Zeugen Z akel NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND i \o. 115. 1914. Zaterdag- 14 Februari S8e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH 'S OLT, lRS 11 EERSTE BLAD. mg. ANN s. lardolf; J. p. 50 Kg. p. 50 Kg. um). en en rfikelen, delburg. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK F. P. DHUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Dit nummer bestaat uit twee bladen Hei Bioscoop-gevaar. Staten-Generaal 1914, iet „Slot GznPi, r i A. v. d. ïagen venne; J. Tellen; J. imers Martens; F. Domi- ter Ph. Bom] Staal F .vensc trouwer ie Munck sen. Markt M. Dhont, hchimont; adeJ. v. L. Noord- Czn.M. C. v. d. 1; Ise; F. v. maas Je; Jaoobstr. >ré, Glacis- KameiiingT j T. J. Lin- ■iaansede Dainme de Ieuscveldt eer; A. v. ima kwali- 'S nen, Haver - Bibbykoek iel, Bertels m. or uw geld dan nt per ons. r ons, n 20 cent u met den .opoeder li PRIJZEN voor IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S OOSTERBAAN LË COINTRE, te Goes EN van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 110 regels 'ƒ1.—, iedere regel meer 10 cent. Aan wie de schuld Men kan zien, dat links in de Ka mermeerderheid is, onder anderen hier aan, dat rechtmatige klachten in de recht- sche pers geslaakt, tijdens de meerder heid rechts wa's, thans worden geuit dooi de linkse lie pers; en zelfs groote mannen van links, die de laatste zes jaar zwe gen, zi,c;h nu mengen in het koor dei- klagers, i ill.! Zoo schrijft in „De Vrijzinnig-Demo craat" niemand minder dan dr. Bos, de leider der vrijzinnig-democraten in de Ka mer, en een der invloedrijkste beschenm- heeren der concentratie onder meer het volgende Van emstigen begrootings arbeid is geen sprake. Althans niet meer in den zin, die daaraan in vroegere jaren, voor al in het belang van den finantieelen toestand van het land, werd gehecht. Ernstige critiek van begrootingsposten wordt bijha, niet meer gehoord. Niet meer de Kamer controleert de regee- ring, steeds meer wordt het omgekeerde het geval. De departementen en de ambtenaren vervullen de taak, die van oudsher aan het parlement toekwam. Daarmee moet dalen de beteekenis van het parlement. Wordt dit alleen de plaats om wenschen van meer of min belangrijke groepen van de bevol king, hoe eerbiedwaardig deze wenschen mogen zijn hoezeer de inwilliging dik wijls is in het algemeen belang, onder de oogen van de regeeiiug te brengen, haar aandacht daarvoor te verzoeken, dan daalt de volksvertegenwoordiging tot het lagere peil af van pefitioma- risse. Zoo kan het niet langer, klaagt de schrijver; het moet anders worden. De discussies moeten niet langer als pro paganda-middel worden gebezigd. De Kamer begint te gelijken op een watermolen, die met haar schroef zon der einde aldoor wat als klachten en wenschen op veler akker doorlekt, op zuigt en in hel kanaal der Handelingen uitstort. De schrijver zegt ook nog, dat de pers verslagen vaak den indruk wekken als had men te doen met het „verslag van een vairiëteitentheater hij het optreden van een nieuwe troep". Nu kan dit waar zijn. En wie vooral de interrupties (in-de-rede-vallingen), en menigvuldig herhaald gebrul, de laatste jaren van de zijde van linksche Kamer leden gehoord, zich te binnen In-eng t, stemt het zelfs gereedelijk toe. Een variëteitentheater! schijnt ons wel een juiste benaming toe. Het ware heter geweest, dat de scliriji- ver reeds eenige jaren te voren deze mee ning had uitgesproken, aan het adres der sociaal-democraten. Allicht ware dan de verbetering toen reeds ingetreden, en kon de vrijzinnigheid er nu ten volle vaar profiteeren. De verbroedering tusschen vrijzinnig- en sociaal-democraten op Staatkundig gebied in ons land ten top gevoerd, schijnt ook op hel terrein der Kerk te worden ge- 'zocht, Tenminste in de Nederl. Hervormde Kerk te Amsterdam vlassen de socialis ten er al op, dat, dank zij de 'doortrekking der lijn van innige samenwerking, bin nen afzienbaren tijd een sociaal-democraat .aldaar predikant wordt; en dan op' den den kansW in de Nieuwe Kerk, eens door Planeius en leelingh en Geselias en Smout, door Krauijenbelt en Hasebroefc etn Hoede,maker bezet, om van de thans no,g levenden en dienstdoenden niet te Spreken weldra ds. v. d. Heide liet Evan gelie van de „Blijde Wereld" zal staan te verkondigen. In dien geest althans heelt ds. Bak ker van Zwolle, een sociaal-democraat, in de „Blijde Wereld" geschreven, terwijl van zijn artikel de slotsom was, dat de socialistische arbeiders met de modernen moeten samen weikenom de orthodoxen in de hoofdstad tot minderheid te maken. Reglementair en principieel is het mo gelijk aldus de heer Bakker dat de Amsterdamsche gemeente socialisti sche predikanten krijgt. De mogelijkheid bestaat, dat, laat ik zeggen. Van dei- Heide als Amsterdamsch dominee in de Nieuwe Kerk preekt. Men zal zeggen, dat dit tegenwoordig niet kan. Neen. Dit is zoo. Maar waarom niet? Omdat de orthodoxie, die feitelijk minderheid is, den haas speelt, wijl de niet-orthodoxen zich met de kerkelijke aangelegenheden vrijwel niet hebben be moeid tot nu toe. Maar dit behoeft toch nietDie starre rechtzinnigheid kan gebroken worden, als de A m- damsche ar b e i d e r s, die li d van de kerk zij n, dit willen, enter stembusgaan, o m h u n n e mannen in het kiescollege te zetten. Als ze dat doen, dan kan binnen vijf jaar, wanneer ze in bondgenoot schap optrekken met de georganiseerde vrijzinnig-Hervormden, de meerderheid om zijn, dan kan een socialistisch pre dikant zijn intree doen. Voorloopig vindt deze voorslag in de pers der modernen geen weerklank. Het Weekblad der Vrijzinnig-Hervormden ver klaart zich van een zoodanig huwelijk niet afkeerig, maar de te beroepen predikant mag geen sociaal-democraat we zen; tenminste in Amsterdam niet. Dat deze heeren Amsterdam voor een socialistischen predikant willen behoeden, is prijzenswaardig; doch eilieve, waarom dulden zij dan voor een vijftigtal kleine gemeenten in ons vaderland de groote verwoestingen wel, welke het socialisme hunner moderne collega's aanricht? Zijn de menschen daar somwijlen van minder allooi dan die te Amsterdam? Wordt het geen tijd om deze dingen eens ernstig onder de oogen te zien? Indien het gevaar nog maar te keeren is! (Ingezonden.) Het is niet voor de eerste maal, dat in publieken geschrifte een woord wordt gezegd over het gr ooi e gevaar, dat gelegen is in de zich steeds vermeerderende ge legenheden, waarin Bioscopische of Cine matografische voorstellingen worden gege ven. Ouder hen, die zich met ernst van de beteekenis en den invloed dezer nieuwe „volksvermaken" hebben rekenschap ge geven, is de meening vrijwel eensluidend, dat de bioscopen een deels zeer verderfe- lijken invloed uitoefenen, door aan onze delijke toestanden, aan misdadige han delingen, zekere romantische bekoring te iverleenen. geheel op dezelfde wijze, doch met zoo mogelijk 'nog grover middelen, als in de onzen boekhandel overstroo- mende detectieveromans, wordt gevolgd. Kan men nog aannemen, dat de grove en sinakelooze overdrijving, die dergelijke lectuur, gelijk ook de bioscoop-voorstellin gen in het algemeen, kenmerkt, voor ont wikkelde volwassenen een tegenwicht is tegen de verderfelijke tendenzen ervan, zulks is zeker niet het geval ten opzichte van de groote jsichare min-ontwikkeldenj, die het oordeel des onderscheids missen, en bij wie het vermogen om te schiften en te critiseeren njet, of zoo goed als niet ontwikkeld is. En zeker is dat niet zoo bij de kinderen en jongelieden, die he laas steeds meer gaan behooren tot de vaste klantjes van tiet bioscoop-theater. Voor hen zijn de t.ooneelen, die daan? aan hun oog voorbijtrekken, slechts il lustraties hunner reeds al te levendige ver beelding; voor heri zijn de bioscoopfilms de spiegels eener werkelijkheid, eener wereld waarin zij begeerig zijn in te blik ken, omdat die hen voert uit de sfeer van het alledaagsche, terwijl zij het inzicht missen om te beseffen, dat z'ij heil niet daarboven verhef I. maar hen neerhaalt in de walmen van misdaad en ontucht, en dat soms onder zeer idealistischen schijn. Er zijn voorbeelden te over, die den ellen- digen, deprimeerenden invloed zulker ver tooningen illustreerenmenige jonge man is naar de rechtzaal gevoerd als gevolg van door bioscoop-verlooningen gewekte verlangens naar een wereld van avontuur en genot, en daarnaast eveneens door den steeds aanwakkerendên lust om zich, eer lijk of oneerlijk, het geld voor 't genieten, dier vertooningen te verschaffen. Dat het gevaar allerminst denkbeeldig is, behoeft dan ook o.i. niet te worden aangetoond. Toch zou het, naar ondergeteekenden ineenen, van verkeerd beleid getuigen, nu vlakweg tegen alle biosooop-verlooning partij te kiezen, liet zou ten eersite niet haten, het zou, ten tweede, met het slechte ook het goedé van tie bioscoop verwerpen. .Want de ontwikkeling van de filmver- tooningen heeft ongetwijeld ook haar goede zijde. Duizenden, wier omstandighe den niet toelaten vreemde landen en vreemde steden te gaan zien en te be- studeeren, zijn door de bioscoop als het ware die vreemde landen binnengevoerd zij hebben eenig; inzicht kunnen krijgen van het leven, anderer volken, van de samenstelling en de vervaardiging van vele artikelen, die zij in naam en in gebruik wèl, iu voorsprong en bewerking niet kenden. Vergete men bovendien niet, dat ook de geest, zelfs van meer-ontwik- kelden, nu en dan de opfrissching van een hartelijk lachen door onschuldige scherts behoeft, of, zoo al niet behoef t, er toch allerminst door geschaad wordt. Ook in dit opzicht het moet erkend hebben de iilnwertooningen „in een behoefte vooi'zien." Deze erkenning van de goede zijde van bioscoop-vertooningen, lveefl. dan ook «reeds geleid tot pogingen, om, lokaal, aan het publiek voorstellingen te verzekeren, waar aan de bovengeschetste nadeelen niet ver bonden zijn. Deze pogingen waren echter beperkt, meestal plaatselijk beperkt, en hebben een nog te jonge geschiedenis om te kunnen beoordeelen of zij zijn geslaagd. In elk geval stonden die pogingen ge heel op zichzelf, en is van de kans, om het welslagen door samenwerking in een algemeen verband te bevorderen, geen gebruik gemaakt. Bovendien, mogen zij in enkele groote sleden iets beteekend hebben, het platte land ligt voor den arbeid in deze richting nog geheel braak. En toch is juist daar de behoefte aan goede ontspanning zoo buitengemeen veel grooter dan in de steden, waar muziek, lectuur, en gelegen heid tot gezellig samenzijn onder veler bereik liggen, waar liet vereeniginigsleven uneer ontwikkeld en het aantal vrienden en kennissen zooveel grooter is. Het kwam ondergeteekenden daarom voor, dat er om twee redenen behoefte bestaat aan de vorming van een lichaam, dat aan dit volksbelang aandacht schenkt. Aan een Bond, Vereeniging of Bureau, dat le de verspreide pogingen tot bevorde ring van goede bioscoop-voorstellingen vereenigl, overweegt wat daarin door samenwerking uit te breiden of te verbe teren zijen 2e vooral aan de bevolking, van kleine steden en van de dorpen de Bioscoop laat zien van haar goede zijde; als een uitnemend, en - mits goed geleid ook onschadelijk volksvermaak, uit spanning biedend na volbrachten arbeid, illustreerend met het levende beeld, wat op school, 'of daarna in Vereenigingen van jongelieden of jonge meisjes is ge leerd. Zulk een centraal lichaam zou met ver schillende corporaties in contact kunnen treden, o.a. (en wel in het bijzonder) met. de school, zonder onderscheid van lichting en van onderwijs; eerst bij de keuze van films' zal op dit laatste kunnen en moeten worden gelet. Mogelijk zijn de eischen, die de bijzondere school ten aanzien van biosooopvectooningen stelt, andere dan die der openbare school, moge lijk ook wordt in de behoefte dier laatste reeds op andere wijze voorzien1) on dergeteekenden ineenen dat zij met de onderscheidene wenschen rekening moe ten houden. Sommige gemeenten (Botterdam bij v') namen reeds plannen voor een schoolbioscoop ter hand. -) Men lezeHet Amsterdamsche schoolkind an de bioscoop, door Simon B. Stokvis, blz. 66 Voorts hebben ondergeteekenden ge dacht aan verband met Vereenigingen voor volksontwikkelingArbeiders-vereenigin- gen, Jongelingsverbonden, en dergelijke, van wier belangstelling zij voor het wel slagen van straks te ontwerpen plannen veel verwachten. De ervaring, tot nog toe opgedaan met pogingen tot, keering van het gevaar, door controle e.d. i® niet bemoedigend ge weest. Van de 37-bioscoop-theaters te Am sterdam, weigerden 31 mede te werken „tot vrijwillige beteugeling van het bios coop-kwaad voor kinderen"2). Te 'sGra- venhage werkte vrijwillige controle op één Bioscoop iets' goeds, maar in de practijk bleek liet moeilijk de belangstelling voort durend gaande te houden bij gebrek aan p akk e n de en tegelijkertijd onsc hu 1- d i g e films. Deze ervaring heeft ons be vestigd in de meening, reeds in onze eerste samenkomst uitgesproken, dat het tzal moeten komen, tot een eigen film- fabricage, zoo mogelijk in samenwerking met andere op dit gebied werkzame per sonen of vereenigingen, waarbij men zich het ontwerpen en aanmaken van histori sche, natuurkundige, ethnologische, reis-, zendings-, en industriëele films ten doel zou moeten stellen. Deze films zoudeir door een op te richten Bureau kunnen worden geëxploiteerd; hetzij met, hetzij zonder toelichtingen worden verhuurd, subsidiair verkocht, hetzij vertoond in eigen gelegenheid (wapen, schip, gehuur de lokaLiteiten). Geen enkel middel van dien aard behoeft ondeugdelijk te worden geacht, om het boven omschreven doel: de bevordering van werkelijk-goede bios coopvoorstellingen te verwezenlijken. Wij beoogen natuurlijk met de ontwik keling dezer denkbeelden geenszins de voorbereiding eener winstgevende onder neming; onze eenige bedoeling is, hen die zulke goede voorstellingen wenschen, los te maken van de bemoeiingen van dikwijls welgemeende, maar lei- zake van de volksopvoeding meestal uiterst ondes kundige ondernemers van publieke verma kelijkheden. Toch staat bij ons vast, dat een even- tueele onderneming op comvnercieelen ba sis, moet worden gevestigd, en evenzeel-, dat zulk een onderneming, levensvatbaair- heid heeft. Hoe zulk een onderneming verder moet zijn samengesteld, maakte iu onze eerste bijeenkomst alleen een onderwerp van vluchtige bespreking uit. .Wat ons aller eerste te doen staat is nu reeds, van zoovele zijden het. kwaad is aangewezen contact te zoeken met hen, die mét ons van meening zijn, dat er iets moet worden gedaan, met hen alzoo die reeds in deze richting werkzaam zijn, of die een dergelijk «poging zouden willen steunen. .Wij noodigen hen uit, daarvan blijken te geven, door zich met een der onder geteekenden in verbinding te stellen, zoo mogelijk met volledige mecledeeling van wat in den boven aangegeven zin reeds is gedaan, of van plannen die in voor bereiding mochten zijn, terwijl wij ons voor wenschen en voorstellen bijzonder aanbevolen houden. K. BRANTS, Dislricts-Schoolopziener, Goes. H. GORDEAU, Directeur van „Kinderzorg A m. e r s f o o 11. (JAN WILLEM GUNNING e. i„ Secr. van den Zendings-Studieraad, II t r e c h t. W. II, VERHOEFF, Lip v. h. Hoofdbestuur Ned. Midd. Zend. Vereeniging, U l r e c h t. Mr. J, J. DE WAAL MALEFIJT, Utrecht. G. G. VAN AS, Lid der Hoofdi'edactie van „De Nederlander", 's G r a v e n h a e. Eerste Kamer. De Kamer hield gisteren een belangrijke zitting. De heeren v. d. Biesen, v. d. Lande en Regout (alle drie R. K.) traden op roet groot talent, nuchter en waardig tegen velerlei wat de meerderheid der kiezers helaas minderheid in de Tweede Kamer, .wegens de onbillijkheid van de distriots- indeeling en liet huidige kiesstelsel, van de mannen der concentratie zoo ont- onlstemd had. Dit drietal kwam aan het in vollen getale aanwezige kabinet duidelijk herinneren dat de coalitie nog leeft, en in de Eerste Kamer tegen uitbundigheden .va nverbonden concentratie en S. D. A. P, zal weten te waken. Overigens met groote waardeering voor het Kabinet tegen het welk Rechts niet. wenscht te ageeren. Al leen maar herinnerde de heer van den Biesen indien van die zijde op de preventieve (voorkomende) werking der Eerste Kamer gelet wordt. Dat de S.D.A.P. de Eerste Kamer weg' wil hebben, ver ontruste haar' niet, zop voegde déze re denaar uit Noord-Birabant er guitig aan toe, want, zeide hij, wij hebben twee gijzelaars, hierbij doelende op cle beide socialistische Eerste Kamerleden v. Kol en Polak, door het Friesche vrijzinnig- socialistisch verbond in de Prov. Staten aldaar ter Eerste Kamer gezonden. De lieer v. d. Biesen toonde aan, hoe ook in 1913 de actie van links weer was bezield geweest door het anti-cleri- calisme, een actie die voeren moest naar socialistische ministers. Daarkomt bij de impuls van de Loge. Al glimlachen ver schillenden wanneer dit chapiter wordt aangeroerd, dan moeten ze toch beden ken, dat ze bun vrienden hrs.v uitla chen, die de vorming der concentratie aan de loge toeschrijven. Behalve de be kende aanhalingen van Baron van Wijn bergen uit de Tweede Kanier vermeldde de heer Van den Biesen nu o.a. dat in het Ma<;onniek Tijdschrift het inzicht schijnt gekomen te zijn van wat men begonnen isi Immers leest men daar, dat de vrijzin nigen zich van de ztweep van Troelstra een stróp hebben gevormd, waaraan zij zich hebben verhangen. De heer v. d. Lande nam den strijd tegen de Tariefwet onder handen. Hij zelf was ook geen bewonderaar van dat ontwerp, doch de velerlei overdrijvingen en leu gens waarmee '1 ontwerp in verkiezings tijden bestreden werd, raakte volgens de zen practise he n Overijsselaar kant noch wal. De krachtigste stoot tegen de concentra tie, tegen de leugen waarmee het ont werp Talma nog wordt vervolgd, en te gen mr. Treub als staatspensioneerder in dit, kabinet ging uit van den oud-minister van waterstaat mr. Regout. De „Maas bode" teekent, wel wat overdrachtelijk, den indruk van zijn rede aldus; ,,B|ij die rede was liet alsof de Senaatsleeuw zich kalm oprichtte en lichtdreigend de manen schudde". En toch behandelde deze af gevaardigde slechts één punt, hetwelk men zou kunnen noemen: rondom Minister Treub, diens plannen ten aanzien van de Staatspensioneering en tot slooping van Talma's, wetten. 1 Achtereenvolgens werd nagegaan hoe de Staatspensioneering niet was gemotiveerd. Immers haar voor te stellen als in wer kelijkheid reeds beslaande, gaat niet aan. Haar als uitslag der verkiezingen voor te stelten evenmin. Na op voortreffelijke wijze te hebben uiteengezet, hoe artikel 369 der invalidi teitswet een overgangsmaatregel is en dat na de overneming van het amendement- Duys ook gebleven is (deze overneming heeft van den aanvang een punt van overweging uitgemaakt voor Minister Tal- ma) stelde hij in het licht, dat het aan- knoopingspunï voor den heer Treub, veel meer is gelegen in de geweldige uitbrei ding van art. 369 in de toepassing, ge volg van totale afwezigheid van voorlich ting uit de gemeenten waar commissiën enz. aan de voorbereiding der .wette lijke uitkeering, geacht werden te wer ken. Door dat ontbreken van voorlichting bestreek dit artikel een driemaal zoo rui men kring dan waarvoor liet was be stemd. Waren er 27.000 geweest, zooals verwacht was, zeg zelfs 40.000, zou men dan zeggen, dat er een Staatspensio neering reeds bestaat? Immers neen. Welnu, dat misbruik, dat van art. 369 is gemaakt, dat geeft den Minister het sterkste argument om, ofschoon tegenstan der van Staatspensionneering, deze nu in

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1914 | | pagina 1