I>E ZEEUW Uit de Provincie. Landbouw TWEEDE BLAD. Uit de Pers. Feuilleton. Buitenland. Leestafel Gemengd Nieuws, Onder de Oranjevlag. doen geweest, d.w.z. het tooneel ran ru moerige scènes. Het was naar aanleiding van een motie van wantrouwen in den voorzitter van het huis, welke door de oppositie was ingediend. De minister-president, graaf Tisza, nam het eerst het woord, om te verklaren, dat deze motie niet op de dagorde kon geplaatst worden, maar de oppositie schreeuwde zoo hard, en maakte zlooveel lawaai, dat zijn woorden niet te hooren waren. Onder de herriemakers dei- oppositie was ook de vroegere minister van justitie, Szekely, en lid der regeeringspartij, ba ron Podmanicki riep hem toe: „maak niet zoo'n lawaai, vertel ons liever eens hoe veel gij van de Panama- en zoutgelden in uw eigen zak hebt gestoken!" „Schurk, schurk!" schreeuwde Szekely. Hij werd tot de orde geroepen en deelde dan mede, dat niet hij, maar wel Pod manicki van deze gelden had opgestre ken. Podmanicki noemde dat een leugen, hij had geen gestolen geld noodig. De Opwinding werd al hooger en hooger, en om vechtpartijen te voorkomen, sloot de voorzitter maar spoedig de vergade ring. Middelburg. Door het sociaal-democra tisch lid van den gemeenteraad, den heer J. Onderdijk, is bij den raad het vol gende voorstel ingediend: Do raad der gemeente Middelburg, van oordeel, dat het billijk is bij de heffing der plaatselijke inkomstenbelasting, dit te doen geschieden volgens een stelsel van stijgende percentage, zooals bij art. 243 IV 2e Tier gemeentewet is toegelaten, ver zoekt B. en Wl in dien geest een voorstel aan den raad te doen op de grondslag van het in de vorige vergadering1 aange nomen voorstel tot kinder- en eohtgenoote- aftrek. Het voorstel is vergezeld van een toe lichting, waarin gewezen wordt op het groot aantal plaatsen waar reeds progessiie is ingevoerd. Gaarne hebben wij voldaan aan het" verzoek van de firma gebroeders Wage- naar, die hunne zaak hebben verplaatst van de Langedelft naar de Markt K 4, om in het nieuwe magazijn een kijkje te komen nemen en wij zijn overtuigd ge raakt, dat niemand, die ons voorbeeld zal volgen, niet onvoldaan den winkel zal verlaten. De orgels en piano's, zooals men weet het hoofdartikel van de firma, komen in de nieuwe omgeving veel beier tot hun recht en er kunnen meer exem plaren vrij worden geplaatst, zoodat men zich direct beter kan overtuigen van den grooten voorraad die de firma heeft. Be halve genoemde instrumenten is ook in violen, citers enz-, een groote collectio aanwezig. Als iets nieuws1 noemen wij de Pianomandoline, een gemakkelijk in strument om de citer te bespelen en een zijden of imitatie-zeemlederen omhulsel voor de viool. In muziekboeken heeft de firma van de lichtste tot de zwaarste stukken, dus voor elk wat wils. Voor hen, die zonder moeite de piano willen be spelen, blijft de pianola zeker een prae- tiseh hulpmiddel. O,- en W.-Souburg. In de gisteren gehou den raadsvergadering, die door den voor zitter met gebed werd geopend, werd voor lezing gedaan van de volgende ingeko men stukken: le. Schrijven vanwege de S.S., waarin de verlichting van den overweg te West- Souburg voldoende werd genoemd en dus aan het verzoek van het gemeentebestuur om verbetering der verlichting aldaar niet zou worden voldaan. 2e. Proces-verbaal van kasopneming: van den gemeenteont vanger en rekening der Nieuwjaarscom missie. f Beide stukken werden voor kennisgei ing aangenomen. Op een adres van P. Wisse om» vergun ning tot verharding van den Schroeweg, voor zoover deze onder de gemeente ligt, met kleibestrating werd gunstig beschikt en fevens werd na breedvoerige discus sie met 7 tegen 4 stemmen besloten het onderhoud van bedoeld wegsigedeelte voor rekening der gemeente te nemen. De hee- ren de Keijzer, Cijsauw, Pieterse en De Pagter waren tegen het onderhoud voor rekening der gemeente te nemen. Een voorstel van B. en W,. om afwijzend te beschikken op een verzoekschrift der caféhouders om het sluitingsuur op 12 uur ite bepalen werd aangenomen met 10 stemmen. De heer Visser bleef buiten stemming. Vooris werd de begrooting voor 1913 ge wijzigd en op eenige plaatsen in die be grooting af en over geschreven. Ark 66a der algemeene verordening vair politie werd als volgt gewijzigd: Het is verboden te venten of ten verkoop aan te bieden van melk of room, waaraan water of andere stoffen zijn toegevoegd. Op voorstel van den voorzitter werd het besluit genomen het gemeentehuis ]>e- schikbaar te stellen voor het houden van zitting door den Rijksontvanger. Bij de rondvraag wees de heer de Keij zer op de noodige herstelling van palen, waarop het verbod is vermeld vuilnis in de sloot te werpen. Door den heer Wisseling werd gevraagd of de bewaarschoolonderwijzeres met ge bed mocht aanvangen, spreker vreest dat dit voor andersdenkenden aanstoot zal geven. De heer-de Keijzer zegt, dat de bewaar school is voor alle ingezetenen en dat de overgroote meerderheid voor het gebed is. Spreker prijst de handelwijze der on derwijzeres en hij zou niet gaarne mede werken haar het bidden te verbieden. Men moet niet vergeten dat onze natie een godsdienstige is. 'Ook de heer Danïelse verklaarde zich voor het bidden op de bewaarschool. 1 Met 9, tegen 2 stemmen besloot men de onderwijzeres het bidden niet te verhin deren. De heeren Wisseling en Jobse wa ren daartegen. De heer Arendse wijst op eenige moei lijkheden die het afsluiten voor het verkeer vanuit den Ritthemschen weg veroorza ken. Op voorstel Van den heer Ranielse wordt besloten aan Ged. Staten een adres te richten, waarin wordt gewezen op noo dige herstellingen van den Middelburg Vlissingschen rijweg. Landbouw en Levens ver z e k e r i n g Dezer dagen verscheen een brochure over Landbouw en Levensverzekering, die voor onze landbouwers niet van belang ontbloot is. Met genoegen kondigen wij het verschijnen aan. 't Zou ons niet verwonde ren, indien dit boekje in landbouwende kringen in vele handen kwam, te meer waar het op schriftelijke aanvraag dooi den heer E. Slik te Breda kosteloos wordt toegezonden. Waar ieder landbou wer het dus: in zijn bezit kan krijgen, daar komt het ons overbodig voor uit den rijken inhoud van deze brochure hier en daar een greep te doen. Tholen. In Tholen is, volgens de &M. Crt.", op de hoeve van A. Buijb een ge val van miltvuur geconstateerd. Het ca daver wordt verbrand. Hengstenkeuringen in Neder land. „De Paardenvriend", officieel orgaan van den Nederlaindschen Stalhoudersbond, heeft een beschouwing gewijd aan de heng stenkeuringen in Nederland, welke in de volgende zinsnede kan worden samenge vat: Het rijik keurt wedstrijden af, stelt ju ryleden aan, zonder van hen een exa men te vragen en meent de Nederland- sche paardenfokkerij1 er hoven op- te kun nen helpen, door van het fokmateriaal alleen de uiterlijke vormen en den draf aan halster te beschouwen. (N. R. Crt.) Invoer van aardapipelen in de Vereenigde Staten van Amerika. Zooals indertijd bekend is gemaakt, heeft de regeering der Vereenigde Statten van Amerika, ten einde de aardappelcul- VAN ZATERDAG. 21 FEBRUARI 1914. Een noodgedwongen verweer. Er dient eindelijk klare wijn geschon ken Het luist mij niet langer in Neder- landsc-he en Indische bladen als een „ge temde leeuw" te worden gesignaleerd en van „draaierij" beschuldigd, en nog min der in partijbladen als o.a. „de Volksi- stem" van 17 Januari 1914 te worden verdacht gemaakt als „Gast van den Gou verneur-Generaal" Aldus de aanhef van een artikel van het Eerste Kamerlid, H. van Kol, in „Het Volk" onder bovengenoemden titel. De schrijVer wijst eerst op zijn wenken gedurende veel jaren voor een „gezonde" volksbeweging in Indië, om daarmee aan te toonen, dat hij van de toestanden wel degelijk op de hoogte is en tenminste evenveel recht had om een oordeel te vellen .als. sommige p'artijgenooten, „die vrijwel uitsluitend konden afgaan op de mededeelingen van één persoon, en wel van iemand, die mij! persoonlijk onver schillig laat, doch die, jammer genoeg, de I.-P.-beweging wist te leiden in eene richting, die ik niet aarzel noodlottig te noemen voor de gezonde ontwikkeling daarvan", aldus de heer Van Kol. Hij verklaart zich geenszins de vijand van de Indische Partij1, doch alleen tegenstan der van een vorkeerde taktiek, en van menscben met valsche leuzen. In het kort vermeldt schrijiver de juiste toedracht van zaken in de soc.-dem. Ka merfractie. Men slaagde erin, naar den heer Van Kol werd meegedeeld, de oogen der drie „bannelingen" voor oen levens vatbare beweging te otpenen; de geïnter neerden. waren, meende schrijVer; daarna een opvatting omtrent de te voeren be weging in Indië toegedaan, die hij| (Van Kol) kon goedkeuren. In een verklaring, door het drietal onderteekend, was die opvatting nader omschreven. Ten zeerste was ik dus verbaasd, ver volgt na deze uiteenzetting de heer Van Kol. i 1 1 Ten zeerste was ik dus verbaasd, Versoheiden dagen later in de „Indiër" (het lijforgaan Van D. D.) letterlijk te lezen: „Ik weet niets van een schrif telijke verklaring van ons, bij de so- ciaal-demakratisohe Kamerfrak tie inge komen. Ik weet niets, van door den korrespondent bedoelde erkenningen. Mij is niets bekend van door den lieer Troel stra aan den Minister van Koloniën over handigde verklaringen van ons. Noch ook hegrijlp ik de vermoedens van den korrespondent omtrent eene verdere ver klaring". Vlak daartegenover staan de juiste woorden van Vliegen in „Het Volk" van 24 Januari: „De Verklaring is dan ook opgemaakt. Troclstra heeft den inhoud in de fractievergadering ter kennis gebracht. Ze is den minister ge zonden. Van Kol had dus gelijk met zijln mededeeling". Minder juist was echter vriend Vlie gen door hen ingelicht, toen hij meende, dat D. D. zi,ch reeds in Indië, althans gedurende de laatste maanden, afkeerig toonde van gewelddadige middelen, Ver klaarbaar uit bet feit, dat ft. D. voort durend van taktiek en strijdwijze Ver anderde en zich met de soepelheid van den Oosterling wist aan te passen aan de wenschen der personen, van wie hij hulp en steun kon" verwachten. Daar over een enkele toelichting, waarbij ik zooveel mogelijk lange citaten zal ach terwege laten, ofschoon die in ruime mate naast mij liggen en ik ze dus slechts voor het grijpen heb. Doch in dit dagblad-artikel moet wel met een vluchtige opsomming worden volstaan. Ovel' het al of niet geoorloofde van geweld in sommige gevallen is. thans, geen sprake. Alleen moet worden aan- Een verhaal uit het rampjaar 1672. door L. PENNING. (Nadruk verboden.) 58.) Vóórt trok het corps mariniers; een heilige wijding tintelde door hun ade ren, en de strijdpsalm der oude Geuzen daverde op naar den Hoogen De Heer zal opstaan tot den strijd; Hij zal Zijn haatren wijd en Zijd Verjaagd, verstrooid doen zuchten; Hoe tTotsch Zijn vijand wezen moog', Hij. zal voor Zijn ontzaglijk oog Al sidderende vluchten! HOOFDSTUK XX. In groote spanning werd het verloop1 van den geduchten aanval in het Oosten ge volgd". Elk half uur kwamen langs de smalle kaden en wegen, in een wijden boog om de vesting Woerden heen, de renboden, om den voortgang van den strijd mede te deelen, tenvijs Andries, door zijn vader vergezeld, de stellingen aan de Gra venbrug ging' opnemen. Het was een moeilijke, bezwaarlijke tocht, maar de zorg om het lot van Van Zuylensteins krijgsvolk dreef hen Voort; «iemand kwamen ze tegen dan de ordon nansen, die de rapporten hadden over I getoond, in hoeverre juist was de bewe ring van D. D„ dat hij steeds afkeerig was van het aansporen tot gewelddadige strijdmiddelen. Daarnaar kan zijn ver trouwbaarheid en zijn „mentaliteit" worden afgemeten. En dan lezen wij in zijn "Tijdschrift" van 15 Mei 1912: „Do tegenpartij (Regeering) wapent zich, duwt ons, terug", maar de tegen druk wordt zoo machtig, dat men een maal vlammen zal zien oplaaien." Op het le Indiërs kongres te Sema- rang werdvan „een atmosfeer Van bloedwalm" gesproken. Hervormingen, schrijft die „aclionist", hebben steeds geiaald, de konsekwente revolutionair houdt zich daarmee niet op, want hij is „man der daad," „Hoe voert het socialisme den strijd? met het botte wapen van het parlementarisme" (15 Aug. 1912); de politieke macht wordt echter alleen verkregen door physieke kracht..... niet met stembriefjes." „Van praat-politiek", heet het dan weer, „moeten wij komen tot daad- politiek; elke gelegenheid tot staking worde aangegrepen; syndikalisme kan lot een beteren vorm van sabotage uit groeien." Het machtige wapen van den Oosterling is de boykot en „iedereen moest maar voor zich zelf' weten, wien en wat hij moest boykotten". Dat zaaien van verbittering, zulk opzweepen van hartstochten en ondanks zijn ontkennen dat kweeken van rassen haat tegen den Nederlander, moest wel op den duur bedenkelijke gevolgen heb ben, en ook do bedekte aansporing tot bommenaanslagen kon in dat milieu al lichtelijk leiden tot politioken moord, door ons, sociaal-demokraten, immers onder deze wetgeving hartgrondig ver foeid. „Welk verschil is er of men de revolver of de dynamietbom gebruikt om zijn doel te bereiken en het Va derland te dienen? (Over het Koloniale Ideaal 21 Maart 1913). Frankrijk. Te Parijis is onder vele sociale kvves- ties, die daar te vergeefs naar oplossing, ja, zelfs Oip eenige belangstelling1 en aan dacht wachten, een dei1 meest dringen de, het woningyraagstuk. En toch, de toestand is onhoudbaar; er heerscht schreiende nood. D© weinige hulp) die geboden wordt is; la|ng niet Voldoende, om den toestand ook maar eenigszins draaglijk' te maken. De huren der kleine woningen, die minder doen dajn 500 francs, zijp van 1900 tot 1910 met 15 ten honderd gere zen en alleen in 'tjaar 1911 nog: een kleine vij|£ procent daarbij'. Weet men wel, Vraagt de „Crodx", wat dit beteekent. Het onvermijdelijke gevolg is geweest: ophooping" van een geweldig'© maissa volks in benauwde hoekjes. Te Parijis is 26 procent, dus. meer dan een vierde der bevolking, gehuisvest in Woningen die uit één vertrek bestaan en ei' zijln plaatsen, waar dit schrikwekkend verhoudingscijfer nog veel hooger loopt. Ja, er zijp, bij een ingesteld onderzoek in verschillende plalatsen hoinderde woningen zonder één venster ontdekt. Men kan gerust zeggen, dat te Parijis 400000 menscben wonen, voor wie geen plaats is en die zich dus maar op; de eene of andere manier moeten behelpen. De gevolgen blijven niet uitde tu berculose heerscht in ai die kringen op; vreeselijke manier; andere en sterker be smettelijke ziekten verbreiden er zich tel kens met schrikbarende snelheid. De kin deren vinden van kleins af hun opvoe ding op! straat en welk een straat; de vaders zoeken hun troost bijl den drank en de moeders vervallen tot ruwe wan hoop1. Vooral voor de grootere gezinnen is de toestand ondraaglijk geworden en de'wer ken van liefdadigheid, die zich dezien nood aantrekken, kunnen maar betrekkelijk wei nig doen. Oostenrijk-Hongarije. Het Hongaarsehe Huis vau Afgevaardig den, is Donderdag weer eens in zijp ouden te brengen, en twee voetgangers, die diep in hun regenkappen gedoken, hen pas seerden. „G'enavondzeide baas Dirksen, ter wijl zij voorbijgingen, maar ze gaven geen antwoord, en de baas, keek even om. Juist keerde de langste der beide mannen ©ven het hoofd om, en bleef staan. Maar de duisternis was te groot, en de afstand 'reeds te ver, om elkander te kunnen onder scheiden; en baas Dirksen en zijn zoon liepen snel voort, langs den watermolen van Gravesloot vlak ten Oosten van Woer den, waar de eerste verschansing: door generaal Nassau, heer van Zuylenstein, was aangelegd. Ze was bezet door afdeelingen der in- fanterie-regimenten Stirum en Solms, dap per krijgsvolk, dat slechts in de uiterste noodzakelijkheid de schans zou opgeven. Onze voetgangers vertoefden daar eenige uren, en zetten dan den tocht voort naar de hoofdstelling aan de Gravenbrug, die door de overige compagnieën van dc regi menten Stirum en Solms waren bezet. Andries, die door een bijzonder vrijge leide van den Prins was gedekt, werd door generaal van Zuylenstein, die op de mon ding van een stuk geschut zat, vriende lijk begroet. Hij vroeg met de levendigste belangstelling, of hun beiden onderweg niets verdachts was opgevallen. Baas Dirksen verklaarde, dat slechts twee men scben hun te voet waren tegengekomen,, en dat zij in de richting, van Kamerijk een gedruisoh hadden gehoord, dat An dries aan een overlaat had toegeschreven. „Goed opgemerkt!" meende de generaal, de handen aan het wachtvuur wannend; „neen, dat is niet verdacht. De vijanden kunnen mijn stellingen trouwens niet om trekken, ze kennen den weg niet door dat warnet van wegen en kaden o neen, zij durven niet." De bevelhebber was: zeer tevreden; een moedige glimlach gleed over zijn recht schapen krijgshaftig gelaat, en de hand in een bepaalde richting uitstrekkend, zeide hij: „Daar ginds: zijn de Franschen bij hoopen gevallen; generaal van Luxem burg wilde er met geweld doorheen bre ken, maar mijn musketiers stonden als muren, en Zijn Hoogheid zal over ons tevreden zijn." Terwijl deze dappere krijgslnian zich ver heugde over de schitterende verdediging van zijn post, en jzijn manschappen druk in de weer waren om het geschut en de musketten na le zien, stond generaal Lu xemburg te stampvoeten van ongeduld. „Waar blijft Jan Pietersen?" vroeg hij „bij de Heilige Maagd ik laat hem vierendeelen, als hij niet binnen een kwar tier hier is Het licht der toortsen wierp zijn schijn sel op; dien grooten, monsterachtigen kop met het rossige haar, gedragen door een zwaren, korten romp1. Nóóit hadden de Zeven Provinciën een wanstalliger men- schenkind gezien; niet slechts rijn rug, maar ook zijn borst was vergroeidhet maakte den indruk, alsof deze kleine, leelijke kerel met die harde, wreed©, uit puilende oogen en die echte rooverstronie, op zijn borst en zijn rug onder de kleeren zijn geroofde kostbaarheden had verstopt. De drift van den generaal bekoelde, nu Jan Pietersen voor den dag' kwam:. Heb je het gat goed opgenomen, Pie tersen?" „Ik ben de verschansingen rondgeslo pen, Generaal 1" „Hoeveel man liggen er?" „Ik denk 800 man." De generaal haalde het groote ruiterpi stool te voorschijn. „Denk er om, dat ge de waarheid spreekt 'hoeveel isjtukken geschut?" „Twee gotelingen; generaal Frederik van Nassau kommandeert e;r." „Verder liggen in die richting nog meer schansen?" „De Snellersehans bij de Snellerhrug tusschen Woerden en de Gravenbrug in." „Is ze bezet?" „Door kolonel Palm. met 500 mariniers." „Adjudant is de oude Jood reeds hier?" „Vijf minuten geleden is hij gekomen, Generaal!" „Hij zal onmiddellijk hier verschijhen 1" Benjamin de Jood trad den kring der officieren binnen. „Jood," zeide de generaal, i;is. de Snel lersehans bezet?" „Een uur geleden, generaal!" „Door wie?" „Door kolonel Palm, met 500 Holland- sche mariniersDe Prins was er niet ge- tuur daar te lande tegen zekere ziekten te beschermen, met ingang van 22 Decem ber 1913 den invoer van aardappelen uit een aantal landen, Waaronder ook Neder land, verboden. Tevens zijn door de Ame- rifcaansche regeering verschillende voor waarden gesteld, waaraan moet worden voldaan, alvorens dit invoerverbod kan worden opgeheven. Over deze voorwaar den worden thans met de Ameiikaanscihe regeering onderhandelingen gevoerd, waar van de uitslag nog moet worden alge- wacht. Gerekend moet echter worden met de mogelijkheid, dat overeenstemming zal worden verkregen en dus over kortoren of langoren tijd de invoer van aardappelen uit ons land in de Vereenigde Staten weder kan worden toegestaan. Wordt het invoerverbod opgeheven, zoo zal, blijkens de voorwaarden, door de Ame- rikaansche regeering gesteld, do invoer alleen worden geoorloofd aan personen, die daartoe een speciale vergunning (per mit) van de Amerikaansche regeering heb ben ontvangen. In verhand hiermede wordt hun, die voornemens zijn aardappelen naar Amerika uit te voeren, in overweging ge geven, reeds thans een zoodanige ver gunning aan te vragen on wel onder ge bruikmaking van 'een daartoe door de Ame rikaansche regeering voorgeschreven mo del, dat is opgenomen in de St.ct. no. 44. Wordt een vergunning verleend, zoo moet deze telkens bij den invoer van een partij aardappelen aan de douane worden getoond. Voorshands worden in geen geval vergunningen afgegeven van hungeren duur dan tot 30 Juni 1914. (St.ct.) W oord en Beeld (no. 8) bevat o.a. een artikel „Aan het meer van Gennésa- reth", verduidelijkt door enkele mooie foto'seen woord gewijd aan de nagedach tenis van ds. W. J. A. "Notten met een tweetal portretten. Een populair artikel (hij de platen) verhaalt van het leven en streven van wijlen prof. Bart van Hove (overleden 10 Februari 1914). In 't g'eheel tollen we wel 'n twin tigtal foto's. Dc rubriek Op den Uitkijk is belangwekkend en actueel. Timotheus ,het bekende geïllustreer de weekblad, bevat onder velerlei andere wetenswaardigheden Taalkundige Verza melingen van (mej.) H. S. S. K(uyper); In Gebed van A. L. van II.; een artikel van A. L. over Michel Angelo en Galileo Ga- lileï. Van A. J. H(oogenbirk) dit f ohoone kern achtige woord: V e r s o h i 1. Wat leert natuur den mensch? Met anderen te twisten; Te twisten met zichzelf Dat leert gena den Christen! Kleine kinderen levend v c r b r a n d. Te Ploderberg, in Zuid- Sliermarken zijn 5 kteine kinderen levend verbrand. Terwijl de ouders waren uitge gaan, speelden de kinderen met lucifers. Het gevolg was, dat er brand ontstond, en de kinderen in do vlammen omkwa men. Zoo jong reeds landver rader. Voor het rijksgerecht te Leip zig heeft eergisteren een 17-jairig| jong, maatje Bernhard Schnifrier als! landver rader terecht gestaan. De knaap, die oor spronkelijk voor de zending: bestemd was, was sedert October 1912 bij: een groote fabriek van ontplofbare stoffen werkzaam en eigende zich daar een aantal stukken en bescheiden toe, die hij aan den Fran schen inlichtingendienst uitleverde. De zaak werd met gesloten deuren behandeld en eindigde met de veroordeeling van den beklaagde tot vijf jaar gevangenisstraf, met aftrek van drie maanden voorloopige hechtenis:. Een vriend van hem, die van het mis drijf afwist, maar er de overheid niet mee in kennis! gesteld had, kreeg negen maan den gevangenisstraf. rust op hij vreesde, dat u de Graveschans toch nog zoudt bemachtigen, en daarom wenschte hij een tweede bolwerk tus- gcihen u en Woerden." „Veel eer voor mij,'bromde de géne raal, „dat hij zoo'n goeden dunk van mij heeft zoo, Milan, ben jij daar? Heb je de dooden en géw;onden geteld?" „Ik schat, dat er 400 dooden zijn, Ge neraal Van de officieren isi de helft dood of gewond 1" „Ik dacht het wel,' 'hernam de op perbevelhebber met een somber gebaar. „Het verlies aan officieren is onrustba rend groot I" „De Prins van Oranje moet order heb ben gegeven," zeide kapitein Milan, „om er onze hoogen het eerst uit te pikken." Luxemburg antwoordde er niet op'; hij zweeg even, om dan bevel te geven, dat er onmiddellijk wagens zouden gerequi- reerd worden, ten einde de gewonden naar de Utrechtsche hospitalen te trans porteeren. Hij wendde zich tot een zijner kapiteins, „Hebt ge 'tgehoord? Achthonderd man met twee stukken geschut in een zwak ke verschansing houden het een hal ven dag uit tegen drie duizend man van de voortreffelijkste troepen, waarover Ko ning L odewijk beschikt. Ik zeg, dat de Hollanders aanleeren. 'tls ellendig; we hadden den 20sten Juni te Muiden moeten zijn. Wat hebben we sinds dien datum uitgevoerd? Vier kostbare maanden heb ben we onherroepelijk verloren laten gaan. (Wordt Vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 5