Reclames. Het versterkend middel voor hen die aan een slechte spijsvertering lijden. Predikbeurten. Kerknieuws. Onderwijs. Binnenland. Uit de Pers. sen, want de Griek, schoon kleiner dan hij, is tot de tanden gewapend en zal hem aanvallen. En tl oc h houdt de Turk zich onver schrokken. Reeds heelt op dringend bevel van de Turksche regeering de Turksche gezant te Athene zijn tournee beëindigd en Srich te Salonika, het oude Thessalonica uit het Nieuwe Testament, ingescheept. Ver. Staten. De Panamakanaaltollen. Met 216 tegen 71 stemmen heeft het Huis van Afgevaardigden de wijziging, 'door den Senaat in de Panamakanaalwet aangebracht, goedgekeurd. De wijziging is onmiddellijk aan presi dent Wilson ter bekrachtiging gezonden. De „N. R. Ct." teekent bij dit bericht het volgende aan: De tolvrijheid van Amerikaansche kust vaarders is door de wijziging afgeschaft. Intusschen heeft de wetgevende macht zich het recht voorbehouden om voor Amerikaansche schepen de regelingen te treffen, die haar goeddunken. KENT GIJ DIE RUST? Kent gij die rust Die zaalge rust. Die diep in 't harte woont, Waar 's Heeren woord De ziel bekoort En zijn Genade troont? Kent gij die rust, Die blijde rust, Die .boven 'taardsch gedruisch Haar Loflied zingt, Dat opwaarts dringt Naar 'tzalig Vaderhuis? i Kent gij die rust, Die diepe rust, Bij alle .zonde en schuld, Die in 't gemoed Oim Jezus' bloed. Geen söhucht'ren twijfel duldt? I Kent gij die rust, 1 Die zeek're rust, i Dat niets u immer scheidt Van Gods gena 1 0!p Golgotha Aan 'tkruis (tentoongespreid? Ik rusï in God, Ik heb mijn lot, Mijn leven en mijn streven, Mijn vreugd' en smart, Mijn gansche hart, In Zijne hand gegeven. (Pniël.) Indien het niet verteerde voedsel in de maag blijft, ontstaat er gisting en vormen zich gassen. Deze gassen doen de maag uitzetten en1 een uitgezette maag hindert het hart en brengt zulke hevige pijnen van dit orgaan voort, dat zij aan een hartziekte doen gelooven. Do gassen vormen zich tengevolge van gebrek aan kracht der verteringsorganen en dat ge brek aan kracht der verteringsorganen komt voort uit slapte van bet bloed. Een versterkend middel is dus noodig. De Pink Pillen, hersteller van het' bloed versterker der zenuwen, zijn altijd ge bruikt met succes bijl de behandeling van dezen vorm van maagkwaal. De koude Wasschingen des morgens, gevolgd door krachtige wrijvingen zetten den bloeds omloop aan, maar de behandeling met :de Pink Pillen blijft onmisbaar indien men het bloed wil verrijken, de zenuwen versterken en de maag geschikt maken haar werk te doen. Zoodra men gebruik maakt van de Pink Pillen, vermeerdert de eetlust, de spijsvertering heeft gemakkelijker plaats en de algemeene toestand verbetert. De Pink Pillen hebben tal van zieken ge nezen, het is dus geen proef die gij neemt. Bovendien kunnen zij zonder be zwaar gebruikt worden door personen van het fijngevoeligste gestel. Ze zijn verkrijgbaar a fl.75 per doos en f9 per zes doozen, bij het Generaal-Depöt der Pink- Pillen, Da Costakade 15, Amsterdam. Verkrijgbaar voor Zierikzee en omstreken bij J. W. Gudde, te Goes bij Gebr. Mulder, te Tholen bij W, Potter, Apotheker, Stoofstraat. En verder by verschillende Apothekers en goede Drogisten. NED. HERV. KERK. Zondag 14 Juni. Goes, 9.3b u. ds. De Vries, 2 u. ds. Steinz, Cat. Zondag 88, 6 u. ds. Homburg. Alle beurten coll. Herv. School. Ned. Herv. Kerk. Beroepen be Oude Niedorp en Veen- ihuizen, J. J. F. Spaargaren, cand. te 'sGravenhage; te Schooneteek, H. Leenmans, cand. te Utrecht. Bedankt Voor Zierikzee door R. O. J. Schouten te Maastricht; voor Hooge- yeen door S. v. Dorp te Bodegraven. i Middelburg. De verkiezing voor een no tabele der Ned. Herv. Kerk te Middelburg heeft tot uitslag gehad, dat 310 biljetten. Werden ingeleverd, waarvan 28 blanco of van onwaarde. De heer WKosten, Candida at van evenredige vertegenwoordi ging werd gekozen met 150 stemmen tegen 132 op den heer R. M. Smits, candidaat van „Schrift en Belijdenis". Geref. Kerken. Beroepen te Oosterend. J. C. Aalders te Beetgum. Chr. Ger. Kerk. Beroepen te Werkendam 1.. de Bruijne fe Bunschoten. -Voor de benoeming van een leeraar in de oude talen aan het gymnasium te Dordrecht bevelen curatoren aan de hee- iren dr. L. Hillesum te Middelburg en A. Heijboer te Tiel. - Op het door de vereerd ging „Tes- selschade" afgenomen examen voor kin derjuffrouw zijn geslaagd de dames: N. Dourleijn, E. P. Rijthoven, S. M. Beckers, S. J. C. Barentsen, S. C. Heersma, P. W. Ingelse, C. E. de Graaf, allen te Middelburg, C. de Jong, Missingen len J. W. H. de Jongh, Heinkenszand. Voor leeraar aan de 3-jarige H. B. S. inet handelsschool te Haarlem worden aanbevolen voor Nederlandsch en ge schiedenis de heeren: J. Pot te Middel1-' burg, dr. H. Bouwman te Hoorn en H. de Graaf Jr. te Assen. Voor Fransch de heerenR. Borggreve greve te Middelburg, P. H. Walle te Utrecht, K. J. Riemens te Gouda. De heer I. Wessel, geboren te Goes, is aan de Universiteit te Amsterdam ge slaagd voor candidaat-arts. Een knap Hollandse h stu dent in Amerika. In ,,Thc Grand Rapids Press" lezen we, dat Herman Kui per, die het Calvijn-college heeft afgeloo- pen en gedurende een jaar de colleges aan het Seminarie te Princeton heeft ge volgd, de Galston-Winthrop-beurs is te beurt gevallen. Deze studiebeurs, groot 600, geeft hem het recht zijn studiën voort te zetten aan het Seminarie te Princeton of wel aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. De heer Kuiper heeft het eerste gekozen en hoopt na voltooiing zijner studiën zijn intrede te doen bij de Chr. Gereformeerde Kerk. Hij is een broe der van prof. B. K. Kuiper, hoogleeraar aan het Calvijn-college, en, volgens „The Grand Rapids Press", geboren te Niekerk „near Holland". We merken echter op, dat er in ons land twee plaatsen van dien naam zijn, n.l. onder de gemeente Oldekerk (Gron.) en onder de gemeente Ulrum (Gron.). Zeer waarschijnlijk is eerstgenoemde gemeente de geboorteplaats van den bedoelde. Dr. J. Tli. de Visser. Zooals men had gehoopt en trouwens verwacht is, is dr. J. Th. de Visset gisteravond met een geweldige meerder heid tot lid van de Tweede Kamer voor het district K a t w ij k gekozen. Hierboven ziet men de beeltenis van den nieuwgekozene, die straks door allé rechtsche afgevaardigden met blijdschapj in de Kamer begroet zal worden, even als zjiji verkiezing door allen, die derf wakkeren, onvermoeiden politicus en strij der voor de Christelijke beginselen, mejfc warme belangstelling tegemoet gezien is. Dr. Johannes Theodoor de Visser .werd den 9en Februari 1857 te Utrecht gebo ren. Hij studeerde aan de hoogeschool te Utrecht en promoveerde in 1880 tot doc tor in de theologie. Als predikant bij de Nederlandsch Her vormde Kerk heeft hij van 1880 tot 1884 gediend te Leusden, van 1884 tot 1888 te Almelo, van 1888 tot 1892 te Rotter dam en sedert 1892 te Amsterdam. Hij werd voor de eerste maal tot lid der Tweede Kamer gekozen in 1897 en had van dat jaar tot 1901 zitting voor Rotterdam; van 1901 tot 1905 voor Am sterdam en viel toen uit, om echter in: 1906 opnieuw in de Kamer te komen, nu voor Leiden. Bij de periodieke veï1- kieizingen in .1909 werd hij gekozen zoo wel voor Leiden als voor Harlingenvoor laatstgenoemd district bedankte hij. In 1913 werd hij gec.andidee.rd in Ommen, docht moest hij het afleggen tegen Bi- chon van IJsselmonde. Buiten zijn ambt beweegt dr. De. Vis ser zich voornamelijk op het gebied vair het Christelijk onderwijs, de filantropie en de arbeidersbeweging. Hij is voojv.it ter van de vecreeniging voor Chrislteüjk ■Volksonderwijs, van den Christelijk Phil. Bond, eere-voorzitter van den Christelijk Nationalen Werkmansbond; lid van het hoofdbestuur der NederJandsehe Verecni- ging voor Lupuslijdeirslid van het coï- leige van Toezicht. Bijstand en Advies voor het Rijks Tucht- en Opvoedingswe zen, lid van de Ineenschakelingscommirf- sie voor het onderwijs en voorzitter van het bestuur der Martha-stichting. Dr. De Visser is ridder in de orde van den Nederlandsehen Leeuw. Dr. J. Th. de Visser C.-H. vereenigdet 6186 stemmen op zich, mr. H. W. C. J. de Jong. v.-l. 956 en S. II. de Mi randa, s.d.a.p., 232 stemmen. i Bij de periodieke verkiezingen in Juni 1913 bedroeg het aantal kiezers 10378 en werden 8183 geldige stemmen uitge bracht. Deze waren toen als volgt ver deeld Van Wassenaer van Catwijck (C.-H.) 6663 stemmen, mr. J. C. Kielstra (V.-L.) 1158, S. R. de Miranda (S. D. A. (P.J 227 en idr. P. J. Muiier (Prot.) 135, zoo- dat gekozen werd de beer Van Wasse naer van Catwijck. Herziening der verordening op de w i n k e 1 s 1 u i t i n g. In de voordracht van de Amsterdam- sche commissie voor de strafverorde ning inzake de herziening op de winkel sluiting deelt de commissie mede, dat zij de tijd tot een herziening gekomen acht, die zich bepaalt tot aanvulling dei- leemten, welke hij de toepassing der verordening aan het licht kwamen. Ook die leden der commissie, die aan de totstandkoming der verordening mede werkten, aanvaarden dit standpunt. Do commissie wenscht voorop te stellen, dat de leemten niet het gevolg zijn van stapppen of onoordeelkundige handhaving door de politie. Integendeel is gebleken, dat deze alles heeft gedaan om tot een strenge handhaving der verordening te komen. De klachten in het adres van de afd. Amsterdam van den Ncd. Bond van Boekverkoopersbedienden, bleken betrekking te hebben op winkels, waar op straat of „over het hekje" werd ver kocht, wijzen van verkoop waartegen toen wegens verdeeldheid in de opvattin gen der rechterlijke autoriteiten nog niet krachtig kon worden opgetreden. De pun ten welke naar dei meening der commissie voorziening eischen zijn de volgende: 1. Wat betreft die winkeliers, die door het inwerking treden der verordening een groot avonddebiet hadden. De com missie heeft hierbij gemeend aan indivi- dueele vrijstellingen voor hen, die kun nen aantoonen het slachtoffer van de sluiting te zijn geworden de voorkeur te moeten geven boven het verlaten van het sluitingsuur voor alle winkeliers in consumptieartikelen. Zij achtte het ech ter wenschelijk de bepaling over te ne men dat in deze zaken na 9 uur slechts door den winkelier en inwonende fami lieleden mag worden verkocht. 2. Wat betreft het verbod van in café's e. d. na 9 uur waren te verkoopen, die worden medegenomen, doch over de na leving- van dit artikel zijn vele klachten ingekomen, die evenwel reeds 'veel ver minderde door eenige vecoordeelingen, die naar aanleiding ervan werden uitge sproken. De commissie stelt echteer voor dat voortaan niet alleen de verkooper doch ook dengeen, die de waren mee neemt, strafbaar zal zijn. 3. Wat betreft de vrijheid om kleine eetwaren te venten. De commissie wil, dat men dit zal verbieden om te voor komen dat dooi' straatverkoop van pa ling enz. den winkeliers concurrentie wordt aangedaan. 4. Wat betreft de vrijstelling van verplichte sluiting een' week voor St. Ni- colaas, stelt de commissie voor aan een sterken wensch tegemoet te komen dooi de winkels 14 dagen voor dien dag vrij te stellen. Bovendien wil de commissie nog de vrijstelling vóór bepaalde Israëli tische feestdagen in de verordening zien opgenomen. De nieuwe Commissaris der Koningin in Utrecht. De benoemde Commissaris der Konin gin in de provincie Utrecht, Mr. Dr. F. A. C. graaf van Lvnden van Sandenbiirg, werd in 1873'te 'sGravenhage geboren en is dus 41 jaar oud. Hij is de zoon van wijlen den Staatsman en oud-Minister1 graaf van Lyiiden van Sandenbiirg en- promoveerde in 1899 aan de Universiteit te Utrecht in de rechts- en staatsweten schappen. Na 1900 waren zijn betrekkingen of ambten de .volgendekantonrechter- plaatsvervanger te 'Wijk bijl Duurstede, secretaris van het hoogheemraadschap van den Lekdijk, Benedendam en IJsseldam, secretaris der Staatscommissie voor dq gemeente-financiënlid van Ged. Staten van Utrecht; lid der Staatscommissie voor den landbouw. In 1909 als anli'-revolutionair gekozen tot lid van de Tweede Kamer voor het kiesdistrict Kampen,, maakte hij in dje Volksvertegenwoordiging slechts de vier jarige zittingsperiode mede, daar hij zich in 1913 niet meer verkiesbaar stelde,, Sedert 31 Augustus 1903 is graaf van Lynden kamerheer in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin. De Koningin en de Prins gaan 30 Juni naar Gro ningen. Mobilisatievoorschrift zoek. Naar „De fakkel" verneemt, heers-elft er bij het zevende regiment infanterie te Amsterdam eenige consternatie, om dat het mobilisatievoorschrift c»p een dietd compagnieën is zoek geraakt. De stuk ken moeten spoorloos verdwenen rijn. Een commissie, uit officieren bestaande, is be zig met het instellen van een streng on derzoek naar het gebeurde. s Regeling Zondagsarbeid en Eerdmans. De overzichtschrijver van „De Nederlan der" melding makende van het amende ment der Anti-Revolutionairen inzake het bovenstaande, critiseert in het Kamerver slag de houding van prof. Eerdmans, den liberaal, tegen dit amendement. Wij ontleenen er het volgende aan: De heer Eerdmans. afgevaardigde van Rotterdam III, hoogleeraar in de theo logie aan de Leidsche Universiteit. Hem, uit den aard dei' zaak, uit krachte van zijn theologisch weten, en uit krachte van zijn politieke verplichting om het met den witten das om tegen de rechterzijde op te nemen (waartoe anders hief de concentratie hem op haar schild?) hem is de taak de mal-dwaze beschouwingen der rechterzijde te corrigeeren. Spreekt zij van den Zondag! Weet zij niet dat het gebod des Heeren den Sabbath geldt? En wil zij Zondagsarbeid regelen? Zon dagsarbeid die toch een kwaad is? Re glementeering van de zonde alzoo zoudt ge denken dat professor Eerdmans zulk groot kwaad zoude doen? Deze Jozef zou er onschuldiger uitzien, indien zijn theolo gisch manteltje minder verschoten, en het politieke vestje minder zichtbaar ware. Het is daarom de vraag, of men aan de rechterzijde aan de grapjes van den heer Eerdmans niet te veel aandacht heeft besteed. Terecht zeide de heer Lohman, dat het eenige doel van den Leidschen geleerde was om 'aan Chr. Historischen en Antirevolutionairen eenige onaange naamheden te zeggen. Dat zit 'm mis schien in de Leidsche lucht. (Dit zeggen wij, niet de heer Lohman). Maar. voegde de heer Lohman er hij, als de heer Eerd mans meent, dat hij met zijn theorie over de toelaatbaarheid van arbeid op Zondag iets nieuws verkondigd heeft, dan toont hij zich toch zeer slecht thuis in de ge schiedenis van den strijd over den Sab bath wil schrijven", zoo heeft dr. Kuyper eens gezegd 4) „moet eigenlijk een geschie denis te boek stellen van heel ons kerke lijk leven." De heer Eerdmans, van dit al les naar het schijnt, slecht op de hoogte, behoort, te oordeelen naar zijn rede van gisteren, tot hen die „souden willen dry ven al te groote Precysheit, smaeckende naar de Joodsehe superstitiën", waarvan de Part. Synode van Rotterdam in 1621 gewaagde, onder hijvoeging: „Dat men soodaenighe Persoonen sal vermaenen, niet alleen om sulc-ken gevoelen andere niet in te planten, maer oock selver daer van aff te staen". Nu aan zulk vermaan heeft liet giste ren niet ontbroken, en toen de heer Ëerd-« mans dientengevolge danig in het nauw was gebracht, redde hij zich door de vlucht. Hij zou elders wel eens op deze theologische quaestie ingaan, zeide hij. De heer Eerdmans verstaat de manie ren van het Parlement nog bijster slecht. Anders zou hij begrepen hebben, ook zon der dat de heer Brummelkamp het zeide, dat wie den degen trekt, verplicht is te pareeren. Enfin, de heer Eerdmans is nog jong, hij kan nog leeren. en niet zonder reden interrumpeerde de heer KleerekoperHier onderwijst men de jeugd! toen de heer Duymaer van Twist hem, den professor, „gesc-hiehtlich" op de hoogte stelde, o. a. met een paar oude schrijvers uit de 18e eeuw. Bij zulke gelegenheden. - en dat is de derde heldengroep die de aandacht trok, loont het de moeite de houding der vrijzinnigen gade te slaan. D eheer Eerdmans, hunner een, wordt met buitengemeene belangstelling aange lioord. Nietwaar, hij doet het zoo aardig tegen die menschen, die zich op „Gods Woord", (stel u voor!) durven beroepen, en dan toch „rekenen met de rede". Maar laat nu de heer Seheurer, of de heer Brummelkamp, of de heer Duymaer van Twist eens aan 't woord komen, niet om een politiek-theologisch relletje te ma ken, maar om voor den ernst hunner over tuiging te staan, let dan eens op de fine fleur van de Concentratie, op de heeren Lieftinek, De Jong e.t.q. Och, och, ze heb ben zulk een geweldig plezier! Welk een antiquiteit, zulk een beroep op den Bijbel, of, (horribile dictu!) op een ouden schrij ver. of op „onze Gereformeerde vaderen", - de heer De Jong, eens en altijd school meester, slaat er zich van op de knie van plezier, en zelfs bezadigde menschen van hoog-ethischen aanleg als de propagandist voor de Kartini-school, dr. Van Deventer, kunnen hun genoegen nauwelijks op. Bij zulke gelegenheden wordt de antithese niet gesteld, maar gevoeld, en be grijpt men .waaarom, zoodra deze heeren de macht in handen hebben, er van feite lijke eerbiediging, ook der Zondagsrust zoo bitter weinig terecht komt. Men ziet het alweer aan de beslissing, in den Rot- terdamschen Raad genomen. Wij zullen er verder over zwijgen; 'tis eigenlijk te min om er nog veel woorden aan te verspillen. Dr. A. Kuyper, Traetaat van den Sabbath, bl. Wees billijk. Op de tot tweemalen toe tot Minister Cort van der Linden gerichte vragen be treffende de houding van den Zaandam- schen burgemeester, heeft de Minister geantwoord. Uit die antwoorden blijkt, dat hij zich niet geroepen acht tusschen beide te treden. Volgt daaruit nu, dat hij. „zijn mach tig ministerieel schild over den Burge meester van Zaandam opheft", m. a. w„ dat hij hem in bescherming neemt? De niet-deskundige lezer, het groote publiek, zal allicht denken: natuurlijk. De liberale Minister moet den rooden socialist ontzien. Maar de wei-deskundige weet, dat men een burgemeester niet ontslaan kan, ten zij hij zijn plicht verzuimt, en dat zijn bevoegdheden zeer nauwkeurig omschre ven zijn, zoodat, voordat men hem ont slaat. moet worden aangetoond, dat hij iets in strijd met zijn wwettelijike ver plichtingen heeft gedaan. Wel wordt de Burgemeester door den Koning aange steld en heeft hij ook aan sommige be velen des Konings te gehoorzamen, maar hierin staat hij in vele gevallen v o 1- komen v r ij tegenover het Ko ninklijk gezag en heeft hij de w e t- t e 1 ij k e vrijheden en bevoegdheden van het gemeentebestuur ook tegenover het centraal gezag te handhaven. Onze wetten nu laten aan de gemeen tebesturen groote vrijheid van handelen, en als die besturen daarvan geen goed gebruik mqken, staat het toch nog vol strekt niet altijd aan dè regeering vrij bm in te grijpen. Alvorens derhalve den Minister laks heid, onverschilligheid, partijdigheid of zoo iets te laste te leggen, is het nood zakelijk aan te toonen dat hij zijn wette lijke bevoegdheden heeft overschreden. Men kan de benoeming van een sociaal democraat tot burgemeester afkeuren, maar, nu een S. D. eenmaal benoemd is. kan hij niet anders behandeld worden dan andere burgemeesters. Indien de Minister Cort van der Lin den niet doet wat hij behoort te doen, waarom wordt er dan, na de door hem gegeven antwoorden, niet in de Kamer geïnterpelleerd En ziet men geen kans een interpellatie te doen slagen, dan be hoort men zich van kritiek te onthouden, of verlangen dat de wet de vrijheid Tan handelen der Burgemeesters meer dan tot dusver aan banden legge. Maar men kan aan den Minister niet verwijten, dat hij niet doet, wat de wet hem niet toelaat te doen. „Nederlander." Bewijs gevraagd. In „Onze Eeuw" heeft de Hoogleeraar Chantepie de la Saussaye, zooals wij reeds mededeelden, een artikel geschre ven over de beteekenis der verkiezingen van 1913. Hij gaf daarin zijn waardschat- ting van de Christelijke politiek en haail leiders. Niemand, zoo constateerde hij. kan toch eigenlijk een geestelijk karakter toekennen aan de opkomst der rechtsche partij. „Met het gehalte van Christelijke karakters onder de politieke woordvoer ders dezer (anti-rev.) groep is het vrij treurig gesteld." „Standaard", „Nederlander" en kleinere bladen hebben uitgemunt door verdacht makingen, onwaarheid, perfide aantijgin gen, waarbij de zonden der liberale pers in 'tniet verdwijnen. De motieven, zoo ging de hoogleeraar voort, ten gevoelens bij de volgelingen de zer organen, zijn vaak van- zeer min allooi. De liberalen hebben ons tul van jaren onderdrukt, nu is liet on je beurt; zoo erkent men met cynische openhartigheid, dat de coalitie ten slotte niet veel meer dan 'een baantjestrust is. Dit lage zedelijke peil, waartoe het po litieke Christendom gedaald was, deed velen in de coalitie meer ongeloof dan Christelijken zin speuren. Braede lagen lagen van ons wendden zich van dit Christendom af, en „paganistisch" fat soen en oneerlijkheid deden weer opgeld. Ik vertrouw dat men dit alles nog niet vergeten heeft, en ben dus niet zoo zeer l>ed ucht voor den spoedigen terugkeer der trouwens nog machtige coalitie. „Be Nederlander" heeft den hoogleeraar om 'bewijs gevraagd. Het blad schreef: Hadden wij deze woorden aangetroffen in een artikel van minder allooi, geschre ven gedurende de verkiezingscampagne van 1913, dan zouden wij er het zwijgen toe (Lebben gedaan. Maar nu zij „na een jaar" neergeschreven zijn in een naar wij mogen veronderstellen weloverwogen artikel, in een geacht tijdschrift, door een Hoogleeraar van de Leidsche Universiteit, Voorzitter van de 'Koninklijke Academie van Wetenschappen, hebben zulke woof- (den een geheel andere beteekenis. De redactie van een blad is niet. eene pu blieke 'instelling, waarvan men alles kan en mag zeggen zonder iemand persoonlijk te kwetsen. De redactie van ons blad bestaat uit mannen, idie allen, zonder onderscheid, de groote zaak yvensohën te dienen, tot wel ker Idienst de belijders van Christus ge roepen Izijn, en die allen, zonder onder» scheid, een afschuw hebben van het; Het doel heiligt de middelen. Zij achten zich diep gegriefd, wanneer een man, die zich eveneens als belijder van den Christus aandient, hun z-ulke feiten ten laste legt. Volgens Prof. de la Saussaye Staan de 'staatslieden, tot wie 'tvolk 't mee-slS met vertrouwen opziet, aan de literate zijde. „De Stichtsche Crt." zegt hiervan Wel \zoo, ziet het Nederlandsch© volk 't meest met .vertrouwen op tot mannen, als Borgesius, Patijn. Tydeman. Bos en Marchant? Wie heeft daar verleden, jaar bij de stem bus en bij vroegere verkiezingen iets van gemerkt? Al de staatslieden van alle Vrijzinnige groepen samen kregen onge- Veer 30 procent van de stemmen der kiezers. Geen bewijs van „met vertrouwen opzien." Ook de Kroniek-schrijver van de „Nieuwe Prov. Gron. Ct." heeft het deze week ,over het artikel van den Leidschen hoogleeraar. Na diens schrijven te hebben weergegeven, laat hij zich als volgt uit: Als een man, die 't incest op de stu dieerkamer leefde en zich niet mengde in

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 2