NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
Toop"
INHUIS
lts
Ie
No. 114.
1914.
Vrijdag 13 Februari
28e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
ichf
eid.
EERSTE BLAD.
smederij.
tvaars,
;paard,
oe,
ige Geit
ten,
te huur
ïhuit-
cerij,
der
3DE
je
tbode,
tbode
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. OHUlj, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Buitenland.
Binnenland.
Uit de Provincie.
)E HAND
ID
als eerste
lijven,
lureau van
INOUTSE,
Jir, bij
>veg, Kouda
je kalf, bij
slaat,
Vestkapelle.
der stad,
DE NEE-
|SE,
Seisweg.
een twee
Maart, bij
Bissingen.
[reeweg.
|even onder
lelburgsché
Ir) en tevens
oij C. BE-
Segeers-
w werken,
's morgens
Hoog loon.
eau van dit
svraagd
ibbendijke.
ÏR, Gapinge
Itegenwoor*
DGERZEIL,
|gen, met 1"
persoonlijk
uiper, Gr.
idsingel 489,
voordige in
raagd
Loon f100.
lR, Bakkerij,
aureau dezer
SE, Vracht-
bfc boven de
LEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25
Enkele nummers0.85
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes
EN
van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 110 regels (ƒ1.—, iedere
regel meer 10 cent.
Fouten in de Kieswet.
Mr. v. Houten noemde zijn kindeke men
schel ijkerwijs volmaakt. Nu, gelet op den
hem gestelden eischinachtneming van
den. census (bezit.) als voorwaarde voor
kiesrecht, mag men hem den lof niet
onthouden van vrij' goed werk geleverd
te hebben. Toch neemt dit niet weg, dat
aan het werk en juist ten gevolge
hiervan fouten kleven.
Iemand die om bijzondere reden niet
als loohkiezer op de lijst kan, doet aan
gifte als huurkiezer. Hij heeft namelijk
vanaf Januari 1913 een woning in huur
gehad; doch in Juni koopt hij die
wotning, de huur houdt dus op en de
belanghebbende komt niet op de lijkt; ook
niet als belastingkiezer dewijl hij geen
vol jaar heeft betaald.
Een. ander die als alleenwonend per
soon. een deel van een huis in huur had,
verhuist wegens huwelijk en betrekt een
eigen woning; de man verliest zijn stem
recht.
Drie kiezers, gebroeders, loonkieziers,
inwonende -zoons, verliezen in November
hunne moeder door den dood. Geen de
zer drie is in eenige belasting aange
slagen geweest. Zijl hielden met Novem
ber op inwonende zoons te zijn; zij werden
eigenaars. Daarom zijin zij nu alle drie
kiezer-af voor 1914.
Een kiezer, die met zijn broei saam
een stuk land bezit, doch niet als- aan
geslagene in de Grondbelasting bekend
staat, en bovendien als inwonende'zoon
in geen andere Rijksbelasting is aangesla
gen, valt buiten de termen, ofschoon hij
werkgever is en zelfs een kiezer in zijn
dienst heeft.
Mr. Van Houten heeft altijd, gezeid
Wanneer de hand wordt gehouden aan de
aangiften komt men met mijn wet tot
een miljoen. Dit is juist gezien. Nu reeds
zijp. er 968 duizend kiezers; en 175 dui
zend mannen die kiezers konden zijn, ver
zuimden tot nog toe zich aan te geven;
derhalve is men al over het miljoen. Op
dat punt staat het kiesrecht volgens de
tegenwoordige kieswet niet ver van het
algemeen kiesrecht af. Er blijven dan nog
slechts 75 duizend kiezers over, volgens
mr. Rutgers' berekening, die 't kiesrecht
neg ontvangen moeten.
Maar overigens ontbreekt er aan deze
menschel i jkerwijs volmaakte nogal wat.
Het bovenstaande, grootendeels dezer da
gen in ééne gemeente, ervaren, bewijst
zulks.
Toch wei graag de fokpremie!
Wat hebben de vrijzinnige schetteraaïs
in '13 over die „fokpremie" geboomd.
Er deugde niets aan dat toeslagwetje,
ook al bezorgde het vooiioopig aan de
gezamenlijke onderwijzers-huisvaders een
half miljoen uit 's Rijks schatkist.
Nu evenwel de minister de saiarisver-
hooging niet brengt, gaat de fokpremie
opgeld doen. Er waren onderwijlzers, die
deze fokpremie heelemaal niet begeerden,
doch nu er wel zin in zouden hebben,
indien zij hun beurt niet hadden laten
voorbijgaan. Zij schijnen den heer Otto,
den hoofdonderwijzer en tegenstander van
he t I oeslagwetje, in den arm genomen
te hebben, dit Kamerlid althans vroeg
in een der jongste zittingen aan den mi
nister omde uitkeering der gelden
van het Toeslagwetje, aan onderwijzers
die den wettelijke» termijn voor de aan
vraag hadden doen verkropen.
Terecht vroeg hierop de heer Van Wijn
bergen het woord, en sprak:
lk had geen oogenblik gedacht dat
ik mij' in deze- discussie zou mengen,
maar één opmerking moet mij van het
hart. Terwijl de Toeslag wet in werking
is getreden', zijin er blijkbaar nog on
derwijzers te Amsterdam, die niet eens
kennis genomen hebben van die wet
m niet eens weten op welke wijlze zij
aan hun toeslag moeten komen. In de
tweede plaats blijkt nu. dat de heer Otto
aan den Minister vraagt of hij den on
derwijlzers, die dit jaar aanspraak had
den op de toelage, doch van hun recht
geen gebruik gemaakt hebben, alsnog
die toeslag wil geven.
Ik wensch dit vast te leggen. De
Toeslagwet is aan de overzijde op alle
mogelijke manieren afgebroken en met
allerlei leelijjke qualificaties bejegend,
het was een vernedering voor de onder
wijzers. Ln plaats van nu tot de on
derwijlzers te zeggen: weest dankbaar
dat gij u aan die vernedering niet hebt
'behoeven te onderwerpen, zegt de heer
Otto tot den Ministergeef den on
derwijzers nog gelegenheid dien toeslag
te verkrijgen. Laat men dan liever rond
uit bekennen, dat degenen die aanspraak
hebben op' dien toeslag, er hoogst dank
baar voor zijin.
De opmerking was juist, de afstraffing
verdiend. Waarlijk, na de belaching die
het Toeslagwetje bij de verkiezingen vair
1913 genoot, hadden de onderwijlzers, die
de „fopremie" niet lustten, beter gedaan
te zwijgen, en bij' hun „Non tali"
zoodanig een hulp verlangen wijl niet,
hooghartig te volharden.
Mongolië.
De Mongolen zijn nog een onbeschaafd
volk.
Van de Mongolen, zeide een zekere
mevrouw Bulstrode te Londen bij een
lezing, dat zij in den zadel leven, 'eten,
slapen, dronken worden en sterven. Ze
behooren tot dat slag van menschen, die
als het er op aankomt hun eigen moeder
zouden bedriegen, om zichzelven eenig
voordeel te verzekeren.
Genoemde mevrouw heeft Mongolië
zelf bereisd, dus ze kan er over mee
praten.
Van de gevangenis in de hoofdstad
deelde zij het volgende mede
„In eene kleine door hooge palisades
omgeven ruimte zijn vijf of zes kerkers.
Daar zijn levende zielen in die kerkers,
onder wie een aantal hoog beschaafde
Chineezen, die voor hun verdere leven
zijn opgesloten in zware, met ijzer be
slagen houten kisten, waarin zij niet
rechtop kunnen zitten, noch zich languit
kunnen uitstrekken. Zij zien slechts twee
maal daags, telkens voor enkele minuten,
't daglicht, wanneer hun voedsel wordt
toegeworpen door een gat van omstreeks
1 decimeter in middellijn. Deze kisten,
waarvan ik er meer dan vijftig telde
er moeten er nog veel meer zijn, die ik
niet zag zijn over de vuile kerker-
vloeren verspreid.
Ook van de wijze, waarop de Mongolen
zich van hunne dooden ontlasten, gaf
mevrouw Bulstrode een griezelige be
schrijving.
„Zij werpen de lijken op de heuvelhel
lingen, waar honden en gieren die spoedig
verslinden. Een blijvende indruk van
Oerga is die van een stad bezaaid met
beenderen en van vreeselijke honden,
waarvan men er soms honderden tegelijk
ziet, die rustigjes knagen, knagen aan
iets, dat u, terwijl gij voorbijrijdt, van
afgrijzen doet sidderen."
Er moet daar nog heel wat geschieden
alvorens de Westersche beschaving
we doelen dan op ware beschaving
daar doorgedrongen is.
Voor den Evangelieprediker liggen daar
nog uitgestrekte terreinen braak.
Zuid-Affika.
De geruchten, waarvan ook „de Zeeuw"
destijds onder Telegrammen melding
maakte, blijken juist geweest te zijn.
Zuid-Afrika krijgt een nieuwen gou
verneur.
Lord Gladstone treedt af en wordt
minister door den huidigen minister van
Handel, den heer Bnxton.
Natuurlijk werd er dadelijk gedacht
aan de pas geëindigde staking en den
eisch der arbeiderspartij, dat de gouver
neur-generaal aansprakelijk zou worden
gesteld voor de uitbanning der tien
leiders.
De regeering zou hem dan hebben los
gelaten.
Maar de minister van Koloniën weer
sprak dit ten stelligstereeds het vorig
jaar had lord Gladstone wegens huise
lijke omstandigheden ontslag gevraagd,
doch op verzoek der x'egeering zijn heen
gaan nog wat uitgesteld.
Zijn aanstaand aftreden werd nu reeds
bekend gemaakt, omdat later, wanneer
er in het Parlement aanmerkingen op
zijn beleid waren gemaakt, het den schijn
kon wekken of zijn ontslag daarmede
samenhing.
I) u d-M i n i s It e r G o 1 ij n.
De oud-Minister Colijn, die 15 dezer te
•Genua hoopt te amveeren, zal daarna nog
eenigien tijd in Zwitserland doorbrengen,
ep eerst tegen begin' Maart in ons land
terugkeeren.
Herhalingsoefeningen b ij de
infanterie.
Bij de regimenten grenadiers en jagers,
zoomede van het 2e, 3e, 4e, 6e, 10e,
13e, 14e, 15e, 17e, en 21e reg. inf. (allen
regimenten der le en 3e divisie) komen
de miliciens der lichtingen 1907 en 1908
van 24 Augustus tot en met 3 Septem
ber voor herhalingsoefeningen onder de
wapenen.
Voorts komen de miliciens der lichtin
gen 1909 en 1910 voor herhalingsoefenin
gen onder de wapenen als volgt die van
de regimenten grenadiers en jagers, 2e.
3e, 4e, 6e, 10e, 13e, 14e, 15e. 17e. en
21e reg. inf. van 4 tot. 29 September;
die van hel, le, 5e, 7e, 8e, 9e, 11e, 12e,
16e, 18e, 18, 20e en 22e reg. inf. (allen
regimenten der 2e en 4e divisie van 21
Augustus tot en rn-et 15 September.
H oe anderen o n s zie n.
De verbannen Javaan dr. Tjiplo Man-
goenkoesoemo heeft in Seheveningen het
„on af hankel ijk held s"-feest- meege maakt e n
beschrijft dat in de Bandoe'ngsche „Ex
pres". Hij is niet bepaald van geestdrift
gaan blaken voor het volk, dat liet zijne
o-verheerscht, zegt „Het Volk". Ziehier
>v.at hij schrijft:
Ik keek fnijn oogen uit, toen ik daar
aankwam. Ik verbeeldde mij een oogen
blik, dat ik in een menagerie aangeland,
was. Die brullende hossende mans- en
vrouwspersonen hadden in mijn oog niets
menschelijks meer.
Stel je voor een overdekte passage,
inderdaad (aardig versierd -en overdekt-
met visclmetten. hetgeen voor Sehevenin
gen een alleraardigst lokaal, cachet gal'.
De wegen waren morsig, want liet mot
regende gestadig door. En onder die over
dekte passage loopen duizenden en nog
eens duizenden menschen. Ik maakte een
vergelijking tusschen onze volksfeesten en
het feest hier. Under onze volksfeesten
versta ik niet die, welke zijn op louw
gezet door het gouvernement, maar die,
welke als het ware uit den boezem van
het volk zelf voortkomen. Daar hoorde
ik menigmaal gemaskerde kampongimen-
schen liedjes aanheffen, die ze zelf im
proviseerden. In sommige dier liedjes zat
geest, anderen waren, zelfs zeer goed te
noemen.
Maar hier! Welk een geestesarmoede
Welk een totaal gebrek aan nationale
liederen, om van zelf bedachte nog maar
maar niet eens te spreken. Ik zag daar
mannen met tulbanden van oranjedoek op,
arm aan arm hossen met vrouwen, in
wier losgewapperende haren oranjelinten
waren gevlochten. Ik geloof, neen ik weet.
zeker, dat onze Javaansche vrouwen zich
zouden schamen, zich zoo aan te stellen.
Was er voor deze bijzondere gelegen
heid (het terugkeeren in de rij der onaf
hankelijke staten moet immers wel be
schouwd worden als een bij uitstek bij
zondere gelegenheid) geen enkele man te
vinden onder deze bijna zeven miltioen
Nederlanders, die de gave bezat een lied
te toonzetten, dat zijn medeburgers- pakken
kon, dat zoodanig was gecomponeerd, zoo
firisch en helmooi van wijs en melodie,
dat men het als bij too verslag in zich op
nam en daardoor uiting gaf aan het groote
en heerlijke gevoel, dat een herwonnen
vrijheid moet doen geboren worden in
de borsten van hen, die zich een der
meest vrijheidsminnende volkeren noemen
van de geheele wereld
Mijn gedachten waren ver weg, bij miijn
volk, dat ook dit feest mede heeft moeten
vieren. Als het waar is, dat de vrijheid
noodzakelijkerwijze ten gevolge heeft, dat
menschen zich zoo tot het dierlijke ver
lagen, dan zij mijn volk behoed voor de
Vrijheid
Volks petitionnement voor
Plaatselijke Keuze.
De Commissie voor het Volkspetition
nement voor Plaatselijke Keuze is her
haaldelijk geplaatst voor de vraag, welk
stelsel van Drankwetgeving zij met haar
actie voorstaat. Ter beantwoording van
die vraag publiceert zij het onderstaande
program
I. De Actie der Commissie bedoelt de
opneming van het stelsel der „Plaatse
lijke Keuze" in de Drankwet.
II. Met het oog op bezwaren van
staatsrechterlijken aard, die tegen stem
mingen met bindende kracht worden
aangevoerd, verstaat de Commissie onder
„Plaatselijke Keuze" een stelsel, waar
door de daartoe rechthebbende inwoners
van een „stemdistrict" door een voor dat
doel uitgeschreven stemming hun oordeel
kunnen uitspreken over den kleinhandel
in alcoholhoudende dranken.
III. Tenzij er bij de Regeering daar
tegen overwegende bezwaren mochten
bestaan wordt door haar overeenkomstig
den uitslag der stemming een beslissing
genomen.
IV. Stemgerechtigd in een „stem
district" zijn alle daar ingeschreven
mannelijke en vrouwelijke inwoners van
23 jaar of ouder.
V. Onder „stemdistrict" wordt ver
staan een gemeente, een op zich zelf
staand deel eener gemeente, of een'com-
plex van gemeenten.
VI. Onder kleinhandel wordt verstaan
een hoeveelheid, die aanzienlijk grooter
is, dan wat nu in de Drankwet daaronder
verstaan wordt.
VU. Een stemming wordt door de
Regeering uitgeschreven, als een bepaald
deel (minstens 10° l() der stemgerechtig
den de stemming heeft aangevraagd.
VIII. De stemmingen kunnen loopen
overa. den kleinhandel in alle alcohol
houdende dranken b. den kleinhandel
in gedistilleerde drankenc. den klein
handel in gegiste dranken, zij betreffen
ook den verkoop in logementen en so
ciëteiten.
IX. Bereiding, vervoer en bewerking
van alcoholhoudende dranken zijn niet
aan stemming onderhevig.
X. De stemgerechtigden spreken) hun
oordeel uit óf over „vermindering" óf
over „verbod" van de verkoopplaatsen,
waarover de stemming loopt. Bij een
aanvraag om „vermindering" moet blijken
hoe groot men deze vermindering wenscht
Ook kan gestemd worden over „terug
keer tot den vorigen toestand."
XI. Zal naar aanleiding eener stemming
tot „vermindering" of „verbod" worden
overgegaan, dan moet minstens 75% der
uitgebrachte stemmen zich daarover heb
ben verklaard. Waar „verbod" bestaat
zal de eenvoudige meerderheid voldoende
zijn, om „terugkeer tot den vorigen
toestand" te rechtvaardigen.
XII. Een nieuwe stemming mag niet
worden aangevraagd dan na verloop van
minstens 5 jaar na de vorige stemming.
XIII. Voor de tengevolge eener „volks
stemming" opgeheven „vergunningen"
zal slechts schadevergoeding gegeven
worden, indien deze reeds voor 1 Mei
1904 bestonden; voor de „verloven" voor
zoover zij bestonden bij het van kracht
worden van deze wetswijziging.
Uitvoering art. 3 69 Invalidi
teitswet
Aangezien de werkzaamheden ter uit
voering van dit artikel belangrijk zijn ver
minderd, heeft de minister de volgende
aanwijzingen van personen, die ouden van
dagen bij het aanvragen van een rente,
behulpzaam zouden zijn, ingetrokken
Rentecommissie te Goes (28):. Wisse-
kerke: P. A. van den Rroectke, gemeente
veldwachter aldaar; OolijPsplaatC.
Schrier, notarisklerk aldaar Kortgene: J.
S. Schuilwerve, secretaris dier gemeente";
's Heerenhoekmej. C. D. P. Timams, al
daar; Goes: P. Noimekes, aldaar; A.
SchrijVer, aldaar; Kloetinge: jhr. J. E.
Lewe van Nijfenstein, aldaar; Wemeldinge:
mevr. C. de Koeijer, g!eb. Müller, aldaar';
'sGravenpolder: A. Geelhoed, ontvanger
dier gemeente; Baarland: O. Rruggeman,
ambtenaar ter secretarie van die gemeen
te; Oudelalnde: A. Remijnse, ontvanger
dier gemeente; EllewoutsdijkJ. P. van
Oost, -aldaar; Ierseke: J. J. Sipsma, werk
zaam ter secretarie van die gemeente;
KrabbendijkeL. van Doom, werkzaam
ter secretarie van die gemeente; A. A.
Elenbaas, werkzaam ter secretarie van.
die gemeente.
P 1 an 19 13. Donderdagmiddag had
in het gebouw van de vereeniging tot
bevordering van het Vreemdelingenverkeer
in Walcheren te Middelburg' de eindyer-
gadering plaats van de commissie voor
Plan 1913, welke commissie verleden jaar
de 'tentoonstelling van Zeeuwsche Kleeder-
drachten enz. organiseerde.
In het zaaltje waren geëxposeerd de ver
schillende photo's van de tentoonstelling
en van het Vorstelijk bezoek op 30
Augustus, voor zoover de commissie die
had kunnen bijeenbrengen.
Onder de aanwezigen bemerkten wij
naast leden van liet Uitvoerend comité ook
op de heeren mr. H. J. Dijckmeester, com-
commissaris der Koningin en eere-voor-
zitter der Tentoonstelling en J. H. Blum en
mr. E. A. O. de Casembroot, leden van
het. eere-eomité.
De vergadering werd geopend door den
heer J. Frank, waarnemend voorzitter, die
er aan herinnerde dat op 1 Maart 1912
hel bestuur van Vreemdelingverkeer het
initiatief nam voor de tentoonstelling en
hoopte Zeeland in 1913 goed voor den
dag te doen komen. En nu bijna twee
jaar later heeft het bestuur het uitvoe
rend comité en het eere-comité bijeen ge
roepen om de eindvergadering mede l,e
maken. Hierna gaf de heer Frank het
woord aan den heer Appel, penningmees
ter van het comité, die een zeer uit
voerig verslag van zijn gehouden beheer
deed. Wij teekenen daarvan het volgende
aan: Van de 109 gemeente in Zeeland
hebben 68 voldaan aan het verzoek oih
finantieele steun. Er werden slechts 42
doorloopende kaarten verkocht, terwijl op
200 gerekend was. Van 22.246 betalende
bezoekers werd f 9229 ontvangen. De vier
gewone ringrijderijen werden bezocht door
1083 personen, die welke H. M. de Ko
ningin bijwoonde door 1033. Slecht, be
zocht waren de gaaischietingen, op de
drie samen kwamen 87 betalende bezoe
kers. De catalogussen brachten f659 op,'
terwijl de drukkosten £518 bedroegen.
De reclame kostte f 2200.
Na den heer Appel dank te hebben ge
bracht voor zijn accuraat beheer en zijn
uitgebracht verslag, gaf de voorzitter het
woord aan den secretaris, den heer H. J.
G. Hartman, die een overzicht gaf van de
totstandkoming en hel: verloop der ten
toonstelling-
De heer Hartman stelde de vraag: heeft
ons pogen, dat in de eerste vergadering
werd vastgesteld, resultaat gehacl? Het
doel met de tentoonstelling was tweeër
lei en wel ten eerste, om mede te werken
aan de feestelijke viering van het onafhan
kelijkheidsjaar en spr. vreest geen tegen
spraak, wanneer hij beweert, dat Zeeland -
op 'waardige wijze heeft, deelgenomen aan
het algemeen© plan. Wij hebben daarvoor
een onverdacht getuigenis in den vader
van het plan. zelf, den heer De Clercq,
die verklaarde, dat hij hier vond, wat
hij zich had voorgesteld, op niet té groote
schaal de locale eigenaardigheden en aan
trekkelijkheden naar voren te brengen.
Ook bezoekers en de pers getuigden van
het welslagen, en ten slotte is daar de
getuigenis van onze Land vorstinne, die
haar warme belangstelling Voor onze pro
vincie- loonde, door een vernieuwd be
zoek aan Zeeland, waarvoor de Tentoon--