NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 76. 1913 Dinsdag 30 December. 38e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK F. P. DHUIf, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Buitenland. Feuilleton. Onder de Oranjevlag. Binnenland. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p. 1.25 Enkele nummers0.65 UITGAVE DER FIRMA'S OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes en vanjl5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 110 regels ƒ1.iedere regel meer 10 cent. Het jaar 1913. Weer vlood een jaar henen. Ook op het wereldtooneel wisselden lief en leed elkander af. Het leed, dat zich in het afgeloopen jaar over ons uitstortte was soms schijnbaar hard en wreed, 's Heeren hand drukte veeltijds zwaar op zijn volk, en wisten wij niet, dat het Zijn hand was, die het al werkte, het ware ditmaal geen opwekkende taak om de wereldge beurtenissen, welke het scheidende jaar ons bracht, te herdenken. Een met groote wreedheid gevoerde oorlog, rampen ter zee, rampen in de mijnen, rampen in de lucht, rampen op de spoorwegen, [de een al verschrikke lijker dan de andere, groote stakingen, en in Rusland een volks-onderdruk- king zoo zwaar als men het in onzen tijd niet mogelijk had geacht dit alles vormt hetdebet, om 't zoo eens te noemen, van 1913. Eerst noemen we den tweeden Bal kan-oorlog. Zijn plotseling uitbreken, zijn snel ver loop, zijn bijzondere, door rassenhaat veroorzaakte gruwelijkheid, het ligt alles nog te versch in het geheugen dan dat wij er hier nog eens aan behoeven te herinneren. in verband met dezen en den vooraf- gaanden Balkan-oorlog, schijnbaar slechts een -strijd om de bevrijding van de rasge- nooten der aanvullende Balkanstaten uit de heerschappij van Turkije en een strijd om de verdeeling der buit, willen we wijzen op den algemeenen toestand in Europa, in 't bijzonder op de positie, die Rusland langzamerhand is gaan in nemen. Doch ook dit is van de algemeene bekendheid, dan dat we het politieke spel groote mogendheden weer in al z'n geuren en kleuren zouden releveeren. Genoeg daarover. De politieke hemel heeft somwijlen donkere wolken vertoond. Spannende oogenblikken zijn doorleefd. Nog is niet alle gevaar voor het uitbreken van een Europeessche krijg geweken, doch 't is reeds veel helderder. Al werd echter tot dusver een Europee- sche oorlog vermeden, de schaduw welke deze lang gevreesde katastrophe vooruit werpt, wordt al dikker en zwarter. Dit blijkt vooral u;t de toeneming der oorlogslasten. Zoowel in Duitschland als m Frankrijk werd de bevolking door haar Regeering geroepen tot het brengen van grootere en zwaardere offers voor de versterking van het leger, dan ooit te voren. En dit voorbeeld wordt bijna in elk land in Europa in meerdere óf min dere mate gevolgd. We mogen het betreuren, een vreemd verschijnsel is het niet. Een' verhaal uit het rampjaar 1672. door L. PENNING. [Nadruk verboden.) 15) Doch toen oulwaarkte een ander gevoel, dat hem tot nog toe vreemd was ge weest: een razende dorst _naar vergelding, naar wraak. Zijn oogen kregen een strakke, drei gende uitdrukkingde jonge tanden kners- ten op elkander, en hij zeide: „Ja Pie- tersen. ik zal mij op jou wreken, ellen deling;." Hij dacht aan wraak, de ongelukkige, en zal hier tussehen de vier verschrik kelijke muren opgesloten, zonder te weten, wat zijn lot zou zijn. Was hij er wei zeker van, dat hij ooit weer de vrije lucht zou inademen? Was het niet meer dan waarschijnlijk, dat de Schout hem naar den Kapitein-generaal zou opzenden, om door den krijgsraad geoordeeld te worden? En indien de Fran- schen werkelijk op een der plekken, door hem op dat ongelukkige stuk papier aan- geteekend, den Rijn passeerden zou We leven in den tijd van oorlogen en geruchten van oorlogen. Komt laat ons aan sommige staten afzonderlijk een kort woord van herinne ring wijden. In het Britse he Rijk stonden ook dit jaar de politieke partijen weer fel tegenover elkander ter zake van het vraagstuk der Iersche Homerule. Wel licht zal het thans tot een minnelijke schikking tussehen conservatieven en unionisten eenerzijds en liberalen, Ieren en Arbeiderspartij anderzijds komen. De sociale wetgeving in het land is een ander stadium ingetreden door het tot stand komen der Verzekeringswetten van Lloyd George. En deze bewonde renswaardig kordate en energieke Minis ter schijnt thans van plan een aanval te doen op de voorrechten van het groot grondbezit. Duitschland ging nog altijd voort op den weg der economische en commer- cieele expansie (uitzetting). In dit opzicht kreeg het ook uit den buit van den Balkan-oorlog zijn deel. Wat de binnenlandsehe politieke ont wikkeling betreft, deze maakte in 1913 geen groote vorderingen. Een votum van wantrouwen door den Rijksdag aange nomen tegen den Rijkskanselier, kon deze nog altijd kalm naast zich neerleggen. Dê geheele Zabern-"zaak bleek overi gens niettegenstaande de voorloopige bevrediging der publieke opinie door het veroordeelend vonnis tegen den jeugdigen luitenant Forstner een welsprekend bewijs voor liet overwicht, dat in dit land van handel en industrie nog altijd wordt uitgeoefend door den militairen stand. Voor het eerst had Duitschland dit jaar luchtschepenrampen te betreuren, waarbij mensclienlevens verloren gingen. F r a n k r ij k kreeg dit jaar een nieu wen President en twee nieuwe Ministe ries. En binnenkort staat het nieuwe Kamerverkiezingen te wachten. Met President Poincaré kwam de Republiek weer in het stadium van een meer glanzend optreden naar buiten, zooals in den tijd van President Faure. De groote twistpunten in de binnen landsehe politiek, de evenredige verte- gemvoordige, en de invoering eener directe inkomstenbelasting, schijnen door het optreden van het uit radicalen be- staande Ministerie Doumergue niet veel nader tot hun oplossing gekomen. In Italië gaat de economische ont wikkeling, vooral ook na het einde van den oorlog in Libve met snelle schreden voort. De jongste verkiezingen hebben voor het eerst plaats gehad onder 't alge meen kiesrecht. Uiterlijk is de verhou ding der partijen in het parlement er niet door veranderd. Maar in 't wezen der zaak is de invloed van Rome op den gang van zaken toegenomen, omdat dan zijn doodvonnis niet geteekend liggen? Het klamme zweet hralc hem uit; een brandende wensch om vrij te komen, be gon hem te overhee'rschen. en nu riep hij tot God oan uitkomst, in een woeste half Ziinnelooze hartstochtelijkheid, om dan weer, door wanhoop voortgedreven, door dien verschrikkelijken. kerker heen en weer te rennen. De maan, die met haar vriendelijk licht zijn gevangenis had verhelderd, ging on der; het werd stikdonker in de sombere ruimte; en uit de Zwarte hoeken grijnsde de dood hem tegen. Hij legde zich neer op den harden grond, om dat doods spook niet te zien overspannen van droef heid en ellende, diep ongelukkig. Toen echter vrerd hij kalmer; de kramp achtige schokken, die zijn lichaam schud den, verminderden, en de engel van den sll'aap: ging met zachten vleugelslag over zijn oogen. Andriea droomde. Hij was weer tie Bo degraven in die vriendelijke, ouderlijke woning met het wit geverfde brugigietjje over de vaart, waarin de eenden zwom men. Hij was thuis. Lang had hij gezworven; op hoóge zeeën had hij gezwalkt., maar nu was hij thuis, en een gevoel van mméloo/.e, zoete rust doorstroomde zfn i I de clericalen thans hun afwijzende hou ding tegen de binnenlandsehe politiek hebben laten varen, en overal aan de verkiezingen hebben deelgenomen. Rusland blijft nog steeds het land van de gruwelijkste volksverdrukking, van de meest walgingwekkende ontaar ding onder de regeerende kringen, en van de wreedste wreedheden jegens al wat uitsteekt boven het peil der diep gezonken bureaucratie. Nog onlangs hebben wij een en ander overgenomen uit de beschrijving van de wijze waarop de gevangenen worden be handeld. Het Beilissproces heeft wekenlang de aandacht der beschaafde wereld gevraagd voor de methoden welke de Russische Regeering volgt om [massa-moorden te organiseeren tegen het Joodsche deel der bevolking. Intusschen begint de met zooveel wreed heid onderdrukte arbeidersbeweging weer" teekenen van leven te geven. Spanje moet moet nog steeds al de hulpbronnen van het land aan wenden om in Marokko baas te worden. Portugal ondervindt nog altijd last van monarchistische komplotten. De te genwoordige leiders der Republiek schij nen nauwelijks opgewassen tegen hun uiterst moeilijke taal De V ere enig de Staten van Amerika kregen met een nieuwen Pre sident tegelijk een nieuwe vrijzinnige handelspolitiek. In Zuid-Amerika was het vooral Mexico dat de traditioneele reputatie van permanente burgeroorlog in dit wereld deel handhaafde. Het geeft nog steeds een wanhopigen chaos te aanschouwen. In China is de Republiek nog altijd niet geconsolideerd. Joeantsjikai, die hoe langer hoe meel de allures van een dictator aanneemt had te kampen met een opstand in de Zuidelijke provincies. Intusschen werd door Rusland alles voorbereid om Mongolië van het Chi- neesche Rijk af te scheuren. Ziedaar de toestand in ruwe trekken geteekend. 't Is wel een beeld van strijd, verwarring, anarchie en gruwelijkheid. Wat zal 1914 bieden? Strijdende en biddende gaan wij voor waarts In liet jaar dat bijna achter ons ligt, ontvielen den lande en het buitenland weer vele bekende en beminde personen, van welke wij enkele hieronder noemen. Indeprovincie: P. J. Siegers, lid van Gedeputeerde ziel. Hij zat weer bij Vader en Moeder aan den grooten vuurhaard, en Klara haal de nieuwe turven, want Moedor had ge zegd: „Andries houdt van een flink vuur stook maar goed op, Klaartje!" Hij had het koud gekregen van den langen tocht op de ruwe zee, maar dat vuur, o, dat. warme, koesterende vuur deed hem zoo goed! ..Andries bon jij daar, m'n jon gen?" vroeg zijn vader, en Andries zei- de: „Dat ziet ge wel, Vader ik ben zoo blij', dat ik weer thuis ben!" Toen vroeg zijn vader hem hetzelfde ten tweeden male, en tot tien keeren toe, en Andries antwoordde telkens hetzelfde, al verwonderde het hem, dat zijn va dei- steeds hetzelfde vroeg. Maar toen de vraag ten tienden male Werd gedaan, sloeg de jongen de oogen verbaasd op in de zwarte duisternis, die hem omringde, wanthij hoorde zijn naam in werkelijkheid. Doch de stem van zijin rader was het niet. Hij rees op van het harde leger, stom melde naar het raam, en zag daar, aan den buitenkant-, een donkere gestalte staan. „Andries hen jij daar, m'n jongen?" De stem klonk zóó hartroerend Leeder, dat de oogen van den gevangene zich met 11 1 i I 1 I it Staten te VlissingenFokker, gemeente ontvanger te Middelburgde leden van den gemeenteraad: Abrahamse te Wis- senkerke (Kamperland), Noteboom (wet houder) te Kloetinge de Vrieze te Eiker zee, De Bakker te HaamstedeSonke (wethouder) te Krabbendijkede Witte (wethouder) te Koudekerke Den Bouw meester (wethouder, lid der Staten, voor zitter van den polder Walcheren) te Mid delburg; Wisse (wethouder) te Borssele S. Louwerse, oud-lid der Staten, oud commissaris van den polder Walcheren, te OostkapelleBroerse, oud-lid van den gemeenteraad te Serooskerke (W.)Jos. v. Waesberghe, oud-lid der Provinciale Staten, te IlulstPersant Snoep, genees heer te Kapelle; A. Steketee te Hein- kenszand, oud-professor aan de Theologi sche School te Kampen; D. J. v. d. Have, boomkweeker te Kapelle; J. L. v. d. Pauwert, oud-hoofdredacteur van de Mid- delburgsclie CourantBlankert, hoofd eener school te MiddelburgH. C. Sauer, oud-hoofd eener school te Wemeldinge, te MiddelburgM. Kostense, oud-lid van den gemeenteraad te Kruiningen, te Bergen op ZoomVerplanke, oud-ge meente-veldwachter te Rilland-BathK. Houterman, lid der Prov. Staten, te BiggekerkeHeyse, idem, oud-lid van Gedep. Staten, te Middelburg W. A. graaf v. Lijnden, oud-lid van Prov. en Gedep. Staten, te KoudekerkeVan Gorssel, oud-burgemeester van Rilland- Bath de Kan, lid eener bankiersfirma te Middelburg; Mej. Indewey, leerares aan de Meisjesschool te GoesH. Min- derhoud, gem. veldwachter te Kamper land. In ons Vaderland: De oud-minister Den Beer Poortugael, Bergansius (oud-lid der Tweede Kamer) Van Rappard de minister van justitie Regout (oud-lid der Tweede Kamer); het oud-lid der Tweede KamerEn- gelberts. het lid der Tweede Kamer Verhey. de oud-leden der Eerste Kamer: Van Velzen (tevens oud-lid der Tweede) Rahusen, de leden der Eerste Kamer: baron v. Pallandt van Eerde, lid voor Overijsel, dr. P. J. F. Vermeulen, lid voor Zuid-Holland (oud-lid der Tweede) Breebaart, lid voor Noord-Hollandde professoren en oud-professoren: Hoetink, S. Cramer, Merckelbach (te Rolduc), Van Rhijn, Van Leeuwen, Schoute, Tichelaar, Naber, Van Calkar, Speyerde predikan ten en emeriti-predikanten W. v. Asselt, v. Lingen (oud docent aan de Theologische school te Rijswijk), W. Lamers, Brands- ma, Van Geijtenbeek, dr. v. Langeraad, Douma, Zijlstra, Wijminga, Montijn, Ve der, Vissink, Loois, Noordewier, Neijens, Van üiemen, F. H. v. Leeuwen, te Velde, Schoemakers, v. Vliet, v. Henten, Postma. jhr. Graswinckel en Goedbloed (beide tranen vulde. „Ken je me niet? Ik ben Jilles de nachtwacht. Ik heb wel twintig keeren je naam geroepen, maar je hoordet me niet heb je geslapen, AndrieeT* „fk geloof het wel, Jilles!" „Kom da,ar ben ik Wij om; dat zal je goed deen! Geef me nu je hand, m'n jongen, tussehen de ijizeren tralies; door, dan zijh we nog dichter bij elkander, want ge hebt troost noodig, Andries De wrok, dat hij onschuldig in deze gevangenis zat, kwam een oogenblik weer boven bij den jongen. „Durf jij een landverrader de hand te geven, Jilles? Ik ben een landverrader weet je dat wel? Mijn hand is me- laatsch; je wordt er door besmet be denk dat, Jilles!" ■Het klonk hard en stroef, maar over het gelaat, van den nachtwacht ging de zachte glimlach, die dezen beminnelijken grijsaard kenmerkte, en het hoofd lang; zaam schuddend, zeide hij: „Jij bent geeri landverrader, m'n jongen; o neen, dat ben je niet!" „Geloof je 't werkelijk niet, Jillejs?''' „O neen jij bent o-nschuldig wat beeft je hand, Andries!" Toen smolt de wrok in het jonge hart als ijs voor de zomerwarmte, en Andries Iaatsten vroeger pred. te Zierikzee). De geestelijkenPastoor Clarijs te Amsterdam vroeger te Tholen, Mons. Drehmanns, bisschop van Roermond. VoortsH. M. Dercksen, oud-lid van den gemeenteraad te GoudaA. J. Dek ker, hoofd eener Chr. school te Schiedam dr. J. Menno Huizinga, directeur van den gemeente-geneeskundigen dienst te Amsterdam; Joh. de Rijke, ingenieur te AmsterdamMuller, Consul van Rume- niëJ. Baron (Ericus), landbouwkundige, journalist; Dirk v. d. Berg, worstelaar; G. C. C. Bethe, leeraar aan de H. B. S. te Groningen (vroeger te Goes); dr. Ali Cohen, directeur van het Rijks Centraal Laboratorium voor de Volksgezondheid te Utrecht; L. C. Dudok de Wit (Kees de Wit)dr. v. Schouwen, geneesheer directeur van de inrichting voor lupus- lijders te HeerenveenKommer de Geus, oud BijbelcolporteurOverste Scheepens, vermoord in Atjeh; Evers, oud-secretaris van Den HaagTelders, oud vice-presi dent van den Hoogen RaadLyclama a Nijeholt, Commissaris der Koningin in OverijselMejuffrouw L. A. J. de Neve (Louise B. B.)W. C. van Munster, oud hoofd der school te Leeuwarden Andriessen en G. B. v. Krieken, orga nisten, componistenAsser, lid van den Raad van Staten; A. W. Sythoff, uit gever Tavenraat, oud secretaris van RotterdamBremer, directeur der Amster- damsclie KweekschoolHaitink van der Heide, directeur van het Nederl. School museum Mr. dr. J. E. Milland, schrijver van werken over pensioneering, enz. jhr. P. Hartsen, oud directeur der Nederl, HandelmaatschappijJhr. Ram, oorlogs correspondent, o.a. uit den jongsten BalkanoorlogRuys, directeur van de Rotterdamsche LloydRinnooy, oud hulpprediker op JavaConinck Liefsting, oud-president van den Hoogen Raad; Van Rossem, lid v. d. gemeenteraad te Rotterdamdr. H. C. Klinkert, oud- landmeter, oud-zendeling, oud-lector in het Maleisch aan de hoogeschool te Leidendr. Merkes, leeraar aan het geref. gymnasium te Amsterdam; mr. R. Feith, archivaris te GroningenJansen, oud-gezagvoerder der stoomreddingsboot „De President van Heel" te Hoek van Hollanddr. Roosenburg, te Gro- niugenmr. J. Cort v. d. Linden, hoofd commies ter prov. griffie te Groningen Punt, directeur eener Levensverzekering maatschappij te 's-Hage, (deze drie Iaat sten omgekomen bij de spoorwegramp te Beffen). In het buitenland: Van Schlieffen, oud-chef van den ge- neralen staf in Pruisen mr. W. A. Roest, adviseur van het muntwezen der Chi- neesche regeering te PekingNazim Pasja, minister van oorlog in Turkije (door de Jong Turken doodgeschoten) weende. Het woord van den nachtwacht was het eerste vriendelijke woord,, dat hij in zijn gevangenschap opving o, het deed hem zoo goed „Heb je gegeten en gedronken vroe» Jilles bezorgd; „neen? Heb je nee» honger? Arme stakkert. hier heb j» een lekkere handpeer van me!" „Ik kan niet eten!" zeide de jonge». „Ja toch gij kunt wel! Probeer heit maar eens! Ge doet er injf een pleizie» mee toe, eet die peer nu op!" Toen at Andries de pee? op, e» m verkwikte hem. „Heb je nu 'tot den Heere gebede», m'n jongen, da,t Hij je moge uithelpen?" „Het bidden geeft nietszeide Andri#» op doffen toon. Toen de nachtwacht die ^oorden hoos de, werd hij bedroefd, en een diepe sntafd klonk door zijn stem heen, terwijl k)§ ajntwoordde: „Daal staat §eschreve*: „Roept Mij aan 'in den dag des benauwd heid, Ik zal er u uithelpen, en gjj zult ï-njj eerem". Willen wif «me» bidda», Andries ?v Toen kwam het ovei tte lippe® vm* den jongen: „Bid gij tooi wr.fl"

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1