Reclames.
Het versterkend middel voor hen
die aan een slechte spijsvertering
lijden.
Predikbeurten.
Kerknieuws.
Onderwijs.
Binnenland.
Uit de Pers.
sen, want de Griek, schoon kleiner dan
hij, is tot de tanden gewapend en zal
hem aanvallen.
En tl oc h houdt de Turk zich onver
schrokken. Reeds heelt op dringend bevel
van de Turksche regeering de Turksche
gezant te Athene zijn tournee beëindigd
en Srich te Salonika, het oude Thessalonica
uit het Nieuwe Testament, ingescheept.
Ver. Staten.
De Panamakanaaltollen.
Met 216 tegen 71 stemmen heeft het
Huis van Afgevaardigden de wijziging,
'door den Senaat in de Panamakanaalwet
aangebracht, goedgekeurd.
De wijziging is onmiddellijk aan presi
dent Wilson ter bekrachtiging gezonden.
De „N. R. Ct." teekent bij dit bericht
het volgende aan:
De tolvrijheid van Amerikaansche kust
vaarders is door de wijziging afgeschaft.
Intusschen heeft de wetgevende macht
zich het recht voorbehouden om voor
Amerikaansche schepen de regelingen te
treffen, die haar goeddunken.
KENT GIJ DIE RUST?
Kent gij die rust
Die zaalge rust.
Die diep in 't harte woont,
Waar 's Heeren woord
De ziel bekoort
En zijn Genade troont?
Kent gij die rust,
Die blijde rust,
Die .boven 'taardsch gedruisch
Haar Loflied zingt,
Dat opwaarts dringt
Naar 'tzalig Vaderhuis?
i
Kent gij die rust,
Die diepe rust,
Bij alle .zonde en schuld,
Die in 't gemoed
Oim Jezus' bloed.
Geen söhucht'ren twijfel duldt?
I
Kent gij die rust,
1 Die zeek're rust, i
Dat niets u immer scheidt
Van Gods gena 1
0!p Golgotha
Aan 'tkruis (tentoongespreid?
Ik rusï in God,
Ik heb mijn lot,
Mijn leven en mijn streven,
Mijn vreugd' en smart,
Mijn gansche hart,
In Zijne hand gegeven.
(Pniël.)
Indien het niet verteerde voedsel in
de maag blijft, ontstaat er gisting en
vormen zich gassen. Deze gassen doen
de maag uitzetten en1 een uitgezette maag
hindert het hart en brengt zulke hevige
pijnen van dit orgaan voort, dat zij aan
een hartziekte doen gelooven. Do gassen
vormen zich tengevolge van gebrek aan
kracht der verteringsorganen en dat ge
brek aan kracht der verteringsorganen
komt voort uit slapte van bet bloed.
Een versterkend middel is dus noodig.
De Pink Pillen, hersteller van het' bloed
versterker der zenuwen, zijn altijd ge
bruikt met succes bijl de behandeling van
dezen vorm van maagkwaal. De koude
Wasschingen des morgens, gevolgd door
krachtige wrijvingen zetten den bloeds
omloop aan, maar de behandeling met
:de Pink Pillen blijft onmisbaar indien
men het bloed wil verrijken, de zenuwen
versterken en de maag geschikt maken
haar werk te doen.
Zoodra men gebruik maakt van de
Pink Pillen, vermeerdert de eetlust, de
spijsvertering heeft gemakkelijker plaats
en de algemeene toestand verbetert. De
Pink Pillen hebben tal van zieken ge
nezen, het is dus geen proef die gij
neemt. Bovendien kunnen zij zonder be
zwaar gebruikt worden door personen
van het fijngevoeligste gestel.
Ze zijn verkrijgbaar a fl.75 per doos en f9
per zes doozen, bij het Generaal-Depöt der Pink-
Pillen, Da Costakade 15, Amsterdam.
Verkrijgbaar voor Zierikzee en omstreken bij
J. W. Gudde, te Goes bij Gebr. Mulder, te Tholen
bij W, Potter, Apotheker, Stoofstraat.
En verder by verschillende Apothekers en
goede Drogisten.
NED. HERV. KERK.
Zondag 14 Juni.
Goes, 9.3b u. ds. De Vries, 2 u. ds. Steinz,
Cat. Zondag 88, 6 u. ds. Homburg.
Alle beurten coll. Herv. School.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen be Oude Niedorp en Veen-
ihuizen, J. J. F. Spaargaren, cand. te
'sGravenhage; te Schooneteek, H.
Leenmans, cand. te Utrecht.
Bedankt Voor Zierikzee door R. O. J.
Schouten te Maastricht; voor Hooge-
yeen door S. v. Dorp te Bodegraven.
i Middelburg. De verkiezing voor een no
tabele der Ned. Herv. Kerk te Middelburg
heeft tot uitslag gehad, dat 310 biljetten.
Werden ingeleverd, waarvan 28 blanco
of van onwaarde. De heer WKosten,
Candida at van evenredige vertegenwoordi
ging werd gekozen met 150 stemmen tegen
132 op den heer R. M. Smits, candidaat
van „Schrift en Belijdenis".
Geref. Kerken.
Beroepen te Oosterend. J. C. Aalders
te Beetgum.
Chr. Ger. Kerk.
Beroepen te Werkendam 1.. de Bruijne
fe Bunschoten.
-Voor de benoeming van een leeraar
in de oude talen aan het gymnasium te
Dordrecht bevelen curatoren aan de hee-
iren dr. L. Hillesum te Middelburg en
A. Heijboer te Tiel.
- Op het door de vereerd ging „Tes-
selschade" afgenomen examen voor kin
derjuffrouw zijn geslaagd de dames: N.
Dourleijn, E. P. Rijthoven, S. M. Beckers,
S. J. C. Barentsen, S. C. Heersma, P.
W. Ingelse, C. E. de Graaf, allen te
Middelburg, C. de Jong, Missingen len
J. W. H. de Jongh, Heinkenszand.
Voor leeraar aan de 3-jarige H. B.
S. inet handelsschool te Haarlem worden
aanbevolen voor Nederlandsch en ge
schiedenis de heeren: J. Pot te Middel1-'
burg, dr. H. Bouwman te Hoorn en H.
de Graaf Jr. te Assen.
Voor Fransch de heerenR. Borggreve
greve te Middelburg, P. H. Walle te
Utrecht, K. J. Riemens te Gouda.
De heer I. Wessel, geboren te Goes,
is aan de Universiteit te Amsterdam ge
slaagd voor candidaat-arts.
Een knap Hollandse h stu
dent in Amerika. In ,,Thc Grand
Rapids Press" lezen we, dat Herman Kui
per, die het Calvijn-college heeft afgeloo-
pen en gedurende een jaar de colleges
aan het Seminarie te Princeton heeft ge
volgd, de Galston-Winthrop-beurs is te
beurt gevallen. Deze studiebeurs, groot
600, geeft hem het recht zijn studiën
voort te zetten aan het Seminarie te
Princeton of wel aan de Vrije Universiteit
te Amsterdam. De heer Kuiper heeft het
eerste gekozen en hoopt na voltooiing
zijner studiën zijn intrede te doen bij de
Chr. Gereformeerde Kerk. Hij is een broe
der van prof. B. K. Kuiper, hoogleeraar
aan het Calvijn-college, en, volgens „The
Grand Rapids Press", geboren te Niekerk
„near Holland".
We merken echter op, dat er in ons
land twee plaatsen van dien naam zijn,
n.l. onder de gemeente Oldekerk (Gron.)
en onder de gemeente Ulrum (Gron.). Zeer
waarschijnlijk is eerstgenoemde gemeente
de geboorteplaats van den bedoelde.
Dr. J. Tli. de Visser.
Zooals men had gehoopt en trouwens
verwacht is, is dr. J. Th. de Visset
gisteravond met een geweldige meerder
heid tot lid van de Tweede Kamer voor
het district K a t w ij k gekozen.
Hierboven ziet men de beeltenis van
den nieuwgekozene, die straks door allé
rechtsche afgevaardigden met blijdschapj
in de Kamer begroet zal worden, even
als zjiji verkiezing door allen, die derf
wakkeren, onvermoeiden politicus en strij
der voor de Christelijke beginselen, mejfc
warme belangstelling tegemoet gezien is.
Dr. Johannes Theodoor de Visser .werd
den 9en Februari 1857 te Utrecht gebo
ren. Hij studeerde aan de hoogeschool te
Utrecht en promoveerde in 1880 tot doc
tor in de theologie.
Als predikant bij de Nederlandsch Her
vormde Kerk heeft hij van 1880 tot 1884
gediend te Leusden, van 1884 tot 1888
te Almelo, van 1888 tot 1892 te Rotter
dam en sedert 1892 te Amsterdam.
Hij werd voor de eerste maal tot lid
der Tweede Kamer gekozen in 1897 en
had van dat jaar tot 1901 zitting voor
Rotterdam; van 1901 tot 1905 voor Am
sterdam en viel toen uit, om echter in:
1906 opnieuw in de Kamer te komen,
nu voor Leiden. Bij de periodieke veï1-
kieizingen in .1909 werd hij gekozen zoo
wel voor Leiden als voor Harlingenvoor
laatstgenoemd district bedankte hij. In
1913 werd hij gec.andidee.rd in Ommen,
docht moest hij het afleggen tegen Bi-
chon van IJsselmonde.
Buiten zijn ambt beweegt dr. De. Vis
ser zich voornamelijk op het gebied vair
het Christelijk onderwijs, de filantropie
en de arbeidersbeweging. Hij is voojv.it
ter van de vecreeniging voor Chrislteüjk
■Volksonderwijs, van den Christelijk Phil.
Bond, eere-voorzitter van den Christelijk
Nationalen Werkmansbond; lid van het
hoofdbestuur der NederJandsehe Verecni-
ging voor Lupuslijdeirslid van het coï-
leige van Toezicht. Bijstand en Advies
voor het Rijks Tucht- en Opvoedingswe
zen, lid van de Ineenschakelingscommirf-
sie voor het onderwijs en voorzitter van
het bestuur der Martha-stichting.
Dr. De Visser is ridder in de orde
van den Nederlandsehen Leeuw.
Dr. J. Th. de Visser C.-H. vereenigdet
6186 stemmen op zich, mr. H. W. C.
J. de Jong. v.-l. 956 en S. II. de Mi
randa, s.d.a.p., 232 stemmen. i
Bij de periodieke verkiezingen in Juni
1913 bedroeg het aantal kiezers 10378
en werden 8183 geldige stemmen uitge
bracht. Deze waren toen als volgt ver
deeld
Van Wassenaer van Catwijck (C.-H.)
6663 stemmen, mr. J. C. Kielstra (V.-L.)
1158, S. R. de Miranda (S. D. A. (P.J
227 en idr. P. J. Muiier (Prot.) 135, zoo-
dat gekozen werd de beer Van Wasse
naer van Catwijck.
Herziening der verordening op
de w i n k e 1 s 1 u i t i n g.
In de voordracht van de Amsterdam-
sche commissie voor de strafverorde
ning inzake de herziening op de winkel
sluiting deelt de commissie mede, dat
zij de tijd tot een herziening gekomen
acht, die zich bepaalt tot aanvulling dei-
leemten, welke hij de toepassing der
verordening aan het licht kwamen. Ook
die leden der commissie, die aan de
totstandkoming der verordening mede
werkten, aanvaarden dit standpunt. Do
commissie wenscht voorop te stellen,
dat de leemten niet het gevolg zijn van
stapppen of onoordeelkundige handhaving
door de politie. Integendeel is gebleken,
dat deze alles heeft gedaan om tot een
strenge handhaving der verordening te
komen. De klachten in het adres van
de afd. Amsterdam van den Ncd. Bond
van Boekverkoopersbedienden, bleken
betrekking te hebben op winkels, waar
op straat of „over het hekje" werd ver
kocht, wijzen van verkoop waartegen
toen wegens verdeeldheid in de opvattin
gen der rechterlijke autoriteiten nog niet
krachtig kon worden opgetreden. De pun
ten welke naar dei meening der commissie
voorziening eischen zijn de volgende:
1. Wat betreft die winkeliers, die door
het inwerking treden der verordening
een groot avonddebiet hadden. De com
missie heeft hierbij gemeend aan indivi-
dueele vrijstellingen voor hen, die kun
nen aantoonen het slachtoffer van de
sluiting te zijn geworden de voorkeur te
moeten geven boven het verlaten van
het sluitingsuur voor alle winkeliers in
consumptieartikelen. Zij achtte het ech
ter wenschelijk de bepaling over te ne
men dat in deze zaken na 9 uur slechts
door den winkelier en inwonende fami
lieleden mag worden verkocht.
2. Wat betreft het verbod van in café's
e. d. na 9 uur waren te verkoopen, die
worden medegenomen, doch over de na
leving- van dit artikel zijn vele klachten
ingekomen, die evenwel reeds 'veel ver
minderde door eenige vecoordeelingen,
die naar aanleiding ervan werden uitge
sproken. De commissie stelt echteer voor
dat voortaan niet alleen de verkooper
doch ook dengeen, die de waren mee
neemt, strafbaar zal zijn.
3. Wat betreft de vrijheid om kleine
eetwaren te venten. De commissie wil,
dat men dit zal verbieden om te voor
komen dat dooi' straatverkoop van pa
ling enz. den winkeliers concurrentie
wordt aangedaan.
4. Wat betreft de vrijstelling van
verplichte sluiting een' week voor St. Ni-
colaas, stelt de commissie voor aan een
sterken wensch tegemoet te komen dooi
de winkels 14 dagen voor dien dag vrij
te stellen. Bovendien wil de commissie
nog de vrijstelling vóór bepaalde Israëli
tische feestdagen in de verordening zien
opgenomen.
De nieuwe Commissaris der
Koningin in Utrecht.
De benoemde Commissaris der Konin
gin in de provincie Utrecht, Mr. Dr. F.
A. C. graaf van Lvnden van Sandenbiirg,
werd in 1873'te 'sGravenhage geboren en
is dus 41 jaar oud. Hij is de zoon van
wijlen den Staatsman en oud-Minister1
graaf van Lyiiden van Sandenbiirg en-
promoveerde in 1899 aan de Universiteit
te Utrecht in de rechts- en staatsweten
schappen.
Na 1900 waren zijn betrekkingen of
ambten de .volgendekantonrechter-
plaatsvervanger te 'Wijk bijl Duurstede,
secretaris van het hoogheemraadschap van
den Lekdijk, Benedendam en IJsseldam,
secretaris der Staatscommissie voor dq
gemeente-financiënlid van Ged. Staten
van Utrecht; lid der Staatscommissie
voor den landbouw.
In 1909 als anli'-revolutionair gekozen
tot lid van de Tweede Kamer voor het
kiesdistrict Kampen,, maakte hij in dje
Volksvertegenwoordiging slechts de vier
jarige zittingsperiode mede, daar hij zich
in 1913 niet meer verkiesbaar stelde,,
Sedert 31 Augustus 1903 is graaf van
Lynden kamerheer in buitengewonen
dienst van H. M. de Koningin.
De Koningin
en de Prins gaan 30 Juni naar Gro
ningen.
Mobilisatievoorschrift zoek.
Naar „De fakkel" verneemt, heers-elft
er bij het zevende regiment infanterie
te Amsterdam eenige consternatie, om
dat het mobilisatievoorschrift c»p een dietd
compagnieën is zoek geraakt. De stuk
ken moeten spoorloos verdwenen rijn. Een
commissie, uit officieren bestaande, is be
zig met het instellen van een streng on
derzoek naar het gebeurde. s
Regeling Zondagsarbeid
en Eerdmans.
De overzichtschrijver van „De Nederlan
der" melding makende van het amende
ment der Anti-Revolutionairen inzake het
bovenstaande, critiseert in het Kamerver
slag de houding van prof. Eerdmans, den
liberaal, tegen dit amendement.
Wij ontleenen er het volgende aan:
De heer Eerdmans. afgevaardigde
van Rotterdam III, hoogleeraar in de theo
logie aan de Leidsche Universiteit. Hem,
uit den aard dei' zaak, uit krachte van zijn
theologisch weten, en uit krachte van zijn
politieke verplichting om het met den
witten das om tegen de rechterzijde
op te nemen (waartoe anders hief de
concentratie hem op haar schild?) hem
is de taak de mal-dwaze beschouwingen
der rechterzijde te corrigeeren.
Spreekt zij van den Zondag!
Weet zij niet dat het gebod des Heeren
den Sabbath geldt?
En wil zij Zondagsarbeid regelen? Zon
dagsarbeid die toch een kwaad is? Re
glementeering van de zonde alzoo zoudt
ge denken dat professor Eerdmans zulk
groot kwaad zoude doen? Deze Jozef zou
er onschuldiger uitzien, indien zijn theolo
gisch manteltje minder verschoten, en het
politieke vestje minder zichtbaar ware.
Het is daarom de vraag, of men aan de
rechterzijde aan de grapjes van den heer
Eerdmans niet te veel aandacht heeft
besteed. Terecht zeide de heer Lohman,
dat het eenige doel van den Leidschen
geleerde was om 'aan Chr. Historischen
en Antirevolutionairen eenige onaange
naamheden te zeggen. Dat zit 'm mis
schien in de Leidsche lucht. (Dit zeggen
wij, niet de heer Lohman). Maar. voegde
de heer Lohman er hij, als de heer Eerd
mans meent, dat hij met zijn theorie over
de toelaatbaarheid van arbeid op Zondag
iets nieuws verkondigd heeft, dan toont
hij zich toch zeer slecht thuis in de ge
schiedenis van den strijd over den Sab
bath wil schrijven", zoo heeft dr. Kuyper
eens gezegd 4) „moet eigenlijk een geschie
denis te boek stellen van heel ons kerke
lijk leven." De heer Eerdmans, van dit al
les naar het schijnt, slecht op de hoogte,
behoort, te oordeelen naar zijn rede van
gisteren, tot hen die „souden willen dry
ven al te groote Precysheit, smaeckende
naar de Joodsehe superstitiën", waarvan
de Part. Synode van Rotterdam in 1621
gewaagde, onder hijvoeging: „Dat men
soodaenighe Persoonen sal vermaenen,
niet alleen om sulc-ken gevoelen andere
niet in te planten, maer oock selver daer
van aff te staen".
Nu aan zulk vermaan heeft liet giste
ren niet ontbroken, en toen de heer Ëerd-«
mans dientengevolge danig in het nauw
was gebracht, redde hij zich door de
vlucht. Hij zou elders wel eens op deze
theologische quaestie ingaan, zeide hij.
De heer Eerdmans verstaat de manie
ren van het Parlement nog bijster slecht.
Anders zou hij begrepen hebben, ook zon
der dat de heer Brummelkamp het zeide,
dat wie den degen trekt, verplicht is te
pareeren. Enfin, de heer Eerdmans is
nog jong, hij kan nog leeren. en niet
zonder reden interrumpeerde de heer
KleerekoperHier onderwijst men de
jeugd! toen de heer Duymaer van Twist
hem, den professor, „gesc-hiehtlich" op
de hoogte stelde, o. a. met een paar oude
schrijvers uit de 18e eeuw.
Bij zulke gelegenheden. - en dat is de
derde heldengroep die de aandacht trok,
loont het de moeite de houding der
vrijzinnigen gade te slaan.
D eheer Eerdmans, hunner een, wordt
met buitengemeene belangstelling aange
lioord. Nietwaar, hij doet het zoo aardig
tegen die menschen, die zich op „Gods
Woord", (stel u voor!) durven beroepen,
en dan toch „rekenen met de rede".
Maar laat nu de heer Seheurer, of de
heer Brummelkamp, of de heer Duymaer
van Twist eens aan 't woord komen, niet
om een politiek-theologisch relletje te ma
ken, maar om voor den ernst hunner over
tuiging te staan, let dan eens op de fine
fleur van de Concentratie, op de heeren
Lieftinek, De Jong e.t.q. Och, och, ze heb
ben zulk een geweldig plezier! Welk een
antiquiteit, zulk een beroep op den Bijbel,
of, (horribile dictu!) op een ouden schrij
ver. of op „onze Gereformeerde vaderen",
- de heer De Jong, eens en altijd school
meester, slaat er zich van op de knie van
plezier, en zelfs bezadigde menschen van
hoog-ethischen aanleg als de propagandist
voor de Kartini-school, dr. Van Deventer,
kunnen hun genoegen nauwelijks op. Bij
zulke gelegenheden wordt de antithese
niet gesteld, maar gevoeld, en be
grijpt men .waaarom, zoodra deze heeren
de macht in handen hebben, er van feite
lijke eerbiediging, ook der Zondagsrust
zoo bitter weinig terecht komt. Men ziet
het alweer aan de beslissing, in den Rot-
terdamschen Raad genomen.
Wij zullen er verder over zwijgen; 'tis
eigenlijk te min om er nog veel woorden
aan te verspillen.
Dr. A. Kuyper, Traetaat van den Sabbath,
bl.
Wees billijk.
Op de tot tweemalen toe tot Minister
Cort van der Linden gerichte vragen be
treffende de houding van den Zaandam-
schen burgemeester, heeft de Minister
geantwoord. Uit die antwoorden blijkt,
dat hij zich niet geroepen acht tusschen
beide te treden.
Volgt daaruit nu, dat hij. „zijn mach
tig ministerieel schild over den Burge
meester van Zaandam opheft", m. a. w„
dat hij hem in bescherming neemt?
De niet-deskundige lezer, het groote
publiek, zal allicht denken: natuurlijk.
De liberale Minister moet den rooden
socialist ontzien.
Maar de wei-deskundige weet, dat men
een burgemeester niet ontslaan kan, ten
zij hij zijn plicht verzuimt, en dat zijn
bevoegdheden zeer nauwkeurig omschre
ven zijn, zoodat, voordat men hem ont
slaat. moet worden aangetoond, dat hij
iets in strijd met zijn wwettelijike ver
plichtingen heeft gedaan. Wel wordt de
Burgemeester door den Koning aange
steld en heeft hij ook aan sommige be
velen des Konings te gehoorzamen, maar
hierin staat hij in vele gevallen v o 1-
komen v r ij tegenover het Ko
ninklijk gezag en heeft hij de w e t-
t e 1 ij k e vrijheden en bevoegdheden van
het gemeentebestuur ook tegenover het
centraal gezag te handhaven.
Onze wetten nu laten aan de gemeen
tebesturen groote vrijheid van handelen,
en als die besturen daarvan geen goed
gebruik mqken, staat het toch nog vol
strekt niet altijd aan dè regeering vrij
bm in te grijpen.
Alvorens derhalve den Minister laks
heid, onverschilligheid, partijdigheid of
zoo iets te laste te leggen, is het nood
zakelijk aan te toonen dat hij zijn wette
lijke bevoegdheden heeft overschreden.
Men kan de benoeming van een sociaal
democraat tot burgemeester afkeuren,
maar, nu een S. D. eenmaal benoemd is.
kan hij niet anders behandeld worden
dan andere burgemeesters.
Indien de Minister Cort van der Lin
den niet doet wat hij behoort te doen,
waarom wordt er dan, na de door hem
gegeven antwoorden, niet in de Kamer
geïnterpelleerd En ziet men geen kans
een interpellatie te doen slagen, dan be
hoort men zich van kritiek te onthouden,
of verlangen dat de wet de vrijheid
Tan handelen der Burgemeesters meer
dan tot dusver aan banden legge.
Maar men kan aan den Minister niet
verwijten, dat hij niet doet, wat de wet
hem niet toelaat te doen.
„Nederlander."
Bewijs gevraagd.
In „Onze Eeuw" heeft de Hoogleeraar
Chantepie de la Saussaye, zooals wij
reeds mededeelden, een artikel geschre
ven over de beteekenis der verkiezingen
van 1913. Hij gaf daarin zijn waardschat-
ting van de Christelijke politiek en haail
leiders. Niemand, zoo constateerde hij.
kan toch eigenlijk een geestelijk karakter
toekennen aan de opkomst der rechtsche
partij. „Met het gehalte van Christelijke
karakters onder de politieke woordvoer
ders dezer (anti-rev.) groep is het vrij
treurig gesteld."
„Standaard", „Nederlander" en kleinere
bladen hebben uitgemunt door verdacht
makingen, onwaarheid, perfide aantijgin
gen, waarbij de zonden der liberale pers
in 'tniet verdwijnen.
De motieven, zoo ging de hoogleeraar
voort, ten gevoelens bij de volgelingen de
zer organen, zijn vaak van- zeer min allooi.
De liberalen hebben ons tul van jaren
onderdrukt, nu is liet on je beurt; zoo
erkent men met cynische openhartigheid,
dat de coalitie ten slotte niet veel meer
dan 'een baantjestrust is.
Dit lage zedelijke peil, waartoe het po
litieke Christendom gedaald was, deed
velen in de coalitie meer ongeloof dan
Christelijken zin speuren. Braede lagen
lagen van ons wendden zich van dit
Christendom af, en „paganistisch" fat
soen en oneerlijkheid deden weer opgeld.
Ik vertrouw dat men dit alles nog niet
vergeten heeft, en ben dus niet zoo zeer
l>ed ucht voor den spoedigen terugkeer der
trouwens nog machtige coalitie.
„Be Nederlander" heeft den hoogleeraar
om 'bewijs gevraagd. Het blad schreef:
Hadden wij deze woorden aangetroffen
in een artikel van minder allooi, geschre
ven gedurende de verkiezingscampagne
van 1913, dan zouden wij er het zwijgen
toe (Lebben gedaan. Maar nu zij „na een
jaar" neergeschreven zijn in een naar
wij mogen veronderstellen weloverwogen
artikel, in een geacht tijdschrift, door een
Hoogleeraar van de Leidsche Universiteit,
Voorzitter van de 'Koninklijke Academie
van Wetenschappen, hebben zulke woof-
(den een geheel andere beteekenis. De
redactie van een blad is niet. eene pu
blieke 'instelling, waarvan men alles kan
en mag zeggen zonder iemand persoonlijk
te kwetsen.
De redactie van ons blad bestaat uit
mannen, idie allen, zonder onderscheid, de
groote zaak yvensohën te dienen, tot wel
ker Idienst de belijders van Christus ge
roepen Izijn, en die allen, zonder onder»
scheid, een afschuw hebben van het;
Het doel heiligt de middelen.
Zij achten zich diep gegriefd, wanneer
een man, die zich eveneens als belijder
van den Christus aandient, hun z-ulke
feiten ten laste legt.
Volgens Prof. de la Saussaye Staan
de 'staatslieden, tot wie 'tvolk 't mee-slS
met vertrouwen opziet, aan de literate
zijde. „De Stichtsche Crt." zegt hiervan
Wel \zoo, ziet het Nederlandsch© volk
't meest met .vertrouwen op tot mannen,
als Borgesius, Patijn. Tydeman. Bos en
Marchant?
Wie heeft daar verleden, jaar bij de stem
bus en bij vroegere verkiezingen iets van
gemerkt? Al de staatslieden van alle
Vrijzinnige groepen samen kregen onge-
Veer 30 procent van de stemmen der
kiezers. Geen bewijs van „met vertrouwen
opzien."
Ook de Kroniek-schrijver van de
„Nieuwe Prov. Gron. Ct." heeft het deze
week ,over het artikel van den Leidschen
hoogleeraar. Na diens schrijven te hebben
weergegeven, laat hij zich als volgt uit:
Als een man, die 't incest op de stu
dieerkamer leefde en zich niet mengde in