeds voort: in
de richting der schapen, om ze snel de
schaapskooi in te jagen. Zij verbaasde
d-en imker door de hoop, die haar hart
sneller deed kloppen, en ontstemde haar
vader, die er tegen was, dat zij nog zoo
laat op pad zou gaan naar Ermelo. Maar
.waren, wierpen zich onmiddellijk op hem
en trachtten hem vast te houden, maar.
.het gelukte hem nog het derde schot te
lossen, dat stellig de hertogin getroffen
heeft. Toen het schot viel, dat den hertog
blijkbaar in het hoofd of in de halsi
trof, sloeg de hertogin, die zich buitenge
woon flink hield, de armen om hem heen
eh wenkte het publiek toe. Toen de scho
ten vielen, kwamen er van alle kanten
officieren, agenten en gendarmen en ook
menschen uit het publiek op! den dader
toegeloopen en sloegen op hem los.
De kapper Marossi, die een van de
eersten was, die den dader van den eer
sten aanslag gevangen namen, verbelt:
•Ik stond bij het vroegere filiaal van dq
Union Bank en de automobiel van den
directeur van politie was reeds voorbij
gegaan en er volgde een automobiel met
den burgemeester. Na een oogenblik kwam
toen de auto, waarin de troonopvolger
met zijn gemalin en den landscommissaris
Potiorefc zag ik, dat een jonge man, die
aan den anderen kant van de kade in de
nabijheid van de brug had gestaan, naar
de leuning van de brug ging, i-etsi pp)
den muur legde en een bom naar de
-automobiel slingerde. Naast hem had een
ander gestaan, die zich kalm verwijdende.
Ik zag hoe de bom de automobiel raakte)
en een .flauwe rookwolk naliet in de
lucht. Verder zag ik de bom tegen de neer
geslagen kap van de automobiel terug
springen en de volgende automobiel ra
ken. 'Op dat oogenblik klonk een hevige
ontploffing. Toen ik gezien had, dat de
man geworpen had, liep ik op hem toe.
[Hij "moe-t mijl echter' gezien hebben. Hij
sprong over de kademuur in de Militsa.
Ik -sprong hein na. Een politie-agent jyilde
op hena schieten, maar ik riep' den man
toe„Niet schieten. Wij moeten hem le
vend hebben". Verscheidene agenten kwa
men nu te hulp". Wij gingen voorzich
tig ..te werk, omdat wij vreesden, dat
hij e|en revolver bij rich had. Maar hij
bad niets in zijn handen en bood ook
geen tegenstand.
Volgens de eerste, samenhangende be
richten uit Serajewo, schijnt het wejl vast
te staan, dat de daad het werk is! Van
eetn verbreid groot Servisch complot.
De beide aangehoudenen loochenen wel
is waar medeplichtigen te hebben, maar
de geheele aapslag is' zoo nauwkeurig
voorbereid, dat hij slechts' met z'orgvuldige
organisatie en met medewerking van vele
personen volbracht kon worden.
Te Serajewo waren zeer strenge maat
regelen genomen voor de veiligheid van
het bezoek. Ieder, die maar eenigszins- ver
dacht was en van buitenaf kwam, moest
papieren overleggen. Zondag waren zielfs.
nog 37 Verdachte ptersonen aangehouden.
Bel ffiaa verboden aan de vensters te
ritten en zelfs de bloemen in de vensters!
zij sprak zoo overtuigend, dat de imker
haar gelijk gaf, en de scheeper niets beter
wist te doen dan haar op het hart te
binden, toch maar spoedig terug te zijn.
Want de zon was reeds achter de beuken
van Drie verdwenen, toen Judith op pad
ging.
De Pastoor was juist van plan, zich
ter 'ruste te begeven, toen Lijsb-ert aan
de voordeur riep, dat Judith van Tijs den
scheeper hem wienschte te spreken.
„Judith?" riep hij terug; „ik ken geen
Judith. En ik heb slaap ik zeg de!
waarheid."
„Goed", riep Lijsbet met bitse stem
terug;, dan zal die ongelukkige stakkiert
naar een anderen geestelijke moeten gaan,
die om Gods wil zoo'n arm schaap, dat
door het onrecht wordt vertrapt, met
raad en daad wil bijstaan."
«te huishoudster hoorde een hevig gel
stommel, toen zij deze woorden had ge
sproken er werden (een 'paar stoelen gram
storig op zijde geschoven, en de Pastoor,
die den zwarten lijfrok weer aantrok,
riep met barsche stem: „Ontsteek de
kaars in mijn studeerkamer, en laat
het Schepsel in vredesnaam dan maar
binnen."
(Yfci'dt vervolgd).