I 1>E ZEEUW Schetsjes van den Schetdekant TWEEDE BLAD. rlijks lit in en MÉ Zeeuwsche Stemmen. Buitenland. Binnenland. Uit de Provincie. Gemengd Nieuws Allerlei. t per 5 oris 5 ons en urig doosje VAN VRIJDAG 20 MAART 1914. i oen Iruim IGld. )aar. igd rraagd |srke (W.) i echt ÏSE Lz., ht IA. C. DE ^rendijke. raagdj brval. Fr. 3ux Mid- lei 5R, Kou- door Kees van den Hoek. (Nadruk verboden.) IX. „'t Ia avond, stille Guido Gezette. Als wij door de verte gleden op den heemkeer, met al de mosselbooten van Brussel af, achter eene lange reeke waal schepen, die vierkantig, lijk groote kloef ten te water dreven was de deem stering reeds gevallen en kwamen al sterren twinkelen tusschen het grauw avondgewolk. Ik zat op de plecht van eene der booten en keek verwonderd op in deze vreed zame stonde. Het deed mij goed hier te zijn, midden in den lande, in de stille veerte, ver van al het gedruisch der groote stad. Daar was het jachten van automobiels, tien twintig de eene straat uit, de andere in. Op de boulevards, bij dage als bij nachte het ronsen eener menigte, waartusschen opscherden schreeuwen van venters en wijven, die gazetten verkochten en eiken voorbijganger er eene aanboden. Daar liepen de meiden van de baan op de gaanpaden, onder de booglampen der groote restauratie's, met wilden gloed in de vlimmende oogen. Daar en zag er geen één den schoonen avond met in 't gelochte de mane én de sterren ot hoorde de bladeren mal kaar toefluisteren hun zoet geheim. Jachten, zwoegen, altijd, door En we gleden maar stillekens aan over het effene water tot het Saske kwam nabij te liggen, daar we blijven zouden. Dan kwam weder het schreeuwen van de varensgasten, het haastig loopen over de .'schepen om hier te pikken met den haak en ginder af te zetten voor het dringen van den gebuur. Eikendeen poogde zeer om vlug binnen te komen, dat het bijwijlen een twist gerocht. 'K-en mocht niet geern dat beluisteren en haastte mij den wal te zoeken om de streek wat te verkennen en te genieten van den schoonen zomeravond. In twee reken stonden de huizekens van 't gehuchte bij het Saske en ik schreed daarop toe of ik wel de tale beluisteren kon of 't aardige zien van eene Vlaamsche die op den drempel in de opene huis deur te breien zat, lijk t'andere avonden. Uit enkele schouwkens steeg rook op maar ik en verkende de krinkels niet meer want de deemstering vervaagde die. Aan de veerte speelden eenige kin deren of ronsten op de eerdestraten tot hun spel een eind benam door de waar schuwing van hun moeder, dat zij te bedde moesten gaan. Wat verder klapten de geburen luid ruchtig, nevenseen gezeten op den huis drempel, over 't gedoen, 't werk en de kermis die te komen kwam. Dan zouden de orgels in de stamenée's staan en de jongers en deernen, altegaar, roepen met rellende stemme ten dans. „Ei, Siska, wij zullen alevenwel dan sen zullé, al hebt gij uw Chefke," plaag de een stem. Het meiske gebaarde met heur schoon kopke vao neen. „Neen-ik, Peer, 'k-en hebbe geen twee" „Dan draye: Chefke en ikke en Pol," herzegde de stemme. Zoo gabberde men om Siska en heur Chefke maar zij gedroeg zich flink en heur belstemme klonk helder op in den avond. Traagzaam frutselde ik verder, 't gehuchte uit en zette mij neder aan de veerte in het gras tusschen de melk- wiedkeersen die er vele waren. 'K-en had geen goesting nog, den weerkeer naar het Sas aan te vangen. Hier was het veel schooner dan in liet bedompte kot van de schuit met de harde stroozakken. Het grastapeet was zoo zacht en het lokte mij te blijven en een poze te rusten. Ver over de veerte, te westen in geheimige donkerte, lag het land van pastor Verliest en Stijn Streuvels. Ik herdacht den avond in Holland, waar de oude pastor gesproken had van zijn land en zijn tale. Ik zag hem weer vóór mij staan, den ouden taalkamper, den stoeren kop lioog- op, het recht verdedigend van de zoete Vlaamsche tale. Als hij door de akkers liep, rechtten de maDnen zich op, hieven den krauwel op hunnen schouder en zegden pastor goêndag. Zij hielden van hem, zoo eiken deen, die hem gemoette. Lang nog bleef ik in gepeis neerzit ten Ja, Gezelle was het, die het neerschreef De navond komt zoo stil, zoo stil, zoo traagzaam aangetreden, dat geen en weet, wanneer de dag of waai- hij is geleden. 'tls avond, stille en, mij omtrent, is iets, of iemand, onbekend, die, zachtjes mij beroerend, zegt „'t Is avond en 't is rustens recht." Indien dat ghij genegen zijt, In rust te leven Uwen tijt, En segt, en schrijft en ooi-deelt niet, Al watje weet, en watje ziét; Want noyt soo moyen sonneschijn Daer 't al dient uyt-geseyt te zijn. t I 1 I I 1 i Ondanks dezen goeden, dus duren raad van wijlen Vader Cats, en ondanks den diepen zin en den onbetwistbaar grooten waarheidszin van het bekende spreek woord van het zilveren spreken en het gouden zwijgen, zal ik schrijven. Zeker, Jacob Cats kende zijn Pappem heimers wel, en hij heeft zelf ongetwij] fold op velerlei wijze ervaren, wat het spreken, schrijven en oordeelen kan uit werken, -vooral ten kwade. Doch veigeet niet, dat hier alles het op uw rust gemunt heeft, hetzij dat gij zwijgt, hetzij dat gij spreekt, dat 's we relds loon nu eenmaal ondank is en dat goede raad, hoe kostbaar ook, zelden anders dan met ondank beloond wordt. Maar bovendien, is het nu wel de tijd, om tie zwijgen? •Zullen wij ons angstvallig uit der we reld geroezemoes terugtrekkenalles vermijden, wat ons onaangenaamheden zou kunnen bezorgen, en met een boeks- ke in een hoekske gaan zitten, om de weinige jaren, die ons van God gegeven zijn, in braafheid en rustige rustigheid ite slijten Immers neen! Zouden wij' onze talenten dusdanig wil len besteden? Onze dagen in ijdelheid doorbrengende, zoodat ervan gezegd kan worden: IJdel heid der ijdelheden. 't Is al ijdelheid!? Is er ooit aanleiding, om het zwijgen te verbleken, dan is die er thans. Of wil men terug naar den „goeden ouden tijd", die zoo vaak met zekere voorliefde genoemd wordt, en waarvan iiildebrand ons zulke teekenende beelden geeft? Naar de dagen van de Stastokken en Dorbeenen, waarin men geen andere zorgen kende dan voor de gepoederde haren, kleurige pruiken en neepjes-mutsen met nette wit satijnen lintjes; en men avond aan avond doorbracht onder 'n puupje tabak, een kopje slemp en room soezen Oin niet te spreken van den banalen kout, waarmede men elkander onderhield Behoede God ons voor een tijdgeest, die van een dergelijke braafheid en te ruggetrokkenheid heil verwacht. Maar neen, dien kant gaan wij niet uit. Iets van dien lakschen geest is pus wel bijgebleven wie durft het loo chenen? doch het is niet een acht- tiende-eeuwsche braafheid en schijnvroom heid, die eiken strijd op geestelijk ter rein belemmert en tegenhoudt. De twintigste-eeuwsche onbeschaamd heid is groot. De moderne mensch heeft met de schijngeloov igheid gebroken ireken het hem tot een verdienste zoo ge wilt maar tegelijk daarmede heeft hij ook hel oprechte geloof over boord geworpen. En in stede van een eigenge rechtigde farezeïstische geest, is het de openlijke verloochening van onzen Heer jen Heiland, en is het de breuke met het geloof onzer vaderen, die den Christen strijder voor een moeilijke taak stelt. En zouden wij dan kunnen en mogen zwijgen? Nogmaals, neen! Op ieder terrein schieten de werkkrach ten verre te kort. Op het gebied van politiek, kerk en school, en op dat van in- en uitwendige zending is nog zoo ontzaglijk veel te doen. Zijn niet vele misstanden ons tot een aanklacht? Er is dagelijks strijd en iederen dag klinkt de stem dringender: Sluit u bij de strijders aan! Men vrage zich niet enkel af: ben ik soms van de wereld? maar ook: hen ik wel i n de wereld Neen, is ooit het oogenblik gekomen, om te spreken en te getuigen, dan n u. En alsoo wij niet en genegen sijn, in rust te leven onsen tijt, sullen wij niet en swijgen 1 Hoe (verleidelijk de gulden zijde ons ook toeschijnt 1 Kees van der »M e e r. Duitschland. Bij onze vorstelijke buien heerscht groo te vreugde over de geboorte van 's Kei zers kleinzoon. Voonal grootvader Wilhelm is met trotsi vervuld. Hij ontving het bericht van de geboorte van den erfprins van B runs wijk enkele minuten nadat het kind ter wereld ge komen wiag. Hij liet zich in den loop van den ochtend herhaaldelijk met Briuis- wijk telefonisch verbinden, informeerde naar moeder ©n kind en zond zijlne harte lijke gelukwenschen aan zijn kinderen en aan de. Keizerin. Het Pruisische Heerenhuis en Huis van Afgevaardigden hebben telegrammen van gelukwenschen aan de ouders en de groot ouders gezonden. Te Berlijln moesten alle militairen eer gisteren op straat den helm dragen. De wachten trokken in groot tenue door de straten en 's middags waren de troepen vrij van dienst. De „Norddeufsclie Algemeine Ztg." heet den erfprins welkom in het leven, en herinnert eraan, dat in het hertogdom sedert 99 jaar voor het eerst weer een erfprins geboren is. De Hertog heeft voor de armen des lands een som van 30.000 mk. geschon ken. De jonggeboren prins is ook prins van Groot-Brittannië en Ierland. Volgens het oude gebruik van het Engelsche konink lijke huis, moet een commissie van waar digheidsbekleedens het kind ,in oogen- schouw nemen. Rumbold, de raad van legatie aan |ïet Engelsche gezantschap te Berlijn, die daarmede belast was, heeft een oorkonde opgesteld, die aan het En gelsche hof toegezonden zal worden. Frankrijk. Over de campagne van den. vermoorden Calmette tegen den gewezen minister van financiën Caillaux vindt men in het week blad „Counïer du Parlement" een beoor deeling, welke des te intressanter is, wijl zij gepubliceerd werd vóór het drama in de Rue Drouot plaats greep. Het blad schreef toen aldus „Niemand in het parlement is er on kundig vas, dat de eigenlijke ledder van de systematische campagne tegen Cail laux de vroegere minister-president. Bar- thou is. (Barthou toch heeft Calmette de fotografieën der intieme brieven in handen gespeeld, welke laatstgenoemde wilde pu- bliceeren. Briand heeft de intieme brieven in zijïi bezit gehad, maar zijn karakter veraf schuwde zulke lage .wapenen, waardoor hij in moreele waarde veel hooger staat dan Barthou. Deze laatste dronken van bloed en wraak, heeft, de scrupules, welke Briand tot eere intrekken, niet gekenld; en hij bewijst dit. Barthou speelt een zeer gevaarlijk spél, waarvan hij gemak kelijk zelf het slachtoffer kan worden". Minister Aionis beeft zijn ontslag geno men, ten einde al zijn vrijheid te hebben bij zijn verschijnen voor de commissie van onderzoek. Minister Lebrum heeft zich ad interim met. de portefeuille van Monis belast. T w e e d e K a, m e r. Op voorstel vair den voorzitter werd gisteren besloten het door den heer TroeJ- stra gevraagde verlof, den minister van marine te mogen interpelleeren over die nis maatregelen tot verbetering van den geest onder het marinepersoneel, te verleenen. Verder stelde de voorzitter voor Woens dagochtend 11 uur enkele wetsontwerpen aan de orde te stellen. 'De heer Van der Voort vair Zijlp- wenschte aan de lijst, toe gevoegd te "hebben het ontwerp stuwa doorswet, doch op voorstel vari dhr. De Meester werd met 38 tegen 28 stemmen (links tegen rechts, behalve dat de heer Van Bylandt vóór stemde) besloten de beslissing daarover tot Woensdag aan te houden. De heer Duymaer van Twist wenschte de wijziging van de Hinderwet aan de orde gesteld te hebben. iDure sigar en in 't zicht! Minister Bertling heeft ter conceptie van) de tabaksbelasting-wet eenige voormannen uit de tabakswereld om advies gevraagd. Volgens de „Meier Crt." hebben de hee- ren bij! hun bezoek bij den minister den indruk gekregen, dat de minister bet ar tikel sigaren als genotmiddel zwaar wil belasten. Zoo ziwaar zelfs, dat. het ontwerp- debiet-recht van zijn voorganger daarbij vergeleken kinderspel is. Met één inil- lioen kan de minister absoluut niets doen, zegt hij. Pest op Java en Mad oer a. Dat in Oost-Indië de pest nog hevig woedt, moge blijken uit het. volgende staatje van pestgevallen op Java en Ma- doera van 25 Febr. tot 10 Maart j.l. Afd. Malang 324 nieuwe gevallen, .296 dood en, Toeloengagoeng 1, Kediri 29, Bangil 3, Ngawi 1, Soerakarta 1 en Eer bek 2 doodelijke gevallen, Aladioen 40 nieuwe, 35 dooden, Soerabaja 48 nieuiwe gevallen, 49' dooden, Paree 42 nieuwe, 13 dooden, Pamekasan 11 gevallen, 6 dooden, Pasoeroean 2 nieuwe gevallen^ 1 doode. Z wakzinn igen. Van de Yereeriigiug tot stichting van Christelijke inrichtingen voor verplegingi van zwakzinnigen te Amsterdam ontvan gen Wij het eerste gedrukte jaarverslag henevens het door haar uitgegeven 'pro spectus, bevattende de inlichtingen, om trent de verpleging. Zijl, die deze nut tige vereeniging willen steunen of inlich tingen wensohen, verwijzen we naar de adressen te Rekken (dr. Wi. L. Slot Jr.) en te Amsterdam (J. Klopper, le Hel- mersstraat 195), waar exemplaren van; prospectus en verslag kunnen worden aan gevraagd. 1 Haagsche Raad. De uitslag van de gisteren gehouden gemeenteraadsverkiezing is als volgt District I (vacature-Ter Laan). Uitge bracht 6464 geldige stemmen; volstrekte, meerderheid 3233. L. Buurman (S. D. A. P.) 3033; W. J. E. H. M. de Jong: (U. L.) 673; M. A. II. D. Schalekamp' (A.-R.) 2695, en L. L. II. de Visser (S. D. P.) 63 stemmen. Zoodat er herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren Buurirtan en Schalekamp. District III (vacature-Van Alalsen en De Meester.) Uitgebracht 6646 geldige stem men; volstrekte meerderheid 3324. L. Buurman (S. A. P.) 682; mr. A. C. Crena de Jong (U. L.) 1816; J. M. Maury (Kath.) 1951; W. A. T. de Mees ter (U. L.) 3164; dr. H. W. (V. L.) 1787; II. N uteboom (S. D. A. P.) 557; N. 1 ,-R.) 2256, en Th. G. G. Valett (V. D.) 533 stemmen. Zoodat er herstemming moet plaats heb ben tusschen üe w: Crena de Jongh, Maury, De Meester en De Niet. Het Finanoieele Vraagstuk. De chr.-sociale ..Beukelaar" rekent uit, dat in den komenden tijd de uitgaven met 40 millioen gulden zullen worden Verhoogd15 voor de sociale wetgeving, 15 voor het onderwijs, 10 voor de lands verdediging. En nu is er maar tweeërlei uitweg om in die uitgaven te voorzien, óf een sociaal belastingtelsel, óf een hoog tarief. Van dit laatste wil minister Bert ling niet weten. Aan een soaiale belas tingshervorming kan het ministerie niet voldoen zonder aanstonds voor een crisis te staan, daar het conservatieve deel der vrijzinnigheid zich tegen zulk een belas ting-hervorming met alle beslistheid zou verzetten. Zoo ligt in de financiën voor het. huidig ministerie het zwakke punt. Bierbelasting en tabaksbelasting zijn ver- legënheidsvoorstellen, die van uit sociaal beginsel beslist moeten tegengestaan. Professoren in de Politiek. Naar aanleiding van de beëediging, gis teren, van professor Eerdmans als lid der Tweede Kamer, merkt de „Tel." op, dat het professorale element in de colleges, die over ons waken, hoe langer hoe ster ker wordt. In 't kabinet bezitten we prof. Cort van der Linden en prof. Treub. In den Baad van State prof. Oppenheim en prof. Josephus Jitta. In de Eersite Ka mer prof. Woltjer, prof. Bavinck, prof Van den Berg, prof. Kuyper, prof. Drucker en prof. Krans. En in de Tweede Kamer prof. Van Hamel, prof. Heeres, prof Visser van lJzendoorn, prof. Eerdmans •en prof. Nolens. Ongeacht degenen die nog prof. zullen worden. En de zéér velen die 't niet. worden, maar 't verdienen te zijn. Luitenant Luske. f Te Nijmegen is op 55-jarigen leeftijd overleden de gepensionneerd le luitenant van het Oost-Indische legen W. C. Luske, 'bekend uit het gevecht bij Langoer, op 29 Juli 1882, waarin hij aLs 25-jarig 2e luitenant door een bende Atjehers op beestachtige wijze werd mishandeld. Hoe wel hij na drie jaren herstelde, moest hij wegens de bekomen verminkingen de militaire loopbaan vaarwel zeggen. Op later leeftijd is hij o. m. lid van den gemeenteraad van Baarn geweest. Besmettelijke ziekten. Van 22 tot en met 17 Maart: 1 geval' van typhus of febras typhoidea te Hontenisse, 4 gevallen van roodvonk te Hoek en 1 geval dezer ziekte te Wolphaartsdijk. Kapetle. Daartoe door het dagolijksch bestuur der gemeente uitgenoodigd, trad gisteravond als spreker in het Koor der Ned. Ilerv. kerk op de heer v. d. Ham, ingenieur, verbonden aan de zaak van de Firma Polak te Vlissingen. De Burge meester opende deze bijeenkomst, stelde den spreker Voor, herinnerde aan de in 1912 gehouden lezing van den heer A. Ten Biosch, met wien men reeds in over leg was getreden, deelde verder mee dat de gemeente door een ingenieur van ge noemde Firma was bezichtigd, noodigde alsnu den heer v. d. Ham zijn licht zou doen schijnen over het onderwerp Elec triciteit. De geachte spreker voldeed gaar ne hieraan en begon dan ook met te zeggen, dat onze tijd stond in het teeken van de eleotriciteit. Niet. zeer eenvoudige en duidelijke voorbeelden werd het voor deel, het gemakkelijke, het sohoone en het onschadelijke, ja ook het min-gevaar- lijke aangetoond. Voornamelijk bepaalde spr. zich in het eerste deel zijner rede bij den vooruitgang, die sinds 1884 was geconstateerd. In de laatste 30 jaren zijn dun. ook verbazende vorderingen op het gebied van electriciteit waar te nemen Het gebouw werd schoon verlicht door electriciteit, 'een groote voorraad lampen, allerlei onderdeelen waren tentoongesteld. Ook werden lichtbeelden gegeven, die ver schillende lampen en bedrijven aanschou welijk voorstelden. De inrichting eener electrische centrale werd niet vergeten. In de pauze verkreeg men gelegenheid tot bezichtiging der voorwerpen en moch ten ook vragen gedaan worden en ver kreeg men inlichtingen. De heer M. Bonthuis van Goes nam van deze gelegenheid gebruik om het gas hooger, d.w.z. voordeeliger te stellen dan wel electriciteit. Met voorbeelden werd aangetoond, dat het gas veel goedkoo- per is en niet onschadelijk voor de ge zondheid, wat de slechte lucht betreft. Ook de heer v. d. Brugge besprak de brandende kwestie dezer dagen in onze gemeente aanhangigbeter licht. Maar waarom nu enkel en alleen de inwoners betooverd met eleotriciteit, kan ook het gas niet besproken worden, is dat enkel van inferieure kwaliteit? aldus de lieer 'v. d. Brugge. In korte trekken werden deze heeren door den spr. beantwoord en ving deze het tweede gedeelte zijner rede aan, waax- in aangetoond werd de krachtbron der electriciteit. Ook eerlijk en onomwonden wees hij op het vele gebruik van stroom met het koken. Nog eenmaal, atzoo ein digde spr., hoop ik weer te komen om voorlichting te verstrekken, doch betrek dan geen stroom uit Vlissingen. Een eigen centrale dient opgericht. De burgemeester dankte den geachten sipireker voor zijn voorlichting. De op komst was buitengewoon groot. Ook en kele vooruitstrevende dames waren aan wezig. Zuidzande. Op 1 Juli a. s. zal Oud minister Talma een lezing houden bij ge legenheid van het feest van de Christe lijke Jongelingsyereenigingen te Zuidzande De storm van 1.1. Maandag deed belangrijk grondverlies ontstaan in de ten vorigen jare uitgevoerde dijkverzwaring aan den Paardendijk, zijnde de laatste 1060 M. van den zeedijk van het water schap „de vereenigde polders van Osse- nisse" tusschen de „Nol van Ossenisse" en het calamitous waterschap Walsoor den. Aldaar sloeg in het buitenbeloop bij diepten van 0.20 M. tot 0.80 M. ongeveeer 1800 AI3, grond met daarop liggende be- zoding en wintermat weg, tot de her stelling waarvan noodig is, behalve het aanvoeren en verwerken van genoemde hoeveelheid schorgrond, 3000 M3. dunne bozoding en 4000 Ms. wintermat. Met de herstelling is gistermorgen reeds aangevangen en moet die binnen, twee maanden voltooid zijn. (M. Ct.) Een f o o i e n t r u s t te N e w- Y ork. Volgens het tijdschrift „Dokumente des Fortschrifts" heeft het „land der trusts", Amerika, thans ook zijn fooien- trust. Deze trast beoogt het fooien vraagt- stuk tot eene oplossing te brengen. Het doel van de maatschappij is oin de fooien, die door de garderobiers, kell- ners, liftboys, grooms enz. ontvangen wor den, te incasseeren. Zij draagt een deel van de som aan de eigenaars der betref fende lokaliteiten af, die hunnerzijds hun personeel daarmee overeenkomstig hoo- gere salarissen betalen. Een gemachtig de der maatschappij wordt in de garde robes, bij de deuren der restaurants enz. geplaatst om de Tïoor de kellners enz. ontvangen fooien van hen over te nemen, welke de kellners zelf in een door den gemachtigde meegebrachte bus werpen. Een absolute controle van het personeel is weliswaar niet mogelijk, doch de tot nu toe opgedane ervaring schijnt aan te toonen, dat de employés, die met de maat schappij een desbetreffende overeenkomst aangaan, het als een eerezaak beschou wen geen fooien achter te houden. De maatschappij heeft voor de eerste maal reeds een flink dividend kunnen uitkeeren, en de employés vinden het meer over eenkomstig hun democratische waardig heid salaris in plaats van fooien te ont- vahgen. Een Napoleon-herinnering. In Dresden woonde een zeer oude man, met witte bakkebaarden, glad-geschoren kin, eenvoudig, maar zorgvuldig gekleed, die geregeld, geleund op een stok, zijn dagelijksch wandelingetje maakte. Het merkwaardige van den man was echter, dat hij altijd aan de rechterhand een zwarten handschoen droeg. Alléén aan de rechterhand, bij alle mogelijke weer, waar hij ook was, in een kamer, in zijn eigen, huis. Men zegt, dat hij een kast vol zwar te rechter-handschoenen had. En eiken vierden Donderdag trok de oude man, al leen in zijn kamer, een nieuwen rech- ter-handschoen aan. Hij was een aange name verstandige en allesbehalve zonder linge oude heer; niemand durfde hem ech ter naar die eigenaardigheid vragen; het zijn zijn kleinkinderen die daarover het volgende vertellen „Het was 26 Augustus (Donderdag) 1813 voor den slag bij Dresden. De oude man was toen nog heel jong en pas getrouwd en woonde in een fonkelnieuw huis met een aardig torentje, waar hij steeds ge woond heeft. De garden van Napoleon stonden op de pleinen en Wachtten op het bevel van voorwaarts trekken tegen den vijand, die in een halven cirkel om de stad lag. Om vijf uren gaf Napoleon het bevel van voorwaarts rukken. Hij be zocht toen een plaats waar hij het voor bijtrekken v,an zijn soldaten zou kunnen zien en waar zij hem nog eens zouden kunnen groeten. Het huisje met het kleine torentje leek hem het geschiktst. De Kei zer trad met zijn officieren van den staf binnen; de jeugdige heer des huizes ver scheen met zijn danig verschrikte vrouw eu wees hem gewillig den weg naar den toren. Bij een buiging van den trap ont moetten de vooruitsnellende ordonnansoffi cieren de dienstbode, die juist met een blad, waarop een kostbaar koffieservies stond, de trap afkwam en doodverschrikt over de militaire indringers het blad met inhoud en al uit haar handen liet vallen. De Keizer stapte, zonder een seconde te verliezen, over de scherven heen en betrad het platvorm van den toren. Reeds begroette hem het gejubel van de nade rende grenadiers. Na een kwartier wenkte de Keizer den heer des huizes en vroeg hem een en ander over de streek, die men van hier overzien kon. De man sprak vlot Fransch, de Keizer knikte voldaan. Toen ging hij naar be neden, waai' de vrouw des huizes met de dienstbode bezig was de scherven op te rapen. De keizer bleef een oogenblik stilstaan en zei glimlachend tot den jon gen man „Bent u pas getrouwd?" „Ja, Majesteit." „U hebt door mijn toedoen schade ge leden, wat ben ik u schuldig?" De jonge man zei„Niets, Majesteit. U bent in mijn huis geweest." „Dan dank ik u", zei de Keizer, en drukte den man stevig de hand. Dienzelfden avond trok de jonge man een zwarten handschoen over zijn rech terhand, niemand heeft die hand neer gezien, niemand haar aangeraakt. Met den zwarten handschoen aan zijn rechter hand is hij begraven. (Leidsch Dagblad.) 4 i

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 5