IïE ZEEUW
te koop,
ituren.
van prijzen:
TWEEDE BLAD.
jrg.
II Jl
>OP
evraagd.
Idersknecht
Iknecht
tiende
houdster,
leid
lienstbode
leid
[enstbode,
Buitenland.
Uit de Provincie.
IH T E N
.AND, onder Zou-
lendolversen weg.
JE KORTE, Dom-
koop van 1 tot
[rriepaarden,
paard,
|Ër
lende gevraagd,
Handkueclit,
e i d
Onder de Oranjevlag.
Binnenland.
j'sboonen,
ais, Pikerwten,
rtelskoekjes,
VAN
VRIJDAG 20 FEBRUARI 1914.
bij
TANGE, Ritthem.
voor f 50,—, heeft
I wegens bloedver-
I worden.
lw-lust" Nieuw en
OP
JIJSMAN, Koude-
OP
[ar of qlf jaar oud,
I, O.-Souburg, hof-
lü
Wolphaartsdijk.
ID, Mr. Schilder,
Ie, Middelburg.
NOOD, Veersche
por Magazijnwerk
grieven met opgaaf
fct en leeftijd onder
(handelaar D'HUIJ
OVERWEG,
Aagtekerke.
ten Mei
rintig jaar, bij
lezelinge, Eversdijk.
[ei
[EL Mz. te Ritthem.
laart of Mei
>zicht, Souburg,
ei
Waschgeld f24.
la DHUIJ, Middel-
l woordige met Mei
iSER Gz., Koude-
|SSE, Zoutelande.
in een gezin met
pn
5RBAAN, Goes.
Frankrijk.
Het tweede, door de Humanité openbaar
gemaakte rapport van den militairen ge
neeskundigen dienst, naar aanleiding van
den ongunstigen gezondheidstoestand in
het Fransche leger men herinnere
zich de ernstige epidemiën van de laatste
dagen werpt een treurig licht op
Frankrijk's toestand.
't Is al een gevolg van den moreelen
achteruitgangdat onvermijdelijke proces,
dat sinds vele jaren bezig is deze eens
roemrijke natie af te brokkelen.
Het rapport noemt in de eerste plaats
het dalende geboortecijfer als een oorzaak
voor den ongunstigen gezondheidstoe-
stand. Want terwijl de bevolking van
Frankrijk niet meer toeneemt, zijn steeds
meer rekruten ingelijfd, zoodat de keuring
al minder en minder streng is geworden.
Dienstplichtigen die men eigenlijk om
liun zwakke gezondheid had moeten
afkeuren, zijn goedgekeurd. Daar komt
bij dat de gezondheidsdienst onvoldoen
de is en. dat er vooral in de eerste maan
den zeer veel van de rekruten wordt
gevergd. Met koortsachtige haast begint,
na de inlijving in October, de africhting
om de soldaten in den kortst mogelijken
tijd geschikt te maken voor mobilisatie.
Sedert 1905, het jaar waarin de twee
jarige dienstplicht was ingesteld, is de
datum waarop de africhting voltooid
moest zijn, bepaald op 15 Febr. Men
heeft op die wijze den korten dienstplicht
willen compenseeren door van de rekru
ten meer te eischen.
Jaurés is het echter volstrekt niet
eens met deze laatste uitspraak.
En hij maakte de noodige kantteeke-
ningen.
Als men wil dat de soldaten der jong
ste lichting vóór Maart tot mobilisatie
geschikt zijn, wat doet de diensttijd er
dan toe? vraagt hij. Om te bewijzen
dat de instelling van den driejarigen
dienstplicht dit jaar geen verbetering,
doch veeleer verergering van den toe
stand heeft gebracht, wi]st hij er op dat
men eerst de rekruten van 21 jaar „met
vollen stoom" heeft afgericht, om daarna
met de jongelui van 20 jaar, die Vj2
maaud later zijn opgeroepen, in hetzelfde
tempo te beginnen.
Dat is een stelsel, een land als Frank
rijk onwaardig. Het beschikt voor zijn
verdediging over veertien lichtingen (van
21 tot 25 jaar), tezamen ongeveer V/2
millioen man. En onder voorwendsel
dat de jongste lichting reeds in het voor
jaar afgericht moet zijn, vergt men zoo
zwaren dienst, dat de jonge mannen
verzwakt worden en onderhevig aan
allerlei ziekten.
Hoe het zij, dit is duidelijk, dat Frank
rijk nog immer moreel en physiek achter
uitgaat
Zweden.
Het Zweedsche ministerie, dat onder
zulke eigenaardige omstandigheden op
getreden is, heeft in de beide Kamers
reeds zijn program uiteengezet, in den
Senaat geschiedde dit door den minister
van Buitenlandsclie Zaken, in het Lager
huis door den nieuwen ministerpresi
dent zeiven.
Het Kabinet verklaarde, dat het mee-
ningsverschil tusschen den koning en
het afgetreden ministerie niet zoo groot
was om de zaak der landsverdediging
geheel te laten rusten.
Den koning zal worden voorgesteld
de Tweede Kamer te ontbinden en dan
verkiezingen uit te schrijven over de
quaestie der landsverdediging.
De regeering zal trachten één groep
te vormen van die partijen en leden, die
zich kunnen vereenigen met de voor
stellen tot versterking der weerkracht
Daartoe zal voor de verkiezingen precies
worden bekend gemaakt, wat men op
militair gebied denkt te doen en hoe
men meent de kosten te kunnen dekken.
Men herinnert zich, dat een aantal
studenten den koning hebben gehuldigd,
maarthanshebben 1300 anderen, met hoog-
leeraren erbij, een adres geteekend en
aangeboden aan den heengeganen mi
nister Staaff,
Rusland.
Uit 't Czarenrijk worden weer eenige
staaltjes gemeld van gewetensdwang, die
ons aan de duistere middeneeuwen her
inneren.
In Kharkof heeft het gerechtshof twee
Sabbattisten, met name Tsjerkessoff en
Pivneff, op beschuldiging van propaganda
te hebben gemaakt voor hun geloof, ver
oordeeld tot drie jaar opsluiting in een
vesting. Als gratie (tengevolge van het
honderdjarig jubileum van het regeerende
huis der Romanofs) werd vastgesteld,
dat van de drie jaar er slechts twee in
de eigenlijke vesting-gevangenis behoeven
te worden doorgebracht.
Blijkt uit dit berichtje, dat in zake van
geloof Rusland nog niet aan de middel-
eeuwsche beschaving is ontgroeid, het
volgende staaltje van willekeurige be
perking van godsdienstvrijheid heefteen
reeds meer moderne kleurde beperking
vindt plaats ter bescherming van de
openbare orde. De eer van deze uit
vinding komt toe aan den heer Moera-
toff, Gouverneur van Koersk. Te Bjelgorod
woonde hij een godsdienstoefening van
de Doopsgezinde gemeente bij. Toen de
voorganger gevorderd was tot liet gebed,
viel de gouverneur hem plotseling in de
rede en ontbond de bijeenkomst als een
onwettige vergadering, omdat, naar hij
verklaarde, de gemeente wel het recht
had om bij elkaar te komen, maar niet
om te bidden
Toen de Doopsgezinden hem er aan
herinnerden, dat hun bidstonden door
een keizerlijk besluit toegelaten werden,
antwoordde de Gouverneur„Misschien
kan ik die vergunning ook geven, maar
dan is het noodzakelijk, dat gij een lokaal
huurt buiten de stad. In de Hoofdstraat
evenwel, vlak tegenover de Staatskerk,
kan ik zulke dingen niet toelaten". Eu
sedert wordt het gebouw, waarin de
Doopsgezinden van Bjelgorod gewoon
waren hun bidstonden te houden, nacht
en dag bewaakt door de politie, die aan
ieder den toegang weigert. Zelfs bij ge
legenheid van het Russische Nieuwjaar
kon geen dienst worden gehouden, wat
als te pijnlijker werd gevoeld, omdat uit
de omgeving van de stad, en dikwijls
van grooten afstand, lidmaten der ge
meente, vergezeld door hun vrouwenen
kinderen, naar de stad waren opgekomen.
Zelfs mocht niemand der stadsbewoners
hen in hun woning opnemen.
En nu de machthebbers in de stad
zulk een vijandige houding tegen de
Doopsgezinden hebben aangenomen, durft
niemand in de voorsteden aan de ver
volgde gemeente een huis of een schuur
verhuren.
Aldus geschiedt in den jare negen
tienhonderd-en-veertien in het rijk van
Vadertje Czaar!
Feuilleton.
Een verhaal uit het rampjaar 1672.
door L. PENNING,
57.)
(Nadruk verboden.)
De onrust gaat door de gelederen der
mariniers als de >vind door het woud;
zij beginnen te stampvoeten van drift,
maar kolonel Palm, de dappere held, dié
zoo hoog bij de zeesoldaten staat aange
schreven, roept: „Staat dan!" en nu staan
ze weer.
Hoor! daar davert een doffe slag uit
de richting van Polanen.
„De graaf Van Hoorn," zegt de Prins
klok!"11 S; "lnj ls een man van de
Daar davert een tweede doffe kanon
schot over de vlakte. Dit schot komt uit de
(richting van Kamerijk.
De Prins tnekt. flen degenuit zjjn achter
hoede rolt de knal van een vuurmond
als 'een donderslag over het veld.
Een kijjgsgedruiisch trekt door de ge
lederen; de musketiers grijpen hun ge-
ijveren, de mariniers hebben de hand aan
hun bijlen geslagen. De trommen roffelen,
de pijpérs spelen, de vlag! slaat haar
banen uit als een arend zijn zegevierende
vleugéls, en deze dappere krijgsmacht trekt
voort in de duisternis van dien merkwaar-
digen nacht' van den lOden op den llden
October, met een onstuimige vaart, totdat
A an g em oe di g d.
Wij lezen in ,,'Lie Tijd"
Dezer dagen is gemeld, dat tusschen de
patroons- en gezellenvereenigingen in het
drukkersvak een collectief contract voor
de aangeslotenen over het geheele land is
tot stand gekomen. Men meende, dat dit
het eerste was van dien aard, maar later
bleek, dat de goud- en zilversmeden de
typo's al waren vóórgeweest.
Uit een artikel in „Het Volk" over het
drukkerscontract blijkt, dat men in die
kringen het succes van dit contract meer
in het bijzonder toeschrijft aan de krach
tige werklieden-organisatie, een opinie,
die natuurlijk te verdedigen is en waarbij
het publiek zich wel zal willen neerleggen
de voorstad van Woerden is 'bereikt.
„Hoe staat het?" vroeg baas Dirksen,
die in den avond Van den llden October
hij de krijgsmacht van den Prins was
aangekomen, „kunnen jelui de vesting niet
krijgen? Zeg, wat branden ze daar toch
woeste vuren op den toren van Woerden?"
„Dat doen de Franschen," zeide An
dries, die met den legertros was mee
gekomen, „om generaal Luxemburg te
waarschuwen."
„Hoe "staat het met onze posities?"
vroeg' baas Dirksen, en een lange kerel,
die aan zijn brandende lont leunde, ant
woordde, op een pruim tabak kauwend:
„Zal ik je eens wat zeggen, man? Het
zijn groote schelmen, die Franschen
dan zijn ze gauw geprezen! We zouden
hen vermorzeld hebben onder ons geschut
vuur, indien we niet gevraagd hadden
naar het leven der burgers. Telkens als
wij bres begonnen te schieten, hebben
die ellendelingen de burgers, de vrouwen
en de kinderen met de zweep in de bres
sen gejaagd, 't Is God geklaagd. Een vrouw
werd middendoor geschoten, en toen zeide
de Prins„Stop -we kunnen onze eigen
landslieden toch niet doodschieten."
„De Fransche cavalerie heeft daar
straks een uitval gedaan uit de Leihsohe
poort," voegde Andries er aan toe, „en
de voorstad, waar onze musketiers nes
telden, met pekkransen in brand gestoken.
We zijn toen teruggetrokken, en moeten
maar zien, hoe we den nacht doorko
men. 'Gelukkig, dat het droog blijft!"
„Heb je geen honger?" vroeg vader
Dirksen, en hij haalde uit den zak van
omdat het onverschillig kan zijin, door
wiens toedoen er ten minste voor 3 jaar
stabiliteit zal zijn gekomen in het vak.
Maar als men nu denken mocht, dat
zulke collectieve contracten eenige duur
zame verbetering kunnen aanbrengen,
wordt men door den schrijver in „Het
Volk" aldus ontnuchterd
„Wie dus den socialen vrede van "der
gelijke contracten verwacht, bedriegt zich
ten eenenmale".
Het contract wordt n.l. beschouwd als
een bewijs hoe de verhoudingen tusschen
werknemers en werkgevers zich toespit
sen en hoe het sterker worden van hei
der organisaties betoekent, „dat de eischen
van de arbeiders te eeniger tij:d door de
patroons zullen worden afgewezen".
Dit wordt zeker geschreven ter aanmoe
diging
Douwes Dekker.
Nu de twee artikelen van den lieer
v. Kol in ,,Het Volk" weer eens de aan
dacht op den persoon van Douwes Dek
ker, den geïnterneerden revolutieprediker,
deal vestigen, drukken wij hieronder af
wat een inzender op 21 Januari j.l. in
„De Nederlander" schreef:
Een hes pip t t e 1 ij k e q u i b u s.
Zoo titelt het Indische „Nieuws van
den Dag", den heer... E. F. E. Doiuwes
Dekker, van wien het vertelt en overver
telt. Als volgt:
Aan de „Pr. Bode" schrijft men o.m.
uit Holland, dat de heer Douwes Dekker
daar nu óók al met een fez op loopt.
Hij wil blijkbaar met alle geweld voor
„een Oosterling" worden gehouden!
Wij ontleenen aan het epistel in het
Bandoengsche blad nog het volgende:
„Toen hij hier vroeger rondspankerde,
bad hij ook al die domme fez op. In
Parijs (hij heeft het zelf verteld!) kwam
hij1 [daarmede een hotel binnen en de
Ober boo.g diep en fluisterde„M o n
P rince".
Zie je, daar weten ze wat iemand, die
een fez opheeft, toekomt!
Ik zou echter toen wel eens achter
het Ober-masker hebben willen zien, >vat
de brave man dacht. Kellners in een we
reldstad hebben gewoonlijk een goeden
kijk op hun menschen.
Men kan eerder Sherlok Holmes een
loer dra;aien, dan een Parijisohen „gar-
^on".
De Hollanders zijn echter geen serviel-
schijinende kellners en komen nog al eens
rondborstig met hun meening voor den
dag.
Dat ondervond de fez-meneer te Am
sterdam, toen hij in de Kalverstraat ach
ter de ruit van een restaurant zat.
Twee bootwerkers kwamen aansjouwen
en kregen de fez in de gaten. Ze ble
ven staan, handen in den zak, kijken.
Hoorden dat hij Hollandsch sprak
„Jö, ka,ik 's wat een engert!"
„Zoo 'n me rakel
'Ze spouwden links en rechts, elooals
alleen een bootwerker dan kan en lie
pen door, lachend om dien „augurkies-
man" met de fez.
Die sjouwers waren niet erg beleefd,
maar ze lieten zich niet verlakken.
De reclame-zucht is er echter niet uit
gescholden, dat blijkt telkens weer.
De „Leider" doet nu erg dik met enkele
soci's-Kamerleden en dringt met die con
nectie het Parlementsgebouw binnen.
Dat staat.
En als hij dan briefjes te schrijven heeft,
neemt hij briefomslagen van de Tweede
Kamer. In den linker bovenhoek staat
daarin een stempel geperstde Neder-
landsche Leeuw met de woorden: „Twee
de Kamer der Staten-Generaal" en daar
boven een zware kroon
Dat staat nè,g meer!
Ik zend u hierbij ten bewijze- een derge
lijk omslag toe, dat door hem gebruikt
is. Het handschrift van hel adres kunt
u vergelijken.
De stemming in de Kamer over derge
lijke .narigheden is niet erg vriendelijk
dat spreekt van zelf.
Eenmaal in de bijlgebouwen van het
parlementsgebouw moet je partij trekken
van de suggestie van macht, welke daar
van uitgaat. En de heer E. F. E. Douwes
Dekker ontvangt ietwat vrijpostig
groene saai, dien hij aan een koord over
den schouder droeg, een groote worst.
De lange kanonnier kreeg er ook een,
jaarna baas Dirksen de marine soldaten
opzocht, die hun bivak hadden op,ge
slagén in een groote, door de Fran
schen leeggeplunderde woning, waar zij
zich hadden neergevleid bij een vuur,
waarvan de vlammen hoog uitsloegen.
Ze riepen baas Dirksen een hartelijk
welkom toe; zij drukten hem de hand,
en riepen Kees en Hannes, die zoo even
naar de schuur waren gegaan om brand
hout te halen.
Met een luid gejuich werden de beide
vrijwilligers begroet; vader Dirksen moest
tusschen de manschappen inzittenzij hie
ven vroolijke, vaderlandse,he liederen aan;
en te midden van de ellende, de ramp
spoeden en de duistere toekomst, verhief
zich de jonge moed der mariniers mei on
stuimige kracht, terwijl hun eenige klacht
daarin bestond, dat er nog geen ordentelijk
gevecht geleverd was.
Doch plotseling veranderde het tooneel
daar sloeg' éen kanonskogel door het dak,
dat de rieten dekking stoof; in het Zuiden
werd alarm geblazen, en de Prins, door
kolonel Palm vergezeld, en van onder
tot boven met slijk en modder bedekt,
joeg voorbij.
Maar het was een loos alarm geweest;
de kanonsikogel, die het dak uiteenscheur-
de, was verdwaald; aan dezen kant was
blijkbaar geen gevaar te duchten, doch
uit het Oosten, van de Grovenburg', da
verde het geschutvuur.
B;aas Dirksen stond daar in de donkerte
personen die hem willen spreken, in
de sectiekamer van het parle
ment!
Dat geeft „aanzien" tegenover de be
zoekers, in gewone gevallen althans.
Maar van hem is het grenzenloos be
lachelijk. De Kamerleden grijnzen elkaar
toedaar zit die q u i b u s weer.
Dit.zijin feiten. Blijft de vraag hoe het
mogelijk is dat iemand zich zoo bespot
telijk kan aanstellen".
Een bekentenis van „Het Volk".
„Het Volk" heeft de kostelijke beken
tenis afgelegd, da,t godsdienst en vader
landsliefde onafscheidelijk met elkaar ver
bonden zijn.
De godsdienstigen alzoo, zij die in God
gelooven, hebben ook de grootste liefde
voor hun vaderland.
Het is een oude waarheid, maar zij
wordt niet altijd erkend.
Doch nu is zij1 'in een onbewaakt oogen-
blik ontsnapt aan de pen van de „Volk"-
redactie.
Deze schreef over de begrafenis van
den grooten vaderlander Paul Déroulède:
„Er waren ook kerkelijke plechtighe
den, de nationale en de gods
dienstige sentimenten behooren
bij elkaar, de nationalistische en
klerikale politiek is één".
Volkomen juist: de nationale en de
godsdienstige sentimenten be
haoren bij elkaar; maar de niet-natio-
n a 1 e, revolutionaire en de a t h e-
is tis che sentimenten evenzoo.
En toch waren de heeren zoo veront
waardigd op dr. Kuyper, toen deze hen
„vaderlandloos" noemde. (Msb.)
Werkloosheid.
Het aantal werkloozen in de Diamant
nijverheid is verleden week teruggeloopen
van 3487 tot 3293.
De nikkelen stuiver.
Men meldt uit 's Grajvenhage aan „De
Maasbode"
Door het hoofdbestuur der posterijen en
telegrafie is bepaald, dat hoewel inge
volge een Kon. besluit de ronde nik
kelen stuivers eerst op 30 Juni 1914 niet
meer gangbaar zullen zijin, en ieder ver
plicht is deze tot 1 Juli in betaling te
nemen, bedoelde munten, welke vóór
laatstbedoelden datum op de kantoren der
posterijen en telegrafie worden ontvangen,
niet meer mogen worden uitgegeven, maar
bij de betaalmeesters moeten worden in
geleverd.
Kapelle. Donderdagavond had de Werk-
liedenvereeniging „V. I. S." alhier een
vergadering bijeengeroepen om tot betere
verlichting in onze gemeente te geraken.
De opkomst was schitterend, het lokaal
der Jongelingsvereeniging, het gewone ver
gaderlokaal der Werkliedenvereeniging,
was overvol. De Burgemeester en de Baad
der gemeente dringend uitgenoodigd deze
vergadering te willen bijwonen, hadden
slecht gehoor gegeven. De burgemeester,
uitstedig; de raadsleden Verreeke- en Gan-
seman tegenwoordig. Uitgenoodigd was
om als spreker op te treden en van voor
lichting te dienen, de heer C. Gerber,
Directeur der Maatschappij tot houw en
exploitatie van gemeentebedrijven. Doch
helaas de teleurstelling was groot, daar
genoemde heer op zich liet wachten.
De voorzitter opende de vergadering,
heette allen welkom en verzocht den heer
A. van de Brugge alsnu de vergadering
niet heelemaal teleurtestellen. De heer
v. d. Brugge begon met te zéggen, dat de
heer Gerber te Krabbendijke besprekin
gen en onderhandelingen voerde met het
bestuur der gasfabriek te Krabbendijke
en alzoo niet voor half negen ter ver
gadering kan zijn. Nu wilde hij zoo goed
of zoo kwaad mogelijk voorlichting ver
strekken. Op de hem eigene wijze ont
vouwde spr. de voordeden aan het gas
licht verbonden. Goed licht is de voor
waarde van een genotvol leven. Wij zijn
hier in Kapelle veel ten achter, wanneer
we zien op onze naburige gemeenten. We-
meldinge heeft een gasfabriek, Kloetinge
sluit weldra bij Goes aan, evenzoo 's Gra
venpolder en Schore sluit zich ook al
op den weg, terwijl de soldalen hem als
schimmen voorbij reden, al maar rond
starend, oil! hij geen bekend gezicht kon
ontdekken.
„Andries ben jij dat?" riep hij, en uit
de duisternis werd teruggeroepen: „Zoek
je Andries Dirksen? Daar komt hij
achter die lantaarn aan
„Hoe zit het met het gevecht?" vroeg
de vader opgewonden; „welke mannen
staan daar aan de Grovenbrug?"
„Dat is het volk van den heer Van
Zuylenstein,' 'zeide Andries, die nu nader-
Jiij kwam. „Ze hebben de heide oevers
van den Rijn, die door een brug van ton
nen zijn verbonden, bezet, en zich door
schansen gedekt. Ik hoor zooeven van
een spion, dat generaal Luxemburg met
een overmaehtigen troep van 's Graven
land is gekomen, om door de posten
van den heer Van Zuylenstein heen te bre
ken, vandaar dat zware vuur."
Aan slapen kon dezen nacht niet wor
den gedacht; de kanonniers stonden met
brandende lonten bij de stukken; de rui
ters leunden, den leeren teugel om den
arm geslagen, met den rug tegen de flan
ken hunner paarden, terwijl de oostelijke
gezichtseinder hij Harmeien rood werd
gekleurd door het vuur van twee hofste
den, die door de Franschen in brand wa
len gestoken.
Twee boeren, de armen op- den rug
gebonden, werden voorbijgeleid. Ze waren
een paar uur geleden in de schemering
door 'een paar schoutenknechten gegrepen,
terwijl zij bezig waren, een kade door te
steken, ten einde het water van de lan-
aan zoo'n kleine gemeente Kruinin-
gen, Krabbendijke en Rilland. Kapelle
komt achteraan; drie jaren geleden was
er een roep voor electriciteit, doch we
hooren niets meer.
Gas en electriciteit werden besproken,
de onmogelijkheid om te komen tot een
electrische centrale. Zoodat de voorkeur
voornamelijk gegeven werd aan gaslicht.
De gasmeester van Wemeldinge gaf ver
dere inlichtingen, verklarende, dat de
voordeeligste weg wel zou zijn aanslui
ting te krijgen met Wemeldinge, het per
soneel blijft hetzelfde, Wemeldinge zal het
niet te doen zijn om er winst uit te klop
pen. Maar beide, èn Wemeldinge èn Ka
pelle zouden goedkooper gas stoken dan
wanneer Kapelle tot oprichting eener
eigen gasfabriek over ging
De heer de Graaf van Biezelinge ver
klaarde al 30 jaar in het donker zijn
hekje te hebben moeten zoeken en hoop
te, dat het gemeentebestuur haast zou
gaan maken met hetere verlichting. Ook
de heer de Graaf gaf de voorkeur aan gas
licht.
De geachte spreker voor dezen avond
liet op zich wachten en kwam niet. Doch
waar het vraagstuk verlichting genoeg was
besproken, kwam men tot de concludee-
ring een motie uit de vergadering te rich
ten aan den Raad der gemeente, waarin
de wensch zou uitgesproken worden, om
tot betere verlichting te geraken. De voor
keur gevende ,aan gaslicht en alzoo nadere
stappen te doen in genoemde richting.
Nieuwdorp Gistermorgen had bij J. R.
een schoorsteenbrand plaats, die dank zij
het kloeke optreden der buren tot den
schoorsteen beperkt bleef. Alleen wat
pakjes tabak, die tegen den schoorsteen,
op den zolder lagen opgestapéld begon
nen reeds te schroeien. Een zoon van
J. R., die reeds geruimen tijd ziek is,;
en noig te bed lag, werd in dekens gerold
bij do buren binnengebracht. Dat kame»
en zolder vol rook stonden behoeft, nauwe
lijks gezegd.
Koudekerks. Tot plaatsvervangend kan
toorhoudster aan het hulptelegraaf- en
hulptelefoonkantoor is benoemd mej. C. de
Rijke aldaar.
Serooskerke (W.) Alhier is een comité
gevormd voor Plaatselijke Keuze, bestaan
de uit afgevaardigden van beide kerke
raden, van den Chr. Nat. Werkmansbond,
van Patrimonium, en enkele andere ver-
eenigingen. Als voorzitter zal fungeeren
ds. Muller en als secretaris-penning
meester dhr. Wi. C. de Bruijh. Het co
mité zal een tweetal bekende sprekers
uitnoodigen tot nadere uiteenzetting der
Plaatselijke Keuze. Daarna zullen lijsten
ter teekening worden aangeboden.
Tholen. Dat men, vooral in handels
zaken, voorzichtig moet zijin met iemand
voor den gek te houden heeft de com
missionair A. M. te'Poortvliet ondervon
den.
Kort geleden had hij schertsenderwijs
tegen den koopman L. G. te Tholen ge
zegd als je f2.50 pér H.L. geeft kan je
een partij ajuin, liggende daar en daar
koopen, wetende dat hij1 geen ajuin te
verkoiopen had en dus ook niet kon le
veren. L. Lr. heeft die aanbieding als
ernstig gemeend opgeval en heeft, om
dat aan een sommatie tot levering, per
deurwaarders-exploit gedaan, niet was
voldaan, een eisch tot schadevergoeding
groot f200 ingesteld -wegens niet tijdig
leveren van verkochte ajuin.
Deze zaak is nu door het kantonge
recht te Tholen in behandeling genomen.
Alzoo voor den commissionair A. II.,
hoe of do uitspraak van het kantonge
recht ook moge luiden, een mager re
sultaat voor zijin grappenmakerij.
(Zoom.)
Bruinisse. Gisteren (Donderdag) vierde
een ingezetene dezer gemeente, de heer
H. van den Berge, zijn lOOsten geboorte
dag. De belangstelling was algemeen. Onze
gemeente had een eenigszins feestelijk aan
zien. Van onderscheidene woningen wap
perde bij gelegenheid van deze zeldzame
gebeurtenis de nationale driekleur, terwijl
den jubilaris des avonds door het mu
ziekgezelschap „Nu met Hope" een sere
nade werd gebracht.
derijen te tappen. Ze hadden hun senten
tie van den Prins reeds gehoord. Zij waren
hem te voet gevallen, want ze hadden
vrouwen en kinderen te verzorgen, maar
het was vergeefsch geweest.
In dit hachelijk tijdperk kwam het woord
„pardon" nooit over de Prinselijke lip
pen; hij mat met één maat, en hij kende
geen erbarming voor de overtreders, om
dat zijn erbarming,' zich uitstrekte over
het geheele vaderland.
„Kolonel!" riep de Prins door de duis
ternis, „zijt gij daar?"
En kolonel Palm begaf zich naar den
Prins, die bij een groot wachtvuur, achter
een tuinmuur, stond, om diens bevelen
te halen.
Even later werden kommando's ge
hoord de mariniers sprongen in het gelid,
.Voorwaarts, mannen!" riep kolonel
Palm, den Prins ten afscheid met den
sabel groetend.
Raas Dirksen en Andries staarden hen
na in de donkerte; toen hief een dap
pere jongeling uit het tweede gelid heit
psalmlied aan
„De Heer zal opstaan tot den strijd!"
Zijn nevenman, het eerste gelid, het
derde gelid viel in; er zongen honderd
man twee honderd man nu zong|
de geheele strijdmacht.
„Wilt u 'thun niet verbieden?" vroeg
een voorzichtig korporaal.
„O neen!" antwoordde kolonel Palm,
„dat verbiedt ik hun stellig niet! De Fran
schen zullen 't hooren, en weten, dat wij
psalmzingend ten strijde trekken!"
(Wordt vervolgd.)