I>E ZEEUW
Uit de Provincie.
Landbouw
TWEEDE BLAD.
Uit de Pers.
Feuilleton.
Buitenland.
Leestafel
Gemengd Nieuws,
Onder de Oranjevlag.
doen geweest, d.w.z. het tooneel ran ru
moerige scènes. Het was naar aanleiding
van een motie van wantrouwen in den
voorzitter van het huis, welke door de
oppositie was ingediend.
De minister-president, graaf Tisza, nam
het eerst het woord, om te verklaren,
dat deze motie niet op de dagorde kon
geplaatst worden, maar de oppositie
schreeuwde zoo hard, en maakte zlooveel
lawaai, dat zijn woorden niet te hooren
waren.
Onder de herriemakers dei- oppositie
was ook de vroegere minister van justitie,
Szekely, en lid der regeeringspartij, ba
ron Podmanicki riep hem toe: „maak niet
zoo'n lawaai, vertel ons liever eens hoe
veel gij van de Panama- en zoutgelden
in uw eigen zak hebt gestoken!"
„Schurk, schurk!" schreeuwde Szekely.
Hij werd tot de orde geroepen en deelde
dan mede, dat niet hij, maar wel Pod
manicki van deze gelden had opgestre
ken.
Podmanicki noemde dat een leugen, hij
had geen gestolen geld noodig.
De Opwinding werd al hooger en hooger,
en om vechtpartijen te voorkomen, sloot
de voorzitter maar spoedig de vergade
ring.
Middelburg. Door het sociaal-democra
tisch lid van den gemeenteraad, den heer
J. Onderdijk, is bij den raad het vol
gende voorstel ingediend:
Do raad der gemeente Middelburg, van
oordeel, dat het billijk is bij de heffing
der plaatselijke inkomstenbelasting, dit te
doen geschieden volgens een stelsel van
stijgende percentage, zooals bij art. 243
IV 2e Tier gemeentewet is toegelaten, ver
zoekt B. en Wl in dien geest een voorstel
aan den raad te doen op de grondslag
van het in de vorige vergadering1 aange
nomen voorstel tot kinder- en eohtgenoote-
aftrek.
Het voorstel is vergezeld van een toe
lichting, waarin gewezen wordt op het
groot aantal plaatsen waar reeds progessiie
is ingevoerd.
Gaarne hebben wij voldaan aan het"
verzoek van de firma gebroeders Wage-
naar, die hunne zaak hebben verplaatst
van de Langedelft naar de Markt K 4,
om in het nieuwe magazijn een kijkje te
komen nemen en wij zijn overtuigd ge
raakt, dat niemand, die ons voorbeeld zal
volgen, niet onvoldaan den winkel zal
verlaten. De orgels en piano's, zooals
men weet het hoofdartikel van de firma,
komen in de nieuwe omgeving veel beier
tot hun recht en er kunnen meer exem
plaren vrij worden geplaatst, zoodat men
zich direct beter kan overtuigen van den
grooten voorraad die de firma heeft. Be
halve genoemde instrumenten is ook in
violen, citers enz-, een groote collectio
aanwezig. Als iets nieuws1 noemen wij
de Pianomandoline, een gemakkelijk in
strument om de citer te bespelen en een
zijden of imitatie-zeemlederen omhulsel
voor de viool. In muziekboeken heeft de
firma van de lichtste tot de zwaarste
stukken, dus voor elk wat wils. Voor hen,
die zonder moeite de piano willen be
spelen, blijft de pianola zeker een prae-
tiseh hulpmiddel.
O,- en W.-Souburg. In de gisteren gehou
den raadsvergadering, die door den voor
zitter met gebed werd geopend, werd voor
lezing gedaan van de volgende ingeko
men stukken:
le. Schrijven vanwege de S.S., waarin
de verlichting van den overweg te West-
Souburg voldoende werd genoemd en dus
aan het verzoek van het gemeentebestuur
om verbetering der verlichting aldaar niet
zou worden voldaan. 2e. Proces-verbaal
van kasopneming: van den gemeenteont
vanger en rekening der Nieuwjaarscom
missie. f
Beide stukken werden voor kennisgei ing
aangenomen.
Op een adres van P. Wisse om» vergun
ning tot verharding van den Schroeweg,
voor zoover deze onder de gemeente ligt,
met kleibestrating werd gunstig beschikt
en fevens werd na breedvoerige discus
sie met 7 tegen 4 stemmen besloten het
onderhoud van bedoeld wegsigedeelte voor
rekening der gemeente te nemen. De hee-
ren de Keijzer, Cijsauw, Pieterse en De
Pagter waren tegen het onderhoud voor
rekening der gemeente te nemen.
Een voorstel van B. en W,. om afwijzend
te beschikken op een verzoekschrift der
caféhouders om het sluitingsuur op 12
uur ite bepalen werd aangenomen met
10 stemmen. De heer Visser bleef buiten
stemming.
Vooris werd de begrooting voor 1913 ge
wijzigd en op eenige plaatsen in die be
grooting af en over geschreven. Ark 66a
der algemeene verordening vair politie
werd als volgt gewijzigd: Het is verboden
te venten of ten verkoop aan te bieden
van melk of room, waaraan water of
andere stoffen zijn toegevoegd.
Op voorstel van den voorzitter werd het
besluit genomen het gemeentehuis ]>e-
schikbaar te stellen voor het houden van
zitting door den Rijksontvanger.
Bij de rondvraag wees de heer de Keij
zer op de noodige herstelling van palen,
waarop het verbod is vermeld vuilnis
in de sloot te werpen.
Door den heer Wisseling werd gevraagd
of de bewaarschoolonderwijzeres met ge
bed mocht aanvangen, spreker vreest dat
dit voor andersdenkenden aanstoot zal
geven.
De heer-de Keijzer zegt, dat de bewaar
school is voor alle ingezetenen en dat de
overgroote meerderheid voor het gebed
is. Spreker prijst de handelwijze der on
derwijzeres en hij zou niet gaarne mede
werken haar het bidden te verbieden. Men
moet niet vergeten dat onze natie een
godsdienstige is.
'Ook de heer Danïelse verklaarde zich
voor het bidden op de bewaarschool.
1 Met 9, tegen 2 stemmen besloot men de
onderwijzeres het bidden niet te verhin
deren. De heeren Wisseling en Jobse wa
ren daartegen.
De heer Arendse wijst op eenige moei
lijkheden die het afsluiten voor het verkeer
vanuit den Ritthemschen weg veroorza
ken.
Op voorstel Van den heer Ranielse
wordt besloten aan Ged. Staten een adres
te richten, waarin wordt gewezen op noo
dige herstellingen van den Middelburg
Vlissingschen rijweg.
Landbouw en Levens
ver z e k e r i n g
Dezer dagen verscheen een brochure
over Landbouw en Levensverzekering, die
voor onze landbouwers niet van belang
ontbloot is. Met genoegen kondigen wij het
verschijnen aan. 't Zou ons niet verwonde
ren, indien dit boekje in landbouwende
kringen in vele handen kwam, te meer
waar het op schriftelijke aanvraag dooi
den heer E. Slik te Breda kosteloos
wordt toegezonden. Waar ieder landbou
wer het dus: in zijn bezit kan krijgen,
daar komt het ons overbodig voor uit
den rijken inhoud van deze brochure
hier en daar een greep te doen.
Tholen. In Tholen is, volgens de &M.
Crt.", op de hoeve van A. Buijb een ge
val van miltvuur geconstateerd. Het ca
daver wordt verbrand.
Hengstenkeuringen in Neder
land.
„De Paardenvriend", officieel orgaan
van den Nederlaindschen Stalhoudersbond,
heeft een beschouwing gewijd aan de heng
stenkeuringen in Nederland, welke in de
volgende zinsnede kan worden samenge
vat:
Het rijik keurt wedstrijden af, stelt ju
ryleden aan, zonder van hen een exa
men te vragen en meent de Nederland-
sche paardenfokkerij1 er hoven op- te kun
nen helpen, door van het fokmateriaal
alleen de uiterlijke vormen en den draf
aan halster te beschouwen. (N. R. Crt.)
Invoer van aardapipelen in de
Vereenigde Staten van
Amerika.
Zooals indertijd bekend is gemaakt,
heeft de regeering der Vereenigde Statten
van Amerika, ten einde de aardappelcul-
VAN
ZATERDAG. 21 FEBRUARI 1914.
Een noodgedwongen verweer.
Er dient eindelijk klare wijn geschon
ken Het luist mij niet langer in Neder-
landsc-he en Indische bladen als een „ge
temde leeuw" te worden gesignaleerd en
van „draaierij" beschuldigd, en nog min
der in partijbladen als o.a. „de Volksi-
stem" van 17 Januari 1914 te worden
verdacht gemaakt als „Gast van den Gou
verneur-Generaal"
Aldus de aanhef van een artikel van
het Eerste Kamerlid, H. van Kol, in „Het
Volk" onder bovengenoemden titel.
De schrijVer wijst eerst op zijn wenken
gedurende veel jaren voor een „gezonde"
volksbeweging in Indië, om daarmee aan
te toonen, dat hij van de toestanden wel
degelijk op de hoogte is en tenminste
evenveel recht had om een oordeel te
vellen .als. sommige p'artijgenooten, „die
vrijwel uitsluitend konden afgaan op de
mededeelingen van één persoon, en wel
van iemand, die mij! persoonlijk onver
schillig laat, doch die, jammer genoeg,
de I.-P.-beweging wist te leiden in eene
richting, die ik niet aarzel noodlottig te
noemen voor de gezonde ontwikkeling
daarvan", aldus de heer Van Kol. Hij
verklaart zich geenszins de vijand van
de Indische Partij1, doch alleen tegenstan
der van een vorkeerde taktiek, en van
menscben met valsche leuzen.
In het kort vermeldt schrijiver de juiste
toedracht van zaken in de soc.-dem. Ka
merfractie. Men slaagde erin, naar den
heer Van Kol werd meegedeeld, de oogen
der drie „bannelingen" voor oen levens
vatbare beweging te otpenen; de geïnter
neerden. waren, meende schrijVer; daarna
een opvatting omtrent de te voeren be
weging in Indië toegedaan, die hij| (Van
Kol) kon goedkeuren. In een verklaring,
door het drietal onderteekend, was die
opvatting nader omschreven.
Ten zeerste was ik dus verbaasd, ver
volgt na deze uiteenzetting de heer Van
Kol.
i 1 1
Ten zeerste was ik dus verbaasd,
Versoheiden dagen later in de „Indiër"
(het lijforgaan Van D. D.) letterlijk te
lezen: „Ik weet niets van een schrif
telijke verklaring van ons, bij de so-
ciaal-demakratisohe Kamerfrak tie inge
komen. Ik weet niets, van door den
korrespondent bedoelde erkenningen. Mij
is niets bekend van door den lieer Troel
stra aan den Minister van Koloniën over
handigde verklaringen van ons. Noch
ook hegrijlp ik de vermoedens van den
korrespondent omtrent eene verdere ver
klaring". Vlak daartegenover staan de
juiste woorden van Vliegen in „Het
Volk" van 24 Januari: „De Verklaring
is dan ook opgemaakt. Troclstra heeft
den inhoud in de fractievergadering ter
kennis gebracht. Ze is den minister ge
zonden. Van Kol had dus gelijk met
zijln mededeeling".
Minder juist was echter vriend Vlie
gen door hen ingelicht, toen hij meende,
dat D. D. zi,ch reeds in Indië, althans
gedurende de laatste maanden, afkeerig
toonde van gewelddadige middelen, Ver
klaarbaar uit bet feit, dat ft. D. voort
durend van taktiek en strijdwijze Ver
anderde en zich met de soepelheid van
den Oosterling wist aan te passen aan
de wenschen der personen, van wie hij
hulp en steun kon" verwachten. Daar
over een enkele toelichting, waarbij ik
zooveel mogelijk lange citaten zal ach
terwege laten, ofschoon die in ruime
mate naast mij liggen en ik ze dus
slechts voor het grijpen heb. Doch in
dit dagblad-artikel moet wel met een
vluchtige opsomming worden volstaan.
Ovel' het al of niet geoorloofde van
geweld in sommige gevallen is. thans,
geen sprake. Alleen moet worden aan-
Een verhaal uit het rampjaar 1672.
door L. PENNING.
(Nadruk verboden.)
58.)
Vóórt trok het corps mariniers; een
heilige wijding tintelde door hun ade
ren, en de strijdpsalm der oude Geuzen
daverde op naar den Hoogen
De Heer zal opstaan tot den strijd;
Hij zal Zijn haatren wijd en Zijd
Verjaagd, verstrooid doen zuchten;
Hoe tTotsch Zijn vijand wezen moog',
Hij. zal voor Zijn ontzaglijk oog
Al sidderende vluchten!
HOOFDSTUK XX.
In groote spanning werd het verloop1 van
den geduchten aanval in het Oosten ge
volgd". Elk half uur kwamen langs de
smalle kaden en wegen, in een wijden
boog om de vesting Woerden heen, de
renboden, om den voortgang van den strijd
mede te deelen, tenvijs Andries, door zijn
vader vergezeld, de stellingen aan de Gra
venbrug ging' opnemen.
Het was een moeilijke, bezwaarlijke
tocht, maar de zorg om het lot van Van
Zuylensteins krijgsvolk dreef hen Voort;
«iemand kwamen ze tegen dan de ordon
nansen, die de rapporten hadden over I
getoond, in hoeverre juist was de bewe
ring van D. D„ dat hij steeds afkeerig
was van het aansporen tot gewelddadige
strijdmiddelen. Daarnaar kan zijn ver
trouwbaarheid en zijn „mentaliteit"
worden afgemeten.
En dan lezen wij in zijn "Tijdschrift"
van 15 Mei 1912:
„Do tegenpartij (Regeering) wapent
zich, duwt ons, terug", maar de tegen
druk wordt zoo machtig, dat men een
maal vlammen zal zien oplaaien."
Op het le Indiërs kongres te Sema-
rang werdvan „een atmosfeer Van
bloedwalm" gesproken. Hervormingen,
schrijft die „aclionist", hebben steeds
geiaald, de konsekwente revolutionair
houdt zich daarmee niet op, want hij
is „man der daad," „Hoe voert het
socialisme den strijd? met het botte
wapen van het parlementarisme" (15
Aug. 1912); de politieke macht wordt
echter alleen verkregen door physieke
kracht..... niet met stembriefjes."
„Van praat-politiek", heet het dan
weer, „moeten wij komen tot daad-
politiek; elke gelegenheid tot staking
worde aangegrepen; syndikalisme kan
lot een beteren vorm van sabotage uit
groeien." Het machtige wapen van den
Oosterling is de boykot en „iedereen
moest maar voor zich zelf' weten, wien
en wat hij moest boykotten". Dat
zaaien van verbittering, zulk opzweepen
van hartstochten en ondanks zijn
ontkennen dat kweeken van rassen
haat tegen den Nederlander, moest wel
op den duur bedenkelijke gevolgen heb
ben, en ook do bedekte aansporing tot
bommenaanslagen kon in dat milieu al
lichtelijk leiden tot politioken moord,
door ons, sociaal-demokraten, immers
onder deze wetgeving hartgrondig ver
foeid. „Welk verschil is er of men
de revolver of de dynamietbom gebruikt
om zijn doel te bereiken en het Va
derland te dienen? (Over het Koloniale
Ideaal 21 Maart 1913).
Frankrijk.
Te Parijis is onder vele sociale kvves-
ties, die daar te vergeefs naar oplossing,
ja, zelfs Oip eenige belangstelling1 en aan
dacht wachten, een dei1 meest dringen
de, het woningyraagstuk.
En toch, de toestand is onhoudbaar;
er heerscht schreiende nood.
D© weinige hulp) die geboden wordt
is; la|ng niet Voldoende, om den toestand
ook maar eenigszins draaglijk' te maken.
De huren der kleine woningen, die
minder doen dajn 500 francs, zijp van
1900 tot 1910 met 15 ten honderd gere
zen en alleen in 'tjaar 1911 nog: een
kleine vij|£ procent daarbij'. Weet men wel,
Vraagt de „Crodx", wat dit beteekent.
Het onvermijdelijke gevolg is geweest:
ophooping" van een geweldig'© maissa
volks in benauwde hoekjes. Te Parijis is
26 procent, dus. meer dan een vierde
der bevolking, gehuisvest in Woningen die
uit één vertrek bestaan en ei' zijln plaatsen,
waar dit schrikwekkend verhoudingscijfer
nog veel hooger loopt. Ja, er zijp, bij
een ingesteld onderzoek in verschillende
plalatsen hoinderde woningen zonder één
venster ontdekt.
Men kan gerust zeggen, dat te Parijis
400000 menscben wonen, voor wie geen
plaats is en die zich dus maar op; de
eene of andere manier moeten behelpen.
De gevolgen blijven niet uitde tu
berculose heerscht in ai die kringen op;
vreeselijke manier; andere en sterker be
smettelijke ziekten verbreiden er zich tel
kens met schrikbarende snelheid. De kin
deren vinden van kleins af hun opvoe
ding op! straat en welk een straat; de
vaders zoeken hun troost bijl den drank
en de moeders vervallen tot ruwe wan
hoop1.
Vooral voor de grootere gezinnen is de
toestand ondraaglijk geworden en de'wer
ken van liefdadigheid, die zich dezien nood
aantrekken, kunnen maar betrekkelijk wei
nig doen.
Oostenrijk-Hongarije.
Het Hongaarsehe Huis vau Afgevaardig
den, is Donderdag weer eens in zijp ouden
te brengen, en twee voetgangers, die diep
in hun regenkappen gedoken, hen pas
seerden.
„G'enavondzeide baas Dirksen, ter
wijl zij voorbijgingen, maar ze gaven geen
antwoord, en de baas, keek even om. Juist
keerde de langste der beide mannen ©ven
het hoofd om, en bleef staan. Maar de
duisternis was te groot, en de afstand
'reeds te ver, om elkander te kunnen onder
scheiden; en baas Dirksen en zijn zoon
liepen snel voort, langs den watermolen
van Gravesloot vlak ten Oosten van Woer
den, waar de eerste verschansing: door
generaal Nassau, heer van Zuylenstein,
was aangelegd.
Ze was bezet door afdeelingen der in-
fanterie-regimenten Stirum en Solms, dap
per krijgsvolk, dat slechts in de uiterste
noodzakelijkheid de schans zou opgeven.
Onze voetgangers vertoefden daar eenige
uren, en zetten dan den tocht voort naar
de hoofdstelling aan de Gravenbrug, die
door de overige compagnieën van dc regi
menten Stirum en Solms waren bezet.
Andries, die door een bijzonder vrijge
leide van den Prins was gedekt, werd door
generaal van Zuylenstein, die op de mon
ding van een stuk geschut zat, vriende
lijk begroet. Hij vroeg met de levendigste
belangstelling, of hun beiden onderweg
niets verdachts was opgevallen. Baas
Dirksen verklaarde, dat slechts twee men
scben hun te voet waren tegengekomen,,
en dat zij in de richting, van Kamerijk
een gedruisoh hadden gehoord, dat An
dries aan een overlaat had toegeschreven.
„Goed opgemerkt!" meende de generaal,
de handen aan het wachtvuur wannend;
„neen, dat is niet verdacht. De vijanden
kunnen mijn stellingen trouwens niet om
trekken, ze kennen den weg niet door
dat warnet van wegen en kaden o
neen, zij durven niet."
De bevelhebber was: zeer tevreden; een
moedige glimlach gleed over zijn recht
schapen krijgshaftig gelaat, en de hand
in een bepaalde richting uitstrekkend,
zeide hij: „Daar ginds: zijn de Franschen
bij hoopen gevallen; generaal van Luxem
burg wilde er met geweld doorheen bre
ken, maar mijn musketiers stonden als
muren, en Zijn Hoogheid zal over ons
tevreden zijn."
Terwijl deze dappere krijgslnian zich ver
heugde over de schitterende verdediging
van zijn post, en jzijn manschappen druk in
de weer waren om het geschut en de
musketten na le zien, stond generaal Lu
xemburg te stampvoeten van ongeduld.
„Waar blijft Jan Pietersen?" vroeg hij
„bij de Heilige Maagd ik laat hem
vierendeelen, als hij niet binnen een kwar
tier hier is
Het licht der toortsen wierp zijn schijn
sel op; dien grooten, monsterachtigen kop
met het rossige haar, gedragen door een
zwaren, korten romp1. Nóóit hadden de
Zeven Provinciën een wanstalliger men-
schenkind gezien; niet slechts rijn rug,
maar ook zijn borst was vergroeidhet
maakte den indruk, alsof deze kleine,
leelijke kerel met die harde, wreed©, uit
puilende oogen en die echte rooverstronie,
op zijn borst en zijn rug onder de
kleeren zijn geroofde kostbaarheden
had verstopt.
De drift van den generaal bekoelde, nu
Jan Pietersen voor den dag' kwam:.
Heb je het gat goed opgenomen, Pie
tersen?"
„Ik ben de verschansingen rondgeslo
pen, Generaal 1"
„Hoeveel man liggen er?"
„Ik denk 800 man."
De generaal haalde het groote ruiterpi
stool te voorschijn.
„Denk er om, dat ge de waarheid
spreekt 'hoeveel isjtukken geschut?"
„Twee gotelingen; generaal Frederik
van Nassau kommandeert e;r."
„Verder liggen in die richting nog
meer schansen?"
„De Snellersehans bij de Snellerhrug
tusschen Woerden en de Gravenbrug in."
„Is ze bezet?"
„Door kolonel Palm. met 500 mariniers."
„Adjudant is de oude Jood reeds
hier?"
„Vijf minuten geleden is hij gekomen,
Generaal!"
„Hij zal onmiddellijk hier verschijhen 1"
Benjamin de Jood trad den kring der
officieren binnen.
„Jood," zeide de generaal, i;is. de Snel
lersehans bezet?"
„Een uur geleden, generaal!"
„Door wie?"
„Door kolonel Palm, met 500 Holland-
sche mariniersDe Prins was er niet ge-
tuur daar te lande tegen zekere ziekten
te beschermen, met ingang van 22 Decem
ber 1913 den invoer van aardappelen uit
een aantal landen, Waaronder ook Neder
land, verboden. Tevens zijn door de Ame-
rifcaansche regeering verschillende voor
waarden gesteld, waaraan moet worden
voldaan, alvorens dit invoerverbod kan
worden opgeheven. Over deze voorwaar
den worden thans met de Ameiikaanscihe
regeering onderhandelingen gevoerd, waar
van de uitslag nog moet worden alge-
wacht.
Gerekend moet echter worden met de
mogelijkheid, dat overeenstemming zal
worden verkregen en dus over kortoren
of langoren tijd de invoer van aardappelen
uit ons land in de Vereenigde Staten
weder kan worden toegestaan.
Wordt het invoerverbod opgeheven, zoo
zal, blijkens de voorwaarden, door de Ame-
rikaansche regeering gesteld, do invoer
alleen worden geoorloofd aan personen,
die daartoe een speciale vergunning (per
mit) van de Amerikaansche regeering heb
ben ontvangen. In verhand hiermede wordt
hun, die voornemens zijn aardappelen naar
Amerika uit te voeren, in overweging ge
geven, reeds thans een zoodanige ver
gunning aan te vragen on wel onder ge
bruikmaking van 'een daartoe door de Ame
rikaansche regeering voorgeschreven mo
del, dat is opgenomen in de St.ct. no. 44.
Wordt een vergunning verleend, zoo
moet deze telkens bij den invoer van
een partij aardappelen aan de douane
worden getoond. Voorshands worden in
geen geval vergunningen afgegeven van
hungeren duur dan tot 30 Juni 1914.
(St.ct.)
W oord en Beeld (no. 8) bevat o.a.
een artikel „Aan het meer van Gennésa-
reth", verduidelijkt door enkele mooie
foto'seen woord gewijd aan de nagedach
tenis van ds. W. J. A. "Notten met een
tweetal portretten. Een populair artikel
(hij de platen) verhaalt van het leven en
streven van wijlen prof. Bart van Hove
(overleden 10 Februari 1914).
In 't g'eheel tollen we wel 'n twin
tigtal foto's. Dc rubriek Op den Uitkijk
is belangwekkend en actueel.
Timotheus ,het bekende geïllustreer
de weekblad, bevat onder velerlei andere
wetenswaardigheden Taalkundige Verza
melingen van (mej.) H. S. S. K(uyper); In
Gebed van A. L. van II.; een artikel van
A. L. over Michel Angelo en Galileo Ga-
lileï.
Van A. J. H(oogenbirk) dit f ohoone kern
achtige woord:
V e r s o h i 1.
Wat leert natuur den mensch?
Met anderen te twisten;
Te twisten met zichzelf
Dat leert gena den Christen!
Kleine kinderen levend
v c r b r a n d. Te Ploderberg, in Zuid-
Sliermarken zijn 5 kteine kinderen levend
verbrand. Terwijl de ouders waren uitge
gaan, speelden de kinderen met lucifers.
Het gevolg was, dat er brand ontstond,
en de kinderen in do vlammen omkwa
men.
Zoo jong reeds landver
rader. Voor het rijksgerecht te Leip
zig heeft eergisteren een 17-jairig| jong,
maatje Bernhard Schnifrier als! landver
rader terecht gestaan. De knaap, die oor
spronkelijk voor de zending: bestemd was,
was sedert October 1912 bij: een groote
fabriek van ontplofbare stoffen werkzaam
en eigende zich daar een aantal stukken
en bescheiden toe, die hij aan den Fran
schen inlichtingendienst uitleverde. De
zaak werd met gesloten deuren behandeld
en eindigde met de veroordeeling van
den beklaagde tot vijf jaar gevangenisstraf,
met aftrek van drie maanden voorloopige
hechtenis:.
Een vriend van hem, die van het mis
drijf afwist, maar er de overheid niet mee
in kennis! gesteld had, kreeg negen maan
den gevangenisstraf.
rust op hij vreesde, dat u de Graveschans
toch nog zoudt bemachtigen, en daarom
wenschte hij een tweede bolwerk tus-
gcihen u en Woerden."
„Veel eer voor mij,'bromde de géne
raal, „dat hij zoo'n goeden dunk van
mij heeft zoo, Milan, ben jij daar?
Heb je de dooden en géw;onden geteld?"
„Ik schat, dat er 400 dooden zijn, Ge
neraal Van de officieren isi de helft dood
of gewond 1"
„Ik dacht het wel,' 'hernam de op
perbevelhebber met een somber gebaar.
„Het verlies aan officieren is onrustba
rend groot I"
„De Prins van Oranje moet order heb
ben gegeven," zeide kapitein Milan, „om
er onze hoogen het eerst uit te pikken."
Luxemburg antwoordde er niet op'; hij
zweeg even, om dan bevel te geven, dat
er onmiddellijk wagens zouden gerequi-
reerd worden, ten einde de gewonden
naar de Utrechtsche hospitalen te trans
porteeren.
Hij wendde zich tot een zijner kapiteins,
„Hebt ge 'tgehoord? Achthonderd man
met twee stukken geschut in een zwak
ke verschansing houden het een hal
ven dag uit tegen drie duizend man van
de voortreffelijkste troepen, waarover Ko
ning L odewijk beschikt. Ik zeg, dat de
Hollanders aanleeren. 'tls ellendig; we
hadden den 20sten Juni te Muiden moeten
zijn. Wat hebben we sinds dien datum
uitgevoerd? Vier kostbare maanden heb
ben we onherroepelijk verloren laten gaan.
(Wordt Vervolgd.)