NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. Dinsdag 14 April 38e Jaargang, i\o. 164. 1914. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK F. P. DHUII, te Middelburg. PRUS DER ADVERTENTIËN Zeeuwsch Jongelingsverbond. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p. 1.25 Enkele nummers 0.85 UITGAVE DER FIRMA'S OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes en van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere regel meer 10 cent. Opwaking De Indische Gids voor April begint met ©en kort artikel van den hoofdredacteur, de heer C. A. A. van Heekeren, waarin deze een beroep doet op de vaderlands>- liefde van allen, die 'twél meenen met ons land en onze koloniën, om de regee ring ju de maanden, die nu komen, te steunen. Dit met het oog op de belangfen van de Indische defensie. Er is, getalmd en schijnbaar staat de regeering1 hier schuldig aan gVoote laksheid. Maar de heer Van Heekeren meent, dat als, men alles wist, milder zou dienen te worden geoordeeld. „Het zij (hier medegedeeld", aldus, schrijft hij, „dat de regeeiïng volkomen op de hoogte is van den gang van zaken in het Arerre Oosten, dat zij1 zich geheel bewust is Van de gevaren, die ons ko loniaal bezit daar dreigen, nu wel niet vandaag of morgen, maar toch binnen niet te langen tijd. De regeering is be reid en maakt zich gereed die gevaren metterdaad onder de oogen te 'zien. Er zal niet Veel tijfd meer verloopen of het Nederlandscbe Volk zal zien, dat de re geering niet heeft stil gezeten; het kiesche karakter van de aangelegenheid maalrtj het echter noodzakelijk niet ontijdig met haar plannen voor den dag te treden". Men steune daarom de regeering en make haar de taak. die zij heeft aangevat, niet moeilijker. „De Nieuwe Rott. Crt." (lib.) dit over nemende, voegt hieraan deze opmerking toe: 1 Inderdaad valt te hopen, dat aan dit beroep .gehoor zal worden verleend, 't Zou ongetwijfeld iets hoogst bedenkelijks zijn, wanneer deze regeering ten val werd ge bracht, alvorens zij in de gelegenheid was: geweest haar defensie-plannen voor te brengen. 't Zou dan nog, nóg veel lan ger duren, dan thans reeds het geval zal zijtn, eer er iets van de defensie kwam". 1 Wij steunen dezen wensch gaarne; doch wensChten wel te vragen, waarom deze verzuchting nooit eens een enkelen keer geslaakt is door de vrijzinnigheid onder het vorige rechtsche kabinet. Toen wist men toch ook dat het met ons koloniaal bezit zoo gevaarlijk stond, en dat onze Colijn druk bezig was om groote verbeten ringen Voor te bereiden, terwijl ook de gouverneur-generaal Idenburg al zijn aan dacht op dit gevaar gericht had.' Nu er een liberaal ministerie optrad, wenkt de vrijzinnigheid onis met de vre despijp; natuurlijk in 't belang van ons koloniaal bezit, en heelemaal niet ter wille van het triomfeerend liberalisme en de malle belasting- en bedeelingsvoorstellen dezer „regeering". Overigens steunen wij gaarne elke po ging om leger en vloot en landsdefensie op peil van afdoende zelfbescherming en zelfverdediging te brengen. CHRISTELIJK; jVOLKSONDERWIJS. In de heden te Amsterdam, onder voor zitterschap van dr. J. Th. de Visser, ger houden buitengewone vergadering van de Ver. C h r. V o 1 k s o n d ei r w ij s, be sprak de heer K. Brants, districts schoolopziener te Goes, het ,,P r o" van de gelijkstelling voor de publieke kassen tusschen openbaar on bijzonder onderwijs, zooals die wordt overwogen door de Staatscommissie, ingesteld bij Kon. Be sluit van 31 December 1913. De heer Brants begint met te zeggen, dat de gelijkstelling tusschen de beidé takken van ons volksonderwijs voor hem een zoo van-zelf-sprekende zaak is, dat hij zich de eindoplossing van het onderwijs vraagstuk nooit anders heeft voorgesteld of ingedacht. Dit ligt nu eenmaal in den loop der gebeurtenissen. Spr. herinnert er aan, hoe de sub-commissie Lager onderwijs vaa de bekende Ineenschake- lingsconunissie, zich indertijd volgens den door de hoofdcommissie gegeven leid draad, reeds.dadelijk op het standpunt van gelijkstelling kon plaatsen, krachtens de bedoeling van den toenmaligen minister van binnenlandsche zaken. En voorts, dat ook in de commissie, benoemd door de Var. van Ghr. Onderw. en Onderwijzeres sen in Ned. en de Overz. Bez., en waar van spr. lid en voorzitter is, op alle hoofdpunten overeenstemming is verkre gen. Dit zijn oorzaken van groote blijdschap. Voor Chr. Volksonderwijs ligt de moei lijkheid niet zoozeer in de vragen naai de practische mogelijkheid als wel in de principiëele vraag naar de verhouding van de overheid tot de overheidsschool. Aan de beantwoording van die vraag moeten heel wat andere vragen voorafgaan, die liggen op de historische, theologische en politieke lijn. Eén geeft hier de thesis, de ander de antithesis, zegt spr., zou onze voorzitter nu de synthese willen geven? Het moet, omdat het kan. Bavinck zeide terecht op het Nat. Chr. Schoolcongres tot Kromsigt, dat zij elkander zekerlijk zouden vinden, want ten slotte hebben wij maar één streven: de opvoeding van de kinderen van ons volk in Christelijken geest, daar door uitbreiding van Gods Koninkrijk op aarde. De eene richting wil de christiani- seering van ons volk van boven af, de andere van onderen af. Wat is eigenlijk de taak van de inge stelde staatscommissie a. Wettelijke voorschriften te ontwerpen ten aanzien van de voorziening in de kosten van het openbaar en het bijz. onderwijs, waardoor de deugdelijkheid en de krachtige vooruitgang van het onder wijs der jeugd wordt verzekerd, onder behoud van de opvoedkundige zelfstandig heid van het bijz. onderwijs. b. Zoo noodig een redactie te ontwer pen van art. 192 der Grondwet, weikei met deze voorschriften niet in strijd is. Spr. zal alleen over het eerste deel, het paedagogische, en niet over het poli tieke deel spreken. Na uitvoerig uiteengezet te hebben, wat wij onder openbaar en wat onder bijzonder onderwijs hebben te verstaan, onder op merking, dat de z.g. scholen voor eigen rekening en scholen, die geen aanspraak maken op overheidssteun, buiten bespre king kunnen blijven, wordt opgemerkt, dat in voorziening in fle kosten van het open baar en h e t bijzonder onderwijs ligt opge sloten financiëelë gelijkstelling voor alle publieke kassen, zoowel van het rijk als van dc gemeente. Nu is er gelijkstelling voor de voor naamste kas - die van het rijk. In alle plaatsen, waar het minimum salaris aan de onderwijzers wordt uitbetaald, is er reeds algeheele gelijkstelling. Alleen de re geling der schoolgelden kan nog eenige ongelijkheid geven. Bij het Openb. onder wijs zijn die meestal nog het laagst, doch daartegenover staan de contributies van leden der Bijz. school e. a. Üp verschil lende plaatsen is de toestand van het bijz. onderwijs dan ook nu reeds beter dan die van het openb. onderwijs. Heeft het onderwijs door deze regeling sedert de wet-Kuyper schade geleden? Van al de sombere voorspellingen bij de wet- Mackay van 1889 geuit, is niets geko men; men is eenstemmig in z'n oordeel over de doorgaande verbetering van het onderwijs. Bij de invoering van de leerplichtwet kwam een bijdrage in de kosten van schoolbouw, door latere ministeries be langrijk verhoogd, totdat in 1905 de finan- ciëele gelijkstelling voor het rijk een feit werd en daarmede is de zaak eigenlijk Voor goed beslist. Wat nu, gevraagd wordt is een doorvoering, van het be ginsel, ook voor de gemeentefinanciën en de opleiding. Nemen we aan, dat het rijk alle kosten voor zijn rekening neemt en de gemeente alleen voor de gebouwen zorgt een toestand, die mij: het meest wenschelijk voorkomt dan nog zou dit niets anders zijn dan de doorvoering van het thans heerschen.de beginsel. Tot nog toe was de doorgevoerde split- sing in de kleine schooltjes vrij beperkt. Dit wordt natuurlijk anders. Doch daar tegen is geen bezwaar; want noch uit paedagogisch, noch uit financieel oogpunt zal de splitsing ongelimiteerd doorgevoerd worden. Op sommige Zeeuwsche dorpjes zal zelfs van geen splitsing sprake kunnen zijn. Is zoo'n dorp een» geestes, dan i» het ook geen bezwaar om, alle neutrali teit latende varen, een gezindheidsschool te vestigen. In de practijk zullen zich wel kleine moeilijkheden voordoen; doch wanneer er een goede wil voorzit en alle partijen samen de oplossing zoeken, zal ze zelfs gemakkelijk gevonden kunnen worden. Verder behandelt spr. het behoud van de opvoedkundige zelfstandigheid, een punt, waarop wij nimmer iets zullen toe geven. De staat zal zich niet met de rich ting van het onderwijs mogen Denmeien. Dat is aan de ouders of aan de besturen toevertrouwd; daarin blijven ze vrij, na tuurlijk behoudens art. 57 L. O., welk artikel tegen plichtsverzuim waakt. Trou wens slechts zelden is dit artikel behoe ven te worden toegepast. Aangenomen, dat overtreding bijzonder moeilijk te con- stateeren is, moet toch toegegeven worden, dat deze rem goed gewerkt heeft. Het plichtsbesef van de onderwijzers der open bare en der bijz. school bleek hoog te staan. De scherpe waakzaamheid Van de elkaar bekampende partijen heeft ook daaraan geen kwaad gedaan. Anders wordt het buiten de school, waar lang niet alle onderwijzers in neutraliteit leven en han delen, zoodat menig ouder bang is zijn kinderen aan dergelijken toe te vertrou wen. Bij totale gelijkstelling omen de stuk ken anders te staan. Principieel moet de bijzondere school blijven opvoedingsinsti tuut in den geest der ouders, met een zelfstandige organisatie. Wat de waarbor gen aangaat, bij wijze van tegemoetko ming aan de voorwaardegoedkeuring van leerplan en rooster door het schooltoe zicht kan bewilligd worden in de instel ling van een eigen schooltoezicht, verant woordelijk aan den minister, die met de uitvoering der wet belast is. Aan het Rijkstoezicht blijve het overige opgedra gen. De bijzondere schoolopzieners zijn ambtenaren van den scholenbond, door dezen benoemd en ontslagen onder goed keuring van den minister, met bij de wet, vast te stellen instructie. Zoo dringt de gelijkstelling tot, organisatie en inspectie. Maar hoe nu wanneer socialistische, anarchistische, atheïstische, monistische schoolbesturen optreden om scholen voor hunne kinderen te vragen? Maar immers ook thans kunnen der gelijke schoolbesturen optreden, getuigen de humanitaire scholen in hel Gooi, en de moderne school van het Haagsch Ge nootschap. En dan de socialisten en anarchisten hadden tot nog toe volkomen vrede met de neutrale school, en zoolang die school zoo blijft, is wel geen ommekeer te duchten. Doch kwam het er toe, dan komt de vraag of art. 57 aan den Staat volkomen houvast geeft voor zelfbeveili- ging. Spr. gelooft van wel. Intusschen niets belet hem den onderwijzer te bin den aan eed of belofte. Mag de staat dan officieel niet bijdragen, met gelijkstelling steunen de richtingen, die zich kanten tegen het Chr. beginsel? Spr. antwoordt met de wedervraagmag de Staat van die groepen van die burgers geld eischen om daarmee de uitbreiding van het Christendom te bevorderen? Nog nooit is iemand daartegen in verzet ge komen. Het zou ook een onmogelijkheid wezen, tenzij- de Staat zich onthield van alles wat ook maar eenigszins invloed uitoefende op het geestelijk leven. Doch gesteld eens, dat dit het geval 'zou zijn, dan zou ook elke controle weg vallen; zou die toestand beter zijn? Zie naar "Duitschland. Daar is de facultatieve splitsing; de atheïsten, die nog lid der Ev. kerk waren, legden er zich bij; neer, met welk gevolg? Dat zij met ganscho scharen zich van de Kerk losmaken en de onderwijzers bijvallen in hun streven naar de belijdenislooze staatsscholen. De oplossing van deze quaestie is bij ons veel verder. Laten wij hierin Gods leiding zien. De 1 ij n der gel ij k s tel ling i» de voortzetting van de lijn der sub sidie. Na 57 en na 78 bleef er toch eerst niet andere over dan subsidia Zie eens tol wat een rustige ontwikkeling van een gewenschfc schoolwezen dit geleid heeft, dat kon uitgroeien tot een macht die de geesten omzette op een oogenblik, dat alles bijkans verloren scheen. Is eenmaal de gelijkstelling verkregen, dan zal de praktijk kunnen uitwijzen of het Unierapport verwezenlijkt zal worden of niet. Ons volk zal in volkomen vrijheid kunnen kiezen. Een an dere loop van zaken is- niet denkbaar waardoor dat mogelijk zou geworden zijn. Spr. beantwoordt alsnu de vraag of het openhaar onderwijs door de gelijkj stelling zal winnen of verliezen. Winnen zal het, indien het ouderelement inge schakeld wordt. Er zal zelfs op menige plaats weinig verschil te bemerken zijn tusschen de beide takken van volksonder wijs. De openbare school zij dan gelijk- gezindenschool en dan bepalen de ouders het karakter der gezindheid, of gemengde school met Bijbelsche geschiedenis faculta tief voor kinderen en onderwijzers. Er zul len maar weinig menschen zijn die princi- piëel beslist neutraal onderwijs verlangen. Alleen die scholen, waarin de groepen elkaar in evenwicht moeten houden, zul len, om onderdrukking der minderheden te voorkomen, neutraal moeten zijn; doch daar heeft dan ook de Kerk haar taak als uitdeelster van godsdienstig onderwijs te vervullen. Heeft de onderwijzer bezwaar het Bij- belsch onderwijs te geven, dan worde een predikant er mee belast; de leerlingen zullen in geen geval gedwongen worden, dat onderwijs te volgen, wanneer de ouders bezwaar maken. Zoo blijft een ieder vrij. Zijn deze moeilijkheden behoor lijk geregistreerd, dan treden ook al de voordeelen in het volle daglicht. Op tal van plaatsen zit de openbare school vast aan de Hervormde Kerk, en hangt het van den persoon van den open baren onderwijzer af, of de actie voor een Chr. school al of niet slagen zal. Bij opheffing der neutraliteit, en bij vrije keuze der ouders zullen vele scholen een voudig Christelijk openbaar worden. Evenwel de school als instituut van algemeen e vorming vraagt dringend om de gelijkstelling. Onder de niet-gelijksteiling heeft zoowel de openbare als de bijzondere school ge leden. Jaren en jaren staat de onderwijs- quaestie de verheffing van de volksschool in den weg. Zoo onder anderen de oplei ding; het mulo, het schooltoezicht, de leeftijd van toelating en ontslag, do posi- tie_ der vrouw in de school, de salarissen, het voorbereidend lager onderwijs, het on derwijs voor zwakzinnigen, de aansluiting bij het middelbaar en voorbereidend hoo- ger onderwijs, de verhouding tusschen hoofd en onderwijzers vragen om voorzie ning. En het gevaarlijke van zoo'n lange strijdperiode is, dat de strijdende partijen er zich geheel op ingericht hebben. Men voelt de ellende van dien oorlogstijd zoo niet meer, en die ongelijke strijd Loh- man wees er in zijn rede in de Tweede Kamer nog eens weer op werkt demora- liseerend; hoe eerder er een eind aan komt hoe beter. Niets prikkelt meer dan de voortdurende gedachte, dat men on recht lijdt in zijne kinderen. Een voorman in de S. D. A. P. heeft dit kort geleden in een ander verband ook uitgesproken. Waar derhalve dit gevoelen in alle par tijen heerscht, zal, om dit onrecht weg te krijgen, beiderzijds een offer moeten gebracht worden; zoodat, waarin men ook verdeeld zij; de zorg voor onze kinderen, als zijnde een nationaal belang, allen ver- eenigt, om de school ingericht overeen komstig de wenschen der ouders, en ieder volkomen vrij in de keuze der school. Wie bekommert zich om de openbare school? vraagt dr. Kromsigl. Wel, zegt Spr., de ouders en de autoriteiten.; 'de eersten, nu zij er ook hun school in 'zien'1; de anderen, omdat juist zij zich raak in de moeilijkste positie bevinden zal. Zal voor de ontwikkeling van waar Chr. onderwfs volkomen opheffing van allen druk heilzaam zijn; aal die kwa liteit der onderwijzers met de kwantiteit, der scholen gelijken. tred honden? vraagt dr. Keutheniug. Dat zal niet van de gelijkiiteUiag af hangen; dat is #ltjjd «en Vraag; «n d« factoren 'daarvoor liggen ÖWiWn de finan cieel© sfeer. De werking van Gods Geest is onbeperkt. V-eel zal afhangen van een goede opleiding der onderwijzers. Zieke», opheffing van financieelen druk kan ver slapping in de hand werken, maar moet dat een noodwendig gevolg zijn? Maar er is nog een ander punt. Ten gevolge van den druk zijn vele onzer scho len niot wat ze wezen moeten, en krijigen met name onze zwakzinnigen, slecht hoo renden, bijzonder begaafden niet wat hu,n toekomt. Daar is nog de druk van te Volle klassen, te weinig personeel, te kor ten schooltijd, te vroegen landarbeid, te langen arbeidsduur. Er blijft vooir hei particulier initiatief nog genoeg <o doen over, om voorloopig sa-tisfaitisme en indifferentisme te weren. De meest anti-Christelijke scholen zullen in het leven geroepen \vorden,jwaarschuv 11 dr. Keuohenius. Spr. is het eens met dr. de Visser, die op den Zeeuws-chen Landdag vooh Chr. Volksonderwijs in 1912 tegenover ds. Hogerzeil de stelling poneerde: Als ouders bewust vrijdenker s onder w ij s wenschen voor hunne kinderen, zou geen subsidie mogen worden geweigerd. Die vrijheid moeten wijl aandurven. Wij mogen geen kwaad met kwaad vergelden. Wat de voorstanders der vrije school gele* den hebben van hun tegenstanders in vroeger dagen, mogen zij niet doen lijden pan anderen, wanneer zij de maohit daartoe krij'gen. Daarmede verlaat de Staat zijn Christe lijk standpunt niet. Gods zon besohijjnfj lallen, en met het onthouden van rechten 'aan anderen wordt Gods Koninkrijk nooit uitgebreidintegendeel. Met een warme opwekking tot eendracht en goeden wil in het streven naar den eervollen vrede eindigt Spr. zijn belang rijke voordracht, die met een dankbaar! applaus werd beantwoord. (Slot volgt.),: De geachte spreker had ter geruststelling van hen, die zoo bang zijn voor de oprichting van anarchistische en nihilistische scholen, mede kunnen verwijzen naar het thans reeds bestaande artikel 57 der Wet op het Lager Onderwijs, luidende „De onderwijzer, die bij het geven van bij zonder school- of huisonderwijs leeringen ver spreidt, strjjdig met de goede zeden of aan sporende tot ongehoorzaamheid aan de wetten des lands kan op voor dracht van burgemeester en wethouders of van den districts-schoolopziener door Gedeputeerde Staten worden verklaard zijne bevoegdheid tot het geven van onderwijs verloren te hebben. Deze bepaling is ook toepasselijk op den onderwijzer, die zich aan ergerlijk levensge drag schuldig maakt". Bij wetswijziging zou dit „kan worden", iu „wordt" kunnen of moeten veranderd worden. Afd. van den Ned. Bond van Jongel. Vereenigingen op Geref. grondslag. „De lenteZij komt met een lach op 't gelaat", zoo zong1 dezer dagen een dichter. En we zeggen het hem op den. schoonen lentemorgen van Paschen li volmondig na. „Da's getroffen", zeggfea we tot mekaar, als we ons op reis be geven naar de Sciheldestad, om daar on zen provincialen bondsdag te houden en we maken ons sterk, dat we een. goede opkomst zullen hebben. En onze hop® wordt niet beschaamd, ja, onze verwach tingen worden nog overtroffen. Uil alle hoeken der provincie, ja zelfs van over de grenzen, zijn de bond smakkers in gtroo- ten getale opgekomen, zoodaf de Nieuwe Middelkerk te Ylissingen. te half 10 uur reeds voor een groot deel ia gevuld. Even over tienen, als het getal bezoekers! nog aanmerkelijk is vermeerderd, wordt het geroezemoes van zooveel stemmen een -eind gemaakt door den hamerslag Yan den president, den heer A. S. J. Dek ker tte Goes, ten teeken, dat de Vergade ring zal aanvangen. Gezongen wordt Ps. 95: f. Na 'I ope ningswoord van den voorzitter en de le zing der notulen volgt heit jaarvers!art van den secretaris, waaruit 'blfkt dafl Driewegen en Kamperland aicb bij de Kf- deeling aansloten, terwijl Bruaseil reeds te aangesloten bj den Bond, em denhal*» «erlang aan de afdeeling sal worden foe-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1