DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Gemengd Nieuws. Ingezonden Stukken. Zeeuwsche Stemmen. De Broeders van St. Jan. Uit de Provincie. vervoer van reizigers en bagage bracht op f 1.192.478.621/3 (v. j. f 1.084.065,02), het vervoer van koopmansgoederen en pakketten f648.798.99 (v. j. f581.125.72), het vervoer van brievenmalen enz. f561.807.01 (v. j. f 588.257.031/2), huur van hutten op de stoomschepen en buiten gewone ontvangsten f292.326.28 (v. j. f 287.943.34i/2). Pea- reis bedroeg de op brengst f3.692.34 (v. j. f3.430.86). De exploitatiekosten bedroegen in 19il3 f 1.680.945.85 of gemiddeld f2.302.67 per reis, tegen f 1.575.498.471/2 of gemiddeld per reis f2.152.32 in 1912. In 1913 werden vervoerd 169.705 passa giers, tegen 158.811 in 1912, 154.801 in 1911, 148.842 in 1910 en 128.715 in 1909. In tonnen van 1000 K.G. bedroeg! het goederenvervoer 111 1913 70.901, in 1912 62.847, in 1911 61.183, in 1910 57.277 en in 1909 56.342. Boven de gewaarborgde som voor het vervoer der brievenmalen groot f450.000 wordt evenals voor 1912 een surplus ge raamd van f85.000, in 1912 bleeik dit echter f 88.136.491/2 of f 3.136.491/2 boven de raming te zijn. Voor postpakketten werd ontvangen binnenlandsche f 12.703.92 en buitenlandsche f 13.754.46. In de maanden Juni en November wer den de gewichten der vervoerde Inailis of ficieel opgenomen, waarbij werd gecon stateerd, dat het vervoer sinds de laat ste officieele weging wederom enorm ge- fetegen is. Was vroeger een mail van 800 tot 1000 zakken een uitzondering', tegenwoordig komt dit soms twee ofj drie* maal per week voor. 1 Dé verhouding der exploitatiekosten tot de ontvangsten in percenten bedroeg in 1913 62.363, in 1912 62.754, in 1911 65.761, in; 11910 59.352 en in 1909 56.219. Zooals bovengemeld bedroegen de ont vangsten f2.695.410. 901/2 en de uitgaven f 1.680.945.85, duis geeft dit een voordeelig saldo van 1' 1.014.465.85. Hiervan gaat af het nadeeliig saldo der interestrekening f37.848.36, bijdrage ten behoeve van het ketelfonds f 50.000, dotatie pensioenfonds f 50.000 en afschrijvingen op stoomsche- pen en andere bezittingen der Maatsdhapt pij f 745.103.481/2, alzoo te samen f 882.951.84i/2. De zuivere winst bedraagt alzöb f 131.513.21, hiervan f3333 bet drijfsbelasting, blijft f 128.180.21. Volgens de statuten komt hiervan aan de aandeel houders 5 pCt- van f2.020.500 of f 101.025. Van de overwinst komt 10 p!Cjt. van het reservefonds of f 2.715.52, 15 pCt. of f 4.073.28, aan tantiemes 75 pCt. aan aandeelhouders of f20.336.41. Hier* Van kan nog 1 pCit. dividend worden uitgekeerd, namelijk f20.205, waarvan er nog voor saldo: op nieuwe rekening f 161.41 overblijft. Oostburg. Bij Kon. besluit is benoemd tot lid der commissie voor het afnemen van het vakexamen voor adspirant-veri- ficateur der invoerrechten de inspecteur der rijksbelastingen J. van Bendegom te Oostburg. Sluis. Met ingang van 25 Juni zal het Post-, telegraaf- en telefoonkantoor al hier van 81 u. en van 23.30, van 4.305 u. en van 67.30 u. geopend zijln. Terneuzen. Geëindigd faillissement G. J. Goethals, herbergier en koopman, alhier. Brandramp te Luik. Dinsdag namiddag, 'rond 5 urn-, is in de vlasfa* briek 'St.-Leonard, opi de St.-Leonardskaai te 'Luik, een hevige brand uitgebroken. Deze fabriek, waarin verscheidene hon derden mannen, vrouwen en meisjes wec ken, beslaat 'aan (ie Marengostraat een, kolossaal gebouw Van vijf verdiepingen hoog. Dp de 'tweede verdieping was Dinsdag* namiddag ,eene as heet geloopen en zij deelde het Vuur mede aan een hoop ka* toenafval. Dadelijk namen de vlammen groote uitbreiding en een dichte rook vul* de de 'gansche fabriek. De werklieden en werkmeisjes, die 'op de hoogere veïdiejpjni- gen arbeidden, zagen zich door de rook alle redding langs de trappen ontzegd. De (schrik sloeg hen om 'thart, huilend en schreeuwend yan angst vluchtten zij naar de hoogste verdieping. Eene ontzet tende paniek maakte zich van allen meester. Ben jong meisje wan Jupille, wiens naam nog onbekend is, meenend zich te redden, liep een trap af, doch viel in den vuurpoel. Men zag hare brandende klee- deren, die haai' van het hoofd tot de voe ten met vlammen omringden en dan sprong zij door een venster en kwam zich den schedel pletten op een afdak. Een andere werkvrouw, Maria Tordeur, die het waagde op een afdak te springen van een hoogte van 7 meter, viel met het hoofd op den rand en bleef op slag dood. Inmiddels, daar de vlammen steeds voortwoedden, waren de werkvrouwen op; de daken der fabriek gevlucht. Het waflj een jammerlijk schouwspel, deze wanhor pigen, handen wringend, te zien verkee- ren in doodsangst, huilend 0111 hulp, De brandweer en een afdeeling soldaten, snelden op het eerste noodsein ter hulp. Terwijl de pompiers de vlammen besproei den, trachtten anderen, geholpen door burgers en soldaten, de daken te bereiken, waarop een paar honderd vrouwen zijn gevlucht. Reddingsladders worden links en rechts geplaatst en de moedige redders hebben de handen vol, om de vrouwen gerust te stellen, die eerst weigerden zich! te laten beneden brengen. Stilaan komt er toch kalmte en dank aan 'de koelbloe digheid en de opoffering der reclders, ge raken al'len op den vasten grond. Een twintigtal hebben hierbij verwon dingen bekomen, vooral veroorzaakt door glasscherven en ook door den val. De zwaarst gewonden zijn Maria Regnier, die den arm op twee plaatsen brak, en Cecilia van Stepwelle, die een schedelbreuk op liep. In auto's werden de gewonden naar het hospitaal ,en naar de naburige kliniek ver voerd. De brandweer', die stroomen water op den vuurgloed .wierp', was 11a een uun werkenis de vlammen meester. De groote fabriek is gedeeltelijk vernield. "(VI. Gaz!.) (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Wanneer zal Goes feestvieren? Weledelen heer Redacteur! Ingezetenen, buurtcommissies enz. vra gen mij of w|ij[ in 1915 bet 500-jarig bestaan van Goes als stad zullen kunnen herdenken. 1 Om het dezen allen gemakkelijk te ma ken mag ik zeker' van uw bekende gast vrijheid wel gebruik maken en hun door uw blad mededeelen wat mij hiervan bekend os. 1 Uit fcorgvuldige nasporingen in de ar chieven van rijk en provincie (waarbij) o.nr. van Mieris en Mart. Gousset werden geraadpleegd) (is mij gebleken, dat er in het jaar 1405 van .Goes als, stad wordt gesproken (Hertog Willem geeft baljuw, burgemeesteren en schepenen der stad Goes (de berechting van dieven enz;.), In 'het jaar 1406 wordt er echter, zon derling genoeg, weder van Hoes als) dorp gesproken. (Hertog Willem ver koopt aan Goes ten behoeve van het g e m e e 11 e dorp de waag en de hal)'. Uit het bovenstaande blijkt dus', dat de meeningen (van gezaghebbende schrijvers! uiteenloopen waar 'het de vraag geldt of Goes reeds in de eerste jaren van 1400 als fctad kan worden aangemerkt. In latere jaren valt er betreffende deze vraag meer eenstemmigheid waar te ne men; 1411 'spreekt nog niet van de stad) Goes, maar Van de „Verleening van hand vesten en Vrijheden aan de goede lieden en gemeene poorters van Goes". Zoui men uit het woord poorters misschien! kunnen iafleicten, dat Goes als; stad werdj aangemerkt, daar er hij dorpen zelden* van poorters werd gesproken? Hoe dit) ook zij, wij moeten dujs bij al deze on zekere data naar een zekeren datum zoo* ken, '.waarop rhet vaststaat dat Goes eeni stad rwas en dan wordt bij alle schrij(- vers vanaf '1415 geregeld over Goes als stad (gesproken. Het jaar 1915 is dus het jaar, Waarin .wij rnett alle gerustheid; het 500-jarig bestaan van de plaats onzeri inwoning (als stad kunnen herdenken. Vriendelijk 'dank voor de opname dezes. J. de Kruijtor, Goes, 19 Juni 1914. VAN VRIJDAG 19 JUNI 1914. XI. „Aangenomen naar Bennebroek door ds. A. S. Talma". Aldus konden we dezer dagen in de kranten lezen. Oogenschijnlijk 'n simpel berichtje; niet .waar, zoo als de bladen het van iedefl aïider predikant zouden opnemen. Toch geldt het hier een, buitengewoon bericht, waarvan door ieder in den lande met meer- dan gewone belangstelling is' kennis genomen, dat indruk maakte, hier leedwezen wekte, gevolgd door berusting, daar onverholen blijdschap. Want door het aannemen van 'dit beroep door ds. Talma, is een man van het por litieke tooneel verdwenen, die er noodje gemist kan worden; iemand, die op een zegenrijken arbeid mag terugzien, in de overtuiging, dat God hem, den eenvoudi ger dienstknecht, daar plaatste, om er de Christelijke beginselen uit te dragen, overeenkomstig de boodschap van Godis Woord. Anderzijds hebben de politici, die met God en Zijn Woord geen rekening houden, in hem een ged ucliten tegenstander ver* loren, die hun een sta-in-den-wag van het lastigste soort was, eni wiens arbeid zij nu naar hartelust meenen te kunnen afbreken of „onschadelijk" maken. Aan die zijde onverholen blijdschap. Doch wat God door hem gewerkt heeft, laat zich zoo maar niet afbreken. De kiemen van het uitgeworpen zaad 'feterven niet, maar zullen eens de rijkste vruchten dragen. 'De (wiiiste, die behaald is, zal toch niet ongedaan gemaakt kunnen won den. Daarom (staren wij den heengegane niet na, /met een gevoel, alsof het alles tever- geefsch ware, en we nog niet verder zijn, dan -toen hij de' zware politieke taak aanving. Zeker, ongetwijfeld schijnt het voor de anti-revolutionaire partij, wier beginselen de heer Talma met hart en ziel voor stond, een onoverkomelijk verlies. Doch laat ons niet treuren. Ook in het nauwe keurs van het partijverband gaat 'het voor alles om deizaak yan Gods Koninkrijk en dan immers behouden wij onzen mede strijder nog! 'Al is hij dan in een am dere compagnie ingedeeld, in een ander regiment zelfs, dit neemt niet weg, dat hij nèg met ons voor één Koning blijft strijden. j Dit doe ons berusten. Bidden wij, dat God zijn trouwen dienstknecht nog vele jaren spare, en dat Hij aan den arbeid, in Zijn naam verricht, den noodigen zegen ïiiet onthoude! Wat is er al niet gepraat over het feit, dat ds. Talma weer tot het predik ambt ging terugkeeren. De mensch pleegt er allerlei motieven, voor te zoeken, en wat hij uitvindt, meent hij waarheid te zijn ook. 'k Zal me niet verdiepen in allerlei gissingen, die dezer dagen in verband hiermede uitgesproken zijn. Dat is tot niets nut. Wel zou ik willen zeggen, laat onfci zijn besluit ten volle eerbiedigen. Het predikambt is een gansch bijzonder ambt. De prediker is een. gezant van Christus. Niet dan om heel bijzondere redenen, gaat zoo'n gezant in een anderen staat des levens over; slechts om redenen door God Zelf hem ingegerien, na uren van strijd en gebed. En niet dan om even bijzondere re denen laat de dienstknecht zich weer elders roepen. Dok van ds. Talma mogen, ja moeten .wij aannemen, dat hij in deze met Zijn God te rade is gegaan. De gemeente Bennebroek is hem thans als zijn bijzonder arbeidsveld aangewe zen. Dat zij veel ontvange van den rijk- Feuilleton. door L. PENNING. (Nadruk verboden). 46) De hoevenaar was wel op de hoogte, v ïoeger, toen de Zigeuners pas versche nen, zeiden de geestelijken, en zij be zwoeren het op den kansel, dat het arme zwervers waren, wien door den Paus een boete was opgelegd, ten gevolge Waarvan zij lange bedevaarten moesten doen naar de heilige plaatsen der christenlanden. Zij spraken een vreemde, nauwelijks ver staanbare taal, en hun opperhoofd noemde zich nu eens hertog en dan weer graaf van Klein-Egypte. Zij beroemden zich op de kunst, droomen te kunnen uitleggen en oefenden waarzegging en duivelsbe zweringen uit, terwijl zij door de steden, waar zij in het begin lom liefdegiften aan klopten, niet ongetroost voorbij werden gezonden. Want Arnhem schonk hun een half malder weit, een vat bier, honderd haringen en nog zes gulden aan geld: stellig leen rijke gift. En Zutphen wou het er niet onder doen. Doch het bleek maar al te spoedig, dat het luie menschen waren, die zonder werken aan den ko3t wilden komen, zich om geen maatschappe- begaafden dienstknecht des Heeren, voor tijd en eeuwigheid, doch bovenal voor de eeuwigheid. Zooals gezegd, men is allicht geneigd van een onherstelbaar verlies te spre ken. He leidende Christelijke politici zijn nog te tellen. De anti-revolutionaire partij heeft, Gode zij dank, nog talrijke kopstukken, die aan vaste geloofsovertuiging, buitengemeene scherpzinnigheid, tact en bekwaamheid 'tot het geven van leiding paren; doch in zoo grooten getale zijn ze niet, of het Schijnt wel, dat elk verliesi voor ha al- achter uitgang beteekent. Toch is het Verkeerd dit te meenein. De zaak, die wij dienen, is niet afhanke lijk van een zeker aantal menschen en ze valt niet met het verlies van één enkelen aanvoerder-, 'Zelfs is ;ze niet afhankelijk van de positie, die haar yoornaamste strijders innemen. 'tls opmerkelijk, dat na den val van het Christelijk ministerie, een zekere lauw* heid en onverschilligheid onder onze man nen is ingetreden. 1 Men schijnt te denken, dat alles verlo ren is. i Alle hoop is de bodem ingeslagen. Dit getuigt echter van weinig vertrou wen en het teekent de kleingeloovigheid, die zich nog maar al te vaak hij1 ons openbaart. Moesten wij ons niet immer, sterk voelen, immer bezield door het zelfde heilige ideaal, ook al dreigt alles onder- ons in te storten, geroepenen als wij zijn van Hem, Die niet laat varen het werk zijner handen? Maar bovendien, Talma is voor de po litieke en sociale actie nog niet gansch en al verloren Hij is er de man niet naar, om nu plotseling alles neer te leggen, om zich in de komende jaren een zoete rust te verzekeren. Talma is een werker, van groote presta ties, die niet rusten kim, en dan ook nog wel tijd zal vinden om, zij het in stilte-, aan den politieker! en socialen strijd deel te nemen. Altijd, voorzoover de belangen van zijn gemeente het toelaten. Want z iji mag- in de eerste plaats op haars leeraars toewij ding aanspraak maken. Zooals men weet heeft de heer Talma reeds zitting genomen in de Commissie voor het Tweede Sociaal Congres. We koesteren de vaste overtuiging, dat hij daar de rechte man op de rechte plaats is, en dat zijn arbeid voor en op dat Congres rijke vrucht zal dragen. En dan, met .prof. Diepenhorst maakt de heer Talma de hoofdredactie uit van „Christendom en Maatschappij", de half- maandelijksche uitgave ten behoeve van de Christelijke Sociale actie. Ook daarin zal zijn arbeid ongetwijfeld gezegend zijn. Zijn we den heer' Talma dus voor goed kwijt? Men beweert het; doch is de achter grond dezer bewering niet ietwat egoïs tisch Van een Minister Talma zullen we, althans vooxloopig, niet meer kunnen spreken. Ons parlement zal het, althans voor- loopig, zonder hem moeten doen. In de verkiezingsdagen, wanneer de mannen van de bovenste plank op politiek gebied zoo onmisbaar zijn, zal hij zich moeten beperken. Maar tochin stilte zal er nog een groote invloed van de Bennebroeksche pastorie uitgaan. Onze a.r. partij in de eerste plaats zal er cle vruchten van jplukken. KEES VAN DER MEER. Middelburg. In de sociëteit St. Joris had gistermiddag de uitreiking' plaats van de medailles en getuigschriften, behaald op de Eerste Zeeuwsche Bakkerij-Tentoon stelling. Alvorens met de uitreiking word aangevangen, bood de heer van 't West einde namens eenige exposanten aan den heer C. J. de Wolff, voorzitter van het uitvoerend comité een fauteuil en aan den heer J. P. Pieterse een gouden lorg- lijke orde bekreunden, en allergevaarlijk ste toovermiddeltjes bezaten, om zich de schapen, ganzen en kippen van de boeren toe te eigenen. De hoevenaar nam den halster over en zeide: OIPas op je muts, Barendje, want die schavuiten kunnen alles gebrui ken." En in de ééne hand den halster, cle andere hand op het leeren beursken dat de hoer in den rechter zak van zijn bruinleeren hozen droeg, keek hij met} een grooten achterdocht op zijn door zon en wind verweerd gelaat naar dien wonder lijken stoet van heidens, die hen tegen kwam. De voorste, op een kleinen, mageren pony, van welken men al de ribben kon tellen, scheen de aanvoerder te zijn. Hij clroeg een fluweelen wambuis, waarvan de (naden op den rug begonnen tei bersten, een lederen jak en een zwierige veder op den trotschen hoed met groote ran den. Aan zijn gordel hing een geducht slagzwaard, over zijn schouders een koppel doode hoenders, waarvan het niet zeker was, of zij geroofd of gestolen wa ren, en den hoevenaar met zijn zwarte, doordringende oogen aankijkend, zeide hij in jeen gebroken Geldersch: „Ruilen vent? Vier kip tegen jouw paard." „Niet (doen, Vader," zeide Barendje rnet driftige gebaren: „niet doen, hoor." Arendsz had geen haai- op zijn hoofd, net aan, als dank voor wat zij voor het welslagen van de Tentoonstelling hebben gedaan. Beide deze heeren verklaarden deze hulde op hoogen prijs te stellen. Dhr. de Wolff sprak zijn voldoening uit over de groote opkomst, waarna de heer Pieterse het woord nam, die zijnerzijds hulde bracht aan de heeren de Wolff en van Noppen, den secretaris van het uit voerend comité. Zich richtende tot de exposanten en prijswinners, gaf dhr. Pie terse de verzekering, dat de jury alles gedaan heeft naar haar beste weten, ook al mogen daardoor niet alle expo santen zijn voldaan. De prijswinners wenschte hij geluk en wees hij er op, dat zij door het toepassen van het Excel- cior in hun zaken, zich de prijzen ook voor de toekomst waardig kunnen maken. Hierna had de uitreiking der prijzen plaats aan de reeds vroeger door ons genoemde bekroonden. Gisteravond had op den weg van het Station naar de meelfabriek alhier een hotsing plaats tusschen een motor- wielrijder en een ■wielrijder, de beide fietsen werden nog al beschadigd doch de rijders kwamen er goed af. De Stct. bevat de statuten van de Liberale Kiesvereeniging alhier. De stoomvaartmaatschap pij „Zeeland". In de heden (Vrijdag) ten raadhuize te Vlissingen gehouden aandeelhouders vergadering der (stoomvaartmaatschappij „Zeeland"/" Koninklijke Nederlandsche Postvaart", werd het jaarverslag over 1913, het negen- en dertigste boekjaar der maatschappij vastgesteld. Aan dit ver slag' is het volgende ontleend: Het scheepsmaterieel bleef gedurende 1913 op uitstekende wijze aan alle eischen voldoen. Het reizigersvervoer nam in 1913 weder op bevredigende wijze toe, en het zelfde kan worden gezegd van het goe derenvervoer, vooral ,van het vleeschver,- voer, dat zich over de lijn der maat schappij geheel herstelde. Zooals te verwachten was, waren de exploitatiekosten over 1913 als een gevolg van de dat jaar betaalde steenkolenprijzén aanmerkelijk hooger. Evenals het vorig jaar stellen commissarissen voor, ook thans weder een bedrag van f 50.000 af te zonderen voor de pensioenregeling van het personeel. Eveneens bestemder* commissarissen een bedrag van f50.000 tot versterking van het ketelfonds, ter-, wijl met het oog op1 de mogelijkheid, dat binnen enkele jaren tot aanbouw van nieuwe dagbooten moet worden overge gaan, ook nu een aanzienlijk deel der netto-winst is bestemd tot afschrijving; op de jschepen en andere eigendommen der maatschappij. 'Commissarissen achten het een voor recht dit jaar wederom te kunnen voor- Stellen een dividend van 6 pCit. uit te jkéeren. 1 De vloot der maatschupipij béstoncl op 31 December 1913 uit de volgende stoom schepen: „Duitschland", groot 4682 M3. met 4500 P.K.; „Prins Hendrik", groot 5508 M3. met 9000 P.K.; „Koningin Ré* gentes", groot 5514 M3. met 9000 P.K. „Koningin ,Wilhelmina", groot 5502 M3. met 9000 P.K.„Prinses Juliana", „Oranje Nassau" en „Mecklenburg", alle drie groot. 8171 M3 met 1000 P.K. i Van de 3 pCt. obligatieleening anno 1886 werden in Juni 11913 100 obliga* ties uitgeloot, zoodat in omloop bleef een bedrag van f 1.760.000. Van de 4 jpiGt. geldleening anno 1912 primitief, groot f450.000, werd in 1913 f 75.000 afgelost, zoodat op 31 December nog verschuldigd was een bedrag van f375.000. Het „kefelfonds" bedroeg opl 31 De cember 1912 f 159.463.85, in 1913 Ver meerderde het met de jaarlijksche bijdrage ad f 50.000 en gekweekte rente adi f 7.489.97, zpodat het fonds op! 31 Decern,- hei- 1913 bedroeg f216.953.82. Hier van is voor een nominaal bedrag van f 215.000 in effecten belegd, de boekwaar de dezer effecten bedraagt f 211.307.50 en de beurswaarde op 31 December 1913 f203.862.50. De Resultaten over 19,13 toonen aan, dat in dat jaar 730 reizen werden afge.- legd, zijnde twee minder dan in liet vo rig jaar. De brtito-opbrengsten beliepen £2.695.410.90i/2 (v. j. f2.5,11.391.12), liet dat er aan dacht. „Mijn witvoet ruilen 'tegen die vier kuikens?" riep hij: „loop heen, kerel," en de boer balde de vuist van kwaadheid. Twee jonge vrouwen, zoo geel als saf fraan, volgden den man te paard. Arendsz had ze meer gezien; verleden week wa ren ze nog in het dorp Ermelo geweest, de huizen afloopend met amuletten, die zij van den aluinwortel maakten. Zij begeerden, dat in dezen wortel, dien zij tusschen de kleintjesheggen te Elspleet en de kinderheggen te Vierhouten sneden, een wonderdadige kracht lag verscholen, goed voor alle kinderlooze vrouwen, 0111 een talrijk nageslacht te k'weeken. De beide vrouwen hadden ieder een vervaar lijk schreeuwend kind voor op het zadel, terwijl een paar gebutste ketels en eenige ijzeren potten aan den zadelriem hingen te bengelen. Daarop volgde een gewapend man op een paard, dat voor een oude rammelkast van wagen, vol vrouwen en kinderen, was gespannen; en met zijn rug naar het paard gekeerd, zat een lustig gezel met een viool op de knieën, op een omgestulp te ton, de beenen over een open houten kist, waarin een groot konijn, met da lange ooren staken omhoog, en den neus onophoudelijk bewegend, zat te kijken. Er volgde een kar met een ezel er voor, waarop een meisje met gitzwarte oogen en koolzwart haar schrijdelings reed; uit de kar kwam het vroolijk gekraai van een haan, die op de leuning van een half ge broken stoel met trotsche blikken den kring" overzag, terwijl een bleeke, zieke vrouw, met een paar kinderen aan haar rokken, die naast de kar gingen, moeite had zich voort te slepen. Een heele troep klein volk volgde; zij deden kopje over, reden op stokpaarden, en rolden met cle schuimige honden, die bij' den troep be hoorden, over den grond. Het hoofd diep in een vat verscholen, wandelde een jon gen, door een meisje bij de hand geleid, als een aartsbisschop daarheen, terwijl een andere jongen volgde, een ijzeren koe- kepan op den rug, en het hoofd in een grooten aarden pot met drie pooten als begraven. Sommige kinderen werden moe de van het rakken in de heete zon en bleven achter; maar hun moeders namen hen dan op in de voertuigen, waar zij een flinke afstraffing kregen. Voerman Arendsz keek met d© oplet tendheid van menschen, die tusschen leen bende struikroovers zijn verdwaald, naar dien vreemdsoortigen stoet, en toen de laatste Zigeuner met een hond zoo groot als een beer was voorbijgetrokken, zeide de hoevenaar: „Geloofd zij onze schuts patroon dat is dan toch gelukkig voor bij. Hebt je ooit van je leven zoo'n troep gezien, Barendje? En parmantig die voor ste, alsof Hertog Karei de Stoute nog maar een kwajongen bij hem is. De vent wou ruilen. Vier kuikens voor onzen wit voet 't is een beleediging. Een best paardje; goed vierkant er mankeert niets aan, Barendje." „Neen, Vader niets." Wat is de mensch. Onze beste, brave hoevenaar, die niemand zal bedriegen, en iedereen het zijne geeft, weet terdege goed, dat er iets aan mankeert, terwijl hij zijn consciëntie tracht te sussen, door het tegendeel aan zijn zoontje te verze keren. Goed vierkant hoe durfde Arendsz die woorden toch over zijn lippen nemen. Had hij verleden Zaterdagavond in de .schemering niet met eigen oogen gezien, dat zijn witvoet over een strookruis trad: het zekerste teeken, dat het dier betoo- verd was? En was de baas dat ramp spoedige gezicht niet den ganschen Zon dag bijgebleven: in de vroegmis, in de namiddagkerk en op den akker, toen hij met Geertruid naar cle veelbelovende ak kers wandelde? 1 „Verkoopon", had de vrouw gezegd: „verkoopen, en niets zeggen aan nie mand. Het is onmogelijk, dat een mensch, tenzij dat hij een geestenbezweerder of een joovenaar is, aan, een paard kan zien, dat het over een strookruis is gestapt." {Wordt Tsrrolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 5