Brakel N1EUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 306. 1914. Donderdag 4 Juni 38e Jaargang. Hengstveulen, Grond GHRISTELIJK- HISTORISCH steem. Kabinet rg. '-9M: burg, REN Aambeien. NZALf Koudum (Fr.), t uw Asperges 3iiz., met UNMAN, DÖP OOP ten, (Zeug), ER BOOGAARD, H.L. Kalfvaars, Kalfvaars, veghaien, enknecht Bsdisnde, fteid omende Meid Dienstbode VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK F. P. DHUSJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Chr. Sociale Actie. Staten-Generaai Binnenland. 06STE PRIJZEN voor 't Duin, Valkenisse. zal bij het terug ling ontvangen, kt K 41, Middelburg. ;s in Friesland ver- ij mijne dacht te brengen, eze zalf geschiedt familierecept. Deze in gewis. Jeuk en nen enkele dagen, ipoedig volgt, Eer- in vertrouwen op delijk een doos van int vangt ze franco IOS fl. t oude recept. MIDDELBURG. L, Boschweg, Vlissingen. flink Woonhuis schuur, met 10 en Grond, op een eren. Te bevragen ïw", Middelburg. er te Grijpskerke. Vestkapelle Hengstveulen, oud 6 maanden, Aardappelen. en vanaf V4 Juni e Mustaard, bij ggekerke. egen October een ?d, bij ASSÈ, Biggekerke. BROEDERBAND", O P. 1 D'HCJIJ, Bureau ddelburg. tober igd. bij C. WISSE, evraagd srk in een banket- e van suikerkoken R BIENEFELT, tegenwoordige met ANKER, Seroohkerke (W.) i -r een e RIJCKE, Koude- eid der tegeuwoor- DE GRAAFF— IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes EN van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 110 regels fl.iedere regel meer 10 cent. Geen neutrale, maar Christelijke. Geen neutrale, maar Christelijke vak organisatie hebben de Chr. werklieden, no-odig, zei ds.. Hogerzeil. Laat ons dit .wel onthouden. De neutrale vakvereeniging is hoogst onbetrouwbaar; zij „heeft geen andere leer. dan dat het vleesch beter is. dan de beenen. Al haar wetenschap is: vervat in de stelling, dat een korte arbeidsdag1 en een hoog loon te verkiezen zijn bo ven lange uren voor weinig! geld. Ten minste voor degenen, die zich niet open lijk en absoluut tot de maatschappelijke reaktie willen rekenen, biedt deze eco nomie niets aanvechtbaars. De vakver eeniging houdt Izich ook niet op met beweringen over de ontwikkeling van de maatschappij, de verhoudingen tusschen de klassen, de taak van het proletariaat. Zij vraagt enkel een en ander van de patroons, en als het niet goedschiks ge geven wordt, gaat .zij, zoo mogelijk, er kwaadschiks om vechten. Evenmin is te gen deze filosofie iets in te brengen', tenzij men voor een verstokt conservatief ■zou willen doorgaan". Maar wat, is (de neutrale oftewel so ciaal-democratische vakvereeniging! zoo slecht, vraagt gij Zeker is zij dat. ,Want hetgeen hier boven v.an haar 'gezegd wordt, is, geen. beschouwing van ons, maar van een ras- echten sociaal-democraat: den heer F. v. d. Goes. Wie zijne beschouwing leest,, die houdt zich aan den stelregel, dat een gewaar schuwd man geldt voor twee (un homme averti en vaut deux). Christelijke werklieden moeten geen lid zijn van een neutrale vakvereeniging. Maar laten zij zich dan ook haasten met zich te onganiseeren in Christelijke vakver- eenigjngen. Evenredige vertegenwoordiging. Het rapport de® Staatscommissie inzake Evenredig Kiesrecht is aan de regeering ge zonden, zoodat de kans op evenredige vertegenwoordiging grooter schijnt té wor den. Het denkbeeld zelf van proportioneel kiesrecht is niet nieuw. Immers „De Heraut", het politieke blad, opperde het denkbeeld reeds in 1869, hetgeen Groen van Prinstere® „voortreffelijk" noemde en als „Christelijk-historisch" aanprees. Men leze hierover „De Standaard" van 29i October 1888, Daarna is het in 1878 door den geleerden schrijver van de toe lichting op Ons Program aangeprezén. „Trouwens het ligt voor de hand dat den volksvertegenwoordiging in verhou ding tot het aantal stemmen door iedere! partij uitgebracht (en dat is proportie) de zuiverste afspiegeling is der natie. Heeft bij zulk een stelsel achteruitzetting eener minderheid plaats dan zal er al thans het stuitende van den revolutio nairen achtergrond aan ontbreken", zooi oordeelde Groen y. Prinsterer. Zoo oor deelde dr. Kuyper. Zoo oordeelt de anti revolutionaire partij in artikel 11 van haar Program. Daarom juichen wij de verschrjtning van het rapport der Staatscommissie toe. Over het rapport zelf kunnen wij ons even wel niet uitlaten, daar wij den inhoud er van niet kennen. Proselietenmakerij. Onder dezen titel komt in de „N. Zeeuw- sche Courant de mededeeling voor, dat in een plaats in Zeeland (Zeeuwsch-Vlaande- ren?) een Roomsohe man een protestant- sche weduwe naliet, en deze laatste door dén liberalen burgemeester en dito on derwijzer werd bezocht met het doel om haar Roomsch gedoopte kinderen protes- tantsch te krijgen. Staaltjes van andersom zijn echter ook bekend. Zij zijhx de droeve vrucht vau gemengde, huwelijken. Een heel leelijk staaltje is wel wat ds. v. d. Kooi te Bergen op Zoom ver haalt in de „Nieuwe Rott. Crt." Waarom hij hiervoor de gastvrijheid van een li beraal anti-papistisch blad inroept, be grijpen wij niet. „De Standaard" heeft over deze vergissing' reeds recht ge daan. Doch het feit is er niet minder ergerlijk om. Een gereformeerd meisje, oud-verpleegster in Vrederust, was: naar Utrecht verhuisd, en keerde vandaar krank te Bergen op Zoom terug waar zij in plaats van bij haar gereformeerde verwanten in Den Bosch bij een Roomsche oom en tante intrek nam. Deze beiden, of een van bedden blijven geregeld dit meisje in hun huis zoo goed als ge vangen houden, en weigeren halsstarrig aan ds. v. d. Kooi den toegang, tot haar. Nu heeft wel het bedoelde meisje in de „N. Rott. Crt." verteld, dat ds. v. d. Kooi zich vergist, en dat zij geen behoefte heeft hem te ontvangen, en dat haar oom en tante heel lief voor haar zijn, en haar volkomen vrij latenmaar het schrijven maakt niet den indruk van waar te zijn. Nu concludeert men wel van R.-K. zijde, dat van het verhaal van ds. v. d. Kooi „titel noch jota waar"' is, blaar wij kennen ds. v. d. Kooi te Zeer als een waarheidlievend man die niets viertellen zal, wanneer hij niet po sitief zieker van zijn zaak is. Trouwens nog den 22 Mei j.l. legde hij, in antwoord op de van Roomsche zijde vermelde tegenspraak, in de ,„N. Rott. Crt." de volgende verklaringen af: le. Dat aan 't bewuste meisje, door hare tante, haar bijbeltje, waarom zij vroeg, is geweigerd. 2e. Dat izij zeer verlangend was naar bezoek van (haar predikant, maar deze niet werd toegelaten. 3e. Dat haar is opgedrongen 't bezoek van een R..-C. geestelijke, niettegenstaan de zij daar in 't geheel niet op gesteld was. 4e. Dat nog een ander persoon, die haar nu en dan bezoekt, door haar oom en tante herhaaldelijk is aangespoord, om haar over te halen roomsch te worden. De duidelijke bewijzen (zwart op' wit) geeft ds. v. d. Kooi gaarne ter inzage aan een iegelijk, die hier behoef te aan mocht gevoelen, schrijft hij. Zoodat men wel te goeder trouw; kan meenen dat er niets aan is van 'tge- heele verhaal, doch daarmee nog niet het logenachtige van de bovengenoemde vier verklaringen is aangetoond. Wij herhalen, dit alles is de wrange vrucht van een gemengd, huwelijk, en een waarschuwing te meer aan alle Chris telijke ouders, izoo „Roomsche" als „Pro- testantsche", om toe te zien dat hunne kinderen geen verkeer .aanknoopën mét jongelieden „van een ander geloof'. Gemengde huwelijken zijb. de oorzaak van velerlei ellende. (Slot.) Na de pauze trad ds. Talma op; onder ademlooze stilte werd hij aangehoord, nu en dan wist hij een gullen glimlach o£ een hartelijken schaterlach, zelfs aan den ernstigsten hoorder te ontlokken. En dat niettegenstaande ook van den leukstenj humor diepe ernst de grondtoon was. Een en ander laat zich in een aan be perkte plaatsruimte gebonden verslag! niet weergeven. Wij stippen dan ook slechtsj aan. Het is nu 23 jaar geleden dat ik als jong predikant naar Vlissingen kwamnog slechts een paar dagen aldaar, trad ik er op een Zondagmiddag bij Stofkoper in debat met Domei a Nieuwenhuis over het Internationale Socialisme. Eenige maanden later nam ik een werkzaam aandeel aan het eerste Chr. Sociaal Con gres. Is er in die jaren veel vooruitgang geweest in de Chr. sociale beweging?! Wanneer deze beweging onder cijfers ware te brengen, zouden deze cijfers, niet bui tengewoon schitterend zijn. Naast die van „Het Volk", de S. D. A. P. en de Vak- vereenigingen, N. V. V. zouden onze cij fers een droef figuur slaan. Wij kun nen met de sociale beweging niet concur- reeren, of wij zouden de beteekenis van onzen eigen naam moeten vergeten. Want Christelijk sociaal wil niet zeggen dat wij net eender doen als die anderen slechts met een oranjekleurtje, of een gehedje en een psalm er bij. Chr. so ciale arbeid is het doen van dien arbeid omdat het is onze Chr. roeping; en dat doen in 'tgeloof aan Hem die de Ko ning der eeuwen i,s en zijn heerschappij1 ook op 't maatschappelijk gebied zal ton nenwant. roeping onderstelt Eén die roept. Wat is het heerlijk dat er Eén is boven deze wereld. Als ik de ongerech tigheid en het leed in de wereld zie, dan heb ik geen houvast aan de vreugd en de gerechtigheid die ik ook in de we reld zie. Er is in de wereld zooveel onrecht; zooveel dat op het eind des fevens met teleurstelling doet terugzien. Ook ik heb, als Kings ley, idealen prijs gegeven. Ik ben ook ouder geworden. Er is er leohter- Eén gebleven.: het grond- ideaal. Ik zou dan ook, desgevraagd, met Kingsley liever niet zeggen: ik heb één ideaal behouden, maar: dat Eéne heeft m ij behoud© n. Dat is 't begripj der Chr. roeping. Niet wat uit ons van buiten uitgaat, maar wat van Boven in ons- is ingekomen, is ons ideaal. Het is tegen woordig mode om sociaal te zijn. Geluk kig. Want onze kinderen moeten wor den herinnerd dat wij er zijn voor elkan der. Maar zij moeten tevens weten, dat niet werken om geld te verdienen een leven is zooals 't behoort. Er was, een tijd toen de mode was, help u zelf. Een onnoodige raad, want de mensehen denken genoeg aan zichzelf. Doejh nu is 't: 'helpt elkander, en men spreekt van solidariteit. Doch deze moet rusten op hetgeen van God is; zij is Christelijke roeping. En ook dat is den kinderen geopenbaard. Uit het Ko ninkrijk der wijlzen komen dikke boeken voort over dit vraagstuk, doch 'hun is 't'verborgen gebleven, ook waarin de ware broederschap bestaat: want niet onze geestverwanten alleen zijn onze broe ders, maar allen die de Vader in de hemelen op onzen weg stelt. Het is zon derling, dat de kerksche, belijdende Vlis- singers, sedert ik pen verliet, z'oo wei nig Voor de Chr. sociale actie gedaan hebben. Is dit soms omdat gij kerkelijke ruzies aanhoudt of den broeder oordeelt? Het is zoo noodig, dat allen dien invloed hebben, dien gebruiken voor de zwakken en yerdrukten. Christus kocht ons met Zijn bloed, daarom moet ons heele leven een offer zijn. En nu zegge niemand' dat gaat mij niet aanwant iedereen kan wat. Christelijke arbeiders, wat doet gijl? Denkt niet als gij ontrouw zijt in het kleine dat dan het groote uw deel zal wor den. Ik ben blij dat ik hier zooveel vrou wen zie; mannen zijn in den regel veel te royaal, maar vrouwen zijn voorzich tig, die passen op de kleintjes. Vrouwen, grj moet wakker Wordengij moet en kunt wat geven Voor Chr. socialen ar beid, en wel datgene wat elders ver kwist wordt, doc-h bij u in huisi niet voorkomt. Dit, uitgespaard, kome uw kin deren ten goede, den kiemen voor het voljgende geslacht; dat is Chr. sociale arbeid. Deze arbeid geschiede naar Chr. be ginselen. Wij hebben geen Paus die ons, deze beginselen voorschrijft; doch wij heb ben Gods Woord. Het eigenlijk Christelijke moet altijd be staan in die grondbeginselen van 't teven die een Christen in het leven ziet. Pink stermaandag had iemand het over de Staatspensioneering en zei, dat hij hét zoo gelukkig vond dat dit op! Pinksteren besproken werd, want als de Bond zijn doel eens had bereikt, was er weer een deel van den Pinksterzegen verwezenlijkt! Ik vind zulk zeggen verschrikkelijk. Is dat nu wat in de harten der mensohen leeft, dat zij danken dat er een sociale her vorming kan zijn die aan een volk kan geven de verwerkelijking van het Ko ninkrijk Gods? Paulus zegt, dat wij al les zullen doen ter eere Gods. Chn. sociale arbeid is een sociaal werk waar bij de eiere Gods op den voorgrond staat en alles beheerscht. Dat is niet het Koninkrijk ,Gods te bouwen. Dit toch kan geen mensch, ook al meent hij in prijn hoogmoed van wel. Het Ko ninkrijk Gods fe bonwen is üiet zoeken de eere Gods, maar onze eer. Wij moe ten de eer ran God in hart en hoofd en ziel hebben. Niet God gaan verheer lijken, dat zou zijh Hem beleedigen. Doch Hem geven de eer die Hem toekomt. En wat Hij ons te doen geeft, gebruiken als geloovigen, niet als de heidenen. Als wij werken als geloovigen beteekent dat wij alles weten in de hand van God en wij niet anders behoeven te doen dan wat God ons op de hand gezet heeft. De directie van „De Schelde" heeft haar werklieden zes dagen vacantie gegeven. Dat is prachtig. Zie een ieder toe hoe hij die gebruikt. Misschien geldt van me nigeen wanneer Vrijdag de werktijd weer intreedt, dat moeder de vrouw van hem zegt: ik ben blij dat hij! weer maar op stapt. In ieder geval niemand zeggewan neer wij dit of dat maar verkregen heb ben dan zijn wij er; want dan zijn wij zelfs nog niet aan 't begin, wanneer wij God niet er in eeren en het nemen uit Zijn hand. Tenslotte de Chr. sociale arbeid is de worsteling om de ziel van 'tvolk. Waarom vinden de mensohen de socia listen zoo verkeerd? Omdat zij nooit te vreden zijn. Doch wij zijp erger. Als wij alles hebben wat zij begeeren, zijp wij nog niet tevreden; want wij moeten al tijd arbeiden aan soc. hervorming. Ook bij de opvoeding onzer kinderen. Even wel die wetenschap vermeerdert, ver meerdert smart. 'En „zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijne gerechtigheid". Erkent dus dat dat Koninkrijk Gods er is, en dat alle gaven ontvangen moeten wor den uit de handen yan God, uit ge nade. In die sociale beweging! heeft ieder zijn plaats. Ik heb een ouden man gekend, die in 1815 gediend had en daarvan steeds ver haalde met een geestdrift alsof hij Na poleon in zijn eentje had weggejaagd. En toch had hij aan dezen ergerlijken strijd niet deelgenomen. Hij had slechts ergens op post gestaan, met groot gevaar voor doodgeschoten te worden. Dit is toch ook "wat. En toen nu Napoleon teruggesla gen was, had onze vriend het gevoel alsof hij het gedaan had. Zoo gaat het ook in de C'hr. sociale beweging. Indien iemand gelooft, al is hem in dat groote leger een onaanzienlijke plaats gegeven, al moet hij misschien niets anders doen dan de wapenen schoonmaken voor hen, die straks in den strijd zullen gaan; hij behoort toch tot 'tvolk dat uitgezonden is; een volk dat in zichzelf nietigl is, doch dat in de heerlijkheid deelt van den HeeTe de® heirschapen, den gezalfden Koning, diei in 't midden van den Troon isi als hei Lam* geslacht voor de grondlegging der wereld* en den armen strijder toeroept niet om, meer te doen dan hij kan, maar om in hef weinige dat hij te doen heeft, trouw moet zijn, en in de verdrukking lijdzaam, en vol goeden moed op de 'toekomst des! Heeren, welke ook de Pijjne ïgj. Een luid applaus en een woord van Warmen dank van den voorzitter beloonde den spreker. Da voorzitter Rankte ten slotte den eigenaar der weide voor het gebruik, de| hïuziek, de sprekers, en allen die to1j het welslagen van deze bijeenkomst had den medegewerkt; ds. v. Empel ging voot) in dankzegging, en na het zingen van Gezang 06 ging de schare, die op ruim 2400 geschat werd blijmoedig en gesticht, uiteen. Tweede Kamer. De Belastingwet spoedig in het Staatsblad. Arti kel 1 van de Bootwerkers- wet. Spiekman en Van der Voort van Zijp waren gisteren weder de voornaamste woordvoerders over het ontwerp stuwa doors-, of bever Bootwerkerswet. Het onderwerp is maar nauwelijks in staat bij velen de warme belangstelling gaande te (houden; reeds bij de derde speech, een nauw verstaanbaar, verve lend pleidooi, neen praatje van den heer Van Raalte, werd de Kamer zóó onrustig, dat tenslotte zijn woorden heelemaal ver loren gingen in het rumoer. Er hielp niets aan, de heeren moesten even verademen, zoodat men niet beter kon doen, dan even de laatste hand te leggen aan het ontwerp-Inkomstenbelasting. De bittere pil is geslikt. Onze lezers kennen het resultaat. Brummelkamp, Bongaerts, De Monté Verloren, Van Vuuren, Wijkerslooth de Weerdesteijn, Duymaer van Twist, Bec kers, Bogaardt, Arts, Van der Voort van Zijp, Scheurer en Van Vlijmen, allen man nen van rechts, konden hun stem niet geven aan dit belastingontwerp. Daar tegenover bevond zich onder de 68 vóór- stemmers ook menig rechts afgevaardigde. Eindelijk nadat weer lang en breed ge wikt en gewogen was, kon artikel 1 van de Bootwerkerswet vastgesteld worden., Het heeft dus een vollen dag hoodig gehad om zich door de amendementen heen te slaan, of ze in zich op te nemen, voor zoover de minister er voor te vinden was. i Artikel 1 was dan ook ongetwijfeld een belangrrijk, zoo niet het belangrijkste artikel uit dit pntwerpHet bevat n.l. de begripsbepalingen, die de begrenzing vormen van het gebied, waarop de wet zich beweegt. De heer Spiekman, de roode Rotter- damscha afgevaardigde, wilde het begrip stuwadoorsarbeid uitstrekken tot dien arbeid, welke voor een expeditie-onder neming wordt gedaan ten behoeve van het havenbedrijf voor zeeschepen. De tekst van het regeeringsartikel luidde oorspronkelijk als volgt: Er wordt verstaan onder: stuwadoorsarbeid, alle werk zaamheden aanhet brengen van goederen in een zeeschiphet, in o n m i d d e 11 ijk verband daarmede, verwerken der i n het schip te brengen goederen op den wal of in het vaartuig, van waaruit zij recht streeks in het zeeschip worden gebracht; het stuwen of het verwerken van goe deren in het zeeschip; het brengen van goederen u i t een zeeschip; het, in onmiddellijk ver band daarmede, opstapelen der uit het schip gebrachte goederen op den wal of het stuwen of het verwerken dier goederen in het vaartuig, waarin zij rechtstreeks uit het zeeschip worden ge bracht; 1 een en ander met inbegrip van het bedienen van machinaal gedreven inrich tingen ten behoeve van vorenbedoelde werkzaamheden, doch met uitzondering van het nemen van monsters. De heer Spiekman wist nu te bewer ken, dat de minister een andere redactie voorstelde, n.l.: „het verwerken der goederen op de kade in zich daar bevin dende pakhuizen of opslagplaatsen", enz. Aan het „onmiddellijk verband" bleef minister Treuh echter vasthouden. De heer Spiekman vond dat gevaarlijk. Het ware voor hem nog zoo eenigszins aannemelijk als dat woord „onmiddellijk" niet zulk 'n streng uitzien had, en, als tijdsbepalend opgevat, „terstond" betee- kenen kon. Nu, gaf minister Treub toe, mijnentwege leze men dan „rechtstreeksch verband". Aldus werd dan eindelijk besloten, tot algemeene tevredenheid. Dit was de hoofdschotel. De andere schotels, die aan het artikel niets meer af of toe deden, kunnen we gevoegelijk stilzwijgend laten passeeren. Oude Stuivertjes. Met ingang van gisteren hebben de) oude (ronde nikkelen) stuivertjes uitge diend. Deze kunnen alleen nog bij den betaalmeester tetr inwisseling worden aan genomen. De Burgemeester van Zaandam. In het Juninummer van Studiën en Schetsen schrijft Prof. Fabius De Burgemeester van Zaandam, de heer K. ter Laan, heeft 1 Mei 1.1. in zijne gemeente een redevoering gehouden, aan het slot waarvan hij volgens de N. RoL Ct. van 2 Mei d.a.v. (ochtendblad) gezegd zou hebben: „elk arbeider (be hoort) bd te zijn van de S. D. A. P."j Had een onder een antirevolutionair

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1