NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
Woensdag 13 Mei
28e Jaargang.
No. 180. 1914.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. DHUIf, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN
Staters-Generaal
CEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25
Enkele nummers0.85
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN 6 LE COINTRE, te Goes
EN
van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.iedere
regel meer 10 cent.
f Df. Rudolph.
Morgen wordt Z.Eei-w. begraven. Zijn
tragisch kranklied, hetwelk aan dat van
wijlen mr. L. W. C. Keuchenius herinnert
zal nog lang tot ons spreken; ook de
door hem geschreven werken; en niet het
minst zijn jongste brieven. Gaarne nemen
we hier op den laatsten brief, aan zijn
geliefde Leidsche gemeente geschreven, en
opgenomen in een der jongste nummers
van de Gerei'. Kerkbode" voor Lei
den
Amersfoort, 29 April 1914.
Geliefde gemeente.
Helaas moet ik beginnen te schrijven,
dat ik eiken dag achteruit ga. Eergisteren
had ik een hoestbui, waarvan ik dacht,
dat ik er in blijven zou. Elke week, elke
brief kan de laatste zijn. Daarom wil ik
u thans schrijven over 't liefelijkste aller
onderwerpen: over 'tplaatsbekleedend lij
den en sterven en over dei voorbede van
Jezus.
Reeds de naanr Jezus is enkel zoetig
heid. Sinds Zijn verschijning klinkt aan
"t einclo van elke eeuw Zijn Naanr als een
vraag en een antwoord voor elk arm
zondaarshart. Waar zou ik heengaan zon
der Hem, wanneer de eeuwigheid mij in
de stervende oogen ziet? Waarheen zou
ik vluchten zonder Hem, wanneer de
angsten van het geweten mij! achtervolg
den
Reeds voor Zijn vleeschwording is Zijn
plaatsbekleedend lijden aangekondigd in
de offeranden der Wet. Steeds moest de
Israëliet met een offer vo-or 't altaar ver
schijnen. Dit offer werd door den priester
gekeurd. De offeraar lei zijn hand op
't offerdier als. symbool van de overdiacht
zijner zonden. Dan werd 't geslacht en
verbrand. De opstijgende rook kondigde
't herstel der gemeenschap met God aan.
Nu wist de rechtgeloovige Israëliet
wel, dat 't bloed van stieren en bokken
niet zoude reinigen. Maar Jesaja 53 sprak
van een ander offer. Daarop zag de ge-
loovige. Hij werd gerechtvaardigd in den
Christus, die komen z o u, gelijk wij ge
rechtvaardigd warden in den Christus die
gekomen i s.
In Zijn plaatsbekleedend lijden heelt
Jezus alles volbracht, wat van hem is
voorzegd. Na zijn opstanding' zit Hij als
onze Voorbidder bij den Vader.
En hier houd ik even st.il!
Hoe is er een betrekking gekomen tus-
schen Hem en mij?
Was ik een Obadja, een Jozef?
De dwaasheid was in het hart van den
knaap geboren.
Indien de heere naar mij niet had om
gezien, ik had naar Hem niet omgezien.
Ik zocht naar God, maar naar een God
van eigen maaksel.
Met liefelijke trekkingen heeft de Heete
Feuilleton.
De Broeders van St. Jan.
door L. PENNING.
(Nadruk verboden).
18)
„Houdt de wapens ter handschreeuwt
de Schout met luide, ver schallende stem,
en een arme -daglooner, wiens hut op
den Tweesprong slaat, waar de wegen
naar Telgt en Horst zich splitsen, roept
met sidderende stem: „Een wolf!"
Maar het is geen wolf; het is de kat
van den harbier, die ,op een alleronge
lukkigst oogenblik voor de zeisen der
dorpers opspringt, en stellig door den
ontoerekenbaar geworden koster in de
crisis van zijn angst aan de gaffel zou
zijn geregen, indien zij niet door een
woesten zijsprong was ontsnapt.
Nu echter worden de fiere, schuimbek
kende paarden der edellingen, flikkerend)
van staal en ijzer, zichtbaar op een gol
ving van het terrein; Gelijn de molenaar
maakt zulke geweldige bewegingen met
de seinvlag, dat men zich op alles kan
voorbereid houden, en het Scheelt wei
nig, of de 'man is' in zijn. drift en opwin
ding het galmgat uitgesprongen, om aan
zijn wenken en seinen een behoorlijken
nadruk bij te zetten.
mij getrokken, maar ik siceg de verzenen
tegen de prikkelen.
Het was een kruisweg op mijn leven.
Mijn vrienden kozen m.i. in de studie
den verkeerden weg.
Ik koos den anderen.
De Heere kwam voor mij staan: „Wilt
ook gijlieden niet heengaan?
Ik antwoordde: „Neen, Heere, bij U
zijn de woorden des eeuwigen levens".
Dit was de eerste besliste keuze.
Ik zat als jong predikant in de kerk.
Vooraan. Als een Pharizeër. Met een
gulden in mijn zak voor de diaconie1.
Wat zou de diaken respect voor dien
dominé hebben.
De dominé preekte over Zacharia 3.
Hij schetste den pharizeër.
Ik wilde wel onder de bank wegkruipen.
Hij teekende den tollenaar.
Ik herleefde. De tollenaar had immers'
berouw van zijne zonde'.
Daarna sprak hij van den Voorspraak.
„De Heere schelde u, gij Satan, is deze
mij niet als een vuurbrand uit het vuur
gerukt?"
Ja, zoo was 't.
Indien, iets waar was, dan was ik door
den. Heerei als een vuurbrand uit het vuur
gerukt
Die tekst is mij altijd bijgebleven.
Ik lag in de zonde.
De Heere kwam als met uitgebreide
armen tot mij. „Wien kiest gij? Mij, den
Zondedelger, of de zonde? Ik heb u lief
gehad met een eeuwige liefde."
Toen deed ik de meest besliste keuze.
Mijn leven werd een nabij leven met
den Heere.
Ik kwam in grooten nood.
De Heere kwam tot mij en zeide: „Nu
zal Ik voor U zorgen!"
Hij heeft dit gedaan op de liefderijksite
wijze.
O, wonderdoende Zaligmaker!
O, wonderzoete Jezus!
Gij zijjt mijn Eén en mijn Alles.
Eens eeuwig bij U te zijin, is mijn zalig
heid en heerlijkheid.
Kom, Heere Jezus. Ja, kom haastelijk!
En komt de ure aan des doods:
„Jezus, Uw verzoenend sterven
„Blijft het rustpunt van mijn. hart.
„Als wij alles, alles derven,
„Blijft Uw liefde bij1, ons in smart.
„Och, wanneer mij 't oog eens breekt,
,,'t Angstig doodszweet van mij leekt,
„Dat Uw bloed mijn hoop dan wekke
„En mijn schuld voor God bedekke."
Dien heerlijken Naam bevolen door
Uw u liefhebbend oud-leeraar,
R. J. W. RUDOLPH.
De paarden jagen voort, evenwijdig met
het bosch, in vollen galop, terwijl het
zweet van hun flanken gutst. En de
Schout van Ermelo, die toch lang geen
kind is', en verscheiden wolvenjachten
heeft medegemaakt, verbaast er zich over,
dat de jagers in den hartstocht van hun
jachtlust de allereerste en dringendste
voorzorgsmaatregelen op een werkelijk
bedroevende wijze verwaarloozen. Want
zij behooren het toch te weten, dat een
ros machteloos wordt, 'indien het in een
wolfspoor treedt, terwijl het onherroepelijk
zal barsten als 'een te hevig gespannen
bal, indien het hardnekkig in dit spoor
volhardt.
Maar hij heeft geen tijd, er lang over
na te denken; de uiterste rechterflank
der dorpers heeft reeds verbinding ge
kregen met de naderende edellieden, die
als bezetenen te keer gaan, al maai' naar
het belendende bosch wijzend, dat zij
over de heide 'evenwijdig volgen. En op
een. omgevallen eikenstam Springend, roept
de Schout, den langen degen zwaaiend:
„Geef acht! Daar zijn ze! Geen wolf er
door! Slaat dood! steekt dood!"
In het geheimzinnige bosch daar voor
hen begint het te ruischen en te schuife
len, alsof er een sterke wind door heen
gaat in den herfst; sommige doipers
slaan een kruis, en aller oogen zijn met
een geduchte spanning op den zoom van
het woud gericht, Waaruit het woeste
Tweede Kamer.
Kritiek j unt. Directe
belastingen of rpgistratie?
De minister zal wel gelijk
krijgen, tenzij hij vannacht
gezwenkt is. 1 Meiviering
te Zaandam.
Gisteren is de schermutseliivg, begonnen
tussehen Minister en Kamterleden oven
een kritiek puntje uit het ontwerp-inkom-
s ten belasting', n.l. art.. 39, waarin de aan
slagen worden geregeld.
Deze zouden in het algemeen geschie
den door den inspecteur der registratie
voor personen, die in de vermogensbe
lasting vallen en "Mie, buitenslands'' wo
nen, hier onroerend goed hebben; dooi
den inspecteur der directe belastingen
voor de overige personen, vennootschap-
pén enz.
De commissie van rapporteurs 1111 heeft
C|en reeks amendementen voorgesteld, vol
gens wplke de aanslagen steeds zouden
geschieden door het dienstvak der directe
belastingen, zlij het met medewerking! van
dat der registratie.
Met overtuiging heeft de heer P'atijjn,
de liberale afgevaardigde voor Zierikzee,
namens de commissie zijtn stellingen ver
dedigd. 'tGing hem goed af; een moei-
taak was het dan ook niet.
Reeds vroeger hebben We er op1 ge
wezen, dat hier het dienstvak der di
recte belastingen als vanzelf aangewezen
is, 0111 voor de goede uitvoering van deze
belastingwet te zorgen. Wie toch zijn meer
in de gelegenheid om de aanslagen te
beoordeelen en te regelen dan onze belas-
tingmannenDe heeren van de registratie,
die niet anders dan bureau-werk ken
nen zeker niet; met alle respect voor
hun capaciteiten.
Zeker, er is nog wel iets voor 's mi
nisters voorstel te zeggen.
Het ziijh de registratie-ambtenaren, die
over het vermogen rijkelijk zijn geïn
strueerd, doordat z'ij beschikken over een
rijkdom van feitelijke gegevens. In een
adres van 1907 wjjlzen zijl zelf opsuc-
cessiememories, notarieele akten, ka
dastrale leggers enz.
En in het Voorloopig Verslag voeren
hunne pleitbezorgers aan, dat zij putten
uit successiememoriën, huwelijksche
voorwaarden, testamenten, akten van in
ventarisatie, scheiding, koop', successie,
schenking, bewaargeving, dading, oprich
ting en ontbinding van maat- en vennoot
schappen, exploiten en vonnissen; en dat
zij voorts bekend zijn met den eigendom
van en zakelijke rechten op onroerende
goederen en met hypothecaire inschrij
vingen. Algemeen wordt dan ook erkend,
dat de registratie een buitengewone, so-
liede kennis bezit van cle vermogens.
roofgedierte wordt verwacht.
Ah, daar zijn ze!
Sta nu schrap, Tymen Arendsz van den
Loozenoord! Vel uw 'speer, Eerwaardel
En nagel met uw hooivork het been van:
uw nevenman niet aan den berkenstam,
waar tegen hij aanleunt, ongelukkige
koster 1
Daar zijn de wolven! Zelfs het gelaat
van den wakkeren Schout is een oogen
blik ontsteld. D© ruige, borstelige 'haren
recht overeind, de roode tong uit deni
schuimenden, grijnzenden bek, het vuri
ge oog stuipachtig fonkelend, barsten zij
onder een schor, merg en been doordrin
gend gehuil als een sombere, grauwe,
woeste golf uit het bosch. Men ziet reeds
wolven achterblijven, den pijl in de zij
de, of de buik door een korte werpspeer
opengescheurd, de sneeuw kleurend met
hun donker bloed, 'terwijl de anderen,
voor tj achten in woeste razernij1.
Aan de rechterzijde van het 'bosch wordt
nieuw hoorngeschal vernomen; de plui
men van paarden en blinkende harnassen
worden zichtbaar; en een menigte huis
lieden, van zware knuppels', morgenster
ren 1) en andere handwapenen voorzien,
treden uit het woud te voorschijn.
Zij hebben de wolven opgejaagd en
voortgedreven door het dichte bosch, dat
1) Stokken met zware knoppen, van sck r,
spijkers voorzien.
Daarentegen heeft de ambtenaar der
directe belastingen die kennis niet, maar
beschikt hij over een groot aantal rela
tion. Zijn dienstvak, veel meer uitgebreid,
en. overal verspreid en van een opspo
ringsdienst voorzien, staat in liet volle,
bedrijvige leven en beschikt over een
ontelbare hoeveelheid feitelijke gegtevens.
En dit laatste weegt o.i. bet ziwa.'arst.
De heer Gerritson (C.-H.) dacht er ook
zoo over, en hij kwam de betoogen van
de heeren Patij'n en Ter Laan nog wat
aandikken.
De lieer Van Nispen tot Sevenaer (R.-
K.) bleek echter aan 's ministers; zijde
te staan en nog niet overtuigd te zijh
door het betoog van z'n voorgangers.,
Hem blijft een nadeel, dat het dienst
vak, dat de gegevens het eerst heet'H
niet zal beslissen van den aanvang af
over den aanslag, en wel inlichtingen zal
geren aan een ander dienstvak. Groot
bezwaar had cleze afgevaardigde ook tegen
het ter beschikking stellen voor dej g!e-
meenten van de gegevens, welke de in
specteur der registratie heeft.
Wat ervan zij, we vleien ons niet met
de hoop, dat die commissie van rappor
teurs veel succes zal hebben op haar
poging, hoe sferk ziji in deze ook staat.
Of de Minister moest het amendement
na rijp beraad toch nog overnemen. Een
geringe hoop, dat hij 'tdoet na er een
nachtje over geslapten te hebben, is- er
nog wel.
Vanmorgen Zou hij', van z'n al of njet
gewijzigde meening kondsc-hapi doen.
Van genoegzaam belang achten wij de
opneming van de vragen en de antwoor
den tussehen minister Cort en afgevaar
digde Brummelkamp gewisseld over de
1-M ei-viering te Z a a n d a m.
Do Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft geantwoord op de volgende vragen
van den heer Brummelkamp
1. Is het juist dat door B. en \V.
van Zaandam is besloten, dat op 1 Mei
aan de ambtenaren en werklieden der
gemeente, voor zoover de dienst het toe
liet, vrij-af zon worden gegeven, en de
gemeentebureaux zoowel in als buiten het
gemeentehuis, met uiLzondering van het
havenkantoor, gesloten zouden zijn?
2. Is het juist dat door den Burgemees
ter van Zaandam aan de, hoofden der
openbare inrichtingen van onderwijs is
medegedeeld, dat het in de bedoeling ligt
het daarheen te leiden, dat voortaan op
1 'Mei aan alle openbare inrichtingen van
onderwijs te Zaandam vacantie wordt ge
geven, en dat reeds dit jaar tegen com
binatie van klassen op 1 Mei bij den
Burgemeester en den Wethouder van On
derwijs geen overwegend bezwaar bestaat?
3. Is het juist, dat op den verjaardag
aan beide zijde door grimmige jagers
ingesloten, aan het roofgedierte slechts
aan den kant van Ermelo gelegenheid
gaf, te ontsnappen. Doch de dorpers staan
daar als een sterke muur, om hun dorp
tegen een inval van die horden te ver
dedigen. En rusteloos vervolgd, dol van
het rumoer, te vergeefs met windsnelle
bewegingen rechts, en links zwenkend,
om een doortocht te vinden, razend van
angst, wanhoop en woede, hollen de
ongure beesten langs 'de seizen en vor
ken der Ermeloosche dorpers voorbij.
En alsl een vreemd, schitterend vizi-
oen, vervuld met trompetgeschal en. hoef
getrappel, woeste strijdkreten en luid
over vv inni n gsgej ui c h stormen de burgt-
heeren en de ridders, de baronnen en
de edelknapen op hun gepantserde paarden
achter die woeste kudde roofdieren aan:
in de richting van 's Heeren Loo, waar
de Sint-Jansxidders met getrokken zwaard
en de verraderlijke netten de wolven,
wachten.
Onder de huislieden, die daar uit het
bosch te voorschijn kwamen, en voor
loopig een welverdiende rust mochten ge
nieten, waren verscheiden menschen uit
Elspeet, Garderen en Staverden, Speulde
en Leuvenum. Men reikte elkander de
hand in het prettige gevoel, mede ge
werkt te hebben aan den gun stigen uit
slag, en ieder had zijn eigen ervaringen,
die hij met breede gebaren vertelde. De
van H. K. II. Prinses Juliana krachtens
besluit van B. en W. van Zaandam van
de gemeentegebouwen en kerktoren aldaar
geen vlaggen uitgestoken zijn, in afwijking
van hetgeen vroeger geschiedde; en, zoo
ja, kan cle Minister mededeelen welk mo
tief :fot deze afwijking heeft geleid?
Het antwoord van den minister luidt
als volgt:
„Nopens de door het lid der Kamer
den heer Brummelkamp, gesteld© Vragen
betreffende de hiernevens vermelde on
derwerpen, heeft de ondergeteekende van
wege den burgemeester der gemeente
Zaandam cle antwoorden ontvangen, welke
hieronder, in de volgorde van de vragen,
waarop zij' betrekking hebben worden me
degedeeld.
1. Door Burgemeester en Wethouders
van Zaandam is besloten op 1 Mei aan
'alle ambtenaren en werklied-en dei' ge
meente vrij-af te geven, voor zoover de
dienst het toe zou laten en verder met
uitzondering van het politiebureau, het
havenkantoor en cle scholen voor lager
en middelbaar onderwijs.
Dit besluit is uitgevoerd, zoodat met uit
zondering' van de drie genoemde diensten
de gemeentebureaux op dien dag voor
het publiek gesloten geweest zijp.
2. Aan de hoofden der openbare inrich
tingen van onderwijs is het volgende schrij
ven gezonden:
Zaandam, 27 April 1914.
Het ligt in de bedoeling' liet daarheen
to leiden, dat voortaan op 1 Mei aan alle
openbare inrichtingen van onderwijs in
de gemeente vacantie wordt gegeven.
Voor dit jaar zijn echter verordeningen
en leerplans nog niet met dien maatregel
in overeenstemming.
Ofschoon burgemeester en wethouders-
gaarne zouden zien, dat nu reeds zooveel
mogelijk van den 1 Mei-dag als vacantie-
dag zou worden gebruik gemaakt, kan
ik op grond van het vorenstaande gjeen
vrijheid nemen, dat klassen naar huis
worden gezonden. Tegen combinatie van
cle klassen voor zooveel gemakkelijk
mogelijk bestaat voor dien dag) biji
mjj en. den wethouder van ondetwij's' geen
overwegend bezwaar.
De Burgemeester van Zaandam,
(get.) K. TER LAAN.
Aan
de hoofden der scholen A. tot' en
met H.,
den heer directeur der hoogere bur
gerschool,
den beer directeur der handels-dag
school,
den heer directeur van den handelsr
avondcursus,
den heer directeur der burgeravond
school.
3. Burgemeester en wethouders hebben
besloten, dat op den verjaardag van H.
koster, die met de hooivork op den schou
der huiswaarts keerde, Verzekerde met
de hand op het hart aan de vrouwen, die
in de huisdeur top de komst van haai
mannen stonden te wachten, dat hij gerust
zeven-en-twintig wolven voor zijn reke
ning nam. Zijn fletse oogen hadden een
een tinteling van wreede dapperheid ge
kregen, die een diepen indruk moest ma
ken, doch toen hij onder de doornheg,
die het erf van den Schoenmaker afscheid
de, een zwaai' 'gewonde wolf ontdekte,
die zich daar heen had gesleept, om ei-
den dood te vinden, vond hij het toch
geraden clen weg over te steken, en langs
den anderen kant met een schuwen blik
voorbij te sluipen.
Arie de imker, die bij het leger der aan
drijvers behoorde, ging rechtstreeks naar
de Pastorie, om de huishoudster op te
zoeken, die een zuster was van zijn
vrouw.
Hij had van heden mtongen af nog) geen
kruimel brood over de lippen gehad, en
nu was het reeds over den middag. Lijs
bet was blij, hem te zien, en zorgde er
voor dat er fluks een groote homp brood
en een flink stuk ham op de helder ge
schuurde tafel stond.
(Wordt vervolgd.).