NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND rvo. 187. 1914. Maandag 11 Mei 28e Jaargang. HISTORISGH CHRISTELIJK- VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK F. P. D HUI}, te Middelburg. PRUS DER ADVERTENTIËN Verenigingsleven. 16) IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes EN van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 110 regels f 1.—, iedere regel meer 10 cent. Het staat met het vereenigingsleven op het platteland in onze provincie nog niet best. Er is wel zin voor vakorganisatie, maar er is gebrek aan voormannen, die de zaak op he enen zetten. Dit geldt voor namelijk den landbouw. Op Schouwen en Duiveland bloeit het vereenigingsleven, doch de leiding iis in socialistische han den, en de beweging kenmerkt, zich maar al te vteel door klassenstrijd. Zou deze klip op Walcheren niet ite ontzeilen izijn? i Het komt nog maar al te veel voor, dat men afgeleefde arbeiders zoo onbarm hartig aan hun lot overlaat. Die m©n- schen vervallen in den regel aan de Dia conie. Dit wijkt op een schromelijken mis stand. Er hapert iets aan de loonregeling, die den menschen belet te sparen ivoor den .ouden dag. Kunnen zijl in den re gel rondkomen met het verdiende loon, gevoegd bij de opbrengst van een stukje land, dat de arbeiders gaandeweg' zien machtig te Worden, van overleggen, ook bij het nauwkeurigst en voorzichtigst over leg, is toch geen sprake. De toestanden in Groningen zullen wat dit betreft wel ongeveer aan die in Zee land gelijki zijn. Nu heeft indertijd de Koninklijke Nederlandsche Landbouwver- eeniging een onderzoek ingesteld naar de levensomstandigheden van de Nederland sche arbeiders. De heer Westerdijk, groot-grondbezitter te Uithuizermeeden, heeft aan dit ondeT- zoek een werkzaam aandeel genomen. Als type van het geheel nam hij een arbei dersgezin tot voorbeeld. De inkomsten van een arbeider met vrouw en 5 kinderen van 2 tot 11 jaar, allen .gezond, zijn nagegaan terwijl ook de uitgaven nauwkeurig zijh gecontro leerd. De inkomsten bedroegen f538.66 en de uitgaven f533.75. „Gaal men nu, de cijfers zoo ver volgt de heer W. na van het kas boekje, dan blijkt dat matig veel bak kers- en grutterswaren zij'n verbruikt. Vleesch, worst en viseh werden, be halve enkele bokkingen, als on bereikbaar niet gegeten. De weinige eierert zijn bijna uitsluitend gebruikt voor den man tijdens het zwaarste werk. Spek is voor het gezin te kostbaar." Op1 deze wij'ze gaat de bekwame schrij ver door en zet uiteen op1 welke manier het geld is besteed. Uit alles blijkt, dat Feuilleton. De Broeders van St. Jan. door L. PENNING. (Nadruk verboden). Twintig dorpen zijn op dezen Woens dagmorgen in rep en roer, en slechts de heremiet, die op een klein half uur .afstands, ten Noorden van 's Heeren Loo: op den Jurriaanskamp bij het St. Joris-gasthuis een celle bewoont, heeft het niét de moeite waard geacht, zich tegen de wolven te wapenen. Gisteravond in de schemering is er nog een troep van die woeste dieren voor zijn kluis verschenen, en zij krabden met de pooten driftig tegen de schamele deur, alsof zij wilden zeggen: „Zeg Heremiet waar blijf jij toch? We wachten je met ongeduld." Hij is werkelijk een oogenblik in de verzoeking geweest, aan die dringende uitnoodiging "gevolg te geven, en de deur openend, te zeggen: „Hier zijn mijn bot ten, vrienden. Er zit niet te veel aan het spijt me voor jelui, maar ik geef, wat ik heb." Doch dit punt nader over wegend, kwam hij tot de overtuiging, dat zoo'n wijze van handelen toch een al te goedkoope manier zou zjjn, om van den aardschen jammer verlost te wor- „zhinigheid en overleg" in het gezin in hooge mate zijn betracht. De slotsom is tastbaar: geen gelegen heid tot sparen. Het zuiver saldo bedroeg nog geen vijf gulclen. Zulk een toestand is onhoudbaar, en is in het nadeel van landbouwer en arbeider beiden. Is, nu allicht op' Walcheren en Zuid-Beveland de toestand iets beter, dan zal het hier te gemakkelijker vallen om daar, waar de toestand met die in het Noorden gelijk staat, verbetering aan te brengen. Dat zal ontspanning brengen in de verhou dingen. Maar dan dienen de belangen van land bouwer en arbeider gelijkelijk te wor den in het oog gevat. Do beer Westerdijk merkte pok nog op: „In opgaande tijden kan loonactae wer ken in het, algemeen belang. Zelfs voor den landbouwersstand ware het waar schijnlijk beter geweest, zoo al niet voor het oogenblik, dan toch Voor de toekomst, dat de loonen meer en de grondprijlzteji minder of niet waren gestegen. Een sterke stijging der grondprijzen is uiterst gevaar lijk voor aankomende landbouwers, die pachten 'opkoopen op langen termijin". 'En de heer Nauta schreef in het „Friesoh Dagblad": „Niemand heeft belang bij1 die ab normaal hooge grondprijzen. Het kapi taal ztoo min als de arbeid. En alleen hij dlie wanneer het land in top staat, kooper wordt zal daarvan te eeniger tijd de dupe moeten worden. „Iemand die f 50.000 wil beleggen in ■grond, koopt zelf liever daarvoor 100 P'ondemaat ad f 500, dan 50 pondemaat ad f 1000. De risico is, zooveel minder en wanneer in het eerste geval f 25 als pachtprij's en in het tweede geval f50 wordt betaald, dan ontvangt de eigenaar precies evenveel. „De organisatie van de landbouwers is er dan ook nooit genoeg' op gericht geweest om de belangen van de huur ders, die in nauw verband staan met die der arbeiders, meer in het oog te vatten". Er dient derhalve aangestuurd op een toestand; waarbij eigenaar, pachter en arbeider, alle drie te zaam elkanders be langen beVorderen. De landbouwers behooren te beginnen met zich niet tegen de arbeidersorganisatie te verzetten. Boer en arbeider behooren elkander, ook hier, als vrienden en broe ders, niet als partijten te ontmoeten. En dat is te meer geiwenscht opdat onzle den. En het gelaat met den ongeschoren, woesten baard vlak voor hel sleutelgat houdend, bad hij geroepen: „Ik mag het niet doen, vrinden, bij het gebeente van den heiiigen Laurentius, die zich levend liet roosteren. Ik mag het niet doen. Hij hield door het sleutelgat een lange en nadrukkelijke rede tot de wolven, lals om hen te overtuigen, dat zijn lui en vadsig vleesch er wel heen neigde, om zich door hen te laten oppeuzelen, maar dat een hooger beginsel hem dreef, de deur potdicht te houden. En eiken keer, als hij voor hen een nieuw denk beeld trachtte te ontwikkelen, hieven de wolven een razend gejank aan: als eigen zinnige, bedorven kinderen, die voor geen rede vatbaar zijn. Daarop was de here miet naar den duistersten hoek van zijn cel gegaan, om een hemd van borstels aan te trekken, dat de huid openscheur de, en zijn gejammer en gekerm had een zonderlinge en huiveringwekkende begeleiding gegeven aan het hongerig ge huil id.er wolven, die verbaasd waren, omdat hij niet opendeed. In zijn hooge laarzen, een dikke muts van bont op het hoofd, en in den arm de speer, waarmede hij verleden week dien jongen wolf a,an den grond spieste, is de Pastoor er op uitgetrokken, om zich met den Schout aan de spits der dorpers van zijn parochie te stellen. Een beetje ruw van manieren en zeden dat zijn ze, die dorpers. Over het arbeiders laagte dien weg' een beetje .be ter konden gewapend worden teigten de verleiding van bet socialisme. In dezen kan de Kerk zeer veel doen. Deed zij haar plicht, dan zou er voor bet socialisme minder te oogsten vallen. Zij. moet iden .werkgever leeren, zij'n ar beiders hun gerechte loon te geven, en. den arbeider om trouw te zijn in zijtn dienen en gehoorzaam te zijn. Zij! moet barmhartigheid bewijzen. De ware barm hartigheid; want barmhartigheid zonder w a r m hartigheid iis a r m- h a r ti|gh ei d. Ie Kerk moet allen vereenen en bij geschillen lot broederlijke beslechting leiden. Nu wordt daar op het. platteland van Zeeland, waar nog de Geest van Christus heerscht, wel naar gestreefd. Een gewapende vrede, als er met name op Luiveland gevonden wordt, is op Wal cheren schier ondenkbaar. Wij" stellen hier om een voorbeeld te noemen Ouwerkerk tegenover Sarooskerke (W.)welk een ver schil. Maai' toch blijft de eisch voor allen geldenlet op de teekenen des tijds. Let op de voordeelen van een degelijke vak organisatie, ook voor de landarbeiders, De heer Westerdijk zegt van deize„Zij kan ook voor de landarbeiders grooten zegen verspreiden. Goed geleid kan zij de ontwikkeling der arbeiders bevorde ren, drankmisbruik tegengaan en den le vensstandaard verhoogen, ook door te wa ken tegen lage loonen en slechte arbeids voorwaarden. De in ons land totdusv'er hiermede opgedane ervaring is bemoedi gend. Het werk van den Ned. Landarbei- dersbond en van andere organisaties ver dient in menig opzicht waardeering". Drankmisbruik tegengaan! Draagt van de ongunstige toestanden bijvoorbeeld op Zuid-Bev eland en Zeeuwsch-Vlaanderen niet het herbergbezoek een deel der schuld? Het aantal herbergen is er be langrijk grooteir dan op Walcheren. Wanneer wij evenwel aandringen op organisatie, dan hebben wij op het oog een vereeniging van Christelijke landarbeiders. Geen toetreding tot neutrale of zooge naamd moderne bonden. Die moderne organisaties ontpoppen zich maar al te spoedig als socialistische, en voor zoo danige bonden achten wij onzle arbeiders te goed. Doch, evenzeer als wij de organisatie onzer landarbeiders aanbevelen, wekken wij onze landbouwers op zich te ver eenigen. Een vereeniging van landarbeiders, algemeen leven zij trouwens in bekrom pen omstandigheden, gebukt onder den druk der lijfeigenschap, terwijl de trot- 'sche kasteelen van den adel te midden van die armoedige stulpen verrijzen. De Ermelosche woningen zijn meest van hout, met vreemde uit- en aanbouwsels, die met elke symmetrie van lijnen spot ten, dikwijls zonder schoorsteenen, ter wijl geschikte zolders ontbreken. En de schoenmaker zou nog geen droog brood verdienen, daar er in het geheele dorp geen vijf paar schoenen of laarzen wor den gedragen, indien hij niet ©en uitste kende klandizie had aan de broeders van Sint-Jan. De Pastoor ziet er moedig en vastbe raden uit; van onder de zware wenk brauwen schittert een strijdhaftig vuur, en hij beknort den kleinen mageren kos ter, die met een lange hooivork gewa pend, staat te rillen van angst. „Schaam je!" voegt de Pastoor hem toe. „Vertrouw op God, en steek het ondier door zijn lichaam, als hij komt. Nu zijn we op den koninklijken weg; laten we de kracht gebruiken die God in onze spieren heeft gelegd, en de Veluwe zuiveren van dat ongure gebroed, dat onze bosschen en heidevelden onveilig maakt." Hij loopt rechtop, met gcoote passen, naast den Schout langs de gelederen, en zijn mannelijk woord en stoutmoedige houding stort den dorpers vertrouwen in. zonder daar naast een even stevige orga nisatie der landbouwers zou op den duur gevaarlijk kunnen zijn. Dit zegt ook de straks genoemde heer Westerdijk, een vrijzinnig-democraat. „Alleenheerschap pij", zoo zegt hij, „voert maar al te licht tot tyrannie. Vooral uit een oog punt van veiligheid van het bedrijf, in 't bijzonder in den oogsttijd, zal de werkgeverorganisatie meer en meer noo- dig blijken naarmate de arbeidersorgani satie wint aan kracht. Daarom zij het ideaal: beide partijen, krachtig georga niseerd, met de verstandigs ten aan het hoofd, samen onderhandelend tot bestrij ding van misbruiken en ter verkrijging van goede arbeidsvoorwaarden met goede loonen, vastgelegd in collectieve arbeids overeenkomsten." Dit standpunt is ten allen tijde dooi' di'. Kuyper, Talma, „.Patrimonium" ver dedigd; en daar moet het ook in onze provincie heen. Geen organisatie alleen voor stoffelijke belangen. Ook hier blijft geldende geeste lijke belangen voorop. Verbroedering tus- schen de standen, wederzijd&che bevor dering der belangen van landbouwers en arbeiders, samenwerking, de handen in eengeslagen; en zoo geleidelijk komen tot de betere toestanden. Alleen bij de rechte Christelijke verhouding, waartoe Gods Woord allen roept, komt men tot verbete ring, die het gansche landbouwbedrijf omvat. Waar is onder ons de man, die de koe bij de horens vat? Die niet klaagt over tekortkomingen van de pers, of over vergissingen bij vroegere leiding, begaan, maar vergetende wat achter is, jaagt naar hetgeen voor is En waar zijn de mannen, die met den zoodanige willen medegaan, achtende hem uitnemender dan zich- izelven Zouden zij er niet zijn? Wij kunnen het niet gelooven. Onbeschermd. Wij ontvingen hericht van een werkwil ligen werkman ujt Zaandam, hij isi een van de zes op! zijn fabriek die aan liet werk bleven! dat hij geregteld door politie wordt afgehaald en thuisgebracht, doch op andere uren zijn huis niet durft verlaten. I' Deze man, gelijk all© werkwilligen te Zaandam, zijn derhalve onbeschermd. Trouwens, hoe kan 't anders. Burgemeester Ter Laan heeft in de jongste gemeenteraadszitting indirect de stakers aangemoedigd bij' hun dreigend© Hij maakt met de ritmeesters een praatje, onderzoekt de scherpt© der meegebrachte wapenen, en zegt tot den voerman: „Zoo Tymen Arendsz (ben jij daar ook, vrind? Wil jij zei met de mestvork ,aan de ribben komen Goed zoo, manmaar wij zullen nog een heele poos moeten wachten," en hij schudt de sneeuwlaag af, die zich op zijn zwarten rok heeft vastgezet. Het is reeds tien uur, doch het wil niet licht worden, en terwijl de Ermeloërs, met zakken en balen over de schouders, om zich tegen de koude te beschermen, naar de verte staren, valt de sneeuw al dichter, den omtrek met een dicht, wit scherm afsluitend. In spijt van de krijgshaftige houding, die de Pastoor vertoont, en de bemoedi gende woorden, door den langen Schout gesproken, begint zich toch allengs een sombere stemming van de dorpers mee ster te maken. En de ouden van dagen, die er onder zijn, gaan schrikwekkende verhalen ophangen van de monsterachtig heden, door de wolven in vroegere jaren bedreven, en van dien verschrikkelijken winter, nu een halve eeuw geleden toen de kerkhoven niet veilig waren voor het razend gedierte, dat de versche graven openkrauwde, en de lijken schond. De schoenmaker met zijn gewiekste tro nie doet ook nog een duit in het zakje, als hij verhaalt, hoe de geburen, toen zij op zekeren morgen den vorigen he remiet van den Sint Jurriaanskamp houding tegen de „onderkruipers" te vol harden. Hiji redeneerde aldus„Mag dan! een werkwillige zich niet opl straat be geven? Zeker, dooh als in dezle geprik kelde tijden iets zou gebeuren, aan wie», dan de schuld?" De burgemeester gaf het antwoord niet. Maar zijln bedoeling laat zich raden. Zei was niet om den stakers, die aan hun geprikkeldheid uiting zouden geven, eenige verantwoordelijkheid op te leggen. De schuldige zou zijln de werkwillige, dié er niet aan denken zou het op1 ©eniger lei wijize stakers lastig te maken. fWa;nneer het dan ook tot een botsing kwam, waarbij de leiding door den bur gemeester in handen der stakers is ge geven, wie zou dan aansprakelijk zijln? Natuurlijk de burgemeester, die zoo slalpl optreedt. In Almelo waar in 'teerst het hoofd der politie ook slap) doch niet zloo slap optrad, speelden de socialisten op hun poot over het al te slappe optreden. Te Zaandam z'wijgen zij. lOmdat de wind blaast in hun zeiltjes, in plaats van dat de,r werkwilligen. Een mooie boel, een burgemeester, een politiehoofd die niet bescheïimt'! Minister Treub's Ouderdomsrente. In de vergadering van den Bond van anti-revolutionaire Gemeenteraadsleden in de provincie Groningen, werd na bespre king van het ontwerp-Treub, ouderdoms rente, de volgende motie aangenomen: „De bond van a.-r. Gemeenteraadsleden in de provincie Groningen, in vergadering bijeen, spreekt zijn diepe teleurstelling uit over, de plannen van minister Tïeub ten op zichte der sociale verzekeringswetgeving, acht het ontwerp-Ouderdomsrente een stap in de verkeerd© richting, daar het armenzorg, die het volk zedelijk en stof felijk verzwakt, stelt in de plaats Van sociale verzekering, die het volk in zede lijken en stoffelijken zin zou sterken, en oordeelt dat in dit ontwerp aan de ge meente een taak wordt opgelegd, die haar administratief en financieel te zware lasten oplegt. Nu ja, dat zeggen de anti-revolutio nairen maai'; die zitten nog vast aan de verplichte invaliditeitsverzekering, die mokken nog over de aftreding van Talma, en nu vervolgen zij Treub met onbillijke critiek. Zoo zeggen (en denken) de liberalen. Toch hebben dezen het mis. Het bezwaar, in de motie der anti-revo lutionaire raadsleden uitgesproken, wordt door vrijzinnigen gedeeld. Allereerst door Treub zelf; maar dat komt later. voedsel wilden brengen, niets v,an hem terug hadden gevonden dan het afgeklo ven geraamte onder de tafel. „En dat was zijn vreedzaam einde," zegt de schoenmaker met plechtstatige stem: „na een stormachtig en veelbewo gen leven. Maar hoor ik daar niets? Ik hoor ze werkelijk zeg koster, houd je spies gereed." De koster krijgt bijna de stuipen van schrik; krampachtig grijpt hij de hooi vork met beide handen vast, en zijn oogen staan strak en wanhopig, terwijl de omstanders in den lach schieten. 't Is maar eeen grap geweest van den kleinen, hiimigen schoenmaker; de Schout en de Pastoor wandelen bedaard op en neer: in een rustig gesprek gewikkeld, en even stil houdend, om een St. Jans- ridder, die in galop van 's Heeren Loo nadert, te spreken. De Kommandeur, die het geheele klooster met inbegrip van den kok en den ganzenhoeder onder de wapens riep, heeft den broeder afge zonden, om te vernemen, hoe het in deze richting staat, en als den ridder den Schout heeft gesproken, rijdt hij weer weg in de dichte sneeuw, die hem binnen weinige oogenblikken aan de nieuwsgie- gierige oogen der dorpers onttrekt. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1