NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. Woensdag 10 Juni 38e Jaargang. CHRISTELIJK- - HISTORISGH No. 311. 1914. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK F. P. D HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIÊN Buitenland. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes EN van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 110 regels f 1.iedere regel meer 10 cent. Zij, die zich met 1 Juli op „DE ZEEUW" abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers GRATIS. Een prachtwerk. Reeds veel te lang stelden wij uit onze hartelijke ingenomenheid uit te spreken met de verschijning van Professor Diiepen- horst's „Voorlezingen over de Oecono- mie", het eerste stuk van het tweede deel, hetwelk de Theorie behandelt. Reeds vroeger gaf de hoogleeraar ons het niet minder rijke eerste deel te ge nieten, hetwelk de Geschiedenis doet spre ken, en reeds in korten tijd een tweeden, vermeerderden druk mocht beleven. :Nu bezit de belangstellende, die de 0economie, door dezen Christen-geleerde hedicht, wil bestudeereu ook het volgende boekdeel dat de Theorie in het zicht neemt. De hooggeleerde schrijver laat ach ter ieder door hem met uitgebreide de tailkennis geschreven hoofdstuk een bree- de, met kleine letter gedrukte, reeks aan- feekeningen volgen, waarin hij naar der bronnen verwijst, door hem bij! zijne taaie studie over dit belangrijk onderwerp ge raadpleegd. Allereerst- en allermeest zal deze stu1- die genoten worden door hen, die reelds jaren aan de bestudeering van dit belangj- rijk onderwerp bezig zijh. Doch ook meer) eenvoudiigen onder de journalisten en dilettant-beoefenaars van dit vak zullen er veel in vinden dat hen bij de behande ling van sociale en oeconomisohe vraag stukken in Club' en Pers en Kies ver eenD ging zal te pas komen. Professor Diepenhorst behandelt achter eenvolgens onder meer (want wij kunnen niet alles opsommen!) het wezen den oeconomie, de voortbrenging, de arbeid,! de arbeidsvoorwaarden, collectief arbeids contract, de wet der afnemende bodcnv opbrengst, de moderniseering! van den landbouw, grondgebruik, liet kapitaal, on derneming en bedrijf, trusts en kartels, coöperatie. Met name wat de schrijven óver het Protectiei-vraagstuk zegt, is! hoogst belangrijk. Ook zijn waarschuwing blijve niet onbetracht: „met een beroep op het Goddelijk getuigenis zij men stehucb- ter". Heit is onmogelijk dit rijke boekdeel in een paar pennestreken te beoordeelen. Wij volstaan daarom met deze bloote aankondiging, waarbij ,wij den geachten schrijver danken voor zijm doorwrochten arbeid, en den uitgever voor de kranige uitvoering, stevig papier en degelijken druk gelijk dit bij den inhoud past. Binnen niet te langen tijd verschijnt het tweede stuk van dit tweede deel. Moge de hoogleeraar rustig en met oph gewektheid dien arbeid kunnen voltooien; en ons volk inzonderheid houde met dank- Feuilleton. De Broeders van St. Jan. door L. PENNING. (Nadruk verboden). 38) i Eibert was niet bang, al nam hij het mes mee volstrekt niet. Wat zouden de roovers met hem beginnen? 'tGeld zat hem niet in den weg; zij1 konden eèn pak slaag krijgen dat was alles. Maar een mes was toch goed voor alle ge beurlijkheden men kon nooit weten. Hij stapte stevig voort, dwars over liet Leuvenumsche veld, terwijl achter Sta- verden de hemel begon te vlammen van goud, en de glans der morgenster ver bleekte. Het schemerde, en met eiken stap;, dien hij deed, werd het licht sterker; het 'licht omarmde den hemel, en de horizon weok achteruit. En even stil staande, om rond te kijken kon hij de vage omtrekken van den Dxieschen Berg, van de geweldige beuken van Drie en de schaapskooien van Speulde onder scheiden. Als Judith nu maar klaar was, als hij kwam het was nog zoo vroeg. baarheid aan God die hem er toe in staat Istelde, hem en zijn werk in eere. Niet eenstemmig. Het spreekt vanzelf dat een concentra tie niet is een wiskundige1 eenheid; doch men mag wel verwachten dat zij naar de beteekenis van het woord zij een overeenstemming. Let wel over één stemming. Wa,t plastisch aangeduid wordt dooi; concentrische cirkels. Maai" .zou die overeenstemming nu, bijv. tusschen vrij Liberalen en Unieliberalen, om nu van vrijzinnig demoeraten en so ciaal democraten maar te zwijgen, wel zoo groot zijn? Wij wezen reeds op de afwijkende rnee- ning van den Vrij Liberaal mr. Tydeman, den leider der vrij Libéralen. Van de af wijkende (conservatieve) uitspraken Van Ter Spills en Nierstrasz zwijgen wij. Mr. Tydeman noemde het concentratie- manifest (slechte) „betrekkelijk openhar tig-" Bij de behandeling van het ontwerp Inkomstenljelasting was hij eveneens af wijkend. Toen namelijk van Vrijzinnig demcci ari sche zijde gepoogd W&rd den minister) een veel hoogere opbrengst uit die be lasting te verzekeren, om te komen tot „een behoorlijke Staatspensionee- ring", kwam «mr. Tydeman daartegien op, en nog wel met de sociale paragraaf uit het concentratie-manifest in de hand. Gij 'beweert, aldus sprak hij, tot den leider der vrijzinnig 'democraten (dr. Bos) dat wij te zamen zijn opgetrokken voor Sfaatspeaisioneering, Dat is niet Jzfoo. De ;sp!reker, als altijd parlementair, drukte 'Het ©enigszins andei's uit. Hij zei- dé: „ik herinner mij dat niet". Wat op hetzelfde neerkomt. Een sociaal democraat, bijvoorbeeld zou dezelfde ontkenning weer ander uitspreken. Hij zou zeggen: dat is onwaar. Döch hoe het ,ziji, mr. Tydeman sprak hét nog eens duidelijk uit„Ikbenniet den strijd ingegaan voor Staats pensioen. Ik ga niet verder dan mijn' voorstel indertijd met Goeman Borgesius en Drucker ingediend; en ik wil mij de Vrijheid Iresérvéeren m ij n e i g e n w e g t e volgen." Be iheér Tydeman (en dit is volgens hem de lezing van het Concentratratiemiani- fe'st) wil „vrijwillige verzekering met teteun van Staatswege". Zoo ooit, dan. is toen hij dit zei, de sdhijneenheid der liberale concentratie in haar .naaktheid te kijk gezet; en de scheur, de klove tusschen de Liberalen van den ouden en van den nieuwen dag duidelijk aan het licht getreden. Ja, Roodhuijzen had Wel gelijk, toen hij, bij' ihet heengaan van het vorig)© kabinet, in zijn blad „De Vaderlander" nog eens als zijn meening uitsprak: „Bij alle con- Maar het moest vroeg zijn; anders zou den ze niet bijtijds te Putten komen, waar van daag op den eersten Mei het schitterende Meifeest stond gehouden te worden. Dwaze zorg Van Eibert. Zou Judith niet bijtijds gereed zijn? De gedachte op zich- zelve was reeds een beleediging. Ze was kant en klaar; zij1 had het grijze jakje aan, met roode strepen afgezet; daaronder den bruinen rok, en om den hals het elpenbeenen kruis, dat Eibert haar op den Heiligen Sacramentsdag had geschon ken. Terwijl Eibert zich bezorgd maakte, en Tijs de schaapherder zich nog eens omkeerde op de krakende bedstelling, stond Judith r'eeds op een verhevenheid] bij den vijver, waar de schapen werden gedrenkt, om naar den jongen man uit te zien. En toen zij zijn gestalte, niet langer dan een palm, in de verte op de heide meende te ontdekken, stapte ze vlug naar de woning, trok den herder aan den arm en zeide: „Sta op, Vader. De schapen staan te blaten, en Eibert is zoo aanstonds hier." De jonge molenaarsknecht begon har der te loopen; zijn scherpe oogen hadden de zwarte gestalte, die een oogenblik# als een versteende zuil boven op de hoogte had gestaan, wel gezien, eu zijn hart en ciliatie, die de oud-libéralen ook hebben betoond, is het wel duidelijk geworden dat er zoolang we met die oud- 1 i b e r a i e n r e k n i n g m o t e n h o u- d e n van democratisch© hervorming niets komt." X X Oeconomisch weerloos. Wat dat zeggen wil, heeft onze oud minister van buitenlandsche zaken, jhr. v. Swinderen, indertijd ondervonden, toen hij nog gezant te Washington 'bij dei Amfe- rikaansche regeeringi was. Door de regeering! dér; Vereenigde Staten werd aan de likeurstokers in Frankrijk, Spanje, Portugal en Italië reductie .(verla ging) gegeven op cie invoerrechten. Dat kon, omdat deze landen zelf hoogé in voerrechten heffen en dus konden on derhandelen. Men ze,i daar tot dei regee ring'der Vereenigde Staten: al;s. gij wat laat vallen van de rechten op onzei likeu ren, dan willen wij op enkele Amerikaan- sche producten een lagér recht heffen. Toen begonnen ook de Nederlandsche likeurstokers bij onze regeering aan te dringen op verlaging dier rechten. De heeT Van Swinderen, onzé gezant, zou daartoe de noodige stappen doén. Maar dat viel tegten I Hij vond, zooals hij later in dei Kamer mededeelde, broeder Jonathan, „in eep. eng-sluitend kleed met zijn handen in de zakken, 'alsof hij zeggen wilde: dat is voor mij de nervus rerum, daar kom je niet gtemakkelijk aan!" De Amerikaansche regéering wilde gaarne onderhandelen en was. "bereid ook onzen likeurstokers die concessie te verieenen, mits tegen equivalent (verla ging onzerzijds van invoerrecht op Amé- rikaansche producten). Voor wat, hoort wat. Wij konden echter niets, aanbieden. .Was het wonder, dat de heer Van Swinderen een warm pleidooi voerde vóór „yerhooging van invoerrechten? X X Tarievenoorlog. Tarievenoorlog, was het schrikbeeld waarmede, de vrijhandelaars. in 1913 den principieelen stembusstrijd vertroebelden en de vrijzinnigheid, gélijk door de meer derheid van hen bedoeld werd, op de been hielpen. Zij meénden dat bijl Tariefverhooging in ons land de buitenlander ook met tarief verhooging zou komen, of de grénzen zou sluiten voor onze producten. Daarom achtten zij het beter ons. heel stiekem te houden. Als zoo sprak een vrijzinnig man in de Kamer, een zeker volk betere voor waarden voor den uitvoer van zijn pro ducten erlangt van een andere natie, dan zullen ook wij, krachtens den vrijhandel, in die zegeningten deelen. Nu dat heeft de ervaring met Amerika zijn liefde zeiden, dat het Judith was. „Ge komt laat," was .het eerste, wat het meisje zéide, toen zij elkander ont moetten; „voor zonsopgang moeten wij er zijn weet ge dat wel, Eibert?" „Of ik het weet. En we moeten over Houtdorp, waar ik nog een boodschap van mijn baas heb te brengen aan den hoevenaar, die daar vlak vooraan woont. Maar wat geeft dat, mijn meisje? Wel, ge ziet er uit als een Meisch bloemeke in den dauw! Kom maar vooruit. Is uw vader nog niet op Laat hem slapen wij hebben wel wat anders te doen." Zoo trokken zij dan op pad, de her derswoning met de schaapskooi achter zich latend, en zij' gaven elkander de hand, alsof ze kinderen waren, want de zonderlinge gewoonte, elkander den arm te geven, was een uitvinding, waarvan de eer aan latere eeuiwen toekomt. En terwijl zij daarheen wandelden in dén frisschen, koelen Meimorgen, werd hun hart met eerbied vervuld, alsof zij een indrukwekkend kerkgebouw waren bin nengetreden, en zij zeiden geen woord. Het werd al lichter, en de duisternis vluchtte naar de diepe kloven. Zij hoor den het blijde geritsel der ontwakende vogels in het geboomte; een eekhoorntje gluurde, het fijne, smalle kopje om een (zie boven) wél anders geleerd. En wat dien tarievenoorlog betreft, andere kleine Staten, die een hoog invoerrecht heffen op artikelen uit groote landen ingevoerd, hebben hiervoor van die zijde nog nim mer wraakmiddelen (represaille-maatrege len) te duchten gehad. Vraag het maar aan België, Bulgarije, Denemarken, Griekenland, Noorwégen, Zweden en Zwitserland. Niet verklaard. Het meest verontrustendei in de verlan gens, en alsi "'tlu,kt de regeeringsplannen! i,n Duitschland in zake de heffing of vér- hooging Van invoerrechten op Nederland sche tuinbouwproducten is zeker wel dat de Nederlandsche .regeering daar nietlst aan 'zal kunnen doen. Wij staan tegenover Duitschland met leege handen. Wanneer de Duitsche regeering, bij! goedkeuring barer voorstellen in 1917 dooi; den Rijksdag de invoériechten op Neder landsche tuinbouwartikelen verhoogt in den geest als doér ons in onzie vorige driestar is; meegedeeld, dan kan de Ne derlandsche 'regéering niets anders doen dan Vriendelijk aan de Duitsche regeering vragen of zij dat wii laten. E,n de Duitsche .regeering zal daar niet naa,i" luisteren, gedachtig aan het spreek woord: „ieder is 'zichzelf het naast." En dwingen kunnen wij haar ook niet; want ons tarief treft de Duitsche artike len niet, en itariefsverhooging is door de linksehe partijen afgewezen. Wij staan tegenover Duitschland gfelijk tegen alle landen der wereld oeconomisch weerloos. Meest verontrustend. Men kan het Fransche gezegde dat men een „jacobin minis tie" kan zijn en daar na worden kan het tegendeel van een „ministre jacobin". Met andere woorden men kan als raadslid of als Kamerlid erg rood zijn, wanneer men in de regée- Rngsbank terecht is gekomen. Dan iheet men verkleurd. Doch eigen lijk is men dan slechts gezwicht vooir) de omstandigheden. Men heeft 'tgevoel het z wijgen opgelegd, en laat nu voortaan het gezond verstand werken. Maai- zoo vat dan de oppervlakkig© volgeling het niet op. En dit nu onder vindt de heer Wibaut, Amsterdams jongste Wethouder. De anarchistische gemeentewerklieden hebben hem al in de gaten. Nu hij! ge zegd heeft in den Raad dat op alle adres sen zal gelet worden, doch dat met de belangen van het betreffende bedrijf moet worden gerekend, smaalt het blaadje „De Gaswerker": „Heeft ooit een kapitalist het anders gezegd, en hebben niet al tijd de sociaal democraten overal te pas en te onpas, den kapitalisten daarvoor) de huid volgescholden?"1 tak gebogen, het jonge paar nieuwsgie rig na, en uit een naburige hoeve klonk het triumfeerend gekraai van een haan. Zij wandelden voortdwars over de heide en door de bosschen, langs paden, die geen vreemdeling kende, nauwelijks nu en dan een woord uitend, en gelukkig in elkanders bijzijn. De hoevenaar te Houtdorp was nog niet op, toen Eibert met zijn vuisten op de deur beukte; maar de hofhond sloeg woest aan, en de boer werd toch wak ker. Hij schoof het raam op, stak het grijzende hoofd met de blauwe slaapmuts naar buiten, en zeide, toen hij' de bood schap met een luid gegeeuw had aange hoord, met norsche stem: „Is dat alles? Moet ge daarom mijn zoete rust ver storen „Wel neen," zeide Eibert: ,,'t is tijd, om op te staan." „Tijd om op te staan?" gromde de boer; „ben je mal? 't Is nog nacht," en hij sloeg het raam met kracht voor Eibert's neus naar beneden. „Zoo'n vent," zeide Eibert met een luiden schaterlach; „liever lui dan moe, denkt hij kom Judith, uu vooruit naar het Sprielder Bosch." Eibert had gelijk, 't was volstrekt niet waar, dat het nog nacht was. De lampen Ja, dat is wel zoo. Maar het is toch ook waar dat wie geen verantwoordelijkheid heeft en slechts met theorieën kan 'rondloopen, gemakke lijk sjociaal democraat en populair kan zijn; en dat ook zelfs een populaire so ciaal democraat bij theorieën niet leven! zal. Italië De stakingsberichten uit Italië stroomen nu toe. Algemeen© staking hier, algemeen© staking daar! Wat de aanleiding is? Wel, t© Ancona had de politie een door republikeinen en anarchisten belegde pro testvergadering tegen de strafcompagnie in het leger verboden. Zondagmiddag kwamen in het gebouw der republikein- sche partij 300 anarchisten en republi keinen bijeen om tegien dit verbod protest aan te teekenen. Toen zij zich na afloop der vergadering naar het Romeinsche Plein wilden begeven, waar een concert gegeven werd, kwam het tot een botsing met de politie. 17 politieagenten werden door steenworpen gewond, terwijl door de politie geloste revolverschoten een arbeider doodde en twee anderen zwaar verwondde; een hunner is later in het ziekenhuis overleden. Drie of vier andere betoogers werden licht gewond. Er is een onderzoek ingesteld, wie het eerste revol verschot gelost heeft. Overal zijn nu protestvergaderingen ge houden, te Florence, Turijn, enz. enz. En het resultaat is, dat de algemeen© staking is afgekondigd te Bari, Bologna, Brescia, Florence, Forbi, Genua, Livorne, Milaan, Modane, Parma, Pesaro, Pisa, Reggio, Emilia, Civita Vecchia, Rovigo, Turijn, Venetië en Fabriano. In de meeste der genoemde steden staakt echter maar een deel der werklieden. De openbare orde wordt over het algemeen goed gehand haafd. Te Venetië is het echter herhaal delijk tot hotsingen gekomen; één politie agent is gewond. Betoogers hebben onder bedreiging alle winkels en andere inrichtingen in de stad doen sluiten en hebben daarna het ver trek van een trein verhinderd. Vrouwen gingen op den spoorweg liggen. Alle rui ten van den trein zijn verbrijzeld. Een menigte van 1000 personen, die zich naar de Via Alexandrina begaven, is in botsing gekomen met de politie en troepen grenadiers. De politie en de troepen schoten 'negen maal in de lucht, waarop de betoogers zich verspreidden. Een deel trok naar het plein van Venetië, waar de politie hen opnieuw uiteenjoeg. Er zijn gekwetsten zoowel bij de politie en de grenadiers als bij de betoogers. Gisterochtend zou op de Arbeidsbeurs des hemels waren reeds uitgeblazen, één voor één: door den adem des Allerhoog- sten, Die klles regeert; en het stille bosch was tot het volle leven ontwaakt. Een wielewaal sloeg zijn vlerken uit, eu een pikzwarte raaf roeide op zware wiek slagen voort; een sperwer schoot op zijn kort© vleugels als een pijl de lucht iu, en door het struikgewas brak een hert, om zijn dorst te lesschen aan het hel dere water van het Solsche gat. Rechts klonk het melodieus gekir van een bosch duif, en uit de verte, uit een hoogen eik, kwam het antwoord. En het gezang van duizenden vogels barstte plotseling uit: van rechts en van links, van voren en van achteren een luid, schetterend gejubel, dat met gejuich den rijzenden, vlammenden morgen begroette. Eibert en Judith stapten flink door; zij zagen den blauwen irook van een woud hut zoo recht als een kaars oprijzen, en hoorden een druk rumoer van blijde' men- schenstemmen tusschen het geboomte door. En op een open terrein gekomen, zeide Eibert, den arm in een bepaalde richting uitstrekkend, met verheugde stem „Wij zijn er, Judith zie maar." f (Word! vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1