NIEUWSBLAD
VOOR ZEEL
Lokaalspoorwegen op Zuid-Beveland.
\o. 110. 1914.
Donderdag 19 Februari
38e Jaargang.
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
Staten-Generaal
Binnenland.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. DHUII, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENT1ÈN
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. 1.25
Enkele nummers0.85
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes
EN
van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 110 regels [ƒ1.iedere
regel meer 10 cent.
Tot ons genoegen zijn wij in de
gelegenheid gesteld geworden neven
staand schetskaartje op te nemen, ter
verduidelijking van de reeds vroeger
uitvoerig besproken spoorplannen.
Ofschoon de teekening niet geheel
en al overeenkomstig de jongste
plannen is, geeft ze toch een vrij
goed overzicht van het Zuid-Beve-
landsche Spoorwegnet, zooals dit in
voorbereiding is, en toont ze duide
lijk aan, hoe dit het geheele
eiland zal beslaan.
Enkele op- en aanmerkingen echter:
De lijn WolfaartsdijkWemeldinge
zal van 's Heer Arendskerke totKloe-
tinge de bestaande hoofdlijn volgen.
Te Wolfaartsdijksche Veer komt de lijn tot dichtbij de Zandkreek. Het baanvak Kruiriingen—Hansweert blijft aan de O.Z.
van het Kanaal. En het grootste Spoorwegvak in den Zuidwesthoek van het eiland zal minder scherpe bochten
maken. Ten slotte had men kunnen aangeven als een „lijn in plan" de verbinding Ierseke -Wemeldinge (Kanaal O.Z.).
Gas Kiezerscorps.
Aan de hand van de cijfers gaat „Het
Volk" een vergelijking trekken tussohen
„kerkelijjken" en vrijzinnigen bij1 de ver
kiezingen. Het blad komt daarbij tot de
volgende merkwaardige conclusion:
1 i
De kerkelijke partijen zijn niet als de
vrijzinnigen in haar rampjaren ingezon
ken, maar overvleugeld.
Wanneer de coalitie zich in de bui
tengewoon ongunstige positie van 1913
zóó weet te handhaven, over de geheele
linie haar kiezers zlóó prachtig in de
hand blijkt te hebben, dan beteefcent
dit, dat haar automatisch de meerder
heid weer toevalt, wanneer de vrijzin
nigen in 1917 inzakken als in '01 en '09.
Doch ook als haar tegenstanders hun
macht niet meer dan op peil weten te
houden, dan nog blijft de coalitie meesr
ter van het terrein.
Gunstige en ongunstige jaren dooreen
gerekend, stijft het aantal kerkelijke
stemmen na iedere regeerperiode
met 30.000. Alleen bij de slappe ver
kiezing van 1901 gingen zij achteruit
en wel met 21.844; 1915 bracht dat
weer volkomen in 't reine door meer
dan 100.000 stemmen winste.
Na Juni 1913 zullen nieuwe hulptroe
pen geformeerd wordenals men op
één ding gerust kan zijn dan is het
hierop, dat de reserve van vier en een
half honderdduizend meer dan vijfen
twintig jarigen, die in 1913 niet op
de kiezerslijst voorkomen, op geduchte
manier zal worden aangesproken.
Elk jaar, vooral vóór de periodieke
Kamer- of Statenverkiezingen, zorgen
haar organisaties er voor, dat de man
nelijke geloofsgenooten van 25 jaar en
ouder een formulier ter onder teekening
wordt voorgelegd, En wat op deze wijze
hij het kerkelijke kiezerskorps wordt in
gelijfd is voor het overgroote deel on
bereikbaar en dus onaandoenlijk voor
de propaganda der tegenpartij'; het gaat
stemmen uit hetzelfde plichtsgevoel,
waarmee t Zondags ter kerke gaat
en evenmin als het over denkt eens
van kerk veranderen, komt het in zijn
hoofd op een ander dan den officieelèn
kerke lijken eandidaat te stemmen.
De kerkelijken hebben het voordeel,
dat zij voor hun mensehen het algemeen
kiesrecht vrijwat meer benaderen dan
wij' dat zij hebben een trouw kiezers
corps, minder afhankelijk dan eenig- an
der van de politieke stemming: van het
©ogenblik.
i
Dit blad heeft een jujsten kijk op onze
kiezers. Moedige het ons aan om vooral
op 't gebied der beginselen flink aan te
pakken, en te propageer an. Alleen wie
door onze beginselen gewonnen werd, blijft
ons trouw, en weerstaat de verleiding
van het materialisme.
Geen Staatspensioneering.
Minister Cort v. d. Linden heeft even
eens aan een spreker van rechts toege
geven dat door overneming van het
amendement-Duys (art. 369) het karak
ter der wet-Talma in niets was veran
derd geworden. Toch zoo merkte de
premier op haakte men aan de wet
vast een regeling die van een geheel
ander beginsel uitging dan de wet zelf.
Laat hier de vader der wet de
oud-minisler Talma zelve op antwoorden.
Reeds eenigen tijd geleden zei de oud-
minister in een vraaggesprek: „Er is een
zekere meening, dat met dit toevoegsel de
Staatspensioneering haar intrede heeft ge
daan. Ik kan die meening niet beamen,
reeds wijl de werking van artikel 357 een
afloopende is. Als de daar bedoelde men-
schen van 70 jaar of ouder dood zijn,
is de zaak aigeloopen en worden de
renten krachtens andere artikelen ver
leend, als deze dan in werking zijn ge
treden, wat natuurlijk quaestieus blijft,
daar hiervoor een Koninklijk Besluit moet
worden genomen ter verantwoording van
het ministerie dat er zal zijn als alles
is voorbereid. De invoeringsbepaling op
zich zelf doet, gelijk boven is aangetoond,
niets. Het bedrag der rente is onbepaald;
er is geen autoriteit die over de aanvragen
beslist; en er is geen kas, waaruit betaald
kan worden."
Tot zoover de oud-minister.
Laten wij dat toch vasthoudenmen
mag artikel 369 niet los denken van de
Invaliditeitswet Niet los denken, en ook
niet los make n.
De zaak zit eenvoudig zoo, dat de In
validiteitswet invoert verplichte verzeke
ring voor zekere rubriek van personen,
n.l, loonarbeiders; en art 369 eenvoudig;
bepaalt, dat voor de personen, die onder
deze rubriek vallen, en die reeds 70 jaar-
zijn, zal gerekend worden, dat de wet
reeds eenige jaren vroeger is ingevoerd,,
zoodat zij de uitkeering reeds direct ont
vangen.
X X
X
In hun nopjes.
Een man van „De Nieuwe Courant"
had in Zaandam dezen en genen eens
gepolst en was tot de ontdekking gekomen,
dat velen met den nieuwen toestand on
tevreden zijn.
De wethouder Duys, desaangaande door
een man van „Het Volk" naar zijfi mee
ning gevraagd, had geantwoord:
„Het is moeilijk om over een zooi on
bestemde bewering een oordeel uit te spre
ken. De journalist heeft, krachtens zijn
eigen mededeeling, zijn wetenschap niet
uit ervaring. Hij' spreekt op' gezag van
anderen. Maar dan had hij' tevens zijn
zegslieden moeten noemen. Want wat heb
ben zulke uitroepen voor waarde, als men
niet weet van wie ze stammen? Ik ver
klaar, dat er bij de Zaandams-che arbeiders
geen sprake is van verbittering. In de
eerste plaats zijn het nuchtere, kalme,
bezadigde Noord-Hollanders en in de twee-
do plaats hebben zij heelemaal geen re
den om verbitterd te zijn. Het gaat
hen in Zaandam best naar den
zin. Wie den wind in de zeilen heeft,
hoeft niet te kniezen of te sputteren,
die kan rustig zijn gang gaan".
Wij waren zoo vrij een enkelen volzin
te spatieeren, omdat wij vreezen, dat over
enkele jaren de algemeene indruk een
andere zal zijn. Namelijk wanneer zal blij
ken, dat een socialistisch gezaghebber ten
slotte tot een gewone kapitalistische mijn
heer verkleurt; en de eersten door hem
teleurgesteld in dat geval zijn zij1, die
bij zijn optreden het meest in hun nopjes
waren.
Briand, de ophitser der werklieden,
heeft het ondervonden. Zoodra hij! mi
nister werd, was hij de eerste, boven
al zijlne voorgangers, die soldaten op de
stakers losliet en op dezen liet schie
ten met scherpe patronen!
X X
X-
Socialist landsverdediger.
Minister Cort v. d. Linden herinnerde
gisteren in de Eerste Kamer dat Be-
bel, de leider der sociaal democraten in
Duitschland, zich bereid verklaard had,
indien Duitschland werd aangevallen, met
het geweer op den schouder naar de
grens te gaan. Ook in de Kamer zoo
voegde de minister er aan toe zijn
er nog wel zulken. De spr. doelde blijk
baar op Van Kol, die evenals indertijd
diens geestverwant Schaper in de Tweede
Kamer, zich in gelijken geest had uitge
laten.
In „De Nederlander" van 10 Maart 1894
komt een verslag; voor van het in de
Fransche Kamer van Afgevaardigden op
17 Febr. van dit jaar door Jaurès, den
leider der Fransche sociaal democraten ge
houden rede. Uit dat verslag blijkt dat ook
Jaurès met eenzelfde gevoelen bezield
was. Immers wij lezen daar:
De heer Jaurès: Ik heb betoogd, dat
hoe diep onze politieke en sociale ver
deeldheid moge zijn de eenheid van
het vaderland niettemin blijft bestaan, om
dat zij berusit op een andere orde van
gevoelens en voorstellingen, dan de eco
nomische of zelfs dan de politieke denk
beelden; onder welk zinnebeeld men zich
denke de toekomst van het Fransche va
derland; of dit moge zijn de driekleur,
die heden |en dage het lot van Frank
rijk dekt, en waaronder w ij allen,
verstaat mij vyel, wij allen be
reid zouden zijn om de gevaren
te trotse eren voor de verdedi
ging van. het vaderland.
Het is te begrijpen dat de spreker hier
onderbroken werd door „toejuichingen op
een groot aantal banken."
■X X
X
Geen overcompleet.
„De School met den Bijbel" ontkent
dat er tengevolge van een ondersteld te
veel (wat schrijver overigens in 't mid
den laat) aan Chr. Kweek- en Normaal
scholen een overcompleet getal geslaag
den is of komt. De ontkenning wordt
aldus toegelicht
Voor de betrekkingen opengekomeri door
overlijden, pensioneering, enz. enz-, zijn
gemiddeld 4 pCt. noodig.
Nemen wij dit in aanmerking, dan had
den we voor 't Chr. Onderwijs 't na
volgende lijstje noodig
'a .5
rjj-o
o
5 40
Cs
o "s
*rt
a
■+J
o
Geslaag
den
'ekort
Over
ompl.
O t-,
H
1901
145
101
246
198
48
1902
181
106
287
158
129
1903
183
114
297
176
121
1904
159
121
280
187
93
1905
151
127
278
148
130
1900
224
133
357
174
183
1907
267
142
409
171
238
1908
184
153
837
229
108
1909
170
160
330
254
76
1910
182
167
349
323
26
1911
259
174
433
392
41
1912
301
185
486
513
27
1913
301
194
498
481
17
In '13 te kort 121027
of 1183
Bijna honderd jongelieden kwamen dus
per jaar van elders de Chr. school bin
nen.
Dit wijst op een fout. De Chr. op
leidingsinrichtingen hadden een te kort,
wat het aantal geslaagden betreft. En
voorts van tweeën éénóf de Chr. Kweek
en Nonnaaischolen zijn nog niet wat ze
wezen moeten, óf -onze besturen stellen
een opleiding: in eigen geest en richting
niet genoeg op prijs. Of zijn beide waar?
Zoo ja, dan deze twee wenken in acht
genomen: Verbetert uw inrichtingen, en:
Steunt de eigen opleiding. De leeraren
hebben voor het eerste, de schoolbestu
ren voor het laatste te zorgen. En dan
zouden wij' er nog een derden wenk aan
toe willen voegen: Neemt bij benoemin
gen liefst jongelui die van de Kweek-
of Normaalschool in uw naaste omge
ving komen. Gaat deze laatsten bij sollici
tatie, zoo 'timmer kan, niet licht voorbij',
voorbij.
X X
i X
Schaepman.
De grootste mannen van rechts zijn in
hun leven het meest verguisd door de
eigen politieke vrienden.
Groen van Prinsterer, Kuyper, Lohrnan
en Schaepman hebben dit ondervonden.
,,Het Centrum" "herinnert aan de vij
andschap van Roomsche zijde aan den
grooten doctor uit Rijsenburg betoond.
Eens moet hij een leelijke briefkaart ont
vangen hebben, welke eindigde met „ik
zat voor u bidden".
Het antwoord van den dus gegriefde was
snijdend: „Bid voor u zelf, gij rechtop
staande voor den tabernakel
De heugenis van dergelijke mannen mag
nimmer verloren gaan.
De ouderen hebben omtrent hen de
jongeren op de hoogte te houden.
Eerste Kamer.
Voorname redevoering.
Onaangename beschouwingen
en mededeelingen van een
ander minister. Geen be
zuiniging op de defensie.
De Eerste Kamer zal het minder goede
voorbeeld van de Tweede volgen en de
debatten over* de S ta ats b e gr o o ti ng niet
veel minder pagina's van de Handelingen
doen beslaan. Eén ding heeft zij voor;
het debat staat op hoog peil.
Er wordt principieel geredeneerd, het
middel is geen doel geworden. De ernst
van het oogenblik ligt 'aan de beraadsla
gingen feil grondslag.
Gisteren kregen we twee ministerieel©
redevoeringen te hooren, van den Pre
mier een lang en klaar betoog, dat van deni
man van de dubbeltjes oftewel de leeg©
schatkist, een woord, dat eveneens aan
duidelijkheid niets te wensohen overliet.
Dat zullen we straks zien.
Minister Cort heeft uitvoerig de wet
Talma en het ontwerp Treub bespro
ken. Opmerkelijk was het echter, dat
's ministers betoog niet steeds in de lijn
van Treub bleef. Veel zou deze overge
nomen kunnen hebben, doch daarnaast
kwamen toch motiveeringen voor, die hij
onmogelijk zal kunnen onderschrijven. Zoo
de uiteenzetting, dat het staatspensioen als
eisch der verkiezingen aan den dag is
gekomen.
Een oogenblik toegegeven, dat zulks
het geval is; dan geeft toch niet mi
nister Treub het (Staatspensioen om die
reden. Want hij is en blijft tegenstander.
Overal waar dus de Premier van Staats
pensioen sprak, benadeelde hij de hope-
looze zaak van zijn collega Van landbouw1.
Verder zal het den lezer treffen, in
de schildering, die de Premier gaf van
de eigenlijke beteekenis van art. 369, in d©
gedaante, die het had vóór dat het amen
dement-Duys was aangenomen, dat hij!
daar het beginsel der premie-vrije uit-
keeringen, een beginsel inderdaad, tegen
overgesteld aan dat van de wet zelf, Veel
meer beaccentueerde, dan ooit de heer
Treub of anderen hebben gedaan.
Voor dezen was het altijd, hoezeer ook
een strijdig beginsel daarmee werd bin
nengeloodst, een logisch uitvloeisel der
wet zelf, noodzakelijk om de wet te doen
inleven. j
Tot het moment, dat het amendement-
Duys werd aangenomen, voelde men in
art. 369 geen bezwaar.
Ook hier sluit o.i. het betoog van den
Premier niet geheel aan hetgeen de heer
Treub zou moeten aanvoeren. Voor de
zen laatste slaat de zaak, plotseling haast,
om door het amendement-Duysi
Behalve de verzeKeringswetlen zijn door
den minister van binnenlandsche zaken
nog breedvoerige beschouwingen gevoerd
over de algemeene positie van het kabinet
ten opzichte van partijen en kiezers.
Bij het debat in de Tweede Kamer
zijn hieraan reeds vele kolommen gewijd,
zoodat wij gevoegelijk kunnen overstappen
op het betoog van minister Bertling.
Geen pleizierige overgang.
De beschouwingen boeien niet, en de
mededeelingen verblijden ons 'niet.
Er is dus niets bekoorlijks aan.
Hoort maar!
De opcenten-ontwerpen zijn bij den
Raad van State. Die zijn dus onderweg.
De successierechten worden verhoogd.
'tZal op de „rechte lijn" afgaan. Ook
de giften onder de levenden zullen er aan
moeten gelooven!
Zooals de heer Van Nierop, gelooft ook
de Minister, dat de directe belastingen
niet genoeg opleveren kunnen. De indi
recte belastingen, die daarom aan de beurt
komen, zijn volgens den heer Bertling-:
de zegeibelasting (uitbreiding der bestaan
de) en een tabaksbelasting. "Voorloopig,
o belastingbetaler, een indrukwekkende
lijst. Toch mag het bewijs wel geleverd
worden, dat hiermee zal kunnen volstaan
worden
Den gemakkelijken weg van bezuiniging
op de defensie wil het Kabinet niet op.
Daar wil het niet transrgeeren, zei de
Premier. Want, zoo motiveerde hij onge
veer, een weerloos volk wordt een prooi
voor andere en is er dan eerst recht
slecht aan toe. Zonder goede bewape
ning levert nven onze mannen niet aan den
strijd maar een slachting over. Zeer te
recht gezegd.
Raad van State.
Gisteren werd voor de Afdeeling van
den Raad van State voor de geschillen
van bestuur weder ©en drietal zaken be-