NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 143.
1914.
Woensdag 18 Maart
38e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. D HUI}, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Beschermt de vogels.
Buitenland.
CEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. 1.25
Enkele nummers0.65;
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes
EN
van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.iedere
regel meer 10 cent.
Zij die zich met 1 April a. s op
ons blad abonneeren, ontvangen de
tot dien datum verschijnende num
mers gratis.
Verhooging loonstandaard.
Niet genoeg kunnen wij de aandacht
vestigen op de brochure Snoeck Henke-
mans. Deze somt, goed gedocumenteerd,
de voordeden op van de wet-Talma boven
het ontwerpTreub.
Wie ons hoofdartikel van gistere.lazen,
dien raden wij aan, goed te onthouden,
wat er in de noten onder dat artikel
staat aangaande de verhooging van den
loonstandaard
De Invaliditeitswet, die de ouderdoms
rente slechts uitkeert als bespaard-uitge-
steld loon, zou den loon s [midaard
doe n s t ij g e n
Zoo verstond het mr. Rink in de Tweede
Kamerzitting van 30 Oct. 1912, toch stem
de deze heer tegen het wetsontwerp.
Zoo verstaat het nog de heer Snoeck
jllenkemans, En zoo verstaan, indien wij
slechts véllen opletten, wij 'het allemaal,
wanneer wij letten op de uitkomsten in
Duitschland bij de uitvoering der verze
keringswetten verkregen. Na eenige
schommeling \v o r d i h et. loon m e t
d e p remie verhoogd.
De premie-ontvangsten bedroegen in
1912 Circa tweehonderd vijftig miljoen
mark, dat is circa 70 miljoen mark meer
dan in 1910
Men lette ook op de splitsing der pre-
miën naar de loonkiassen der verzekerden.
Van 1900 tot 1912 een gedurige afne
ming in de laagste löonklassen, vooral
in de le en 2e, maar ook in de 3e
en 4e, en een gedurige stijgingin de
'5e loon klasse.
Ga eens na. Bij de 31 verzekeringsin-
richtingen behoorden per honderd mark
aan betaalde premiën tot de eerste loon
klasse in 1900 twaalf, en in volgende
jaren 9, 7, 6, 4 en in 1912 nog 'slechts
3,45.
Tot de tweede Joonklasse in 1900 der
tig, ten volgende jaren 28, 26, 23, 20,
enz.; in 1912 nog slechts 14.
Tot de 3e loonklasse in 1900 vijl" en
twintig, nu 23.
Tot de 4e loonklasse in 1900 een en
twintig, nu 20.
E,n tot de 5e loonklasse in 1900 elf. en
een half; met in de volgende jaren opge
klommen tot in 1912 negen en dertig!
Dat is derhalve een groote opschuiving
in de richting der hoogste loonklasse.
De loonstandaard stijgt dus aanmerke-
lijfc.
Hier tast men derhalve het groote yoor-
Feuilleton.
6. (Slot.)
Een zeker soort scharrelaar die in JEn
gelsch-Indië voorkomt, is een insecten
eter bij uitnemendheid, die zich voor
namelijk voedt met sprinkhanen en witte
mieren. Duizenden huiden van deze vo
gels worden elk jaar in Londen verkocht.
In October 1912 werden 1069 huiden ver
kocht tegen vijf cents per stuk en 2575
stuks tegen ,21/2 cent per stuk.
In de twaalf maanden vóór Juni 1913
weiden er in Londen niet minder dan
4.500.000 pamvenveeren verkocht.
Behalve deze, die het grootste aantal
vormen, komen er geen andere losse
vederen aan de markt in zóó groot aantal
dan roofvogel-vederen. Wanneer niet spoe
dig een algemeen verbod voor invoeT van
vederen wordt gegeven, zal al ras de
aanvoer dezer vederen toch ophouden,
maar dan zullen het de vrouwen alleen
niet zijn, die bevreesd zijn voor muizen.
Gedurende de zes laatste veilingen in
Londen (1913) werden onder meer ver
kocht, .behalve de hierboven genoemde
ijsvogel huiden
21.318 kroonduiven, 20.715 slagpennen
van den witten kraanvogel, 17.711 para
dijsvogels, 5794 paren papagaaienvleugels,
4112 colibrieën, om niet te spreken van
een lange lijst van andere vogels met
prachtige vederen.
deel van de verzekering men noeme
haar dan smalend dwangverzekering!
hoven Treuhs staatspensioen aan behoef-
tigen, een maatregel waarvan minister
Treub zelve gezegd heeft in zijn brochure
„Sociale Verzekering", bi. 66, dat men
„er de verbetering der loontoe&tonden eer
(mee) tegen dan in de hand werkt".
Maar hoe kan Z.Exo. clan toch zoo
mal zijn om deze mooie verzekering in te
ruilen voor zijn door hemzelven veroor
deeld, den loonstandaard drukkende stel
sel van Staatsbedeeling, ook al dient hij
het aan onder den onjuisten naam van
Staatspensioen
X
^Toegekende renten.
Door bet uitstellen (vermoorden) van
de wet-Talma komen ook de weduwen-
en weezenpensioenen en de invaliditeits-
renten te vervallen. En toch zijn er zoo
vele invaliden te verzorgen, veel meer
da,n ouden van dagen.
Laat Duitschland het ons weer maar
leeren.
In 1912 werden honderd zes en zestig
duizend renten toegekend, waarvan hon
derd vijf en twintig duizend invailidi teats,
renten; en veertienduiz'end weezenrenten.
Er werd gemiddeld per wees circa, 32
miark uitgekeerd.
Het totaal bedrag in geld aan uitge
keerde renten bedroeg 178 miljoen fnuik,
waarvan het rijk 55 miljoen bijdroeg.
De uitkeeringen aan de verzekerden of
bun nabestaanden zijn van 15 miljoen
in 1891 geklommen tot circa 179 miljoen
in 1912.
In totaal werd sinds het bestaan cler
Duitscbe wet (tot 1912) uitgekeerd 2262
miljoen mark.
Met eenige jalouzie in 't hart leest men
deze cijfers van onze naburen. De cijfers
zijn ernstige en blijde getuigen voor de
juistheid en frjtschheid van het Duitsiche
verzekeringsstelsel, waarvan dat van die
wet-Talma een zelfstandige alleszins bo
ven dat van het ontwerp-Treub verkies
lijke navolging was.
Indië verloren.
Wij kunnen ons niet indenken, da,t over
eenige jaren de kreet cloor ons land zou
gaan: Indië verloren! En toch is het niet
onmogelijk, dat wij1 of althans onze kin
deren dien vreeselijken dag zullen be
leven. Daarom luisteren wij gaarne naar
tijdige (waarschuwingen, en helpen ze gaar
ne verbreiden.
De ernstige waarschuwing van het soo,-
dern. Kamerlid den heer v. Kol in de
Eerste Kamerzitting van 30 Dec. j.l. brach
ten wij reedis over. Deze afgevaardigde
De hierboven genoemde colibriehuidjes,
waren edelgesteenten onder de vogels,
werden verkocht voor li/t cent, en som
mige voor iets meer dan vijf cents per
stuk, en voor welk doel? Voor hoeden
versiering en... 0111 met de schitterend
mooie kop- en keel vederen balschoentjes
te bedekken
Uit onze Oost-Indische Koloniën werden
in 1911 aangevoerd en geveild:
Februari 1911, 7026 Paradijsvogels; Mei
1911, 7595 Paradijsvogels; October 1911,
6077 Paradijsvogels. Totaal 20398 Paradijs
vogelhuiden, verkocht door vier firma's.
Vrijwel alle Par adijsv ogel hui den komen uit
onze Oost en worden daar bemachtigd
door Cliineezen met hunne blanke chefs,
met het gevolg dat men 'tegenwoordig land
streken zoo groot als één onzer provin
cies kan doorkruisen zonder een enkelen
Paradijsvogel te zien.
Volgens een verslag van de Londensche
Kamer van Koophandel in 1910, werden
in Engeland ingevoerd:
van Java, Borneo en Sumatra circa 8166
Kilogram vogelhuiden, tot een waarde van
circa f466.260.
Voorts werden aangeboden en verkocht
in Londen:
van April 1911 tot April 1912 „Paradij--
vogelveeren" (2 „Veeren" 1 vogel)
29.385 Eng. onsen aangeboden, waarvan
verkocht 24.579 Eng. onsen.
Hier komt weder een streek voor den
dag van de gewetenlooze vogelstroopers,
die steeds trachten het publiek zand in
de oogen te strooien. Hoewel de vogel-
schilderde in schrille kleuren, geen woord
te veel, ma,ar ook geen woord te weinig,
het gevaar dat, ons bedreigt, uit China
en Japan.
Er wordt ook aan herinnerd in de bro
chure van jhr. Sandberg: „Indië verloren,
rampspoed geboren", welk geschrift dezer
dagen bij den uilgever D. A. Daamen
te 's Gravenhage is verschenen.
De heer Sandberg heeft jaren lang in
Indië gewoond, en evenals de heer v.
Kol Indië bereisd, zoodat wij hem mogen
rekenen tot de alleszins bevoegde des
kundigen. Zijne brochure bevat geen praat
jes of holte klanken, geen „mooie, sier
lijk gestelde beweringen", zooals de (schrijf
ver zelve het uitdrukt, maar enkel feiten
en cijfers waarmede bijl ons wakker roept
en ons stemt tot nadenken.
Z.at de Auteurswet en liet goed recht
van den uitgever ons niet in den weg,
wij zouden eenige bladzijden uil deze bro
chure overdrukken. Maar- dan liepen
wij toch nog gevaar, dat 'wij het heele
hoekje overnamen; want het is zakelijk
en zaakrijk tot het einde. 1
Maar voor slechts enkele centen kun
nen onze Clubs en Kiesvereenigingen
zich dit geschriftje aanschaffen; zij zul
len er voldoende materiaal in vinden ter
bestrijding van lakschc mensehen onder
ons die mecnen, dat wij ons Indië des!
noods maar moesten 'prijsgeven.
Deed men dat, dan zou liet inderdaad
worden: rampspoed geboren!
'Want groot is het aantal van hen, die
bij ons 'koloniaal bezit wèl varen.
Onze Oost alleen is zoo groot als De
nemarken, Zwitserland, België, Nederland,
Duitschland, een deel ,van Oostenrijk, ge
heel Italië, Engeland, Frankrijk, Spanje
en 'Portugal te zamen. Voor de vaart naar
dit uitgestrekte vèr gelegen grondgebied
zijn schepen noodig*. En hoeveel menschen
alleen bij den bouw dier schepen betrok
ken zijn, mag inderdaad kolossaal heeten.
Denk alleen aan Vlissingen en haar
werf „De Schelde", die zoowat uitslui
tend voor Indië werkt. Donk aan die dui
zenden werklieden, opzichters, teekenaars,
ingenieurs, kantoorpersoneel en bedrijfs
leiders, die aan dien scheepsbouw hun
brood verdienen. Die Maatschappij „De
Schelde" alleen keert jaarlijks ruim ander
halt" millioen gulden uit aan salarissen
en arbeidslponenEn dit isi nog maar
een druppel in de groote zee van ver
diensten welke aan dien scheepsbouw
vast zitten.
Men late het zich door deze brochure
uitleggen. Het is enorm. En men stemt
in met des schrijvers slotsom: Verlies
van Indië: een ruïne voor velen, een
zich zéér sterk moeten bekrimpen van
veilingen in Londen steeds vrijwel in het
geheim worden gehouden, en 'het voor
voor iemand die buiten het nobele vak
staat, vrijwel onmogelijk is, er bij' te ko
men, wordt toch z'ooveel mogelijk het dé
corum naar buiten bewaard.
Daarom spreekt men in de handelstraat
der vogelstroopers niet van paradijsvo
gel „huiden", maar van „veeren", om
dat de huid, dank zij de mooie zij-vederen,
gewoonlijk in de twee helften wordt ge
bruikt en vervormd tot een quasi sier-
pluirn.
Volgens Mr. Walther Goodfellow, be
draagt de export van vogelhuiden van
Humxboldtis-baai, niet minder dan ca.
12000 exemplaren <- per kwartaal.
De prachtige blauwe kroonduiven op
Nieuw-Guinea voorkomend, ontsnappen
ook niet pan de: slachting, dank zij' hun
mooie kantachtige blauwe kuif.
In Londen werden hiervan geveildIn
December 1912 8000 kuiven, in Juni 1913
6338 kuiven.
Ik mag mij niet laten verleiden, het
geduld van den lezer langer op de proef
te stellen met nog meer droge cijfers
en beschouwingen, en twijfel er niet aan,
dat de enkele gegevens die ik hier heb
aangewend, hem reeds voldoende duidelijk
hebben gemaakt, dat er een hoogst ernstig
gevaar dreigt van den kant der vogel-
huidenhandelaars.
Ten einde aan dit gevaar het hoofd te
bieden, is bet dringend noodzakelijk, dat
ook wij Nederlanders, alles doen wat in
ons vermogen is, om deze vreeselijke
meerderen, een stop zetten voor langeren
of korteren tijd van al die industrieën, die
voor hun bestaan op levering aan Jndië
aangewezen zijn. Al de bovengenoemde
klassen van menschen, en dat is zoo
wat heel Nederland, zouden in de diep
ste ellende gedompeld worden.
Nederlanders, waakt! zoo mogen wij
er aan toevoegen. Biedt .gezamenlijk uw
zedelijken steun aan de lands regeering,
die door versterking en uitbreiding der
vloot deze ramp- tracht te voorkomen.
En verootmoedigt, u voor den Heere, die
lankmoedig is en aan terugkeer tot de
gehoorzaamheid aan Zijn .Woord de
schoonste en zekerste beloften verbindt.
X
Frankrijk.
De strijd tusschen Caiilaux, den mi
nister van financiën, en Calmette, den
directeur-hoofdredacteur van de „Figaro",
heeft gisteren een droevige wending ge
nomen en het einde is een treurig drama,
waarin de vrouw de koofdrol speelde.
Dergelijke drama's behooren niet tot de
bijzonderheden. Parijs kent ze meer,
doch we voelen ons allerminst ge
roepen onze lezers getrouw, van
deze sensationeele berichten op; de hoog
te te houden. Zonder in geuren en kleu
ren de aanleiding en de weerzinwekkende
bijzonderheden te publiceeren, willen we
met e«.i enkel woord van dit pólitieke
treurspel gewagen.
Eerst dan een en ander over de poli
tiek van Calmette. Zonder naar een ver
ontschuldiging voor de vreeselijke daad
voor mevrouw Caiilaux te zoeken, moeten
wij den arbeid van dezen Figaro-man
scherp veroordeelen.
De onwaardige polemiek, die Calmette
week aan week tegen den minister van
Financiën Ca.illaux Heeft gevoerd, was
velen tot een ergernis. De Figaro wilde
van Caillaux's belastingplannen niets
weten, doch in plaats van den minister
op- principiëele gronden te bestrijden, liet
het blad niet na allerlei persoonlijke zaken
in het geding te brengén.
In artikelen met hoonende opschriften,
sloeg Calmette dagelijks zijn minne taal
tegen zijn politieke tegenstander uit. Elke
dag begon voor den minister met de
stthimp-taal van de veelgelezen Figaro.
Vrijdag ging het alle perken te huiten.
Calmette publiceerde toen een ouden
minnebrief van de hand van Ca.illaux,
van vele jaren geleden. Welk een peil
van journalistiek, om van zulk een do-
moordpartij! te doen eindigen. Het eenige
Vat te doen is, is een strikt verbod van
invoer, van deelen van 'in 'het wild le
vende vogels, niet alleen als, handels
waar, maar ook voor die vederen enz.,
die als z.g. particulier 'bezit door enkele
personen op hun hoeden en in hunne
bagage worden ing'evoerd.
W|aar hier de Vereenigde Staten xijln
voorgegaan, waar op dit oogënblik in het
Engelsche Lagerhuis een wet van dezelfde
strekking in behandeling is, en waar in
Duitschland eveneens -een dergelijke wet
te verwachten is, mag Nederland met. 'zijn
groote koloniale- en handelsbelangen niet
achterblijven, om mede te werken, het
gebruik van doode vogels als versiering,
binnen zoo kort mogelijfken tijd tot de
geschiedenis te doen behooren. Dit. is onze
plicht als beschaafde natie.
Men zal misschien aanvoeren tegen een
strikt verbod van invoer, ,dat. men toch
geen musschen- en spreeuwenhuiden of
vederen gebruikt voor versieringsdoelein
den, en dus deze zoo nuttige dieren kan
laten bestaan, en, die dan de taak kunnen
overnemen van hunne mooier ,gekleode
collega's, wier vederen dan als een 'ge
wild -artikel van (weelde .kunnen worden
gebruikt.
Misgedacht!
Ten eerste voer ik hier het feit aan,
dat de vogels in 'de Hopen over het al
gemeen een veel mooier kleed hebben
dan die in de meer gematigde luchtstre
ken, zoodat de tropen al zeer spoedig
een groot gebrek 'zouden krijgen aan onge-
kument in de bestrijding van een finan-
ciecl-politieken tegenstander gebruik' te
willen maken. Hoe Calmette aan dien brief
gekomen is, weet men niet. Wel verhaalt
de geschiedenis, dat mevrouw Caiilaux,
die dag aan dag haar man op minne
wijze gefolterd heeft gezien door een om
waardigen tegenstander, het even ontzet
tende als onverantwoordelijke plan op
vatte om Calmette te dooden.
Franscihe lichtzinnigheid beheerschte (het
streven van minister Caiilaux; Franscihe
lichtzinnigheid dreef 'Calmette tot onoor
bare polemiek; 'Franscihe lichtzinnigheid
was oorzaak, dat mevrouw Caiilaux, in
plaats van te berusten, naar het moord
wapen greep.
Haar geduld was uitgeput, niets liad
zij meer om aan te grijpen in den nood.
Een Hemelsioh Rechter kende zij niet en
vreesde zij niet.
Vandaar, dat zij thans nog in alle koel
bloedigheid durft zeggen: „Daar er in
Frankrijk geen recht meer te krijgen is,
kan alleen een revolver aan den veld
tocht een eind maken. E,r is geen recht
te krijgen met "de wetten, daarom 'heb
ik mij zelf recht willen verschaffen".
De „N. R. C." geeft ongeveer de vol
gende lezing van het ontzettende drama:
„Mevrouw, Caiilaux is Maandagmiddag
0111 half zes aan de Figaro gekomen en
zonder haar naam te zeggen, vroeg zij
zich te laten aandienen bij den heer Cal
mette. De heer Calmette was op dat oogën
blik in gesprek met iemand en daar de
dame haar naam niet gezegd had, liet
hij haar ongeveer een uur wachten. (Na
een uur wachtens werd mevrouw Caiilaux
ongeduldig en liet door den knecht een
visite-kaartje onder enveloppe aan den
heer Calmette brengen. Daarop werd me
vrouw Caiilaux binnengelaten. Nauwelijks
had de knecht de deur dicht gedaan of
een redacteur van de Figaro, die juist
voorbij die deur kwam, hoorde eenige
doffe geluiden, alsof men met een lineaal
■op een bureau sloeg. De knecht werd on
gerust en deed de deur open en zag
den heer Calmette in een leunstoel neer
gezegen, terwijl de dame met een revol
ver 'in de hand hij het venster stond.
Hij snelde op de dame af en op zijn
hulpgeroep kwamen onmiddellijk tal van
'redacteurs aanloopen. Men trachtte on
middellijk den heer Calmette te verplegen,
maar hij kon .nauwelijks meer spreken.
Een half uur later werd hiji in -een zieken
auto naar Neuilly vervoerd, nadat hij
eenige woorden van afscheid tot zijn
vrienden en zijn mederedacteuren gemom
peld had. Mevrouw Caiilaux was buiten
gewoon kalm gebleven. Aan het commis
sariaat van politie, waar zij- om zeven
dierte-verdelgers, wanneer niet opi eeniger-
lei wijlzte aan den vogelmoord een einde
werd gemaakt.
Ten tweede kunnen onze vogels uit de
gematigde zone, niet eenvoudig1 worden
overgeplaatst naar de Hopen, omdat, men
met vrijwel absolute zekerheid weet, dat
zij daar niet zouden tieren, omdat izij
hun vijanden en voedsel niet kennen, en
natuurlijk het klimaat totaal anders is.
Mooie vogels verrichten in de tropen
vokomen dezelfde functie ajs bij! ons de
minder mooie, 011 men moet na de le
zing dezer brochure volstrekt niet denken,
dat het er alleen om te doen is de mooie
vogels te doen sparen, omdat wij het
ook over ,witte reigers (aigrettes), para
dijsvogels, kolibries etc. hebben gehad.
Uit den aard der zaak hebben wijl óns
door gebrek aan ruimte zéér te beperken
en zijn enkele hoogst belangrijke zaken
dikwijls niet een enkel woord ge
noemd.
[Waar b.v. gezegd wordt: „deze vogel-s
worden gedurende den broedtijldl belaagd",
kan een ieder die een oogënblik nadenkt,
vatten wat verder bedoeld, maar niet ;gë-
zegd wordt.
In dien fijid namelijk hebben de oude
vogels hun mooiste veeren, maar ook hun
eieren of jongen. jWprden de ouders nu
gedood, dan is het duidelijk dat de eieren
bederven, of de jongen verhongeren, met
het gevolg, dat het .bestaan der soort
ernstig bedreigd wordt.