NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. ÏN ode, ilen. No. 155. 1914. Donderdag 3 April 38e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH r de laai, jaar oud, ien ichf ïfbode. onze e be- dan onzer deelt lkaar - liet. arken, udster VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK F. P. DHUII, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Ook gij Brutus? Binnenland. feller, en en eer, Eigen- irens (dorp). I, Ellewouts- >nder letter )OUX, Mid- ke. ook inge- Gz., Oost en een ers, d, Sloeveer. F, Abeele, 3i Aagtekerke. s. Waarde, cht, of G. G., waschvrij, Br. fr. aan lett. H, te met 1 Mei, niet beneden de werken, in persoon mg en ver- Dicke, Prin- ei zonder kin stand, m. b. 1. 3r BB bureau skerke, [aan IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25 Enkele nummersO.05| UITGAVE DER FIRMA'S OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes EN van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 110 regels ƒ1.iedere regel meer 10 cent. Onder dit opschrift, een vertaling van de bekende vraag van Julius Caesar tot zijn aangenomen zoon gericht, op het oogenblik, dat de samenzweerders hom kwamen vermoorden tu quoique Brute! bevat „De Nederlander" een artikeltje, op hetwelk wij de aandacht vestigen. 'In no. 149 van ons blad gaven wij onder het kopje „de revolutie" een kri- tiekje op de liberale „regeering" ip En geland en haar houding in zake de eischeni der generaals. Wij schreven: het eerste het beste ongeval dat tusschen trad, maakt het kabinet zij!n bui ging voor de revolutie; zoo wordt de hefboom van het gezag verlegden het Engelsche liberalisme is leelijk aan. het afzakken". „I)e Nederlander" gaat iets dieper op de quaestie in. „De specialiteit van het Nederlandsch liberalisme is, naar Unie-liberaal recept, „te gaan jn de richting van.zeker iemand, die de 'zfWeep knallen doet. „Het Engelsche liberalisme was, in zjjta bloeitijd, beter. Vooral in zijn houding tegenover het geestelijk leven der natie, heeft het de fouten weten te vermijden, waardoor de vrijzinnigheid ten onzent de antithese jieeft doen ontstaan. „Zoover was het eertijds veelal van Christelijk-Historische beginselen als door trokken dat Vele van Gladstone's beste redevoeringen zeer wel een plaats in, Groen's 'parlementaire adviezen zouden kunnen beslaan. „In de laatste jaren, sedert het onder do pressie der Arbeiderspartij1 geraakte, is echter ook hét Engelsche liberalisme in verval. „Een treffend voorbeeld van deze ont aarding levert zijn slappe houding in zake de militaire insubordinaties naar aanlei ding der Ulster-kwestie. Eene houding, die aan het laksche optreden der liberale Marine-ministers tegenover de ondermij ning der tucht op de vloot herinnert, „Zooals men weet, heeft generaal Gough, mede namens zijne officieren, van de Regeering geëischt, dat zijn regiment niet naar Ulster zou worden gezonden. „Geheel' afgescheiden van de vraag, of de zaak van Ulster rechtvaardig is of niet, is ideze eisch onduldbaar. Een soldaat gehoorzaamt, en daarmee uit. Terecht zeide Lloyd George nog slechts enkele da gen geleden „Wanneer het liberalisme in deze ern stige crisis één duim wijkt voor deze on beschaamde en aanmatigende 'eischen, dan is het niet langer geschikt om het bewind te voeren over een groot rijk, en wordt het tijd, dat het gaat plaats maken voor een stoerder en moediger lichaam van En gelsche vooruitstrevenden." „En nu? „De „Times" heeftuitgebracht, dat gene raal Gough aan 'de regeering voorwaarden heeft dui-ven stellen, waaronder hij diepst zou willen doen, en dat de Regeering die heeft aangenomen „Menjmoet ons", 'zeide Gough, „de zaak eenvoudiger zeggen. Wilt gij de volgende waarborg[teekehen? „Men 'zal1 van ons niet eischen, de wapens itegen Ulster op te nemen of het de Home Rule wet op te dringen." Na een nieuwe discussie schreef maarschalk French onder die verklaring: „Ja, dit is Juist" en teekendel „Zoo blijkt 'het liberalisme, in zoover het slechts ordinaire „vrijzinnigheid" en niets anders inhoudt, overal de machteloo- ze {speelhal van „vooruitstrevende" reactio nairen hier, ispeelhal Van conservatieve re volutionairen ginds. „Speelbal altoos." Tabaksbelasting. Naar het „Utrechtsch Dagblad" een: vrijzinnig orgaan verneemt, heeft mi nister BertLing aan de sigarenfabrikanten op audiëntie gezegd, dat hij een tabaks- belasting wil invoeren die een tien mil joen kan opbrengen. Zijn voorganger, minister Kolkman, dacht ook over tabaksbelasting, te weten een debietrecht, daf echter hoogstens twee ntiljoen zou opbrengen; en, let wel, hij dacht er aan, doch stelde het niet Voor. Ware het Tarief verhoogd, en ware de opbrengst dier verhooging meegevallen, dan Ware idit debietrecht allicht niet in uitzicht gesteld. In ieder geval het wa& er nog niet. Als 'twaar is, dat er een belasting, van tien miljoen op de tabak in aantocht is, dan wordt niet alleen de fijine ma nilla van den landedelman, maar ook het „pijpje" en het „keesje" van den land arbeider belast; en zullen wij den toe stand krijgen van België, waar men dure sigaren rookt en slechte. Het is izot dat de liberale pers hier niet tegen opkomt; dat kan geen eerlijke, politiek zijn; en stellig géén politiek die den minderen man in het vizier heeft. Den minderen man, die men bij de stem bus van 1913 op zoo menigerlei ma nier belatafeld heeft. Mr. Heemskerk op pad. Met genoegen begroeten wijl het optre den vaai den oud-premier in 't midden der broederen. Op meer dan één plaaltsi is mr. Heemskerk opgetreden, en met sym pathie begroet. Dat optreden wordt in enkele vrijzin nige bladen gewraakt; wij meenen ten onrechte. „Het Vaderland" vertelt bedektelijk, dat onder het kabinet-Heemskerk een vrijzin nig staatsman (Goeman Borgesius?) des wege gepolst, geweigerd heeft zich in den Raad! van State te laten benoemen, „o m- d:at 'hij nog geen afscheid wij de nemen van de praktische po litiek". Deze staatsman schijlnt te meenen, dat een lid yan den Raad van State, en nog wel een van de beteekenis van mr. Th. Heemskerk, niet voor zijn geestver wanten zou mogen optreden, teneinde oude handen met hen te sterken, en door hen op meer dan één punt van actueel belang te worden geraadpleegd of voor gelicht. Indien deze meening juist was, zou het toch ,al te mal zijn. Dan toch zouden de benoemingen in den Raad van State een ietwat hatelijl- ken bijsmaak kunnen krijgen. Wie zich van een minder gewenschten tegenstander wenscht te ontdoen, die begra.ve dezen, kij Jet ook al met diens eigen toestem ming, in dein Raadvan State. De Veronderstelling klinkt weinig eervol voor de 'ministers die zich aan de voor dracht, of liever aan de uit-den-weg-rui- ming van dergelijke staatslieden hebben schuldig gemaakt. Wij gelooven dan ook niet, dat de mee- ning der vrijzinnige pens juist is. Ieder Nederlander is, volgens de Grond wet, voor openbare betrekkingen benoem baar; en diezelfde Grondwet stelt ook vast de onvereenigbaarheid van sommige betrekkingen. Nergens staat dat het lick maatschap van den Raad van State ver biedt het optreden als mr. Th. Heems kerk, in vredestijd, onder vrienden, ter versterking v,an gemeenschapsbanden; en niet ter p'rovoccering van een candidatuur of ter uitlokking van politieke debatten met tegenstanders, ien dus ook niet jn dagen van verkiezingen. Trouwens, ook tegen dit laatste bestaat bij ons geen bezwaar. En niets zal ons dan. ook aangenamer zijn dan bij de eerste de beste vacature, bij kansgevende candidatuur, onzen oud minister van binnenlandsche zaken, in het openhaar te zien optreden en zijn politieke vrienden voor hem in het vuur te zien gaan. En niet alleen hij, ook de Waal Ma- lefijt, ook Kolkman, ook Talma, ook Co- lijn, straks ook Idenbung moeten naar 'de Tweede Kamer terug. Zoodra mogelijk. Burgemeesters en politiek. Het is langzamerhand in de Rechtsche partijen gewoonte geworden, wanneer iemand uit onze knagen burgemeester wordt, dat da zoodanige zich dan uit de leiding der verkiezingen, enz. terugtrekt. In meer dan eene gemeente is de anti revolutionaire partij en ook de anti-revoL lutionaire pers, er slecht bij gevaren, dat een der onzen burgemeester werd. Wij kunnen ons met de opvatting van dergelijke burgervaders niet vereenigen. Laten wij een voorbeeld nemen aan onze staatkundige tegenstanders. Burgemeester Ter Laan is er voor uit Zaandam komen afgereisd om in Den Haag de verkiezing te bevorderen van den soc.-democraat Buurman tegenover den anti-revolutionairen candidaat. En hij heeft dat igedaan in een openbare ver gadering waarin hij herhaaldelijk wegens, zijn rake zetten werd onderbroken door „levendig applaus", „donderend ap plaus", „donderend minutenlang ap plaus" 11 Men leze er het verslag, in „Het Volk" van 1 April maar op na. Wij zouden dan ook niet weten waarom een burgemeester, of wie ook, niet open lijk voor zijn politieke gevoelens zou mot gen en kunnen uitkomen; de leiding dep verkiezingen niet ,zou kunnen aan zich houden; of, .gelijk Ter Laan, zich in de bres stellen voor de verkiezing van een bepaalden candidaat. Alleen, in dezelfde gemeente, Waar hij woonachtig is, aldus op te treden, schijnt ons ongewenscht, doch elders, wie zou dat kunnen wraken? Teeken des tijds. Zoo is ,dan gisteren de eerste lijkver branding geschied, in het crematorium (lijkverbrandingsoven) te Driehuizten bij' Velsen. 'Tegen half twee1 kwam de extra-trein te Velsen aan met het stoffelijk overschot Van dr. 'p. (1. Vaiilant, dezer dagen te Schiedam overleden. Het lijk iwerd van de overdekte cata- falk genomen en geplaatst op een rader- Wagentje, dat het, gevolgd door vele da iries en heeren en het hoofdbestuur van de Ver. 'tot facultatieve lijkverbranding, haar het crematorium bracht. Toen de stoet het crematorium genaderd was, werd de kist de trappen opgedragen, die Paar het hordes voeren. De groote deu ren Van de hoofdingang werden geopend, het orgel begon het Religioso te spelen en zoo kwaim de stoet in de groote cen trale hall. Vervolgens wferd de kist in een hoog gelegen ruimte op een oatafalk geplaatst, waaromheen de naaste bloed verwanten en vrienden zich schaarden. Nadat verschil lende sprekers het woord gevoerd hadden en een van de bloed verwanten bedankt had voor de laatste eer, den overledene bewezen, daalde het stoffelijk overschot onder de diepste stilte heel langzaam door middel van een lift, die in de catafalk is omgebouwd. Gedurende het dafen van de kist zong de heer y. '0. het Andante uit de 5e symphonic van Beethoven; na den Zang volgde weder orgelspel. De kist bereikte na de daling de oven kamer, waarna de verbranding een aan vang nam, die ongeveer 2 uur duurde. Aan den ingang van de begraafplaats stond een rijksveldwachter van Santpoort, die blijkbaar van hoogerhand in opdracht had het feit der verbranding te consta- teeren. Ziehier het relaas van een moderne begrafenis. Een feit. van beteekenis; in onze historie. 'Ook een feit, dat ons beurtelings met verwondering, ergernis en medelijden ver vult. Hier zien we, waartoe onze tijd van ongeloof en stofvergoding in staat is. In plaats van een eenvoudige, troostrijke teraardebestelling, zooals de Christenen die Jennenwaarbij achter de tranen del- bloedverwanten diepe blijdschap verbon- gen is over het lot van den overledene, die immers ingegaan is in de ruste, die er overblijft voor het kind Gods.; in plaats van een eenvoudige en stille plech tigheid onder het luiden der zwaxe klokf- ken, die ons als het ware een Memento Mori (Gedenk te sterven) toeroepen, op dat we ons toebereiden voor een nieuwi leven na dezen; in plaats van deze ge wone, door de geschiedenis gewijde ston de op den akker der dooden, organiseert men in de twintigste eeuw; een ure vol zin genot, als een waardige finale van een welbesteed menschenleven. De plechtigheid wordt verplaatst naar het architectonisch schoon ingerichte ere* matorium; harmonisch orgelspel en wet- luidende zang, het esthetisch gevoel streelende, maar de harten koud latende, treden in de plaats van het eenvoudige gebed van den vrome. „Dood is do|öd", heet het. De konsekwentie van deze theorie leidt er toe, om het stoffelijk overschot maait zoo spoedig mogelijk op te ruimen. De muzikale plechtigheid, die er aan ver bonden wordt vloeit voort uit zeker ethisch-religieus gevoel, zekere religieuze onrust, die het hart van den ongeloovigen mensch vervult. Doch van een leven na dit leven wil men niet wetenen daarom ook niet hooghouden het aloude gebruik van be graven van het stoffelijk overschot dei' afgestorvenen. Alles wordt veranderd in, of beter ver laagd tot een aan alle echte religie ge» speende, harmonisch-aesthetische plech tigheid. Dan is er voor ons nog een andere zijde aan het vraagstuk. Zooals wie zeiden, stond aan den int- gang van de begraafplaats een rijksveld wachter, die het feit der verbranding moest constateeren. Naar de „N. R. Crt." verneemt, ge* schiedde dat in opdracht van den pro* cureur-geneyaal van het Amsterdamsche hof, die tevoren overleg had gepleegd1 met den minister v.an justitie, die aan het bestuur van de vereeniging! voor fa cultatieve lijkverbranding de toezegging had gedaan, dat de plechtigheid in geen enkel opzicht zou worden gestoord, mits hij van al hiel gebeurde volkomen Zou op de hoogte worden gebracht. Deze houding van de overheid kan niet, sterk genoeg gewraakt. Ook hier zien wijj een teeken des tijds. In plaats van aanstonds proces-verbaal op te maken van deze met de bestaande wet in .strijld komende handeling, stond er van verre een rijksveldwachter, die zijn notities maakte. Deze omstandigheden beloven al niet veel voor de toekomst. Toch 'hebben we nog hoop, dat, ook al leven we onder een vrijzinnig kabinet, deze wetsovertreding niet ongestraft zal blijven. Zoolang de wijze van begraven niet facultatief gesteld is, heeft de over heid geen willekeur toe te laten. Op 't oogenblik dient het stoffelijk overschot van de afgestorvenen alleen op de aloude Christelijke wijze begraven te worden. Staking te Almelo. Na bespreking van mr. P. J. M. AaV berse, met de drie bij de werkstaking betrokken arbeidersorganisaties en de Pa- troonsvereeniging, heeft de heer Aalbeirse het volgende voorstel gedaan: lo. de staking wordt beëindigd; 2o. de vereeniging van Confecliafabrikanten te Al melo verklaart zich bereid, een collectief contract met de drie organisaties te slui ten, zoodat de gemiddelde weekloonen voor gelijksoortigen arbeid bij de voor naamste concurrenten in Twente en Rot terdam gelijk én in Noordbrabant en Limburg niet meer dan 15 pet. lager zijn dan te Almelo, mitsa. in het ooi- lectiei contract een bepaling wordt opge nomen betreffende invoering van nieuwe werkmethoden, waardoor het mogelijk is, deze zonder stagnatie in het bedrijf in te voeren; b. een gelijk collectief contract tegelijk in Twente en Rotterdam worde ge sloten: 3o. de stakers worden zooveel mogelijk successievelijk te werk gezet, er worden geen rancune-maatregelen geno men, niemand wordt uitgesloten op grond van deelneming of leiding bij de staking. De Fabrikantenvereeniging heeft met eenige kleine voorwaarden dit voorstel aangenomen. De arbeidersorganisaties hebben ge meend, het aan een algemeene vergadering Van stakers en staaksters te moeten mede- Öeelen en aan die vergadering de beslisü- sing .te moeten laten. De Fabrikanjten- vereeniging heeft daarop het door hen Verzochte uitstel van 24 uur toegestaan, mits hun antwoord definitief' ja of neerïi 2al luiden. (N. R. Crt.) De waarde van één ste m. Tot. lid van den gemeenteraad Van Bleiswijk is gisteren gekozen de heer Wijs man (r.k.) met 106 stemmen. Op den heer Groen (a.r.) Waren 105 stemmen uitge bracht. Uitsluiting der bedeelden. Men deelt aan „Het Vad." mede dat de Minister van Landbouw, Handel en Nijverheid zijn eenmaal ingenomen stand punt inzake de uitsluiting der bedeelden) bij de Ouderdomswet, niet zal wijzigen. Inl verband met het gerucht omtrent heft tegendeel, maakt men ons er opmerkzaam op, dat de Minister al zon hij) wijzigingenl aanbrengen hiertoe toch niet zou over gaan voor dat hem het voorloopig ver slag van de Tweede Kamer betreffende het wetsontwerp heeft bereikt. Albanië. Van generaal De Veer in Albanië ist een, aanvrage gekomen om andermaal officie ren van het Nederlandsclhe leger uit te zenden voor de gendarmerie in Albanië. De zaak Dillon-Corneok. Naai' aanleiding van de vragen van den heer De Savornin Lohinan betreffende een protest der Fransche regeering tegen de handelingen der rechterlijke macht in Ned. Indië ter zake van de voorloopige aanhou ding van Baron Dillon-Corneck, heeft de Minister van Buitenlandsahe Zaken giste ren het volgende geantwoord: Naar aanleiding van de voorloopige aan houding en gevangenhouding van den Franschen onderdaan Baron Dillon-Cor neck, planter op het eiland Soegi, we gens verdenking van wederrechtelijke ge vangenhouding van inlanders, heeft de Fransche gezant in opdracht zijner regee ring verzocht het daarheen te leiden, daf genoemde Franschman voorloopig in vrij heid werd gesteld onder garandeering door de Fransche consuls te Batavia en te Singapore, dat hij ter beschikking van de Nederlandsch-Indische justitie zoude blijven. Het verzoek was gegrond op de bewe ring dat de heer Dillon zoude hebben gehandeld uit zelfverdediging, en dat de aanhouding zoude hebben plaats gehad enkele op getuigenis van minder betrouw]- bare inlanders. Den Franschen gezant is daarop mede gedeeld, dat de regeering in die zaak niet kon ingrijpen vermits art. 81 van het Regeeringsreglement alle tusschen- komst van, de Regeering in zaken van jus titie verbiedt. Vervolgens zijn, nadat van de Neder landsch-Indische Regeering inlichtingen terzake waren gevraagd en verkregen, de redenen waarom tegen zijn landgenoot rechtsingang wasl verleend, ter kennis van den gezant gebracht en is in het bijzonder diens aandacht erop gevestigd, dat de aanhouding niet lxad plaats gehad op aan wijzing van minder betrouwbare inlanders, maar tengevolge, van het constateeren der feiten door een Europeesch ambtenaar, die op inspectiereis zijnde, een onverwacht bezoek op Soegi had gebracht, alsmede dat de voorloopige gevangenhouding noo- dig geoordeeld werd, niet alleen uit vrees voor ontvluchting, maar ook vooral om te beletten, dat de aangehoudene zjjn ge zag en invloed zoude kunnen gebruiken' ten opzichte der tehooren getuigen. Den 28en Februari j.l. is aan den Fran schen gezant kennis gegeven van de ver- oordeeling van den heer Dillon; Corneck Jjo't zes maanden gevangenisstraf met bepaling dat hem van de reeds doorgestane preven tieve hechtenis vier maanden als: straf zullen worden toegerekend. Nader is gebleken dat de heer Dillon Corneck gratie heeft gevraagd. „De Nederlander" voegt aan dit bericht een relaas toe van het verhandelde over deze kwestie in de Fransche Kamer van Afgevaardigden, en constateert met ge noegen dat zij zich eenigszins anders heeft toegedragen dan de Fransche afge vaardigden deden voorkomen. n

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1