D, Ao. 139. 1014. Dinsdag£3 Maart 38e Jaargang. ien9 Koe, ode HISTORISCH koop echt 'ormeerdt ïle, EN »n jaren e huur. fop, top fkoe, eiten, tevens op, istbode gd koop, tbode -Janse, ioudekerke VERSCHHNT ZESMAAL PER WEEK en F. P. DHUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De Overheid en de School. Feuilleton. Onder de Oranjevlag. Buitenland. JT Az. t>f ieder af- le leveren IOB WAL- p tingen zij* uur. 5.47 H.A. AN SE va* 3oen. Igsbiljetten lte Goes, ÏNT1AREN gemeente jm ISAAC Boes, Lange pclirijvings- meifc Dins- VADER, -April, bq |124a, Mid- M. 95. I r e n h o e kl Ie kalf, bij le. r uit drie, endragend :SSER Jz., everskerk- e. lei een terke. hf 3nwerk en dres: J. C. sselmonde. 3LEN, Vrij- tegenwoor- ■aagd Seissingel, flink loon narkt, Mid- ei LEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p. f t.25 Enkele nummers0.85 UITGAVE DER FIRMA'S OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes va* 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 110 regels 'f\.iedere regel meer 10 cent. Zij wil dat de staat (voor zoover ontstentenis van veer kracht bij de burgerij hiertoe niet noodzaakt) het beginsel iate varen, alsof de overheid geroepen zou zijn van harent wege onderwijs te doen geven, voorkome dat overheidtscho- len, voor zoover noodig tot propaganda van godsdienstige of tegen den godsdienst ge keerde begrippen misbruikt worden, en alzoo ook inzake onderwijs aan alle burgers, onverschillig welke hunne godsdienstige of paedagogi- sche zienswijze zij, gelijke rechten guune. (Art. 12 van Ons Program.) Het antirevolutionaire program vraagt drie dingen: le. Breking met de theorie der Staatsschool. Dat wil zeggen: niet de overheid lichte scholen op en regele 't onderwijs; maar aan de ouders zij deze taak gegund, met geldelijken steun der overheid. 2e. Geen anti-Christelijke leer worde door middel van de openbare school verbreid. 3e. Gelijke rechten voor alle ouders, van welke richting' of gezindte ook; iedere richting hebbe aanspraak op een school. Dat de a.r. parlij de „openbare" school slecht wil maken, is eene beschuldiging, die reeds een halve eeuw geleden Groen van Prinsterer door zijn (ethische) vrien den v. 4. Brugghen, Beets: en Chantepie de la Saussaye naar het hoofd geworpen Vevd. Toch is! niets minder waar dan dat. Integendeel, Het streven der a.r. partij is de openbare school te verbeteren. De zorg! van do antirevolutionaire wethou ders' De Vries te Amsterdam en v. d. Molen te Rotterdam, is minstens even gioot als1 die van hunne collega's in Den Haag en andere groote plaatsen; en in de kleinere plaatsen zorgen onze antirevolu tionaire gemeentebesturen met even groote hartelijkheid voor de verbetering van het staatsonderwijs als de liberale gemeente besturen elders. Misschien soms nog wel beter. De bewering als zouden de antirevolu tionairen, om niet te spreken van de Roomsch Katholieken en Christelijk hi st orischen, voor het onderwijs geen geld oveï hebben, is reeds lang weerlegd door de millioenen die zij aan de gemeenten hebben rvitgespaardde millioenen voor hunne scholen gestori, de unie- en oranje collecten, den steun door haar aan het Een verhaaHuit het rampjaar (672. door D, PENNING. (Nadruk verboden.) 66'. .'Beiden, moeder en zuster, luisterden met angstige aandacht naar hetgeen An- drieis had te vertellen, terwijl onder zijn spreken de oude Luthersche predikant) Willem Sluiter, dien de onrust uit het huis had gejaagd, binnentrad. De jongen had heel in de vroegte de schaatsen ondergebonden, om eerst naar de Gouwsehe Sluis te rijden, en in het dorp Alphen had hij zijn vader te midden van een troep boeren, met de piek in de hand, vlak voor het gemeentehuis ontmoet. Er heerschte een verbitterde stemming onder de soldaten en het gewapende land volk, omdat zij zonder slag of stoot Bode graven hadden moeten ontruimen. Spion nen hadden trouwens verzekerd, dat de Pranschen geen zwaar geschut bij zich hadden, en onder deze omstandigheden was de terugtocht te smadelijker geweest. De weerJooze vrouwen en grijsaards waren zeer bekommerd, maar de mannen vroe gen elkander af, waarvoor God hun een paar stevige armen had gegeven, indien] zij deze niet gebruikten, om er hun vrou wen en kinderen mee te beschermen. Bet gerucht deed de ronde, dat de dap- Pete graaf van Hoorn het opgeven der posities te Bodegraven gelijk stelde met ambachts- en handelsonderwijs geboden, de stichting en onderhouding der vrije universiteit en van zoo menige inrichting van middelbaar onderwijs, en het hooge schoolgeld, dat zij betalen voor het on derwijs hunner kinderen. Toch moet de offervaardigheid met name voor hooger en middelbaar vrij Christelijk onderwijs nog groo'.er worden. De vrije universiteit op Gereformeerden grondslag levert het beste tegengif tegen de wrange vruchten van 'het openbaar onderwijs aan de rijks universiteiten. De regel dat liet bederf in het beste van dat beste het slechtste maakt dat te bedenken is, geldt ook hier. Het ver gif van het hooger onderwijs werkt snel ler dan dat van het lager. Doch hieruit volgt dan ook dat veel meer nog dan het lager het hooger onderwijs het goede in nationalen zin kan bevorderen. De toekomst van een volk wordt in veel strenger zin beheerscht door zijn acade miën. De geschiedenis onzes vaderlands levert hiervan wel het bewijs. Nederland heeft de kloekste daden verricht en de beste producten van geest en geestkracht gele verd toen wel zijn lager onderwijs op nog zeer lagen trap stonden, doc.li zijn hooge- scholen bloeiden. De waarden der lagere school is dan ook in de vorige eeuw wel een weinig overdreven geworden, in vergelijking met die der hoogere. Onderwijsonderwijs! en nog eens on onderwijs! was de leus, waaronder de partijen elkander in raads- en statenver gaderingen bestookten; was het wacht woord waarmee do moderne NuLsmannen de wacht betrokken bij het heilige huisje, hun school; was de kreet der hope van zoo menigen goeden philantroop in den lande die het den professor Opzoomer uit allerlei toonaard nazong dat volle scho len leege gevangenissen zouden geven. Van dien roes is men thans door de bittere teleurstelling der verkregen resulta ten wel een weinig ontnuchterd. Volle ge vangenissen, en een maatschappij' vol veelwetende brekebeenen, -tkan niet ont kend, die uitslag was te moedbenemend en lokte niet tot toediening' van nog straf fer medicijn, ook al werd het door de voorstanders van de schoolwet van '78 nogmaals, doch met een nieuw fiasco be proefd. een vader- en moedermoord. Graaf Koningsmarck, die zijn lafhartig gedrag een jaar later in de loopgraven van Bonn door een eerlijken soldatendood zou zoe nen, werd diep geminacht; zijn gezag wasi ondermijnd, en het werd ten diepste be treurd, dat de Prins niet aanwezig, was. Maar ook zonder den Prins zouden zij' 't met 's Heeren hulp wel klaar spelen, indien zij maar een krijgsman, een held en een veldheer tot aanvoerder hadden. Dit volk in de wapenen wasi de ware, trouwe wacht der Hollandsiche waterlinie geworden. Holland kon gerust zijn; het was veilig achter dezen levenden muur. Van de Gouwsehe Sluis was Andries naar de Mijdrechtsche vaart gereden, en daar, bij 'de eendenkooi van den heer van Nieuwkoop, had hij den uitlegger,' dat drijvende fort der zeventiende eeuw, ontdekt, dat de weerbaarheid der Holland- sche waterlinie zoo uitermate zou ver- hoogen. Op dien uitlegger deden Kees en Hannes! dienst, en van hier uit hadden de drie gebroeders den verkenningstocht over den Zegvelder Polder gemaakt. Bominé Sluiter, die ruim een halve eeuw in dit dorp had gestaan, en algemeen een groote achting genoot, staarde pein zend in de vlammen van den haard, toen Andries had uitverteld. „We zullen het onweer spoedig hier hebben 1" zeide hij; „kinderen laten wij bidden!" Toen hebben zij samen gebeden, en hun bezwaarde harten voor den Heere uit gestort. Doch ook, al beschuldigen wij de voor standers van onderwijsdat zij het te veel van dat en van dat alleen verwacht hebben, wij mogen niet nalaten te erken nen, dat van onderwijs, mits goed lager onderwijs, ontzaglijk veel afhangt. De school is een onmisbaar kwaad, zeggen de paedagogen. Wij laten het hun zeggen en voegen er aan toe, dat de school onmisbaar is. Onmisbaar in den abnormalen toestand waarin huisgezin en maatschappij en kerk al meer beginnen te leven. Een toestand van machteloosheid om het kind de opvoeding en vorming te geven waarop het aanspraak heeft. Vrucht helaas van den zoo snel gejaagden, nim mer moe gerenden tijd waarin wij leven. Hieruit volgt, dat de school eigenlijk nooit twistappel der partijen had moeten zijnmaar dat allen, als hebbende bij den bloei der volksschool evengelijk be lang, die school als itorgdraagister voor de toekomst hadden moeten aangrijpen. De liberale partij heeft echter van de openbare school een politiek instrument) gemaakt. Van 18781891 vooral heeft de schoolstrijd het leven vergiftigd, en eerst na aanneming der wet Mackay, dank zij de samenwerking der antirevolutionai ren, Roomsch Kathol''ekeu en een deel der Liberalen, is een tijdperk van ver ademing ontsloten, met de erkenning' (in beginsel) der rechtsgelijkheid tusschen neutrale en Christelijke school, en der neu traliteit van den wetgever omtrent de dooi de oudeis te bepalen keuze van de school, waar zij hun kroost wenscihen te Zien opgeleid. Maar om dit te verkrijgen is een jaren lange strijd noodzakelijk geweest. En heeft het ministerie-Kuyper voor een flinkem stap in de richting der finale oplossing van de schoolkwestie gezorgd, nog 'in onze dagen, ten spijt van de instelling eener staatscommissie voor de financieele gelijkstelling, blijft het de vraag of wij die oplossing wel ooit zullen aanschou wen. Toch blijven wij hopen. De kansen staan thans mooier dan ooit. En al spijt ons de majle samenstelling der commissie wij stellen onvoorwaardelijk vertrouwen in den vader van bet Unie-rapport den heer De Sahornin Lohman die om de vrije Christelijke schooi te redden in de politek trad en gedurende een reeks van veertig jaren met mannenmoed, bij veel teleur stelling, gesteund door de liefde van ons De predikant vertrok; Andries, volgde hem de straat op. Het was er als uitgestorvenen na de bedrijvigheid, het gewoel, het moedig krijgsgedruisch der laatste weken had deze doodse he stilte iets benauwends. In vele woningen waien de deuren gegrendeld en de luiken gesloten, terwijl de bewoners naar Leiden en jiouda waren gevlucht. De verschansingen lagen half voltooid; een gedeelte van den schietvoorraad was achtergebleven, toen Koningsmarck het bevel tot den terugtocht neen, tot de vlucht had gegeven. Andries kwam de groote Kruiskerk voor bij, en wandelde het dorp uit, in de rich ting van Zwammerdam, vanwaar een dof ramoer zijn oor bereikte. Toen bleef hij staan, om te luisteren; zijn hart bonsde, en met snelleren stap keerde hij terug, om, den toren te bereiken. De veldwachter stond daar en zeide: „Wou je den toren op; Andries? Dan zullen we samen gaan jongen, het zal ons niet meevallenHeb je een verre kijker?" „Een bestel" antwoordde de jongen, en nu klauterden beiden de houten trappen op, voorbij de groote klokken, en bereik ten den omloop. Andries haalde den verrekijker uit het wambuis, en tuurde aandachtig, naar Zwammerdam. „Zijn er de Franschen al?" vroeg de veldwachter, en Andries' stem beefde, toen, hg antwoordde: „Ik zie den weg van Zwammerdam naar de Gouwsehe Sluis bezaaid "met vluchtende dorpers. En van volk, met en 'naast dr. Kuyper dien wij overigens, nu vooral, noode in de Staats commissie missen voor de rechten der christenoudere gestreden heeft. De geld quaes tie is een der quaestiën welke geregeld moet. Nog kort geleden heeft in de Tweede Kamer de heer V. d. Molen met de cijfers aangetoond, hoever wij van de geldelijke gelijkstelling tusschen openbaar en bijlzonder, of wilt ge, neutraal en thiistelijk onderwijs, nog, af zijn. Wilt gij bewijs? De bijdragen van Rijk en Gemeenten aan de „Openbare" school bedroegen in 1910 gezamenlijk £47,10 en in 1911 f 46,40 per leerling en per jaar. De Rijks bijdrage voor de bijzondere school be droeg f21,80. Opdat men dit kunne na rekenen, geven wij! hierbij' nog de vol gende cijfers: Openbare school met 563047 leerlingen f 26.909.533. Bijzondere school met 353547 leerlingen f 7.645.095. Hiervan ontvingen de besturen van de scholen met den Bijbel voor 158926 leer lingen f3.464.586 a 21.80 per leerling, terijl de oudere dus er nog ongeveer f 1.589.260 moesten bijpassen aan school gelden, bijdragen enz. Deze opgave zijin officieel, dit wil zeg gen: van de Regeering1. Ook is het onbillijk da,t het schoolgeld op vele plaatsen voor gegoeden te laag is, en dat vooral daar waar een bijzondere school is de concurrentie tusschen beide scholen deze laatste zoo schrikkelijk drukt. Gevolg mede hiervan dat de liberale ge meenteraden het in de wet-Mackay vast gelegde vereischte minimum-schoolgeld van twintig cent per maand tot een maxi mum hebben gemaiakt, waarboven zij niet gaan willenten gevolge waarvan nu zelfs de meest welgestelde menschen er met twintig cent schoolgeld per maand voor één kind, en dertig cent per maand voor twee kinderen af 'zijn. Deze klacht geldt in nog hoogere mate voor het middelbaar en hooger onderwijs, van hetwelk door zeer vele kinderen van meergegoeden gebruik gemaakt wordt. Vooral de kosten voor hooger onderwijs zijn hoog. Voor een student te Ledden moet jaarlijks duizend gulden door de be lasting-betalende burgers worden bijgepast. den anderen kant, van de Mijdrechtsche kade, nadert de Fransohe ruiterij." „Zijn het de onzen niet? Ik heb gehoord, dat veldmaarschalk Wirlz uit Gorkum elk oogenblik kan komen, om den boel recht te zetten." „O neen," zeide de jongen hoofdschud dend, „dat is generaal Wirtz niet. Eerder zou het Prins Johan Mauritsi van Nassau kunnen zijn. Maar Nassau kan het ook niet zijn die kan Muiden niet verlaten! Ik zie trouwens aan de uniformen heel duidelijk, dat het Fransohe ruitere onder kolonel de Melao zijn hier, kijk ook maar eens-1" „De wipbrug over den Rijn is opge haald," zeide de veldwachter. „Dat beteekent weinig", antwoordde An dries. En in een vlaag van bittere moede loosheid barstte hij uit: „O, ik heb het ééns beleefd, zoo'n paniek, een half jaar geleden, in Gelderland I En het gaat weer eender! 'tls de angst, die Koningsmarck heeft aangetast. Voor niets is gezorgd. Die opgehaalde .wipbrug geeft niéts, man, niets! En dat de Rijn open ligt geeft ook niets heelemaal niets. Daar liggen immers schuiten aan den rechteroever de vijanden varen daar over, en laten de brug neer!" „Ze bemachtigen reeds de roeibooten!" zeide de veldwachter; „onze wacht aan de brug springt in het zadel, om te vluch ten vreeselijk! vreeselijk, nu is alles verloren!" De beide Bodegravers stonden daar op den torentrans als in den ban van 'n 'n verschrikkelijk, ontzettend gezicht. Zij Albanië. „Aan den voet van een voorgebergte liggen aan zee een paar huizen, waarvan men van de haven uit er slechts een twin tig kan zien: dat is Durazzo, de nieuwe hoofdstad van Albanië, niet meer dan een groot dorp." Zoo schildert de op heil lbogenblik in Albanië verblijf houdende ma dewerker van de „Gaulois", Le March and, zijn eersten indruk van de nieuwe resi dentie van den Prins von Wied. Eén straat met winkels, één plein, dat eigenlijk reeds buiten de stad ligt, een paar ver spreide huizen, dat is alles. Vroeger leef den hier 6000 menschen, nu zijn het ea ongeveer 8000, wanneer men de vluchta-, lingen uit Servië meerekent. Een eigen lijke haven js er niet, slechts, zandbak ken en een paar overblijfselen Van een oude pier. In de nabijheid liggen eel* paar zeilschepen voor anker, die met dent aanvang der lente weer zullen vertrekken. Een stoomboot uit Triest brengt juist meubels aan voor het koninklijk slot. Al- baniërs, in hun bonte kleederdraoht, bren gen de kisten aan land en naar het „slot". Aan de andere zijde van het strand liggen twee huizen. Het grootste, daarvan, waarbij een uitgestrekte tuin be hoort, is de toekomstige woning van den vorst. Men is er druk aan het werk; ar chitecten en opzichters geven er hun be velen. Een electrische motor, in een kleine» loods opgesteld, verlicht het bouwterrein, want er wordt dag en nacht gewerkt. En nog komt men slechts langzaam voor uit; want de Albanische arbeiders zjjn lui. Een heeft een uur noodig om wat cement te mengen, een ander brengt een handvol puin op een kar weg' Wanneer het zoo voortgaat, dan zal do vorst, wanneer hij' in zijn nieuwe residen tie landt, nog zelf het werk kunnen lei den. Maar wat dan ook verandert en verbetert, het aanzien van het huis blijft leelijk. Het heeft twee verdiepin gen en ziet met negen vensters op zee uit. Aan drie vensters op de eerste ver dieping en aan één op de tweede zijn ijzeren balconnetjes' bevestigd. Verder ziet men een klein uitbouwsel met drie vensters en één balkon. Hoe langer men zich iri Durazzo be vindt, hoe meer men zioh afvraagt, waar toch de gezanten, ambtenaren en allés wat het hof met zich meebrengt, een onderdak zal moeten vinden. Groote hul zen bestaan er niet. Maar de huiseigenaars lachen. De huurprijzen zijn reeds verdub beld en verviervoudigd; voor huisjes met zagen, hoe de rooversaard boven kwam bij de gevierde soldaten van Koning Lode- wijk; de rooversi plunderden Zwammer dam zij vochten met elkander om den buit. Er was geen weerstand, geen verweer; de angst de paniek had de armen verlamd en slechts één boer was er, die geheel alleen den strijd aandorst tegen tiendui zend Fransohe soldaten. Gister had de vrouw gezegd„Laten wij vluchten!" en hij had geantwoord: „Ik zal u en de kinderen bij mijn broer te Aariandorveen brengen, doch zelt' zal ik mijn vaderlijk erf tot het uiterste verde digen." Zoo was het ook geschied, en nu stond hij daar, aan den ingang van de deur, met een geducht vuurwapen, dat met zwaren hagel was geladen. Twintig soldaten kwamen zgn erf ophol len; hg legde zoo bedaard aan, alsof hg bezig was, de schaar van de ploeg te verzetten, en gaf hun de volle laag. „Dat is nog niet mijn slechtste scholi geweest!" mompelde de boer, terwgl hjjl drie soldaten zag vallen „nu zullen ze met mijn zeis kennis maken!" Met dat verschrikkelijke wapen sloeg hij den voorsten aanvaller een doodelijke wond; hij maaide den tweede het hoofd af, zooals de maaier het gras afmaait. En toen dat hoofd met den grgnzenden plooi om den mond voor zijn voeten viel, schopte hij het van de stoep af, alsof hij beducht was, dat het huis er door, ontwgd zou worden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1