NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
\o. 79. 1914.
Zaterdag 3 Januari.
38e Jaargang.
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
EERSTE BLAD.
De Staatsvorm.
Binnenland.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. D HUIf, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Bit nummer bestaat uit twee bfaden
LEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25
Enkele nummersO.feö
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes
EN
vaujl5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 110 regels f 1.iedere
regel meer 10 cent.
Op zichzelf geen enkelen Staats
vorm den eenig bruikbaren keu
rende, erkent zij (de Anti-Revolu
tionaire partij) het aan de grond
wet gebonden koningschap, gelijk
zich dit ten onzent geleidelijk uit
de republiek der vorige eeuw heeft
ontwikkeld, als den voor Nederland
meest gesehikten regeeringsvorm.
(Artikel 6 van ors Program
van Beginselen.)
IWjrj hebben hel feit te erkennen, dat
hei' gezag bij! de gratie Gods tot zijn
irecht komen kan onder eiken regeerings
vorm. Hetzij deze is monarchaal of repu-
plikejn&ch, aristocratisch of democratisch,
onder elk van dezen kan de eere Gods
met het welzijn des volks worden bevor
derd.
De Heere heeft het in zijne vrijmacht
alzoo beschikt dat orde en vrede heer-
schen kunnen in juist ver-band met zijn
democratisch republikeinschen, maar ook
an Mecklenburg inet zijn despotisch mo-
narchalen regeeringsvorm, onder- de con-
stitutioneele republiek gelijk in. Frankrijk
evenzeer als onder het grondwettelijke
koningschap gelijk ten onzent.
Hij, en niet eenig mensolienkind, is
onze Wetgever en Koning. Door Hem
regeeren de koningen en alle andere ge
zaghebbers:. Alle gezag is uit God en de
machten die er zijn van God verordend.
En gelijk het nu een vorst hetzelfde
is of zijn lasthebbers den titel van minister"
of van geëmployeerde dragen, zoo is 't
ook voor de goddelijke vrijmacht gelijk
of Zijn macht wordt uitgeoefend op een
troon dan wel in een volksvergadering.
Hierin is geen voorkeur. Immers er
zijn koningschappen geweest die het volk
noodlottig, en republieken die de natie
ten zegen waren. Ei- zijn republieken ge
weest die land en volk bedierven, en
monarchieën, welke tierden en bloeiden,
Zjj hebben derhalve ongelijk die uit
beginsel hetzij het koningschap, hetzij de
zelfregeering (autonomie), hetzij de regee-
ringloosheid verdedigen.
De leer van het absolute (volstrekte)
erfelijke koningschap heeft vleiers ge
kweekt: en tirannen, een militairisme ge
werkt op het. stuk van gezag, de men-
sehenwaurde 'm het volk aangerand, en
aan den mensch-koning iets van een af-
godiseh-godtlelijken glans verleend, welke
hem, niet toekwam.
De leer van de alleen heil aanbren
gende republiek heeft, de menschen rijp
gemaakt voor de zonde der revolutie,
den adel van het gezag aangerand, de
orde der- dingen helpen onrkeeren, zoodat
men geen gehoorzaamheid behoeft te oefe
nen dan die men zelf heeft goedgevonden.
Die verdedigers van het koningschap
als: eenig aangewezen staatsvorm, waren
een halve eeuw geleden de conservatieven,
tot welke partij ook de mannen van posi
tief christelijke belijdenis behoorden.
Wie het in dien tijd zou gewaagd heb
ben den republikeinsche vorm aan te be
velen voor het geval het Koninklijk Stam
huis van Oranje mocht uitsterven, Zou
voor een revolutionair versleten zijn.
Daarbij komt dat deze conservatieven den
koning voor een soort apart-mensch hiel
den, in wier het gezag als ingeschapen
was; de leer van het goddelijk recht dei-
koningen (droit, divin). Met dit royalisme
is echter sedert lang gebroken.
Het heeft trouwens in de praktijk tot
allerlei misstanden gevoerd en de konin
gen er toe gebracht (denk onder anderen
(aan den Zonnekoning bodewijk XIV in
Frankrijk) allerlei gruwelen te plegen.
Even erg evenwel maakten en maken
het nog de doctrinaire republikeinen; dat
wil zeggen zij die van hun meening dat
de wereld uit enkel republikeinen moet
bestaan, een doctrine, dat wil zeggen een
leerstuk maken dat niet mag' worden te
gengesproken. Volgens deze leer zijn alle
koningen tirannen, die van de aarde be-
hooren te verdwijnen.
Het behoeft echter geen betoog dat de
anti-revolutionair geen gemeenschap heeft,
noch met de predikers van het goddelijk
recht, noch met de voorstanders van de
republiek als vijandig staand aan het
koningschap.
Hij laat zich eenvoudig noch bij de
conservatieven nu een eeuw geleden noch
bij de socialisten van thans indeelen. Het
meest echter staat hij met de leer dei-
laatstgenoemden op gespannen voet, wijl
deze hem de vleesc-h wording is van het
onheilige beginsel der revolutie, waarvan
da Costa in zijn „Parijs" de consequentie
aldus 'teekent„Geen Vorsten, het zijn
dwingelanden; geen God, ook hij is een
tyr&n."
Doch van beiden zoowel conserva
tieven als republikeinen .-is de grond
fout dat zij de souvereiniteit Gods op zij
schuiven. Zij toonen daarmede uit éénzelf
de beginsel te leven. De royalist ontkent
dat de Vorst de dienaar is van den Koning
dei- Koningen, en de republikein als, hier
boven bedoeld vindt de 'bron van het.
gezag slechts bij het volk; de volks-souve-
reiniteit. Eerstgenoemden offeren aan het
gezag de vrijheid op, laatstgenoemden stel
len het gezag in dienst van de vrijheid.
Er zijn echter verdedigers van de repu
bliek die het op andere de eenig toelaat
bare wijze doen. iDat zijn zij, die met
Calvijn leeren dat de voorkeur verdient
een republiek, „wijl om der zonde wille
in veler handen het, gezag veiliger
is te achten dan in "die van enkele per
sonen." Een ««telling die onaantastbaar
vaststaan laat de souvereiniteit Gods en
God de Bron van het gezag, ook van hen
die in de Republiek daarmede hekleed
zijnen niet minder dat „Alle ziele zij
den Machten over haar gesteld onderwor
pen" (Romeinen 13:1).
En daar nu Gods Woord geen enkele
aanwijzing voor een Staatsvorm bevat,
is men vrij op zichzelf geen enkelen
Staatsvorm, den eenig bruikbaren te keu
ren. Doch met erkenning van het aan
de Grondwet, gebonden Koningschap
(constitutioneel Koningschap).
Het Koningschap is aanvankelijk door
den Erfprins eer hij' (in 1813) tot koning
werd uitgeroepen, niet bedoeld. Het volk
zou, onder Oranje, ook met een anderen
Staatsvorm tevreden zijn geweest. Het zou
en ook wij zouden tevreden geweest
zijn met voortzetting der oude verhouding
van staten en stadhouders, mits met erfe
lijkheid der laatstgenoemde waardigheid
in het Huis van Oranje. Het drieman
schap, in overleg met zijn bondgenooten,
bood den Oranjes daarentegen een veel
grootere macht aan, en Oranje aanvaard
de die. En wij "hebben daarin te be
rusten niet alleen, maar, nu het in de
Grondwet, is vastgelegd, voegt het. ons
aan dat Grondwettig Koningschap de hul
de van ons trouwbetoon te schenken en
elke verbreking van deze gestelde orde
als zondige revolutie te verwerpen. En
dat te meer, dewijl het. koningschap het
heilige ambt is dat boven de partijen
staat, en nog in onzen tijd alle partij
en in de persoon onzer Koningin haar
vereenigingspunt waar alle partijgetwjst
tot zwijgen komt.. Men zag in 1897 in
het optreden der commissiëii voor het
Huldeblijk, en in 1913 opnieuw in den
arbeid der Comité's voor de viering onzer
onafhankelijkheid.
Hierin schuilt het motief onzer voor
liefde voor het Koningschap; terwijl die
voor het; grondwettig Koningschap
gelegen is in liet feit dat in diezelfde
Grondwet alle vrijheden en rechten des
volks, in den loop der eeuwen verkre
gen, zijn vastgelegd, op- die Grondwet
de Koning den eed heeft afgelegd, en
schending' van dien eed, bij voorbeeld
door vertreding onzer volksvrijheden, zelfs
tot, ontzetting van ijjin persoon uit het
Koningschap zou kunnen leiden. Want de
kroning in 1814 heeft niet bedoeld en
kon niet bedoelen afbreking van wat vroe
ger- verkregen was, en onze Staatsinstel
lingen droegen toen reeds meerendeels,
een republikeinsch karakter. jWij staan
met ons grondwettig Koningschap dich
ter bij de republiek dan bij liet, volstrekte
Koningschap. Maar niet. als revolu
tionairen of als aanbidders van den mid
denweg, doch als anti-revolutionairen,
geesteskinderen van Groen van Prinsterer.
Onder onze Koningin Wilhelmina zal
geen enkele anti-revolutionair er, aan den
ken meer voordeel te zien in een repu
bliek. De iets meerdere kosten voor hof
houding (overigens in ons land gering
evenals betrekkelijk het salaris onzer Ko
ningin!) wegen ruimschoots op tegen het
nadeel, dat in een republiek de samenbin-
der afwezig is, om wien de partijen in
tijd van nood of vaii oorlog zich kunnen
vereenigen of hereenigen.
Ook en vooral uit die oorzaak, al
thans zoolang Oranje ons gezind blijft,
wenschen >vij den troon der Oranjevorsten
te steunen en te schragen, gelijk onze
voorvaderen in het .germaansche tijdperk
hunne domocratische bestuursinrichting
met hun lijf verdedigden en in de beste
jaren onzer geschiedenis den republi-
keinschen regeeringsvorm hebben gewild.
Niet omdat wij verlangen een koningin-
nepartij te zijn of om den schoonen Oranje-
naam tot partijleus te verlagen. Geen hof
partij, geen kingsfriends, geen prinsge-
zinden, geen royalisten, of welke namen
ook de averechtsche komngsvereenigïng
zich koos, hebben den glans en de kracht
van het koningschap kunnen verhoogen.
Het Koningschap o in G o d s wil, het
koningschap uit eerbied voor de
landswetten, het constitutioneels
koningschap in het- stamhuis van Oranje
om deszelfs schoöne traditiën,
uit dankbaarheid jegens de grondvesters
onzer nationale vrijheid en onafhankelijk
heid, uit eei-bied voor het in de geschie
denis des lands onder Gods bestel ge-
wordene, ziedaar- de leus, waaronder- ons
anti-revolutionaire volk zich om zijn Ko
ningin wenscht te scharen, en Haar trouw
zweert tot in den dood.
God, Nederland en Oranje, het drievou
dig snoer dat nimmer moge verbroken
worden 1
De verkeerde wereld.
Een openbaar onderwijzer te Stedum,
de heer Beishuizen, had in school zijn
patroon, dus den man onder wien hij
stond, in ieder geval wiens raadpleging
hij Bad belmoren te willen ondergaan,
voor al wat ieelijk is uitgescholden, en
dat .zonder ooa-zaak of aanleiding1. Dit,
was de druppel die den beker deed over-
loopen en hel: gemeentebestuur ontsloeg
den rebel.
De Bond van Nederlandsche Onderwij-
wijzers, vorige week te Rotterdam bijeen,
heeft genoemden heer Beishuizen om zijn
onverdedigbare houding bewierookt, mi
nutenlang hem toegejuicht, en hij heeft
deze eerbewijzen met gracieuze buigingen
in ontvangst genomen. Het hoofd der
school en het gemeentebestuur werden
natuurlijk gelasterd. Zij hadden Reishui-
ze ns ongeluk gezocht, enz.
Gelukkig kunnen dergelijk}" Itooneelen
zich in Zeeland niet afspelen; daar zijn
de schoolhoofden voor- de onderwijzers
nog niet wat het roode lapje is voor den
stier.
Maar de goedé naam- van de open
bare school in het algemeen kreeg door
deze geschiedenis toch weer een knakje
te meer.
Smeekgebed.
Het duister nadertster aan ster
Begiet de stille avondpaan
Met zilvertint.
Yan cl'arbeid los, van heind' en ver
Vermoeiden naar hun woning gaan:
De nacht begint.
Geef, trouwe God! aan kracht en kruis
Een rust die loont: verkwikt, vergeet.
Zie gunstig neer
Genadig op der sterken huis,
Meedoogend op der zwakken leed
Ook nu weer, Heer!
U - I l J
En die U vreezen heilig lotl
Omdat Gij ons van eeuwigheid
Hebt liefgehad,
Geef dezen werkers, machtig God
De rust in Uwe Heerlijkheid
Aan 't eind van 't pad.
„Rotterdammer".
Sw.
M i n i s t e r s p e n s i o e n.
Bij Kon. Besluit is aan mi'. L. H. Wi.
Regout, Minister van Waterstaat een pen
sioen toegekend van f4000.
B 'r i e f o p z e n d i n g' e n n a a r
N e d.-l n d i
Het hoofdbestuur der Posterijen en Te
legrafie heeft den ambtenaren opgedragen,
om in voorkomende gevallen de aandacht
van de afzenders van voor "Ned.-Indië
bestemde briefpostzendingen te vestigen
op het verbod van insluiting van aan
invoerrecht, onderworpen voorwerpen, als
goud- en zilverwerken, edelgesteenten of
andere kostbaarheden, onder mededeeling,
dat zoodanige zendingen door de Indi
sche postadministratie eventueel zullen
worden teruggezonden naar het kantoor
van afzending.
S t: a n d b e e 1 d De W i 11.
Prins Hendrik heeft aan het comité
voor een standbeeld voor Johan cle Witt
te 's Gravenhage een gift toegezegd.
Staatscommissie onder wijs.
Het plan is de Staatscommissie voor
het onderwijsvraagstuk spoedig te instal-
leeren.
Tegen de one e r 1 ij k e co n-
c u et e n t i e.
Het lid der Tweede Kamer Mr. Aal-
berse zal, zooals reeds is gemeld, een
wetsontwerp indienen tot strafbaarstelling
van de oneerlijke concurrentie. Hij hoopt
ei' in Januari mee klaar te komen.
Het wetsontwerp1 komt, zoo heeft, de
heer Aalberse meegedeeld, neer op één
algemeen, scherp gedefinieerd artikel,
waarin de oneerlijke concurrentie als zoo
danig wordt: strafbaar gesteld.
Hij wenscht van deze zaak geen klacht
delict. te maken.
Meent de benadeelde, zoo heeft: de lieer
.Aalberse gezegd, dat de oneerlijke con
current tot het betalen van schadevergoe
ding in staat is, dan kan hij hem, op
grond van art. 1401 burgerlijk weliboefc
dagyaarden tot schadevergoeding. Wordt
mijn ontwerp wet. dan snijdt om het
zoo eens uit te drukken, het nies van twee
kanten.
B e v o 1 k i 11 g A m s t e r d a m.
Op 1 November 1913 had Amsterdam
593.690 inwoners (1 Januari 1913:
587.876), welk getal tot 1 Deo. d.a.v, met.
•754 steeg tot. 594.444.
Groot verlof.
De miliciens der lichting 1913 van de
brigade grenadiers en jagers en de overige
brigades infanterie, sedert 16 Jan. 1913
onafgebroken onder de wapenen, worden
31. Jan. a.s. in het genot van groot, verlof
gesteld. (Avpl)
Het Vredespaleis.
In de afgeloopen week jverd het Vre
despaleis bezocht door 4441 personen. Het
gebouw is te bezichtigen des namiddags
van 2 tot 4 uur. Des Zaterdags en Zon
dags is het Paleis voor het publiek ge
sloten.
De grijsgroene u n f o r m.
De „Leidsche Crt." weet het volgende
te vermelden:
Naai- ons van welingelichte zijde wordt
medegedeeld, heeft de grijsgroene uniform
ïtiet voldaan. De oude blauwe uniform
zal weder dienst doen. Alleen de pet. zal
in dezen vorm, hoewel van andere stof,
blijven gehandhaafd.
En die voor eigen rekening nieuwe klee-
dingstukken hadden aangeschaft, zullen
daan-o or schadeloos worden gesteld.
R am pent ijst in 1913.
6 Januari ontploffing aan boord van het
Fransche oorlogsschip „Massena"; 8 doo
den, 2 gewonden.
11 Januari instorting van een huis in
Rome; 11 dooden, 4 gewonden.
18 Januari stranding van het stoom
schip „Veronese" op de Spaansche kust}
43 personen verdronken.
21 Januari overstrooming van een rivier
bij Medina; 350 pelgrims verdronken.
24 Januari instorting van een warenhuis
in Mc Kennev (Texas); 35 dooden, 13
gewonden.
25 Januari vergaan van de Noorsche
bark „Agda"; 12 man verdronken.
27 Januari vergaan van den Hamburgh
schen driemaster „Pangarri"; 30 man om
gekomen.
25 Februari ontploffing in de haven
werken van Moesol (Spanje); 30 dooden,
meer daar 100 gewonden.
27 Februari brand in een hotel van Oha-
ma (Vereenigde Staten); 50 dooden.
5 Maart ondergang van de Duitsche
torpedoboot S 178; 69 man der bezet
ting kwamen om het leven.
7 Maart, dynamiet-onfcplóffing' in de
haven van Baltimore; 43 dooden, 60 ge
wonden.
10 Maart aardbeving in Guatemala; hon
derden dooden, vooral in de stad Guai-
quilaya.
24 Maart wervelwind in Nebraskahon
derden menschen omgekomen.
25 Maart overstroomingen in Ohio, In
diana, Illinois enz.; ongeveer 2 a 3000
omgekomen.
23 April ontploffing in een mijn bij
Pittsburg; 100 mijnwerkers kwamen om
het leven.
5 Mei vergaan van een Portugeesche
visschersboot; 20 man verdronken.
17 Mei ontploffing in een mijn in Ohio;
16 mijnwerkers gedood.
24 Mei instorting van een tribune in
Longbeach (Californië) 60 dooden.
25 "Mei ontploffing van de stoomboot
„Newada'-' in de haven van Smyrna; 300
dooden.
15 Juni aardbevingen in Bulgarije; hon
derden dooden.
25 Juni spoorwegongeluk bij 'Ottawa!
15 dooden, talrijke gewonden.
26 Juni ontploffing in een meelfabriek
van Buffalo; 40 dooden, 60 gewonden.
12 Juli botsing van twee electrische
trams tusschen Iran en San Sebastian; 8
dooden, 40 gewonden.
13 Juli treinbotsing bij' R°s Angelos;
12 dooden, 50 gewonden.
14 Juli ontploffing in een mijn hij Aubin
(Frankrijk); 20 mijnwerkers werden ge
dood.
17 Juli vergaan van het militaire lucht
schip „Schüt te-Lang"2 soldaten ge
dood.
21 Juli brand in een kleediugmagazijn
van Binghampton (New-York); 60 "doo-
den, 50 gewonden.
23 Juli instorting in de „Caxolus-Mag-
nus"-schacht bij' Geilenkirchen14 mijn
werkers gedood.
26 Juli ontsporing van een Deenschem
exprestrein16 dooden, talrijke gewon
den.
4 Augustus ontploffing in een mijln bij
Glasgow23 dooden.
7 Augustus vergaan van de motor-zeil
boot „Friedrich-Karl" bij Swinemünde; 16
personen verdronken.
20 Augustus brand in een confectie-
magazijn van New-York; 65 arbeidsters
kwamen om het leven.
2 September, spoorweg-ongeluk in
Noord-Amerika21 dooden, 50 gewonden.