IïE ZEEUW te koop, ituren. van prijzen: TWEEDE BLAD. jrg. II Jl >OP evraagd. Idersknecht Iknecht tiende houdster, leid lienstbode leid [enstbode, Buitenland. Uit de Provincie. IH T E N .AND, onder Zou- lendolversen weg. JE KORTE, Dom- koop van 1 tot [rriepaarden, paard, |Ër lende gevraagd, Handkueclit, e i d Onder de Oranjevlag. Binnenland. j'sboonen, ais, Pikerwten, rtelskoekjes, VAN VRIJDAG 20 FEBRUARI 1914. bij TANGE, Ritthem. voor f 50,—, heeft I wegens bloedver- I worden. lw-lust" Nieuw en OP JIJSMAN, Koude- OP [ar of qlf jaar oud, I, O.-Souburg, hof- lü Wolphaartsdijk. ID, Mr. Schilder, Ie, Middelburg. NOOD, Veersche por Magazijnwerk grieven met opgaaf fct en leeftijd onder (handelaar D'HUIJ OVERWEG, Aagtekerke. ten Mei rintig jaar, bij lezelinge, Eversdijk. [ei [EL Mz. te Ritthem. laart of Mei >zicht, Souburg, ei Waschgeld f24. la DHUIJ, Middel- l woordige met Mei iSER Gz., Koude- |SSE, Zoutelande. in een gezin met pn 5RBAAN, Goes. Frankrijk. Het tweede, door de Humanité openbaar gemaakte rapport van den militairen ge neeskundigen dienst, naar aanleiding van den ongunstigen gezondheidstoestand in het Fransche leger men herinnere zich de ernstige epidemiën van de laatste dagen werpt een treurig licht op Frankrijk's toestand. 't Is al een gevolg van den moreelen achteruitgangdat onvermijdelijke proces, dat sinds vele jaren bezig is deze eens roemrijke natie af te brokkelen. Het rapport noemt in de eerste plaats het dalende geboortecijfer als een oorzaak voor den ongunstigen gezondheidstoe- stand. Want terwijl de bevolking van Frankrijk niet meer toeneemt, zijn steeds meer rekruten ingelijfd, zoodat de keuring al minder en minder streng is geworden. Dienstplichtigen die men eigenlijk om liun zwakke gezondheid had moeten afkeuren, zijn goedgekeurd. Daar komt bij dat de gezondheidsdienst onvoldoen de is en. dat er vooral in de eerste maan den zeer veel van de rekruten wordt gevergd. Met koortsachtige haast begint, na de inlijving in October, de africhting om de soldaten in den kortst mogelijken tijd geschikt te maken voor mobilisatie. Sedert 1905, het jaar waarin de twee jarige dienstplicht was ingesteld, is de datum waarop de africhting voltooid moest zijn, bepaald op 15 Febr. Men heeft op die wijze den korten dienstplicht willen compenseeren door van de rekru ten meer te eischen. Jaurés is het echter volstrekt niet eens met deze laatste uitspraak. En hij maakte de noodige kantteeke- ningen. Als men wil dat de soldaten der jong ste lichting vóór Maart tot mobilisatie geschikt zijn, wat doet de diensttijd er dan toe? vraagt hij. Om te bewijzen dat de instelling van den driejarigen dienstplicht dit jaar geen verbetering, doch veeleer verergering van den toe stand heeft gebracht, wi]st hij er op dat men eerst de rekruten van 21 jaar „met vollen stoom" heeft afgericht, om daarna met de jongelui van 20 jaar, die Vj2 maaud later zijn opgeroepen, in hetzelfde tempo te beginnen. Dat is een stelsel, een land als Frank rijk onwaardig. Het beschikt voor zijn verdediging over veertien lichtingen (van 21 tot 25 jaar), tezamen ongeveer V/2 millioen man. En onder voorwendsel dat de jongste lichting reeds in het voor jaar afgericht moet zijn, vergt men zoo zwaren dienst, dat de jonge mannen verzwakt worden en onderhevig aan allerlei ziekten. Hoe het zij, dit is duidelijk, dat Frank rijk nog immer moreel en physiek achter uitgaat Zweden. Het Zweedsche ministerie, dat onder zulke eigenaardige omstandigheden op getreden is, heeft in de beide Kamers reeds zijn program uiteengezet, in den Senaat geschiedde dit door den minister van Buitenlandsclie Zaken, in het Lager huis door den nieuwen ministerpresi dent zeiven. Het Kabinet verklaarde, dat het mee- ningsverschil tusschen den koning en het afgetreden ministerie niet zoo groot was om de zaak der landsverdediging geheel te laten rusten. Den koning zal worden voorgesteld de Tweede Kamer te ontbinden en dan verkiezingen uit te schrijven over de quaestie der landsverdediging. De regeering zal trachten één groep te vormen van die partijen en leden, die zich kunnen vereenigen met de voor stellen tot versterking der weerkracht Daartoe zal voor de verkiezingen precies worden bekend gemaakt, wat men op militair gebied denkt te doen en hoe men meent de kosten te kunnen dekken. Men herinnert zich, dat een aantal studenten den koning hebben gehuldigd, maarthanshebben 1300 anderen, met hoog- leeraren erbij, een adres geteekend en aangeboden aan den heengeganen mi nister Staaff, Rusland. Uit 't Czarenrijk worden weer eenige staaltjes gemeld van gewetensdwang, die ons aan de duistere middeneeuwen her inneren. In Kharkof heeft het gerechtshof twee Sabbattisten, met name Tsjerkessoff en Pivneff, op beschuldiging van propaganda te hebben gemaakt voor hun geloof, ver oordeeld tot drie jaar opsluiting in een vesting. Als gratie (tengevolge van het honderdjarig jubileum van het regeerende huis der Romanofs) werd vastgesteld, dat van de drie jaar er slechts twee in de eigenlijke vesting-gevangenis behoeven te worden doorgebracht. Blijkt uit dit berichtje, dat in zake van geloof Rusland nog niet aan de middel- eeuwsche beschaving is ontgroeid, het volgende staaltje van willekeurige be perking van godsdienstvrijheid heefteen reeds meer moderne kleurde beperking vindt plaats ter bescherming van de openbare orde. De eer van deze uit vinding komt toe aan den heer Moera- toff, Gouverneur van Koersk. Te Bjelgorod woonde hij een godsdienstoefening van de Doopsgezinde gemeente bij. Toen de voorganger gevorderd was tot liet gebed, viel de gouverneur hem plotseling in de rede en ontbond de bijeenkomst als een onwettige vergadering, omdat, naar hij verklaarde, de gemeente wel het recht had om bij elkaar te komen, maar niet om te bidden Toen de Doopsgezinden hem er aan herinnerden, dat hun bidstonden door een keizerlijk besluit toegelaten werden, antwoordde de Gouverneur„Misschien kan ik die vergunning ook geven, maar dan is het noodzakelijk, dat gij een lokaal huurt buiten de stad. In de Hoofdstraat evenwel, vlak tegenover de Staatskerk, kan ik zulke dingen niet toelaten". Eu sedert wordt het gebouw, waarin de Doopsgezinden van Bjelgorod gewoon waren hun bidstonden te houden, nacht en dag bewaakt door de politie, die aan ieder den toegang weigert. Zelfs bij ge legenheid van het Russische Nieuwjaar kon geen dienst worden gehouden, wat als te pijnlijker werd gevoeld, omdat uit de omgeving van de stad, en dikwijls van grooten afstand, lidmaten der ge meente, vergezeld door hun vrouwenen kinderen, naar de stad waren opgekomen. Zelfs mocht niemand der stadsbewoners hen in hun woning opnemen. En nu de machthebbers in de stad zulk een vijandige houding tegen de Doopsgezinden hebben aangenomen, durft niemand in de voorsteden aan de ver volgde gemeente een huis of een schuur verhuren. Aldus geschiedt in den jare negen tienhonderd-en-veertien in het rijk van Vadertje Czaar! Feuilleton. Een verhaal uit het rampjaar 1672. door L. PENNING, 57.) (Nadruk verboden.) De onrust gaat door de gelederen der mariniers als de >vind door het woud; zij beginnen te stampvoeten van drift, maar kolonel Palm, de dappere held, dié zoo hoog bij de zeesoldaten staat aange schreven, roept: „Staat dan!" en nu staan ze weer. Hoor! daar davert een doffe slag uit de richting van Polanen. „De graaf Van Hoorn," zegt de Prins klok!"11 S; "lnj ls een man van de Daar davert een tweede doffe kanon schot over de vlakte. Dit schot komt uit de (richting van Kamerijk. De Prins tnekt. flen degenuit zjjn achter hoede rolt de knal van een vuurmond als 'een donderslag over het veld. Een kijjgsgedruiisch trekt door de ge lederen; de musketiers grijpen hun ge- ijveren, de mariniers hebben de hand aan hun bijlen geslagen. De trommen roffelen, de pijpérs spelen, de vlag! slaat haar banen uit als een arend zijn zegevierende vleugéls, en deze dappere krijgsmacht trekt voort in de duisternis van dien merkwaar- digen nacht' van den lOden op den llden October, met een onstuimige vaart, totdat A an g em oe di g d. Wij lezen in ,,'Lie Tijd" Dezer dagen is gemeld, dat tusschen de patroons- en gezellenvereenigingen in het drukkersvak een collectief contract voor de aangeslotenen over het geheele land is tot stand gekomen. Men meende, dat dit het eerste was van dien aard, maar later bleek, dat de goud- en zilversmeden de typo's al waren vóórgeweest. Uit een artikel in „Het Volk" over het drukkerscontract blijkt, dat men in die kringen het succes van dit contract meer in het bijzonder toeschrijft aan de krach tige werklieden-organisatie, een opinie, die natuurlijk te verdedigen is en waarbij het publiek zich wel zal willen neerleggen de voorstad van Woerden is 'bereikt. „Hoe staat het?" vroeg baas Dirksen, die in den avond Van den llden October hij de krijgsmacht van den Prins was aangekomen, „kunnen jelui de vesting niet krijgen? Zeg, wat branden ze daar toch woeste vuren op den toren van Woerden?" „Dat doen de Franschen," zeide An dries, die met den legertros was mee gekomen, „om generaal Luxemburg te waarschuwen." „Hoe "staat het met onze posities?" vroeg' baas Dirksen, en een lange kerel, die aan zijn brandende lont leunde, ant woordde, op een pruim tabak kauwend: „Zal ik je eens wat zeggen, man? Het zijn groote schelmen, die Franschen dan zijn ze gauw geprezen! We zouden hen vermorzeld hebben onder ons geschut vuur, indien we niet gevraagd hadden naar het leven der burgers. Telkens als wij bres begonnen te schieten, hebben die ellendelingen de burgers, de vrouwen en de kinderen met de zweep in de bres sen gejaagd, 't Is God geklaagd. Een vrouw werd middendoor geschoten, en toen zeide de Prins„Stop -we kunnen onze eigen landslieden toch niet doodschieten." „De Fransche cavalerie heeft daar straks een uitval gedaan uit de Leihsohe poort," voegde Andries er aan toe, „en de voorstad, waar onze musketiers nes telden, met pekkransen in brand gestoken. We zijn toen teruggetrokken, en moeten maar zien, hoe we den nacht doorko men. 'Gelukkig, dat het droog blijft!" „Heb je geen honger?" vroeg vader Dirksen, en hij haalde uit den zak van omdat het onverschillig kan zijin, door wiens toedoen er ten minste voor 3 jaar stabiliteit zal zijn gekomen in het vak. Maar als men nu denken mocht, dat zulke collectieve contracten eenige duur zame verbetering kunnen aanbrengen, wordt men door den schrijver in „Het Volk" aldus ontnuchterd „Wie dus den socialen vrede van "der gelijke contracten verwacht, bedriegt zich ten eenenmale". Het contract wordt n.l. beschouwd als een bewijs hoe de verhoudingen tusschen werknemers en werkgevers zich toespit sen en hoe het sterker worden van hei der organisaties betoekent, „dat de eischen van de arbeiders te eeniger tij:d door de patroons zullen worden afgewezen". Dit wordt zeker geschreven ter aanmoe diging Douwes Dekker. Nu de twee artikelen van den lieer v. Kol in ,,Het Volk" weer eens de aan dacht op den persoon van Douwes Dek ker, den geïnterneerden revolutieprediker, deal vestigen, drukken wij hieronder af wat een inzender op 21 Januari j.l. in „De Nederlander" schreef: Een hes pip t t e 1 ij k e q u i b u s. Zoo titelt het Indische „Nieuws van den Dag", den heer... E. F. E. Doiuwes Dekker, van wien het vertelt en overver telt. Als volgt: Aan de „Pr. Bode" schrijft men o.m. uit Holland, dat de heer Douwes Dekker daar nu óók al met een fez op loopt. Hij wil blijkbaar met alle geweld voor „een Oosterling" worden gehouden! Wij ontleenen aan het epistel in het Bandoengsche blad nog het volgende: „Toen hij hier vroeger rondspankerde, bad hij ook al die domme fez op. In Parijs (hij heeft het zelf verteld!) kwam hij1 [daarmede een hotel binnen en de Ober boo.g diep en fluisterde„M o n P rince". Zie je, daar weten ze wat iemand, die een fez opheeft, toekomt! Ik zou echter toen wel eens achter het Ober-masker hebben willen zien, >vat de brave man dacht. Kellners in een we reldstad hebben gewoonlijk een goeden kijk op hun menschen. Men kan eerder Sherlok Holmes een loer dra;aien, dan een Parijisohen „gar- ^on". De Hollanders zijn echter geen serviel- schijinende kellners en komen nog al eens rondborstig met hun meening voor den dag. Dat ondervond de fez-meneer te Am sterdam, toen hij in de Kalverstraat ach ter de ruit van een restaurant zat. Twee bootwerkers kwamen aansjouwen en kregen de fez in de gaten. Ze ble ven staan, handen in den zak, kijken. Hoorden dat hij Hollandsch sprak „Jö, ka,ik 's wat een engert!" „Zoo 'n me rakel 'Ze spouwden links en rechts, elooals alleen een bootwerker dan kan en lie pen door, lachend om dien „augurkies- man" met de fez. Die sjouwers waren niet erg beleefd, maar ze lieten zich niet verlakken. De reclame-zucht is er echter niet uit gescholden, dat blijkt telkens weer. De „Leider" doet nu erg dik met enkele soci's-Kamerleden en dringt met die con nectie het Parlementsgebouw binnen. Dat staat. En als hij dan briefjes te schrijven heeft, neemt hij briefomslagen van de Tweede Kamer. In den linker bovenhoek staat daarin een stempel geperstde Neder- landsche Leeuw met de woorden: „Twee de Kamer der Staten-Generaal" en daar boven een zware kroon Dat staat nè,g meer! Ik zend u hierbij ten bewijze- een derge lijk omslag toe, dat door hem gebruikt is. Het handschrift van hel adres kunt u vergelijken. De stemming in de Kamer over derge lijke .narigheden is niet erg vriendelijk dat spreekt van zelf. Eenmaal in de bijlgebouwen van het parlementsgebouw moet je partij trekken van de suggestie van macht, welke daar van uitgaat. En de heer E. F. E. Douwes Dekker ontvangt ietwat vrijpostig groene saai, dien hij aan een koord over den schouder droeg, een groote worst. De lange kanonnier kreeg er ook een, jaarna baas Dirksen de marine soldaten opzocht, die hun bivak hadden op,ge slagén in een groote, door de Fran schen leeggeplunderde woning, waar zij zich hadden neergevleid bij een vuur, waarvan de vlammen hoog uitsloegen. Ze riepen baas Dirksen een hartelijk welkom toe; zij drukten hem de hand, en riepen Kees en Hannes, die zoo even naar de schuur waren gegaan om brand hout te halen. Met een luid gejuich werden de beide vrijwilligers begroet; vader Dirksen moest tusschen de manschappen inzittenzij hie ven vroolijke, vaderlandse,he liederen aan; en te midden van de ellende, de ramp spoeden en de duistere toekomst, verhief zich de jonge moed der mariniers mei on stuimige kracht, terwijl hun eenige klacht daarin bestond, dat er nog geen ordentelijk gevecht geleverd was. Doch plotseling veranderde het tooneel daar sloeg' éen kanonskogel door het dak, dat de rieten dekking stoof; in het Zuiden werd alarm geblazen, en de Prins, door kolonel Palm vergezeld, en van onder tot boven met slijk en modder bedekt, joeg voorbij. Maar het was een loos alarm geweest; de kanonsikogel, die het dak uiteenscheur- de, was verdwaald; aan dezen kant was blijkbaar geen gevaar te duchten, doch uit het Oosten, van de Grovenburg', da verde het geschutvuur. B;aas Dirksen stond daar in de donkerte personen die hem willen spreken, in de sectiekamer van het parle ment! Dat geeft „aanzien" tegenover de be zoekers, in gewone gevallen althans. Maar van hem is het grenzenloos be lachelijk. De Kamerleden grijnzen elkaar toedaar zit die q u i b u s weer. Dit.zijin feiten. Blijft de vraag hoe het mogelijk is dat iemand zich zoo bespot telijk kan aanstellen". Een bekentenis van „Het Volk". „Het Volk" heeft de kostelijke beken tenis afgelegd, da,t godsdienst en vader landsliefde onafscheidelijk met elkaar ver bonden zijn. De godsdienstigen alzoo, zij die in God gelooven, hebben ook de grootste liefde voor hun vaderland. Het is een oude waarheid, maar zij wordt niet altijd erkend. Doch nu is zij1 'in een onbewaakt oogen- blik ontsnapt aan de pen van de „Volk"- redactie. Deze schreef over de begrafenis van den grooten vaderlander Paul Déroulède: „Er waren ook kerkelijke plechtighe den, de nationale en de gods dienstige sentimenten behooren bij elkaar, de nationalistische en klerikale politiek is één". Volkomen juist: de nationale en de godsdienstige sentimenten be haoren bij elkaar; maar de niet-natio- n a 1 e, revolutionaire en de a t h e- is tis che sentimenten evenzoo. En toch waren de heeren zoo veront waardigd op dr. Kuyper, toen deze hen „vaderlandloos" noemde. (Msb.) Werkloosheid. Het aantal werkloozen in de Diamant nijverheid is verleden week teruggeloopen van 3487 tot 3293. De nikkelen stuiver. Men meldt uit 's Grajvenhage aan „De Maasbode" Door het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie is bepaald, dat hoewel inge volge een Kon. besluit de ronde nik kelen stuivers eerst op 30 Juni 1914 niet meer gangbaar zullen zijin, en ieder ver plicht is deze tot 1 Juli in betaling te nemen, bedoelde munten, welke vóór laatstbedoelden datum op de kantoren der posterijen en telegrafie worden ontvangen, niet meer mogen worden uitgegeven, maar bij de betaalmeesters moeten worden in geleverd. Kapelle. Donderdagavond had de Werk- liedenvereeniging „V. I. S." alhier een vergadering bijeengeroepen om tot betere verlichting in onze gemeente te geraken. De opkomst was schitterend, het lokaal der Jongelingsvereeniging, het gewone ver gaderlokaal der Werkliedenvereeniging, was overvol. De Burgemeester en de Baad der gemeente dringend uitgenoodigd deze vergadering te willen bijwonen, hadden slecht gehoor gegeven. De burgemeester, uitstedig; de raadsleden Verreeke- en Gan- seman tegenwoordig. Uitgenoodigd was om als spreker op te treden en van voor lichting te dienen, de heer C. Gerber, Directeur der Maatschappij tot houw en exploitatie van gemeentebedrijven. Doch helaas de teleurstelling was groot, daar genoemde heer op zich liet wachten. De voorzitter opende de vergadering, heette allen welkom en verzocht den heer A. van de Brugge alsnu de vergadering niet heelemaal teleurtestellen. De heer v. d. Brugge begon met te zéggen, dat de heer Gerber te Krabbendijke besprekin gen en onderhandelingen voerde met het bestuur der gasfabriek te Krabbendijke en alzoo niet voor half negen ter ver gadering kan zijn. Nu wilde hij zoo goed of zoo kwaad mogelijk voorlichting ver strekken. Op de hem eigene wijze ont vouwde spr. de voordeden aan het gas licht verbonden. Goed licht is de voor waarde van een genotvol leven. Wij zijn hier in Kapelle veel ten achter, wanneer we zien op onze naburige gemeenten. We- meldinge heeft een gasfabriek, Kloetinge sluit weldra bij Goes aan, evenzoo 's Gra venpolder en Schore sluit zich ook al op den weg, terwijl de soldalen hem als schimmen voorbij reden, al maar rond starend, oil! hij geen bekend gezicht kon ontdekken. „Andries ben jij dat?" riep hij, en uit de duisternis werd teruggeroepen: „Zoek je Andries Dirksen? Daar komt hij achter die lantaarn aan „Hoe zit het met het gevecht?" vroeg de vader opgewonden; „welke mannen staan daar aan de Grovenbrug?" „Dat is het volk van den heer Van Zuylenstein,' 'zeide Andries, die nu nader- Jiij kwam. „Ze hebben de heide oevers van den Rijn, die door een brug van ton nen zijn verbonden, bezet, en zich door schansen gedekt. Ik hoor zooeven van een spion, dat generaal Luxemburg met een overmaehtigen troep van 's Graven land is gekomen, om door de posten van den heer Van Zuylenstein heen te bre ken, vandaar dat zware vuur." Aan slapen kon dezen nacht niet wor den gedacht; de kanonniers stonden met brandende lonten bij de stukken; de rui ters leunden, den leeren teugel om den arm geslagen, met den rug tegen de flan ken hunner paarden, terwijl de oostelijke gezichtseinder hij Harmeien rood werd gekleurd door het vuur van twee hofste den, die door de Franschen in brand wa len gestoken. Twee boeren, de armen op- den rug gebonden, werden voorbijgeleid. Ze waren een paar uur geleden in de schemering door 'een paar schoutenknechten gegrepen, terwijl zij bezig waren, een kade door te steken, ten einde het water van de lan- aan zoo'n kleine gemeente Kruinin- gen, Krabbendijke en Rilland. Kapelle komt achteraan; drie jaren geleden was er een roep voor electriciteit, doch we hooren niets meer. Gas en electriciteit werden besproken, de onmogelijkheid om te komen tot een electrische centrale. Zoodat de voorkeur voornamelijk gegeven werd aan gaslicht. De gasmeester van Wemeldinge gaf ver dere inlichtingen, verklarende, dat de voordeeligste weg wel zou zijn aanslui ting te krijgen met Wemeldinge, het per soneel blijft hetzelfde, Wemeldinge zal het niet te doen zijn om er winst uit te klop pen. Maar beide, èn Wemeldinge èn Ka pelle zouden goedkooper gas stoken dan wanneer Kapelle tot oprichting eener eigen gasfabriek over ging De heer de Graaf van Biezelinge ver klaarde al 30 jaar in het donker zijn hekje te hebben moeten zoeken en hoop te, dat het gemeentebestuur haast zou gaan maken met hetere verlichting. Ook de heer de Graaf gaf de voorkeur aan gas licht. De geachte spreker voor dezen avond liet op zich wachten en kwam niet. Doch waar het vraagstuk verlichting genoeg was besproken, kwam men tot de concludee- ring een motie uit de vergadering te rich ten aan den Raad der gemeente, waarin de wensch zou uitgesproken worden, om tot betere verlichting te geraken. De voor keur gevende ,aan gaslicht en alzoo nadere stappen te doen in genoemde richting. Nieuwdorp Gistermorgen had bij J. R. een schoorsteenbrand plaats, die dank zij het kloeke optreden der buren tot den schoorsteen beperkt bleef. Alleen wat pakjes tabak, die tegen den schoorsteen, op den zolder lagen opgestapéld begon nen reeds te schroeien. Een zoon van J. R., die reeds geruimen tijd ziek is,; en noig te bed lag, werd in dekens gerold bij do buren binnengebracht. Dat kame» en zolder vol rook stonden behoeft, nauwe lijks gezegd. Koudekerks. Tot plaatsvervangend kan toorhoudster aan het hulptelegraaf- en hulptelefoonkantoor is benoemd mej. C. de Rijke aldaar. Serooskerke (W.) Alhier is een comité gevormd voor Plaatselijke Keuze, bestaan de uit afgevaardigden van beide kerke raden, van den Chr. Nat. Werkmansbond, van Patrimonium, en enkele andere ver- eenigingen. Als voorzitter zal fungeeren ds. Muller en als secretaris-penning meester dhr. Wi. C. de Bruijh. Het co mité zal een tweetal bekende sprekers uitnoodigen tot nadere uiteenzetting der Plaatselijke Keuze. Daarna zullen lijsten ter teekening worden aangeboden. Tholen. Dat men, vooral in handels zaken, voorzichtig moet zijin met iemand voor den gek te houden heeft de com missionair A. M. te'Poortvliet ondervon den. Kort geleden had hij schertsenderwijs tegen den koopman L. G. te Tholen ge zegd als je f2.50 pér H.L. geeft kan je een partij ajuin, liggende daar en daar koopen, wetende dat hij1 geen ajuin te verkoiopen had en dus ook niet kon le veren. L. Lr. heeft die aanbieding als ernstig gemeend opgeval en heeft, om dat aan een sommatie tot levering, per deurwaarders-exploit gedaan, niet was voldaan, een eisch tot schadevergoeding groot f200 ingesteld -wegens niet tijdig leveren van verkochte ajuin. Deze zaak is nu door het kantonge recht te Tholen in behandeling genomen. Alzoo voor den commissionair A. II., hoe of do uitspraak van het kantonge recht ook moge luiden, een mager re sultaat voor zijin grappenmakerij. (Zoom.) Bruinisse. Gisteren (Donderdag) vierde een ingezetene dezer gemeente, de heer H. van den Berge, zijn lOOsten geboorte dag. De belangstelling was algemeen. Onze gemeente had een eenigszins feestelijk aan zien. Van onderscheidene woningen wap perde bij gelegenheid van deze zeldzame gebeurtenis de nationale driekleur, terwijl den jubilaris des avonds door het mu ziekgezelschap „Nu met Hope" een sere nade werd gebracht. derijen te tappen. Ze hadden hun senten tie van den Prins reeds gehoord. Zij waren hem te voet gevallen, want ze hadden vrouwen en kinderen te verzorgen, maar het was vergeefsch geweest. In dit hachelijk tijdperk kwam het woord „pardon" nooit over de Prinselijke lip pen; hij mat met één maat, en hij kende geen erbarming voor de overtreders, om dat zijn erbarming,' zich uitstrekte over het geheele vaderland. „Kolonel!" riep de Prins door de duis ternis, „zijt gij daar?" En kolonel Palm begaf zich naar den Prins, die bij een groot wachtvuur, achter een tuinmuur, stond, om diens bevelen te halen. Even later werden kommando's ge hoord de mariniers sprongen in het gelid, .Voorwaarts, mannen!" riep kolonel Palm, den Prins ten afscheid met den sabel groetend. Raas Dirksen en Andries staarden hen na in de donkerte; toen hief een dap pere jongeling uit het tweede gelid heit psalmlied aan „De Heer zal opstaan tot den strijd!" Zijn nevenman, het eerste gelid, het derde gelid viel in; er zongen honderd man twee honderd man nu zong| de geheele strijdmacht. „Wilt u 'thun niet verbieden?" vroeg een voorzichtig korporaal. „O neen!" antwoordde kolonel Palm, „dat verbiedt ik hun stellig niet! De Fran schen zullen 't hooren, en weten, dat wij psalmzingend ten strijde trekken!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 5