NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 160.
1914.
Woensdag 8 April
98e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
EERSTE BLAD.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. D HUI), te Middelburg.
PRUS DER ADVERTENTIËN
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Talma en Treub.
Feuilleton
Het Melaatschen -Asyl Bethesda in
Suriname.
Buitenland.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25
Enkele nummers0.05;
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes
EN
van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere
regel meer 10 cent.
Alle verandering is nog geen verbete
ring, niet waar?
'Dat ondervinden we allen wel eens in
't leven.
'Of 'tb.v. zoo'n groote verbetering is,
dat we nu Treub hebben als Minister
van Landbouw, Handel en Nijverheid in
'de plaats van Talma?
We gelooven eg' niets van.
Wat Min. Treub tot nu toe van zich
heeft doen hooren, valt dan bitter tegen.
En men had zoo groote verwachtingen
van hem.
„Treub zal 'twel klaar spelen", dacht
men.
Maai' daar kwam zijn eerste proeve,
z'n ouderdomswet.
Van alle kanten tegelijk, zoowel van
rechts hls van links, brak 't verzet lost
Het soc.-dem. dagblad „Het Volk", een
bevriend blad van dit ministerie, noemde
'trondweg ,,gemonel".
'tls kras! Maar o.i. volkomen juist.
En toch is Treub een knappe man.
Vroeger professor aan de Amsterdam-
Ische Universiteit.
'Door vriend en vijand geacht om zijn
groote geleerdheid.
Een man uit één stuk.
Dat erkende iedereen althans vóór
de ongelukkige verkiezingen van 1913.
Daarna gaat het niet meer zoo gemakke
lijk, om dat te zeggen.
Daar is de minister zelf de schuld van;.
Verbeeld je maar eens
Min. Treub was vroeger jaren altijd de
krachtige verdediger van de sociale ver-
zékering.
(Hij schreef ter aanbeveling daarvan in
01906 zelfs een mooi boekjeOver sociale
Verzekering,.
Toen Min. Talma zijin ontwerpen voor
de Invaliditeits- en Ouderdomsverzekermg
zat te maken, had hiji stellig ook andere
boeken ook dit boekje van Treub naast
zich liggen, om het te' raadplegen.
Wanneer ge dan ook de wet-Talma ver-
(Slot van het Tweede Blad.)
Behalve de aangename uren die ik bij
deze lieve Christin doorbracht, was ik er
ook op zulk een lesuur, 'k Geloof dat het
wederkeerig een heele inspanning is; en
de meisjes willen zoo gaarne met haar
poppen spelen; maar welk een zegen toch:
zoo Ieeren ze lezen en schrijven en wie
zal zeggen welk een bron van genot dat
voor haar worden kan. Het was den laat-
sten morgen van mijn verblijf en ik nam
toen dus afscheid van de kinderen, die
daarbij blijkbaar iets op het hart hadden.
Door mej. Celina aangemoedigd kwam de
zaak er uit: Antoinette, Sientje en Louise
vroegen mij hare groeten over te brengen
aan Koningin Wilhelmina. Ja, wat zou
ik daarop zeggen? Ik moest ze duidelijk
maken, dat ik nooit persoonlijk met ons
aller Koningin zou kunnen spreken, zoo-
als zij zeker dachten, maar beloofde ze
toch, hare teleurstelling ziende, te zor
gen, dat H. M. toch zou vernemen, dat
ze mij hare groeten hadden meegegeven.
En nu draag ik langs 'dezen weg den
lezer of lezeres, die in staat is door
positie of omstandigheden H. M. ervan
in kennis te stellen, vriendelijk op, dit
te doen. Een paar volwassene patiënten,
Elisabeth en Sophie, vroegen mjj bij 't
afscheid nemen later nog betzelfde. Het
is een klein bewijs hoe Koningin Wil-
belmina leeft in ieders hart. En worden
gelijkt met Treub's brochure, dan vindt
ge baast overal overeenstemming1.
IEr was natuurlijk wel eenig verschil,
maar toch heusch niet zoo heel veel,
Talma zal wel gedacht hebbenals mijn.
wet eenmaal in behandeling komt, zal
Treub me zeker helpten.
Mis, Treub had op eens zooveel be
zwaren, dat hij glad tegen stemde.
Er was haast geen draad goed aan
de heele wet, stellig omdat ze van Talma
kwam. i
En daarom: tegen.
Was Treub dan misschien voorstander
van staatspensioen geworden?
0, neen, geen sprake van.
'Daar moest hij' niets van weten.
Staatspensioen
Slechter stelsel is niet te denken. Dat
maakt de menschen maar zorgeloos en
doet hen vergeten, dat ze in de kracht
van him leven voor de nooden van den
ouden dag iets .hebben weg' Ie leggen.
Staatspensioen
Dat geieft de oudjes over aan de bedee
ling!
Dat i.s het stelsel der wanhoop.
Zoo sprak Treub nog in 't najaar van
1912.
En iemand, die 'zoo spreekt, moet toch
wel |een heel fel tegenstander van 't
staatspensioen zijn.
Ja, dat zoudt ge zoo dienken.
Maar kunt u dan begrijpen, hoe zoo'n
man, eienmaal minister geworden, ons
thans vóór durft leggien een wetsvoorstel,
dat niets meer of minder inhoudt dan
invoering van bet steeds door hem in de
felste bewoordingen afgekeurde staatspen
sioen
"t Is ons, we willen Jiet. eerlijk bekennen,
nog steeds volkomen onbegrijp'e-
1 ijk.
We snappen bet niet.
Vat gij het?
Onwillekeurig denkt ge, als je zoo iets
hoort, aan een draaitol, aan een Malle
molen of zoo iets.
Zoo zie je liet van voren, en zoo van
achteren.
Maar 'tis ondenkbaar van een man
als min. Treub, dat bij 'ter wille van een
ministersportefeuille (en heusch geen lich
te, die je gemakkelijk dragen kan) van
overtuiging zou gaan veranderen.
ze niet dagelijks op Bethesda aan Haar
herinnerd in ieders kamertje door het
toonmaals nieuwste portret van Koningin
en Prinses in groot formaat en in de
kapel door het mooie seraphine-ordel, een
geschenk van H. M. zelve?
„ücfo ergens dan is zeker daar muziek
een weldaad, en deze schoone begeleiding
te hebben bij kerk- en feestzang is een
waar genot.
Jammer, dat ik de kapel in ontredder
den staat zag. Ze werd geschilderd en
opgeknapt (ook door patiënten van Bethes
da), maar niettemin begrijp ik de volle
waarde van dit lieve, vrooljjke vereeni-
gingsgebouw, waar niet alleen de dage-
lijksche godsdienstoefeningen en derge
lijke stichtelijke bijeenkomsten, maai' ook
de feestelijkheden plaats hebben. Ook het
voorrecht hierin gelegen besefte ik dub
bel na een bezoek aan Groot-Chatillon,
waar zoo heel vele patiënten zijn en ze
iets dergelijks geheel moeten missen.
Het was mij bizonder aangenaam ook
een Zondag op Bethesda te zijn. 's Mor
gens was er kerk, waar de heer Bernhard
preekte. Merkwaardig is het, dat de kerk,
een mooi, luchtig gebouw, met keurig
aangelegden tuin er om heen, niet ligt
op Bethesda's grondgebied, maar op Groot-
Chatillon. Van beide inrichtingen kan
ieder daar geheel vrijwillig ter kerk gaan,
en er waren er dien morgen velen. Een
eigenaardige dienst en onvergetelijk. In
zulk een omgeving wordt men diep door
drongen van de heerlijkheid des Evange
lies. Wat toch kan dezen ongelukkigen
betere en troostrijkere gegeven worden?
In den namiddag na den rusttijd hadden
we een uitvoering van het kleine muziek-
iWij denken daar dan ook niet aan.
En zelf doet hij al 't mogelijke, om
toch maar te doen gelooven, dat hij nog
steeds onverzwakt voorstander van de Ver
zekering is en nog1 steeds overtuigd is
Van de hoogst nadeelige gevolgen voor
'het karakter van ons volk, die uit de
invoering' van het staatspensioen voort
vloeien.
Maar wat 'n wanhopige positie
dan toch!
De man, die innig overtuigd is van
het verderfelijke van Staatspensioen, ziet
zich door een z.g. „samenloop van om
standigheden" gedrongen, u dat verderfe
lijke aan te bieden?
Zoudt _go zulk 'n rol willen spelen?
Wijl niet. j
Maar natuurlijk, de Min. zal er zijn
wijze redenen wel voor hebben.
Daar is Jrij net de man voor.
Wat die redenen dan zijn
Ja, dat ïs niet in één woord te keg
gen. 1
Want 'de verklaring, die de Minister
van zijn optreden gaf, is zóó diepzinnig'
dat een gewoon menscji er eenvoudig' paf
van staat.
Maar een weinigje moet ge er toch
van weten.
De Minister zegt, da,t er al staatspen
sioen is.
Wat, staatspensioen? Hoe is 'tmoge
lijk?
Ja, de Minister zegt het en ons dunkt,
ajs een .minister het zegt, dan zal het
wel waar zijin. t
Waar? Geen sprake van Hoe
komt da Minister daar aan?
Wel, kijk, wte hebben zooals ge ,weet. in
Juni 1913 gekregen de Invaliditeits- en
Ouderdomswet van Talma.
Straks komt die wet in werking.
En dan moeten alle verzekeringsplich-
tige arbeiders een kleine premie betalen,
de bazen leggen er wat op en de staat
helpt ook een handje, en daardoor krij
gen dan de arbeiders als ze bij verval
van krachten invalide worden een invali-
diteitsrente en als 'ze de 70 jaren bereiken,
een aardige ouderdomsrente, die bij' flinke
loonen wel tegen de 6 gulden hoog wor
den kan. i
Een niet te versmaden week
geld j e.
corps van Bethesda. Nog niet lang gele
den werd men daar verblijd met eenige
muziekinstrumenten, en enkele der manne
lijke patiënten oefenen zich met ijver on
der leiding van den winkelhouder van
Groot-Chatillon, die dit met veel toewij
ding doet. 'tWas werkelijk alleraardigst
wat zij ten gehoore brachten, in aanmer
king genomen de inspanning die het som
migen kost. Ik meen me te herinneren dat
wat meerdere en betere instrumenten en
wat grooter keuze van muziek dan waar
over zij te beschikken hebben, hoogst wel
kom zouden zijn. Ook deze afleiding is
voor uitvoerders en toehoorders veel
waant. Had ik daar nu eens een kiekje
van kunnen nemen, van dit aardig tafe
reeltje! De spelers voor de kapel staan
de; de toehoorders zittende of staande
op een kleinen afstand er omheen, onder
de schaduw der boomen, de kleine jon
gens, zoo echt, half hangende over de
leuning van de brug; daar vlak bij de
meisjes met haar poppen en poppenwa-
gentjes, allen in Zondagskleedij, en dit
alles in het schilderachtige licht van de
namiddagzon.
Op dezen Zondag volgde de dag van
vertrek. Na 't ontbijt en vóór allen aan
de gewone bezigheden begonnen, zouden
ze voor zoover dat mogelijk was, bijeen
gekomen in de kapel. Na den gewonen
dagelijkschen dienst door den directeur
geleid, vroeg ik ook een woord tot af-
Bcheid te mogen spreken. Dit was mij
een behoefte, maar 't ging mij niet ge
makkelijk af, want mijn hart was vol,
maar ik zeide in korte woorden o. a. „dat
ik door eigen aanschouwen kon getuigen
dat hier over en sterker dan de ziekte
Maar natuurlijk, daar moet eenige jaren
voor gestort worden, wat we 'zoo lang
we gezond zijn, gaarne doen.
De eerste jaren zullen er 'dus 70-jarigen
zijn, die geen premie konden betalen en
daarom ook rechtens geen rente kunnen
ontvangen.
Da,t vond min. Talma onbillijk en
daarom stelde hij voor, dat deze menschen
die geen premie konden betalen, om
dat 'de wet er nog niet >vas, toch een
kleine rente van 2 gld. zouden on (.van
gen.
En waar nu de wet eerst nog eenigen
tijd buiten werking moet blijven, omdat
er nog zooveel vooraf te regelen valt,
daar scheen er niets op tegen, om aan
deze ouden van dagen zoo spteedig
mogelijk, en wel vanaf 1 Dec. 1913,
de rente uit te keeren.
Heeft die rente nu iets ook maar met
staatspensioen te maken?
Immers neen! Want als straks de wet
in werking .treedt, houdt het geven van
de rente Zonder premiebetaling van zelf
op!.
Doch voor flen Minister was 'teen mooie
aanleiding om te kunnen Zeggen: Zie je
wel, da,t we eigenlijk in beginsel al staats
pensioen hebben?
En of wij hem nu al trachten te over
tuigen van het tegendeel, 't helpt ons
niets.
De minister is ais een kind, die zich
wat in 't hoofd heeft gehaald en hoe ge
ook praat, ge praat het er niet meer
uit.
Ge put u uit, om hem aan 't verstand
te brengen, dat er nog geen sprake is van
staatspensioen en dat hij', ais overtuigd
voorstander van verzekering, rustig voort
kan gaan met de invoering van de ver
zekeringswetten, 't b a a t alles niets.
Hij houdt maar vol:: Er is staatspen
sioen en 't eenige wat ik er nog aan
doen kan, is de slechte staatspensioneering
die we nu hebben, goed te maken. 1
Goed! Hoort ge 't?
H Ontwerp'-Treub is al ingediend, (we
weten dus nu wat min. Treub goed
noemt.
'tls me er naar!
Alleen de oud-liberale „Nieuw,e .Cou
rant" is nog al voldaan, niet zoo heel
erg, maar dan toch nog een beetje.
de liefde heerschte en dat deze .kleine
plek der afzondering op zichzelf wel een
klein paradijs leek, waar voor zóó veel
treurigs, dat elders in de kolonie wordt
aangetroffen, geen plaats is.
Ik hoopte, dat het voor de zieken een
troost mocht zijn, dat waar hun leven
zoo erg begrensd was, ver, ver over de
grenzen van Sriname, in Holland, in
Duitschland, in Noord-Amerika met har
telijke liefde aan hen werd gedacht, en
dat, wat zeker wel het ergste was, geen
roeping op aarde te hebben, op hen zeker
niet van toepassing was, Ik tenminste had
van hen een les geleerd, die ik mijn leven
niet vergeten zou." En hier dacht ik in
't bijzonder aan dien heel ergen patiënt,
wiens gezicht bijna geheel verbonden was
en wiens verteerde oogen als twee zwarte
holten dooi' 't verbandgaas te bespeuren
waren, wiens verminkte handen en voe
ten geen dienst meer konden doen, zit
tende op zijn galerij, die op mijn vraag:
„Wel, hoe gaat het, mijnheer Abrahams?"
opgewekt antwoordde: „Nu, zoo half en
half!" „En de zusters, hoe zijn die voor
u? Ook zoo half en half?" „0, neen,
die zijn best." Zulke eenvoudige woor
den, geuit op niet weer te geven toon,
zijn een prediking, en verbazen e en
mensch meer dan een wanhopige klacht
zou doen. Ook deze lijder was in de
kapel aanwezig, wat ik zeer treffend
vond
Voor zoovei' ik door het zien van an
dere inrichtingen voor melaatschen, zöoals
ook die op Curasao, kon vergeleken, zou
ik deze niet willen afbreken; zij hebben
alle zeker veel góeds, maar ik heb w.eï
willen dóen uitkomen, dat Bethesda het
'Overigens is bijna de geheele pers, zoo
wel van rechts als van links, z'eeifc
slecht te spreken.
Is <diat nu een wet
'Wat 'n gemorrel.
Zoo gaat 'tmaar.
En dan, wat nog komen moet!
Want min. Treub wil zoo wht alle wet
ten van Talma de hals omdraaien.
Daarmee zou ook vervallen de rechts
zekerheid, die onze arbeiders nu reeds
genieten, dat over 3 jaar hun invaliditeits-
en ouderdomsrente vast staat.
Maar dat zal nie't gebeuren!
We helpen het u wenschen, hoor!
Als één man moeten we opkomen voor
de onmiddellijke invoering van Talma's
uitnemende sociale wetten.
Het schoone beginsel, dat wij zelf zoo
veel mogelijk hebben te zorgen voor den
tijd dat we niet meer kunnen werken,
geven wij nimmer prijs, omdat we ge
looven 'dat het in overeenstemming is
met Gods Woord.
En in geen geval aanvaarden w(jl zon
der hardnekkigen tegenstand het b o o z' e
beginsel, alsof de staat, en niet ,wij
zelf, voor onzen ouden dag had te zor
gen.
En daarom maken we korte metten met
't ontwerp-Treub.
't Deugt niet. 'tZou voor ons volk een
ramp zijn, indien het aangenomen werd.
'Mogen onze Sta.ten-Generaal die ramp
'nog van ons volk afwenden, door manmoe
dig zich te verzetten tegen de staatsbe-
deeling van Treub en door onverdroten
te blijiven eischenonmiddellijke in-
v o e ring der Invaliditeits- en
Ouderdomswet van Talma.
Bovenstaand is een afdruk van het
jongste propagandablaadje, uitgegeven
door den Bond van A.-R. Propaganda-
clubs. We bevelen deze populaire geschrif
ten hartelijk in de belangstelling van onze
lezers aan. Ze zijn tot uiterst goedkoopen
prijs verkrijgbaar bij den heel* W. Ver
schoor, te Katwijk aan Zee.
Engeland.
ITet Lagerhuis heeft, naar gemeld is,
het Home-rule-ontwerp onveranderd in
Zoozeer van alle wint, dat het de be
vende en toenemende belangstelling yan
Nederland overwaard is. Moge ik Bethesdai
door de gebrekkige schets van mijn bezoejd
met warmte aanbevelen en moge door
ruime bijdragen blijken, dat ik het niet
tevergeefs deed.
JVeel geld is er noo'dig, niet alleen voor
de dagelijksche behoeften en voor hejli
onderhoud yan wat er is, en, och, dat)
'zegt wat "in Suriname, maar er is ook
nog te vergrooten, te verbeteren. Wanifc
mij dunkt, wat dit laatste betreft, dat de,
afwatering dringend vraagt om gemetselde
trenzen, iets wat evenals de asprhaltwegen
zeker duur zal zijn in aanleg; maar omi
hygiënische en andere redenen zeker niet;
minder noodig. En gedenkt ook, gij Ne-
deriandsche vrouwen, aan den chroni-
schen zwachtel nood. De hoeveelheid ver
bandmiddelen, die er noodig is, gren'st
aan bet ongelooflijke. Ik meende, dat de
verbandkast een prachtigen voorraad be-
fvatte, maar zr. Philippine zag al Wieen
met angstig verlangen naar een nieuwje
bezending uit, en gelukkig kwam er clan
ook juist een kist. Zoo helpe dan wie kan,
de lasten van Bestuur en directeur, ver
pleegster en verpleegden een weinig dra
gen, maar laat ons ook eens bedenken)
6a,t wij Nederlanders tot heden dan al
leen nog maar onze gaven schonken en
nog maar eene pas haar persoon, Üoojr,
er zelve als verpleegster heen te gaan.
Zij die hun leven met zoo onberispelijke
toewijding geven aan deze misdeolden,
zjjh, op die eene na, onze landgenooten
niet, en de verpleegden zijn toch alle
Nederlandseh© onderdanen. Is dit niet be*
schamend en mag dit zoo blijtven?