NIEUWSBLAD
TOOR ZEELAND,
•EN
H 1914
m
met
Dijk,
No. 93.
1914.
Maandag 19 Januari.
38e Jaargang.
HISTORISCH
5
CHRISTELIJK-
Op\n&.
ïn enz.
>en
I- EN
IEN,
>men,
iphout,
lachten
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. DHUlf, te Middelburg.
PRUS DER ADVERTENTIËN
Feuilleton.
Onder de Oranjevlag.
Buitenland.
te koop
egen ruim
fdelburg.
sn eersten
anten zijn
n in geen
n factuurs-
JIS
narfe-
euten
vakte,
•uwen
:oorts,
nz.
iwen
srksel.
doos
oozen
i 1014,
r, te Goes,
aan het
tegenover
omnibus-
line Merrie
schimmel
1 jaar, brui-
j-ie 10 jaar
IER:
Iveulendra-
farn (3-5 L.)
3T, zal op
het
uur op de
roote partij
ens
werkhout,
Berken-
lis, Tronken
uur op de
geslagen
Staken,
lene
Maart a. s.,
den „Sint-
lEN
amen groot
len kantore
jioes, alwaar
opgaaf van
Lieverd vóór
i E
van worden
bik van
'IJ N.
oen. ver-
Jen eetlust,
rijgbaar en
ïeker Amat.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. 1.25
Enkele nummers 0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes
EN
van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.—, iedere
regel meer 10 cent.
Losse opmerkingen.
Eerdmans is te Rotterdam lil tot lid
der Kamer gekozen. Slechts na een her
stemming. Met behulp der sociaal-demo
craten. Door uiterste krachtsinspanning,
onder medewerking van vrienden van bui
ten liet district. Na op wekkingsmee tings,
waarin de kundigste opzweepers warenj
opgetreden.
Zoo kreeg: 's Rijles tweede koopstad,
waai' het' liberalisme meermalen den
draak stak' met anti-revolutionaire can-
didatep die van handelsbelangen niets
begrepen, en een belediging waren voor,
Groot Rotterdam, zijn theologischen
en welk een dan nog! tot haar ver
tegenwoordigers- i
De stad Van Mees en Plate, Virulf
en v. Stolk, Gleichman en Verniers: vt
d. Loeff legt haar handels,- en havenbe-
langen in handen vanEerdmans,
Ons, is heteuvèl.
Doch dan sêhimpe men aaii dien kant
niet meer op partijen die huil Candida
ten eveneens buiten Rotterdam en buiten
den handel zoeken.
vf
De "verkiezing van Eerdmans onder zul
ke omstandigheden, voor Rotterdam geen
eere, is voor de vrijzinnigheid een ko
lossaal moreel echec zedelijke neder
laag: geweest.
Bovenal wegens de volslagen onver
schilligheid door de kiezers die van
de S. Dl. A. P. natuurlijk uitgezonderd
voor hef staatspensioen en het algemeen
stemrecht, aan den dag' gelegd, niettegen
staande. in de vrijzinnige pers betoogd
was, dat deze beide, hg verkiezing van
den Ilotterdamsehen wethouder Stulemeij-
er tot lid der Tweede Kanver, gevaar!
zouden loopen.
Terecht merkt „De Nederlander" op:
„Ondanks het feit, dat het district „ge
vaar" liep; ondanks het feit dat staats!
pensioen en algemeen kiesrecht in dé'
weegschaal stonden, heeft, boven en'be
halve het kleine duizendtal liberale kie
zers, die 'zelfs dezen zomer niet uit den
dommel- waren wakker te brengen, ditmaal
bijkans jeen derde der kiezers, die dezen
zomer hij eerste stemming te hoop liepen,
toen het tarief moest worden gekeerd,
toen zij dus hunne anaterieele belangen
op 'tspel meenden te zien staan thans,
zelfs bij herstemming, zijne volmaakte
onverschilligheid omtrent de „groote de
mocratische hervormingen" op frappante
wijze gedemonstreerd. Waaruit wederom,
voor de zooveelste maal, blijkt, dat deze
zaken links niet in de harten leven, geen
„volkswenschen" zijn en dooft" de vrijj-
zinnigheid slechts om politieke redenen
van de sociaal-democratie zijn overgeno
men."
iv
De sociaal -democraten hebben tegen de
oorlogsbegu'ootirvg gestemd Met hun twaal
ven.
Een moedige daad, wanneer men nagaat
Een verhaal uit het rampjaar 1672.
door L. PENNING.
30)
(Nadruk verboden.)
Eon beruchte dief uit België, pas uit de
gevangenis! ontslagen, was de tolk ded
Fiwiscthe .soldaiten, die met de musket-
ten op de tafel slaande, al maar dreig-
den, dat ze het huis in brand zouden
steken, en den eigenaar in de vlam-
men werpen, indien hij niet zeide, waar
zijin geld- was.
Maar hij had geen geld in huis; reeds
een week geleden had hij het naar Bode
graven, naar zijn familie gezonden, om
op ia 11e gebeurlijkheden voorbereid te zijn;
en met de stugge lijdelijkheid van een
hoer onderging hij thans het onafwend
bare lot.
D:e soldaten haalden alles overhoop, om
het geld te zoeken; zij braken de kasten
open. sleepten'de bedden uit. de hooge
bedsteden, onderzochten den schoorsteen,
en zetten elkander aan, om vol te hou
den. Zij haalden in den kelder alles om
ver; wrikten de lauwe tegels met hun
dat zij wisten niet hun twaalven heelemaal
alleen te zullen staan! Immers, de vrijzin
nig-democraten hadden verklaard, ditmaal
voor te zullen stemmen, en Rechts was
men ook voor, omdat het de begrooling
van Minister Colijn betrof.
De sociaal-democraten behoefden der
halve niet weg te loopen als ten tijde
toen Staal gered moest worden, en ook
niet voor te stemmen. De indruk naai'
buiten als van roode mannen van Jan
Stavast blijft derhalve behouden.
Een pleister voor de sociaal-democra
tische jongens, die met de derde her
halingsoefening opgescheept blijven, dank
zij de afwezigheid van drie sociaal-demo
craten en de 'stem' van den politieken
voorzitter.
De voorzitter! Het mag' niet vergeten
worden dat de unionisten Dolk, Roodhuy-
izep Goeman Borgesius, De Meester, Eland
en Jannink, met de vrijzinnig-democraten
Bos en Marchant in 1912 tegen de oor-
logsbegrooting van ,Colijn stemden, nu
vóór' de oorlogsbegrooling van dienzelfden
Colijn gestemd hebben, ondanks dat zij
iiog een millioen hoogjer was dan de-
vooraf gaande.
Waarom die heeren toen legen, en nu
voor stemden?
Wel, doodeenvoudig! Toen zat Colijn
achter de Minisfeisttafel; nu zit daar Bos
boom.
Nog iets.
Er hebben bij de stemming voor de
Ooilogsbegrootiiig slechts 67 leden in de
(Tweede Kamer gestemd. Van die 67 waren
slechts 27 mannen van Links voor; de
overige 27 waren tegen of afwezig!
Hadden niet alle aanwezige mannen
van Rechts, te zamen 28 in getal, hun
„voor" doen hooren, de minister had zijn
begrooting afgestemd gezien en derhalve
kunnen henengaan.
Dit is de tweede maal al dat Rechts den
minister Bosboom voor een nederlaag be
hoedde. De eerste maal geschiedde dit,
toen Rechts voor de derde herhalingsoefe
ning (si temde, werke door den minister
krachtig verdedigd was.
„De Standaard" noemt dit een onge
zonde positie; en terecht. Immers de meer
derheid van hen op wie deze minister
steunen moet, stemde tegen hem. Hij is
dus feitelijk reeds weg'.
Misschien zullen nog wel meerdere mi
nisters op Rechts moeten steunen, tegen
vallers als zij steed§ meer aan de concen
tratie zullen blijken.
Let, maar op Treub met zijn precies!
het tegenovergestelde van Staalspensio-
neering! En op Bertling met zijn plannen
om de opcenten op de Bedrijf®- en Ver
mogensbelasting niet alleen niet af te
schaffen, maar zelfs ongemeen tie ver-
hoogep en er nog een paar belastingen
bij ;te verzinnen!
sabels los, en wierpen emmers water over
den vloer, om op de plek, waar het wa
ter het spoedigst door den grond weid
opgezogen, den vloer om te woelen, en
de verborgen schatten te zoeken.
De gelddorst dreef hen tot razernij;
zij sloegen den hoer in liet gezicht, dat
het bloed hem uit den neus spoot, en
dan begonnen zij1 hun arbeid opnieuw, om
in hun woede, dat ze niets konden vin
den, het kostbare Delft,sche aardewerk,;
waarop de huisvrouw zoo trotsch was
geweest, stuk te slaan en te vernielen.
En moeder Wilbrink zocht naar An-
dries, om ten minste één niensch te heb
ben, aan wien zij haar hitteren nood kon
klagen. Hij was zooeven de trap opge
gaan, naar zijn zolderkamertje, en zij riep
naar boven
„Andiies, Andries!"
Maar er kwam geen antwoord; toen
klom zij: in haar angst zelf de trap op,
bij het morgenlicht, dat reeds door het
glazen dakvenster schemerde. En zij riep
luider nog dan zooeven clen naam van
haar neef, en kreeg tot antwoord slechts
een rauwe verwenscliing van een paaT
soldaten, die ruzie hadden gekregen over
een gevonden gouden oorijzer.
Toen moet er iets buitengewoons zijn
geschied, want zij hoorde ineens alarm-
Minister Pleyte, schoon door de anti
revolutionairen bij monde van minister
Kuyper in de Eerste Kamer met vertrou
wen begroet, heeft niet beantwoord aan
de door hem, in de Tweede Kamer, zij
het ook al met eènige schommelingen,
gewekte verwachtingen.
De rode van dr. Kuyper in zake de
briefwisseling niet den gouverneur-gene
raal, én andere punlen beantwoordde hij
niet. Rij las zijn rede voor, doch het
was er eene die niet sloeg op de tot
hem gerichte vragen.
De indruk is gewekt, dat deze minister
van Koloniën, handig diplomaat als hij
is, om Rechts de oogen te verblinden,
zijn voornemens 'voor zich houdt, onder
wijl hij den gouverneur-generaal verheer
lijkt,; doch tevens' om Links de gelegen
heid te bieden van hein te verwachten
dat hij; z'oodra Idenbttrg van het tooneel
'verdwijnt, een Van Deventer zal optreden
die het in Indië eens op zijn concentra
tie'sch zal doen.
Pleyte is van den beginne voor ons
ile staatsman met den bezem geweest.
Blijkt hij nu de leerling vail Talleyrand,
die in de taal het middel zag om zijn
gedachten te verbergen, dan valt ons dit
evenmin tegen. En neemt hij in 1915,
bijvoorbeeld met Van Deventer, zijn draai,
dan zullen wij dit evenzeel' met berus
ting tegemoet zien.
De oud-minister Van Houten blijft zich
zelf gelijk in jzijn vijandschap tegen de
Vrije school. Hij behoort nog tot de weinige
liberalen die daar eerlijk voor uitkomen;
daarvoor is het ook voor ons zoo ge-
maKkéfijlv, ons voor hem te wa5hten.
Zoo bestrijdt hij de instelling der Staats
commissie voor de rechtsgelijkheid, en
verklaart hij zich tegen alle subsidie aan
de vrije scholen.
Hij heeft de e.ischeti van de Staatspen-
sion eerders en andere aanvallers op de
openbare kassen eens gekarakteriseerd, als
een ledigen van de brandkast tot vulling
van eens anders brandkast.
Hiertoe gaven uitdrukkingen als „het
kapitaal aanpakken" (He/ktt) en „halen
waar het zit" (vrijzinnig- en sociaal-demo
craten) wel eenige aanleiding.
Maar nu heeft de oud-minister den droe
ven moed om onze eisc-hen voor finan-
cieele gelijkstelling tusschen Staats- en'
Vrij-Onder wijs met die eisclien van de
Staatskasplu,nderaars uit den rooden hoek
te vergelijken.
Hij schrijft
„Uit de beurzen vail allen het geld
te halen voor scholen waar de aan
staande burgers worden opgeleid tot
minachting, om geen harder woord te
gebruiken, van andersdenkende mede
burgers, is iets zoo absurds, dat meer
en meer de oogen van het onafhankelijk
publiek er voor zullen worden ge
opend."
Natuurlijk tracht niemand onzerzijds
meer dergelijke opmerkingen ook maar
signalen in de straat. Een korporaal holde
het eif op, en riep de manschappen in
het geweer. Uit alle huizen kwamen de
plunderende soldaten aangestormd; de
musketten werden geladende kolonel ver
scheen voor het gemeentehuis, en ver
deelde zijn manschappen onder het schet
terend geschal van het onsterfelijk Wil
helmuslied, dat opdaverde uit de verte.
De arme dorpers, die weggevlucht waren
naar |h et eenzame veld, rezen op bij dien
klank, zij spitsten hun ooien, en haalden
diep adem. Vrouw Wilbrink hoordé dien
klank, en sneed de touwen los, die haar
man hadden gebonden, weenend van
blijdschap. En de Schout hooide dien
klank in het sombere torenhok, terwijl
zijn oogen schittert ten van den stigdbaren
moed, die in zijn binnenste sluimerde.
O, liet was een langgerekte, moedige, de
harten en zielen verkwikkende klank! Het
was een klank van vrijheid en blijheid;
van Godsvertrouwen en heldenmoed!
De kolonel liep onrustig heen en weer,
want niemand wist, waar de vijand was.
Hij had er zijn ordonnansen op afgezon
den, maar zij hadden niets gezien, t En
Jan Pietersen, die liet zou onderzoeken,
was nog niet terug. i
Maar plotseling verstomde het lied, en
vjjf minuten later was de spion-terug.
te weerspieken. Mr. van Houten voelt
al in /(geen 'jaren meer iets voor het
recht der ouders1, en dat der Christenen
op een andere dan de neutrale „open
bare'' school.
Maar nu beginnen zijn oude vrienden,
die daarvoor wel iets beginnen te voelen
(althans naar het schijnt) er ook van
langste krijgen.
De oorzaak van de toenemende mis
kenning van den juisten regel, dat het
uit de belastingen geputte geld slechts
voor neutrale inrichtingen mag worden
besteed en allerminst mag worden ge
bruikt tot machtsversterking dei' gees
telijkheid, is ontslaan door de halfheid
van een deel der toenmalige liberalen
tegenover de dubbele beweging onder
het volk ontstaan door de moderne
theologie en het socialisme. Vrees voor
atheïsten, socialisten en communisten
heeft hen echter weder heil doen zoe
ken in een door de kerkgenootschappen
gékweekle onderworpenheid. Met mede
werking van zulk© liberalen kwam de
wet Mackay tot. stand. En in plaats
van daarna met een „tot hier toe en
niet verder" pal te staan, gingen Ror-
gesius-Pierson "verder op dien weg.
Mr. v. Houten tracht derhalve school
te maken tegen de Staatscommissie. Laat
ons afwachten of zijn oude broederen liet.
ook tegen hem opnemen zullen. Wij voor
óns kunnen zoolang nog wel wat op de
ree h tsgelijkhedd wadi ten
Duitschland.
In Duitschland gist het èenigszins in
de politieke sferen. Wilde crisisgeruchten
werden reeds vernomen.
Het verluidde, dat de rijkskanselier zijn
ontslag had ingediend, en dat met hem
de staatssecretaris van buitenlandsdie za
ken v. Jagow en de onderstaats-secretaris
van dat departement v. Zimmermann zou
den heengaan. Von Tirpitz zou Bethmann
opvolgen, als opvolger van v. Jagow zou
dr. Solf van koloniën in aanmerking ko
men.
Verder werd v. Bethmann dan genoemd
als opvolger van graaf Wedel, als stad
houder van Elzas, von Wede! zou er
het bijltje bij neerleggen.
De „Voss. Ztg.", die het eerst met deze
sensationeele onthullingen aankwam, zei-
de het bericht „van zoo ernstige en her
haald volkomen betrouwbaar gebleken zij
de" ontvangen te hebben, dat. er niet
aan te twijfelen viel. De tegenspraak is
intussclien niet lang uitgebleven.
Uit de gretigheid, waarmede het gerucht
intusschen door andere bladen werd aan
genomen, blijkt wel, hoe twijfelachtig de
binnenlandsche toestand op het oogenblik
„Er is niets gaande," zeide deze, „ik ge
loof, dat de eene of andere burger den
streek heefd uitgehaald, om uw soldaten
te verontrusten. Er is geen vijand in den
omtrek u kunt" er vast op rekenen."
De kolonel bleef echter onrustig; hij
bevond zich op een hem geheel vreemd
terrein, en terwijl hij sterke wachten liet
'uitzetten, werd aan de andere krijgslie
den hevel gegeven, om in het open veld,
builen bet dorp, te kanipeeren.
De zon rees op boven de bosschen, ze-
verguldend niet tiaar stialend licht, toen
Andiies huiswaarts keerde.
„Kijk ooui 1" zeide hij1, „de oude trom
pet heeft nooit beter dienst gedaan dan
daar straks!!"
Toen moest oom Wilbrink toch glim
lachen bij al de ellende.
„Jongetje!" zeide hij, met de hand-het
dunne sluike haar over zijn. hoofd strij
kende, „ik wist waarlijk niet, dat er zoor
veel in jou za,t. Nu zie ik liet spreek
woord bevestigd, dat stille .wateren diepe
gronden hebben ga naar de keuken,
en kijk, of die schelmen van Franschen
nog iets hebben oyergelaten!"
Maai' Andries kon niet eten zijln krach
ten waren volkomen uitgeput; hij ging
de trap op, en wierp zich te lied, geheel
gekleed, 0111 onmiddellijk in een diepen
beschouwd .wordt, en hoe men zelfs den
meest radicalen omkeer van portefeuil
les .van posities als mogelijk acht.
De uitlating van den rijkskanselier over
de „ernstige" tijden, in het Pruisisch Huis
van afgevaardigden gedaan, wordt dan
ook algemeen uitgelegd als van toepas"
sing alleen op 'den binnenlandsehen toe*,
stand. j
Wat de groote .aanleiding tot dien ver
wikkelden toestand is, is vooral bij het
bespreken van de Zabem-incidentep reeda
herhaaldelijk aangetoond; de botsing tus
schen de vooruitstrevende en conserva
tieve elementen, die vooral door al het
geen met de Zabern-kwestie samenhangt,
krachtig tegen elkaar zijn opgestuwd.
Verschillende dreigende flitsen hebben
in de laatste dagen reeds 't zwaargeladen
werk doorgloeid: de motie van afkeuring,
die géén motie van afkeuring heette, in
het Heerenhuis aangenomen, het protest
door den rijksdag uitgebracht bij monde
van den voorzitter Kaempf, de aanval
van den conservatieven leider von Heyde-
brand, in het Huis van afgevaardigden
enz. Dat alles duidt op een naderend
buitje en een ratelend onweer.
Von Bethmann heeft reeds in Zijn rede
in het Pruisisch Huis van afgevaardigden
gehouden, gepoogd de gunst der conserva
tieven terug te winnen. Tenminste aldus
is de algemeene indruk, dien die rede
gemaakt heeft. Waarschijnlijk zullen dé
conservatieven wel niet ongevoelig blijven
en von Bethmann in genade weer op
nemen. Maai' dan de rijksdag?
In elk geval is zeker, dat de rijkskanse
lier zijn uur om te gaan, nog niet ge
komen acht.
Japan.
Zooals bereids gemeld, waren de eer
ste berichten uit Kagosjima betreffend©
het aantal dooden, dat de vulkaan-ramp
geëischt had, sterk overdreven en wordt
het getal der slachtoffers thans op 600
geschat. De groote meerderheid van de
eiland-bewoners werd gered.
Toch blijken de gevolgen van de uit
barstingen in alle opzichten verschrikkelijk
te zijln geweest. Ontzettend' was cle pa
niek van de '200.000 menschep, die óver
de bergen vluchtten en in de bosschen
en later per spoor liet- gevaar zochten
t te ontvlieden.
Verscheidene vrouwen werden krank
zinnig van angst. De vreeselijkste toonee-
len speelden zich af: families werden van-
eengescheui'd, moeders stelden bovenmen-
schelijke pogingen in het werk om haar
kinderen te redden, anderen liepen weer
radeloos rond, vol vertwijfeling zoekend
naar de hunnen, onbekend met liet lot
hunner dierbaren.
Ooggetuigen van de schokkende scènes,
welke zich afspeelden toen de vluchtelin
gen elkander een plaatsje in den trein
betwistten, die hen uit de gevaarlijke om
geving weg zou voeren, kregen daarvan
slaap, tè vallen.
HOOFDSTUK IX.
Doch geen slaap look dien nacht de
.oogen van Teun den schoutenknecht.
De krijgsraad had hem ter dood ver
oordeeld en gevraagd, of hij nog een bij
zonderen wensch had.
„Ja", zeide hij, zich in een krijgshaf
tige houding plaatsend; „ik voel mij sol
daat, evenals u, kolonel; ik heb de wa
pens gediend, en verzoek een eerlijken
soldatendood".
„Goed!" zeide de kolonel in een milde
hui; „de kogel dan 111 plaats van den
stropen het gelaat van den diender
verhelderde, toen de tolk hem de beslis
sing mededeelde.
Ze hadden hem in een oude schuur ge
zet, terwijl twee soldaten op post ston
den. En hij! zat daar den ganschen nacht,
de polsen geboeid door stalen schakels,
die diepe inkervingen maakten in zijln
vleesch.
Telkens kwam een korporaal kijken, of
hij 'geen verdachte pogingen maakte, om
zich van de ho:eieii te bevrijden, en dan
glimlachte hij weer om de Fransohe angst
valligheid.
(Wordt vervolgd.)