I
1>E ZEEUW
Schetsjes van den Schetdekant
TWEEDE BLAD.
rlijks
lit in
en
MÉ
Zeeuwsche Stemmen.
Buitenland.
Binnenland.
Uit de Provincie.
Gemengd Nieuws
Allerlei.
t per 5 oris
5 ons en
urig doosje
VAN
VRIJDAG 20 MAART 1914.
i oen
Iruim
IGld.
)aar.
igd
rraagd
|srke (W.)
i echt
ÏSE Lz.,
ht
IA. C. DE
^rendijke.
raagdj
brval. Fr.
3ux Mid-
lei
5R, Kou-
door Kees van den Hoek.
(Nadruk verboden.)
IX.
„'t Ia avond, stille
Guido Gezette.
Als wij door de verte gleden op den
heemkeer, met al de mosselbooten van
Brussel af, achter eene lange reeke waal
schepen, die vierkantig, lijk groote kloef
ten te water dreven was de deem
stering reeds gevallen en kwamen al
sterren twinkelen tusschen het grauw
avondgewolk.
Ik zat op de plecht van eene der booten
en keek verwonderd op in deze vreed
zame stonde. Het deed mij goed hier te
zijn, midden in den lande, in de stille
veerte, ver van al het gedruisch der
groote stad. Daar was het jachten van
automobiels, tien twintig de
eene straat uit, de andere in.
Op de boulevards, bij dage als bij nachte
het ronsen eener menigte, waartusschen
opscherden schreeuwen van venters en
wijven, die gazetten verkochten en eiken
voorbijganger er eene aanboden.
Daar liepen de meiden van de baan
op de gaanpaden, onder de booglampen
der groote restauratie's, met wilden
gloed in de vlimmende oogen.
Daar en zag er geen één den schoonen
avond met in 't gelochte de mane én
de sterren ot hoorde de bladeren mal
kaar toefluisteren hun zoet geheim.
Jachten, zwoegen, altijd, door
En we gleden maar stillekens aan over
het effene water tot het Saske kwam
nabij te liggen, daar we blijven zouden.
Dan kwam weder het schreeuwen van
de varensgasten, het haastig loopen over
de .'schepen om hier te pikken met den
haak en ginder af te zetten voor het
dringen van den gebuur.
Eikendeen poogde zeer om vlug binnen
te komen, dat het bijwijlen een twist
gerocht.
'K-en mocht niet geern dat beluisteren
en haastte mij den wal te zoeken om de
streek wat te verkennen en te genieten
van den schoonen zomeravond.
In twee reken stonden de huizekens
van 't gehuchte bij het Saske en ik schreed
daarop toe of ik wel de tale beluisteren
kon of 't aardige zien van eene Vlaamsche
die op den drempel in de opene huis
deur te breien zat, lijk t'andere avonden.
Uit enkele schouwkens steeg rook op
maar ik en verkende de krinkels niet
meer want de deemstering vervaagde
die. Aan de veerte speelden eenige kin
deren of ronsten op de eerdestraten tot
hun spel een eind benam door de waar
schuwing van hun moeder, dat zij te
bedde moesten gaan.
Wat verder klapten de geburen luid
ruchtig, nevenseen gezeten op den huis
drempel, over 't gedoen, 't werk en de
kermis die te komen kwam.
Dan zouden de orgels in de stamenée's
staan en de jongers en deernen, altegaar,
roepen met rellende stemme ten dans.
„Ei, Siska, wij zullen alevenwel dan
sen zullé, al hebt gij uw Chefke," plaag
de een stem.
Het meiske gebaarde met heur schoon
kopke vao neen.
„Neen-ik, Peer, 'k-en hebbe geen
twee" „Dan draye: Chefke en ikke
en Pol," herzegde de stemme.
Zoo gabberde men om Siska en heur
Chefke maar zij gedroeg zich flink en
heur belstemme klonk helder op in den
avond. Traagzaam frutselde ik verder,
't gehuchte uit en zette mij neder aan
de veerte in het gras tusschen de melk-
wiedkeersen die er vele waren.
'K-en had geen goesting nog, den
weerkeer naar het Sas aan te vangen.
Hier was het veel schooner dan in liet
bedompte kot van de schuit met de harde
stroozakken. Het grastapeet was zoo
zacht en het lokte mij te blijven en een
poze te rusten.
Ver over de veerte, te westen in
geheimige donkerte, lag het land van
pastor Verliest en Stijn Streuvels.
Ik herdacht den avond in Holland,
waar de oude pastor gesproken had van
zijn land en zijn tale.
Ik zag hem weer vóór mij staan, den
ouden taalkamper, den stoeren kop lioog-
op, het recht verdedigend van de zoete
Vlaamsche tale.
Als hij door de akkers liep, rechtten
de maDnen zich op, hieven den krauwel
op hunnen schouder en zegden pastor
goêndag. Zij hielden van hem, zoo eiken
deen, die hem gemoette.
Lang nog bleef ik in gepeis neerzit
ten
Ja, Gezelle was het, die het neerschreef
De navond komt zoo stil, zoo stil,
zoo traagzaam aangetreden,
dat geen en weet, wanneer de dag
of waai- hij is geleden.
'tls avond, stille en, mij omtrent,
is iets, of iemand, onbekend,
die, zachtjes mij beroerend, zegt
„'t Is avond en 't is rustens recht."
Indien dat ghij genegen zijt,
In rust te leven Uwen tijt,
En segt, en schrijft en ooi-deelt niet,
Al watje weet, en watje ziét;
Want noyt soo moyen sonneschijn
Daer 't al dient uyt-geseyt te zijn.
t I 1 I I 1 i
Ondanks dezen goeden, dus duren raad
van wijlen Vader Cats, en ondanks den
diepen zin en den onbetwistbaar grooten
waarheidszin van het bekende spreek
woord van het zilveren spreken en het
gouden zwijgen, zal ik schrijven.
Zeker, Jacob Cats kende zijn Pappem
heimers wel, en hij heeft zelf ongetwij]
fold op velerlei wijze ervaren, wat het
spreken, schrijven en oordeelen kan uit
werken, -vooral ten kwade.
Doch veigeet niet, dat hier alles het
op uw rust gemunt heeft, hetzij dat gij
zwijgt, hetzij dat gij spreekt, dat 's we
relds loon nu eenmaal ondank is en dat
goede raad, hoe kostbaar ook, zelden
anders dan met ondank beloond wordt.
Maar bovendien, is het nu wel de tijd,
om tie zwijgen?
•Zullen wij ons angstvallig uit der we
reld geroezemoes terugtrekkenalles
vermijden, wat ons onaangenaamheden
zou kunnen bezorgen, en met een boeks-
ke in een hoekske gaan zitten, om de
weinige jaren, die ons van God gegeven
zijn, in braafheid en rustige rustigheid
ite slijten
Immers neen!
Zouden wij' onze talenten dusdanig wil
len besteden?
Onze dagen in ijdelheid doorbrengende,
zoodat ervan gezegd kan worden: IJdel
heid der ijdelheden. 't Is al ijdelheid!?
Is er ooit aanleiding, om het zwijgen
te verbleken, dan is die er thans.
Of wil men terug naar den „goeden
ouden tijd", die zoo vaak met zekere
voorliefde genoemd wordt, en waarvan
iiildebrand ons zulke teekenende beelden
geeft? Naar de dagen van de Stastokken
en Dorbeenen, waarin men geen andere
zorgen kende dan voor de gepoederde
haren, kleurige pruiken en neepjes-mutsen
met nette wit satijnen lintjes; en men
avond aan avond doorbracht onder 'n
puupje tabak, een kopje slemp en room
soezen Oin niet te spreken van den
banalen kout, waarmede men elkander
onderhield
Behoede God ons voor een tijdgeest,
die van een dergelijke braafheid en te
ruggetrokkenheid heil verwacht.
Maar neen, dien kant gaan wij niet uit.
Iets van dien lakschen geest is pus
wel bijgebleven wie durft het loo
chenen? doch het is niet een acht-
tiende-eeuwsche braafheid en schijnvroom
heid, die eiken strijd op geestelijk ter
rein belemmert en tegenhoudt.
De twintigste-eeuwsche onbeschaamd
heid is groot. De moderne mensch heeft
met de schijngeloov igheid gebroken
ireken het hem tot een verdienste zoo
ge wilt maar tegelijk daarmede heeft
hij ook hel oprechte geloof over boord
geworpen. En in stede van een eigenge
rechtigde farezeïstische geest, is het de
openlijke verloochening van onzen Heer
jen Heiland, en is het de breuke met het
geloof onzer vaderen, die den Christen
strijder voor een moeilijke taak stelt.
En zouden wij dan kunnen en mogen
zwijgen?
Nogmaals, neen!
Op ieder terrein schieten de werkkrach
ten verre te kort. Op het gebied van
politiek, kerk en school, en op dat van
in- en uitwendige zending is nog zoo
ontzaglijk veel te doen.
Zijn niet vele misstanden ons tot een
aanklacht?
Er is dagelijks strijd en iederen dag
klinkt de stem dringender: Sluit u bij de
strijders aan!
Men vrage zich niet enkel af: ben ik
soms van de wereld? maar ook: hen
ik wel i n de wereld
Neen, is ooit het oogenblik gekomen,
om te spreken en te getuigen, dan n u.
En alsoo wij niet en genegen sijn,
in rust te leven onsen tijt, sullen wij
niet en swijgen 1
Hoe (verleidelijk de gulden zijde ons
ook toeschijnt 1
Kees van der »M e e r.
Duitschland.
Bij onze vorstelijke buien heerscht groo
te vreugde over de geboorte van 's Kei
zers kleinzoon.
Voonal grootvader Wilhelm is met trotsi
vervuld.
Hij ontving het bericht van de geboorte
van den erfprins van B runs wijk enkele
minuten nadat het kind ter wereld ge
komen wiag. Hij liet zich in den loop
van den ochtend herhaaldelijk met Briuis-
wijk telefonisch verbinden, informeerde
naar moeder ©n kind en zond zijlne harte
lijke gelukwenschen aan zijn kinderen en
aan de. Keizerin.
Het Pruisische Heerenhuis en Huis van
Afgevaardigden hebben telegrammen van
gelukwenschen aan de ouders en de groot
ouders gezonden.
Te Berlijln moesten alle militairen eer
gisteren op straat den helm dragen. De
wachten trokken in groot tenue door de
straten en 's middags waren de troepen
vrij van dienst.
De „Norddeufsclie Algemeine Ztg." heet
den erfprins welkom in het leven, en
herinnert eraan, dat in het hertogdom
sedert 99 jaar voor het eerst weer een
erfprins geboren is.
De Hertog heeft voor de armen des
lands een som van 30.000 mk. geschon
ken.
De jonggeboren prins is ook prins van
Groot-Brittannië en Ierland. Volgens het
oude gebruik van het Engelsche konink
lijke huis, moet een commissie van waar
digheidsbekleedens het kind ,in oogen-
schouw nemen. Rumbold, de raad van
legatie aan |ïet Engelsche gezantschap te
Berlijn, die daarmede belast was, heeft
een oorkonde opgesteld, die aan het En
gelsche hof toegezonden zal worden.
Frankrijk.
Over de campagne van den. vermoorden
Calmette tegen den gewezen minister van
financiën Caillaux vindt men in het week
blad „Counïer du Parlement" een beoor
deeling, welke des te intressanter is, wijl
zij gepubliceerd werd vóór het drama in
de Rue Drouot plaats greep.
Het blad schreef toen aldus
„Niemand in het parlement is er on
kundig vas, dat de eigenlijke ledder van
de systematische campagne tegen Cail
laux de vroegere minister-president. Bar-
thou is. (Barthou toch heeft Calmette de
fotografieën der intieme brieven in handen
gespeeld, welke laatstgenoemde wilde pu-
bliceeren.
Briand heeft de intieme brieven in zijïi
bezit gehad, maar zijn karakter veraf
schuwde zulke lage .wapenen, waardoor
hij in moreele waarde veel hooger staat
dan Barthou. Deze laatste dronken van
bloed en wraak, heeft, de scrupules, welke
Briand tot eere intrekken, niet gekenld;
en hij bewijst dit. Barthou speelt een
zeer gevaarlijk spél, waarvan hij gemak
kelijk zelf het slachtoffer kan worden".
Minister Aionis beeft zijn ontslag geno
men, ten einde al zijn vrijheid te hebben
bij zijn verschijnen voor de commissie
van onderzoek.
Minister Lebrum heeft zich ad interim
met. de portefeuille van Monis belast.
T w e e d e K a, m e r.
Op voorstel vair den voorzitter werd
gisteren besloten het door den heer TroeJ-
stra gevraagde verlof, den minister van
marine te mogen interpelleeren over die nis
maatregelen tot verbetering van den geest
onder het marinepersoneel, te verleenen.
Verder stelde de voorzitter voor Woens
dagochtend 11 uur enkele wetsontwerpen
aan de orde te stellen. 'De heer Van der
Voort vair Zijlp- wenschte aan de lijst, toe
gevoegd te "hebben het ontwerp stuwa
doorswet, doch op voorstel vari dhr. De
Meester werd met 38 tegen 28 stemmen
(links tegen rechts, behalve dat de heer
Van Bylandt vóór stemde) besloten de
beslissing daarover tot Woensdag aan te
houden.
De heer Duymaer van Twist wenschte
de wijziging van de Hinderwet aan de
orde gesteld te hebben.
iDure sigar en in 't zicht!
Minister Bertling heeft ter conceptie van)
de tabaksbelasting-wet eenige voormannen
uit de tabakswereld om advies gevraagd.
Volgens de „Meier Crt." hebben de hee-
ren bij! hun bezoek bij den minister den
indruk gekregen, dat de minister bet ar
tikel sigaren als genotmiddel zwaar wil
belasten. Zoo ziwaar zelfs, dat. het ontwerp-
debiet-recht van zijn voorganger daarbij
vergeleken kinderspel is. Met één inil-
lioen kan de minister absoluut niets doen,
zegt hij.
Pest op Java en Mad oer a.
Dat in Oost-Indië de pest nog hevig
woedt, moge blijken uit het. volgende
staatje van pestgevallen op Java en Ma-
doera van 25 Febr. tot 10 Maart j.l.
Afd. Malang 324 nieuwe gevallen, .296
dood en, Toeloengagoeng 1, Kediri 29,
Bangil 3, Ngawi 1, Soerakarta 1 en Eer
bek 2 doodelijke gevallen, Aladioen 40
nieuwe, 35 dooden, Soerabaja 48 nieuiwe
gevallen, 49' dooden, Paree 42 nieuwe,
13 dooden, Pamekasan 11 gevallen, 6
dooden, Pasoeroean 2 nieuwe gevallen^
1 doode.
Z wakzinn igen.
Van de Yereeriigiug tot stichting van
Christelijke inrichtingen voor verplegingi
van zwakzinnigen te Amsterdam ontvan
gen Wij het eerste gedrukte jaarverslag
henevens het door haar uitgegeven 'pro
spectus, bevattende de inlichtingen, om
trent de verpleging. Zijl, die deze nut
tige vereeniging willen steunen of inlich
tingen wensohen, verwijzen we naar de
adressen te Rekken (dr. Wi. L. Slot Jr.)
en te Amsterdam (J. Klopper, le Hel-
mersstraat 195), waar exemplaren van;
prospectus en verslag kunnen worden aan
gevraagd.
1 Haagsche Raad.
De uitslag van de gisteren gehouden
gemeenteraadsverkiezing is als volgt
District I (vacature-Ter Laan). Uitge
bracht 6464 geldige stemmen; volstrekte,
meerderheid 3233.
L. Buurman (S. D. A. P.) 3033; W. J.
E. H. M. de Jong: (U. L.) 673; M. A.
II. D. Schalekamp' (A.-R.) 2695, en L.
L. II. de Visser (S. D. P.) 63 stemmen.
Zoodat er herstemming moet plaats
hebben tusschen de heeren Buurirtan en
Schalekamp.
District III (vacature-Van Alalsen en De
Meester.) Uitgebracht 6646 geldige stem
men; volstrekte meerderheid 3324.
L. Buurman (S. A. P.) 682; mr. A.
C. Crena de Jong (U. L.) 1816; J. M.
Maury (Kath.) 1951; W. A. T. de Mees
ter (U. L.) 3164; dr. H. W.
(V. L.) 1787; II. N uteboom (S. D. A.
P.) 557; N. 1 ,-R.) 2256, en
Th. G. G. Valett (V. D.) 533 stemmen.
Zoodat er herstemming moet plaats heb
ben tusschen üe w: Crena de Jongh,
Maury, De Meester en De Niet.
Het Finanoieele Vraagstuk.
De chr.-sociale ..Beukelaar" rekent uit,
dat in den komenden tijd de uitgaven
met 40 millioen gulden zullen worden
Verhoogd15 voor de sociale wetgeving,
15 voor het onderwijs, 10 voor de lands
verdediging. En nu is er maar tweeërlei
uitweg om in die uitgaven te voorzien,
óf een sociaal belastingtelsel, óf een hoog
tarief. Van dit laatste wil minister Bert
ling niet weten. Aan een soaiale belas
tingshervorming kan het ministerie niet
voldoen zonder aanstonds voor een crisis
te staan, daar het conservatieve deel der
vrijzinnigheid zich tegen zulk een belas
ting-hervorming met alle beslistheid zou
verzetten. Zoo ligt in de financiën voor
het. huidig ministerie het zwakke punt.
Bierbelasting en tabaksbelasting zijn ver-
legënheidsvoorstellen, die van uit sociaal
beginsel beslist moeten tegengestaan.
Professoren in de Politiek.
Naar aanleiding van de beëediging, gis
teren, van professor Eerdmans als lid
der Tweede Kamer, merkt de „Tel." op,
dat het professorale element in de colleges,
die over ons waken, hoe langer hoe ster
ker wordt. In 't kabinet bezitten we prof.
Cort van der Linden en prof. Treub. In
den Baad van State prof. Oppenheim en
prof. Josephus Jitta. In de Eersite Ka
mer prof. Woltjer, prof. Bavinck, prof
Van den Berg, prof. Kuyper, prof. Drucker
en prof. Krans. En in de Tweede Kamer
prof. Van Hamel, prof. Heeres, prof
Visser van lJzendoorn, prof. Eerdmans
•en prof. Nolens. Ongeacht degenen die
nog prof. zullen worden. En de zéér velen
die 't niet. worden, maar 't verdienen te
zijn.
Luitenant Luske. f
Te Nijmegen is op 55-jarigen leeftijd
overleden de gepensionneerd le luitenant
van het Oost-Indische legen W. C. Luske,
'bekend uit het gevecht bij Langoer, op
29 Juli 1882, waarin hij aLs 25-jarig 2e
luitenant door een bende Atjehers op
beestachtige wijze werd mishandeld. Hoe
wel hij na drie jaren herstelde, moest
hij wegens de bekomen verminkingen de
militaire loopbaan vaarwel zeggen. Op
later leeftijd is hij o. m. lid van den
gemeenteraad van Baarn geweest.
Besmettelijke ziekten. Van
22 tot en met 17 Maart: 1 geval' van
typhus of febras typhoidea te Hontenisse,
4 gevallen van roodvonk te Hoek en 1
geval dezer ziekte te Wolphaartsdijk.
Kapetle. Daartoe door het dagolijksch
bestuur der gemeente uitgenoodigd, trad
gisteravond als spreker in het Koor der
Ned. Ilerv. kerk op de heer v. d. Ham,
ingenieur, verbonden aan de zaak van
de Firma Polak te Vlissingen. De Burge
meester opende deze bijeenkomst, stelde
den spreker Voor, herinnerde aan de in
1912 gehouden lezing van den heer A.
Ten Biosch, met wien men reeds in over
leg was getreden, deelde verder mee dat
de gemeente door een ingenieur van ge
noemde Firma was bezichtigd, noodigde
alsnu den heer v. d. Ham zijn licht zou
doen schijnen over het onderwerp Elec
triciteit. De geachte spreker voldeed gaar
ne hieraan en begon dan ook met te
zeggen, dat onze tijd stond in het teeken
van de eleotriciteit. Niet. zeer eenvoudige
en duidelijke voorbeelden werd het voor
deel, het gemakkelijke, het sohoone en
het onschadelijke, ja ook het min-gevaar-
lijke aangetoond. Voornamelijk bepaalde
spr. zich in het eerste deel zijner rede
bij den vooruitgang, die sinds 1884 was
geconstateerd. In de laatste 30 jaren zijn
dun. ook verbazende vorderingen op het
gebied van electriciteit waar te nemen
Het gebouw werd schoon verlicht door
electriciteit, 'een groote voorraad lampen,
allerlei onderdeelen waren tentoongesteld.
Ook werden lichtbeelden gegeven, die ver
schillende lampen en bedrijven aanschou
welijk voorstelden. De inrichting eener
electrische centrale werd niet vergeten.
In de pauze verkreeg men gelegenheid
tot bezichtiging der voorwerpen en moch
ten ook vragen gedaan worden en ver
kreeg men inlichtingen.
De heer M. Bonthuis van Goes nam
van deze gelegenheid gebruik om het gas
hooger, d.w.z. voordeeliger te stellen dan
wel electriciteit. Met voorbeelden werd
aangetoond, dat het gas veel goedkoo-
per is en niet onschadelijk voor de ge
zondheid, wat de slechte lucht betreft.
Ook de heer v. d. Brugge besprak de
brandende kwestie dezer dagen in onze
gemeente aanhangigbeter licht. Maar
waarom nu enkel en alleen de inwoners
betooverd met eleotriciteit, kan ook het
gas niet besproken worden, is dat enkel
van inferieure kwaliteit? aldus de lieer
'v. d. Brugge.
In korte trekken werden deze heeren
door den spr. beantwoord en ving deze
het tweede gedeelte zijner rede aan, waax-
in aangetoond werd de krachtbron der
electriciteit. Ook eerlijk en onomwonden
wees hij op het vele gebruik van stroom
met het koken. Nog eenmaal, atzoo ein
digde spr., hoop ik weer te komen om
voorlichting te verstrekken, doch betrek
dan geen stroom uit Vlissingen. Een eigen
centrale dient opgericht.
De burgemeester dankte den geachten
sipireker voor zijn voorlichting. De op
komst was buitengewoon groot. Ook en
kele vooruitstrevende dames waren aan
wezig.
Zuidzande. Op 1 Juli a. s. zal Oud
minister Talma een lezing houden bij ge
legenheid van het feest van de Christe
lijke Jongelingsyereenigingen te Zuidzande
De storm van 1.1. Maandag deed
belangrijk grondverlies ontstaan in de ten
vorigen jare uitgevoerde dijkverzwaring
aan den Paardendijk, zijnde de laatste
1060 M. van den zeedijk van het water
schap „de vereenigde polders van Osse-
nisse" tusschen de „Nol van Ossenisse"
en het calamitous waterschap Walsoor
den.
Aldaar sloeg in het buitenbeloop bij
diepten van 0.20 M. tot 0.80 M. ongeveeer
1800 AI3, grond met daarop liggende be-
zoding en wintermat weg, tot de her
stelling waarvan noodig is, behalve het
aanvoeren en verwerken van genoemde
hoeveelheid schorgrond, 3000 M3. dunne
bozoding en 4000 Ms. wintermat.
Met de herstelling is gistermorgen
reeds aangevangen en moet die binnen,
twee maanden voltooid zijn. (M. Ct.)
Een f o o i e n t r u s t te N e w-
Y ork. Volgens het tijdschrift „Dokumente
des Fortschrifts" heeft het „land der
trusts", Amerika, thans ook zijn fooien-
trust. Deze trast beoogt het fooien vraagt-
stuk tot eene oplossing te brengen.
Het doel van de maatschappij is oin
de fooien, die door de garderobiers, kell-
ners, liftboys, grooms enz. ontvangen wor
den, te incasseeren. Zij draagt een deel
van de som aan de eigenaars der betref
fende lokaliteiten af, die hunnerzijds hun
personeel daarmee overeenkomstig hoo-
gere salarissen betalen. Een gemachtig
de der maatschappij wordt in de garde
robes, bij de deuren der restaurants enz.
geplaatst om de Tïoor de kellners enz.
ontvangen fooien van hen over te nemen,
welke de kellners zelf in een door den
gemachtigde meegebrachte bus werpen.
Een absolute controle van het personeel
is weliswaar niet mogelijk, doch de tot
nu toe opgedane ervaring schijnt aan te
toonen, dat de employés, die met de maat
schappij een desbetreffende overeenkomst
aangaan, het als een eerezaak beschou
wen geen fooien achter te houden. De
maatschappij heeft voor de eerste maal
reeds een flink dividend kunnen uitkeeren,
en de employés vinden het meer over
eenkomstig hun democratische waardig
heid salaris in plaats van fooien te ont-
vahgen.
Een Napoleon-herinnering.
In Dresden woonde een zeer oude man,
met witte bakkebaarden, glad-geschoren
kin, eenvoudig, maar zorgvuldig gekleed,
die geregeld, geleund op een stok, zijn
dagelijksch wandelingetje maakte. Het
merkwaardige van den man was echter,
dat hij altijd aan de rechterhand een
zwarten handschoen droeg. Alléén aan de
rechterhand, bij alle mogelijke weer, waar
hij ook was, in een kamer, in zijn eigen,
huis. Men zegt, dat hij een kast vol zwar
te rechter-handschoenen had. En eiken
vierden Donderdag trok de oude man, al
leen in zijn kamer, een nieuwen rech-
ter-handschoen aan. Hij was een aange
name verstandige en allesbehalve zonder
linge oude heer; niemand durfde hem ech
ter naar die eigenaardigheid vragen; het
zijn zijn kleinkinderen die daarover het
volgende vertellen
„Het was 26 Augustus (Donderdag) 1813
voor den slag bij Dresden. De oude man
was toen nog heel jong en pas getrouwd
en woonde in een fonkelnieuw huis met
een aardig torentje, waar hij steeds ge
woond heeft. De garden van Napoleon
stonden op de pleinen en Wachtten op
het bevel van voorwaarts trekken tegen
den vijand, die in een halven cirkel om
de stad lag. Om vijf uren gaf Napoleon
het bevel van voorwaarts rukken. Hij be
zocht toen een plaats waar hij het voor
bijtrekken v,an zijn soldaten zou kunnen
zien en waar zij hem nog eens zouden
kunnen groeten. Het huisje met het kleine
torentje leek hem het geschiktst. De Kei
zer trad met zijn officieren van den staf
binnen; de jeugdige heer des huizes ver
scheen met zijn danig verschrikte vrouw
eu wees hem gewillig den weg naar den
toren. Bij een buiging van den trap ont
moetten de vooruitsnellende ordonnansoffi
cieren de dienstbode, die juist met een
blad, waarop een kostbaar koffieservies
stond, de trap afkwam en doodverschrikt
over de militaire indringers het blad met
inhoud en al uit haar handen liet vallen.
De Keizer stapte, zonder een seconde
te verliezen, over de scherven heen en
betrad het platvorm van den toren. Reeds
begroette hem het gejubel van de nade
rende grenadiers. Na een kwartier wenkte
de Keizer den heer des huizes en vroeg
hem een en ander over de streek, die
men van hier overzien kon.
De man sprak vlot Fransch, de Keizer
knikte voldaan. Toen ging hij naar be
neden, waai' de vrouw des huizes met
de dienstbode bezig was de scherven op
te rapen. De keizer bleef een oogenblik
stilstaan en zei glimlachend tot den jon
gen man
„Bent u pas getrouwd?"
„Ja, Majesteit."
„U hebt door mijn toedoen schade ge
leden, wat ben ik u schuldig?"
De jonge man zei„Niets, Majesteit.
U bent in mijn huis geweest."
„Dan dank ik u", zei de Keizer, en
drukte den man stevig de hand.
Dienzelfden avond trok de jonge man
een zwarten handschoen over zijn rech
terhand, niemand heeft die hand neer
gezien, niemand haar aangeraakt. Met den
zwarten handschoen aan zijn rechter
hand is hij begraven.
(Leidsch Dagblad.)
4
i