VOOR ZEELAI So. 60. 1013. Dinsdag 0 December. 38e Jaargang. HISTORISGH GHRISTELIJK- De plicht der Overheid. Feuilleton. De Bijbel in Frankrijk. Buitenland. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK F. P. D HUIj, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p. 1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes EN va.i i—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten" van 110 regels ƒ1,iedere regel meer 10 cent. Zij, die zich met I Januari as. op ons blad abonneeren, ontvangen h6t tot dien datum GRATIS. „De overheid, zoo leert ze," namelijk de antirevolu tionaire partij „is als die naresse Gods, in eene Chris telijke en dus niet-godsdienst- looze natie, gehouden tot verheerlijking van Gods naam, en l ehoort diensvoigens a. uit bestuur en wetgeving alles te verwijderen, wat den vrijen invloed van het Evangelie op ons volksleven belemmert b. zichzelve, als daartoe in volstrekten zin onbevoegd, te omhouden van elke reeht- streeksche bemoeiing met de geestelijke ontwikkeling der natieo, alle kerkgenoot schappen of godsdienstige vereenigingen, en voorts alle burgers, onverschillig welke hunne denkwijze aangaande de eeuwige dingen zij te behandelen op voet van ge lijkheid; en d. in de cons ciëntie. voorzoover die het vermoeden van achtbaarheid niet mist, een grens te erken nen voor haar macht. (Art. 4 van het Anti-Revoln- t-iunair Program van Begin selen.) Cc overheid is een macht in den lande, die het recht heeft te bevelen en gehoor zaamheid te vorderen. De Overheid, onverschillig of zij' Vorst of President eener republiek zij, is niet een ambtenaar maar eene van God over ons gestelde macht. Ook een President, door het volk gekozen, is van het eerste oogenblik dat hij zijne waardigheid aan vaardt de van God gestelde souverein. Er is geen gezag dan van God. Dat is een belangrijk sc-hibboleth, dat onze partij' on derscheidt van liberale en andere zich noemende vrijzinnige partijen die uit de Revolutie leven, en dientengevolge rle volkssouvereinite.it prediken. Een belang rijk artikel in onze politieke geloofsbelij denis, met welker losmaking het karakter onzer partij staat of valt. En zij belijdt dit niet, omdat zij een stelsel heeft dat het aldus eischt, zoo dat het volk er nu maar aan opgeofferd moet worden, maar dewijl zij gelooft, op grond van Gods Woord, dat het een volk dan alleen goed zal gaan, wanneer de overheid het gezag hoog houdt en de natie in gehoorzaamheid zich door deze overheid laat regeeren. Elke regeeringsvorm, hoe tiranniseh ook. is trouwens verre te verkiezen bo- Voor eenigen tijd had ds. M. Lindebom in de „St. v. W. en V." een belang rijk artikel„Rondom den Bijbel". Wij ontleenen er het volgende aan: Honderd jaar geleden sprak Voltaire 't bekende woord„Binnen vijftig jaar zal de Bijbel een vergeten boek zijn". En op den Bijbel kan toegepast worden het woord door Jesaia gesproken met 't oog op den Koning van Assyrië (8 vs. 7, 8)„hij zal opkomen over alle zijne stroomen en gaan over alle zijne oevers en de uitstrekkingen zijner vleugelen zul len vervullen de breedte uws lands". Wan neer wij de vertalingen, die buiten ge bruik zijn, in doode of verdwenen ta len ihederekenen, is de Bijbel geheel of gedeeltelijk in 537 talen vertaald. Sedert de uitvinding der boekdrukkunst, zijn al leen in 't Fransch meer dan 1616 uitgaven van den Bijbel, geheel of gedeeltelijk ver schenen. De colporteurs van het B. en B. Bijbelgenootschap hebben sedert zijn ontstaan tot 31 Dec. 1909 in Frankrijk verkocht 5,848,070 exemplaren. Welk een tegenstand heeft de Bijbel verspreiding' ondervonden! Ik beperk mij tot Frankrijk en den tegenstand der Room- ven regeeringloosheict. Begeeringlooaheid, gelijk die ontstaan kan niet alleen door oproer, gelijk de Communie in 1871, maar ook door een revolutie met leuzen in Kabinet en Parlement. De eerbied voor het gezag dient te worden hooggehouden, ter bewaring van het plichtsbesef en de zedelijke veerkracht der natie, maar bovenal om de eere God Si. Dit geldt in liet gezin, in de school, in de catechisatie, in fabriek en* werk plaats, in stad en gewest en land. Het moet onzen kinderen steeds worden ingeprent waarom het gezag der overheid moet ge- eerd worden. Van den koning tot den eeiivoudig'siten politieman vertoonën alle dragers van het gezag iets van de majes teit van het gezag waarmee de Heere hen bekleed heeft. Doch hiertegenover staat dan nu ook dat de Overheid heeft te erkennen dat zij is dienaresse. Heerschen mag en moet zij. Het woord heer, dat men in „heer schen" terugvindt, wijst er ook op> en tot regeeren is zij geroepen. Het woord re- g e (zesde naamval van het latijhsche rex, dat koning beteekent) herinnert taal kundig evenzeer er aan. Maar dit geldt haar verhouding tot den mensch. In haar machtuitoefening is z.ij dienaresse G o d Si. Over ons (vandaar de naam Overheid), doch onder God, en der halve met ons aan dien Eenen onder worpen, die alleen onder allen het recht om recht af te dwingen aan zioh- zelven ontleent, en dus aan anderen ge ven kan. In die dienstmaagdengestalte optreden de, zal de Overheid, in een Christelijke en fliet-godsdienstlooze natie, Gode ver heerlijken, en mag; van haar verwacht worde.n hetgeen hierboven onder a, b, c en d als tot hare roeping hehooren.de, door de antirevolutionaire richting .wordt op gesomd. Nu dient in het oog gehouden te wor den dat de Overheid hierbij rekening, te houden heeft met "het geloof der natie. Eene natie zonder eenig geloof zou niet te riegeeren zijn. De heidensche volken hadden nog hun godenleer, en daarom bestond er nog: iets van, geloof onder hen. Maar onze Fransche „broeders" in 1789 en vervolgens hadden alle geloof af geschud en daardoor kwam het tot een regeering door geweld van moordbijl of kogels', en bleek een Napoleon noodig om aan dezen ongerechligen toestand een einde te maken. Maar waar het geloof woont, daar is een element van plichtsbesef, een nei- sche Kerk aldaar, 't Oudst bekende Fran sche geschrift (768) is een Bijbelsch woor denboek. „Door de verspreiding der H. Schrift (sedert 3e eeuw), die zij vertaalde, heeft de Kerk krachtiger dan drie eeuwen van Romeinsche overheersching bijigc- dragen tot de overwinning van 't Latijln over de Keltschie dialecten". Een priester in 't begin der 5e eeuw haalt den Bij- hel aan volgens een gallische vertaling. Karei de Groote werkt krachtig mede aan de verbreiding der II. Schrift. Sedert de 10e eeuw oefent zijl grooten invloed op de literatuur. In deze en de onmiddel lijk volgende eeuwen is Frankrijk wellicht geweest „la plus biblique des nations de l'Euroipe". En toch is het Fransche volk niet het volk van den Bijbel geworden. De grootste schuld hiervan rust op de Roomsche kerk. Sedert de 13e eeuw, toen zij in 't lezen van den Bijbel een gevaar voor haar gezag begon te zien, keert zij zich tegen de bijbelvertalingen in de volks taal. Een synode te Reims (1230) verbiedt „de boeken van de H. Schrift, zooala men tot nu toe gedaan had, in het Fransch te vertalen". Reeds in 1199 had Inno- centius II met het oog op de Bijbel-lezers geschreven: „in de goddelijke wet is wij selijk bevolen, dat ieder heest dat den heiligen berg zou aanraken, moest ge- steenigd worden"; en in 1.211 predikte Bertram een kruistocht tegen de Bijbel- ging tot gehoorzaamheid, een vreeze Gods, een buigen voor het recht om Gods wil; en ziedaar aan eene. overheid het regeeren mogelijk gemaakt. Haar dan spreekt het ook vanzelf dat de overheid, waai' dit geloof aanwezig is, niet te vragen heeft naar het karakter van dit geloof. Of de uitwendig geloovige onderdanen Roomsch of Luthensch, Hervormd of Gerefor meerd zijn, hiermede heeft de overheid niets te maken. Als het maar een Chris telijk geloof is. Dit kan natuurlijk bij de groote massa slechts, onbewust aanwezig zijn, doch ook dit raakt haar niet. De vraag is maar of dit geloof uitblinkt of [dit geloof uitblinkt in haar edeler deelen. En deze edeler deelen ook weer niet in de eerste plaats te zooken bij de ede len naar de wereld, bij de mannen van rang en stand, maar bij hen wier leven beantwoordt, aan den zedelijken maatstaf. Niemand zal ontkennen, dat. Erasmus hoven Jan de Bakker stond in talent en geest, doch niet hij maar de pastoor van Woerden was destijds de tolk van wat het nationale leven bewoog,. Een eeuw verder was Buig de Groot zeker de meer dere in kenniis en schranderheid van Bo- german, doch niet hij maar laatstgenoem de vermocht voorz ;ter te zijn eener na tionale synode. En zoo ook geldt deze maatstaf in onzen tijd. De verachte do- minétjes en hunne volgelingen van voor en na den Reveil, de Schotsmans en Bil- derdijks, de Capadoses en da Costa's, de Groens en Keuoheniussen hebben meer het leven der natie vertolkt dan de hoog geleerde, gevierde, meer nog gevreesde Thorbeckes en Kappeyne's en Van Hou tens ,met hunne breede rijen van groo ten en machthebbenden, doch wier ge loof of ongeloof of niet-geloof geen wortel had of heeft in liet nationale leven,. Jammer, dat de overheid aan de hier boven gestelde eischen zoo slecht vol doet;. Dit is de schuld, niet van de libe ralen, onder welke nog vele brave man nen gevonden worden die beter zijn dan hun leer, maar van het liberalisme. Het liberalisme wil niet den nadruk er op gelegd zien dat wij zijn een Chris telijke staat. Het wil een staat zonder, God een „état athée". Dat wil zeggen het liberalisme ont kent God in zijn bestaan wel niet recht streeks, maar laat er zich niet mee in, het laat 'tin het midden, het staat er neutraal tegenover. Alsof dat mogelijk wareDaarom schuift het ook de, g'eboden van dien „God" van zich af. Geen Rust dag in zijn absoluten vorm, gelijk de vrienden. Doch de Kerk kwam te laat; de Bijbel had te zeer in veler hart een plaats gevonden, dan dat men hem op 't eerste gebod zou loslaten. Men kan de Kerk echter 't getuigenis niet onthouden, dat zij haar schade trachtte in te halen, In 1235 worden te Chalons-sur-Marne bijl bellezende ketters verbrand. De geschie denis der bloedige vervolging van de bij bellieven,de Albigenzen en Waldenzen, ka;n ik, als algemeen bekend, voorbijgaan. Zij; die ontkwamen, trokken zich in het ge bergte terug en vervulden daar hunne roeping, hierin bestaande, dat zijl den Bij bel een toevluchtsoord bereidden, totdat de tij'd zou komen, dat hij zou afdalen van deze besneeuwde toppen om de we reld te veroveren. Op gevaar van hun leven droegen de Waldenzische colpor teurs als marskramers het kostbare boek onder hun koopwaar mede; schitterend was de opoffering van „deze voorhoede van het evangelisch leger, blootgesteld aan de eerste slagen en door 't vuur gedeci meerd". Maar een woord van lof komt ook toe aan de boekdrukkers, een Barthélemy Buyer, die 't eerste Fransche N. T. drukte, een Etinne Dolet, in 1546 levend ver brand, en vooral een Robert Estienne, die zooveel heeft gedaan (en geleden) voor de uitgave van den Bijbel. Sedert de Hervormers ten opzichte van Calvinist dien zich denkt; geen heiliging van 'sJHeeren Naam, geen eed in dien heiligen Naam! Natuurlijk mag de „Staats burger' 'thuis nog wel met dien God re kenen. Godsdienst is privaatzaak, en ook zelfs ijin huis behoeft zij niet zoo openlijk te worden gehouden; zij behoort ook daar te worden beperkt tot de binnen kamer. De leer van den verborgen omgang, het verste punt, waartoe het liberalisme, door een zijner beste tolken (v. d. Vlugt) gekomen fis. Hiertegenover stelt de anti-revolutio naire partij dat het wel degelijk vaststaat dat er een God is-, die gekend moet wor den. Een stelling die zij grondt niet op de geopenbaarde maar op de natuurlijke Godskennis, welke voor iederen mensch ook voor de overheid, dewijl zij een ze delijk organisme is, een dwingend karak ter heeft. Nu derhalve de overheid weet, door hare natuurlijke godskennis dat er een God is die gerechtigheid wil en het on recht wreekt, ordonneert zijl in de wet ten en akten die van haar uitgaan, dien God te eeren, Zijn Naam, aan te roepen, Zijn Dag te houden, Zijn Evangelie den vrijen loop te laten. Deze overheid in een Christenland ge lijk het onze laat den atheist gevóelen, dat hij een uitzondering i,S'. Echter niet door hem hij Staatsdwang het Evange lie op te leggen dit toch druischt in tegen het karakter van liet Christelijk geloof. Het is de fout der overheid geweest in den bloeitijd van het liberalisme, haar Evangelie tegenover het Evangelie der Kerk te stellen, het „neutrale" Evangelie, den godsdienst boven geloofsverdeeldheid, haar leer der Christelijke deugden buiten den voorstel des geloofs, deugden naar een Christus genoemd, waarmede zelfs de mo derne Jood genoegen nam. Waar dit, met name in de school, op uitliep, is openbaar geworden in de gees telijke verachtering van een deel der na tie, en in den bruten aandrang der open bare schoolmannen zeiven om absolute neutraliteit. Reclame. Dat voor vrijzinnigheid en socialisme reclame gemaakt wordt met de op 9 Dec. ingegane pensioneering van zeven tigjarigen door de wet-Talma gaan wij met stilzwij'gen voorbij1. De menschen hebben nu eenmaal die twee gulden niet te danken aan de vrij zinnigheid maar in de eerste plaats aan het rechtsche kabinet en de meerderheid den Bijbel het: „ontbindt hem en la,a,t hem gaan", spraken, zijn de lotgevallen van den Bijbel onafscheidelijk van die der Hervorming. „Geen geschiedenis is beur telings tragischer en roemrijker dan de geschiedenis van den Bijbel in Frankrijk sedert de Hervorming. Elders heeft hij grooter succes behaald en meer invloed uitgeoefend, maar wellicht nergens heeft hij zooveel liefde gewekt, zooveel tra nen doen vloeien, zooveel offers geöischt als bij ons. Hij is Tboek geweest van een steeds verachte en vervolgde minder heidMet bewogen eerbied staan wijl stil voor dat exemplaar der 16e eeuw, dat tot ons is gekomen, terwijl zoovelen werden verbrand of verscheurd door de handen van den priester. Deze oude Hu- genotenbijbel, die zich aan ons oog ver toont met zijn bladen door 't vocht ver teerd en bevlekt door de vingers, die ze hebben omgeslagen, met zijn verscheur den band, zwart door de rook der groote keukenschoorsteenen, welke lotgevallen zou hij kunnen verhalen indien hij1 kon spreken". Ja, de Bijbel, was 'tboek van de marte laren der 16e eeuw en' zij waren naar 't woord van Mathieu Lelièvre „de menschen van het boek". Edelen, maar ook eenvoudige boeren putten daaruit hun kracht en bestegen, psalmzingende den, brandstapel. Als wij 'tboek van de ge- van rechts. Maar wat zal men er veel van zeggen, wanneer vrijlzinnige schreeu wers en pchetteraars het. land afloopen om te gaan vertellen dat dit niet zoo is. Juni j.l. heeft 't geleerd dat er een ze ker soort leugens is waartegen de waar heid toch niets vermag. Ook reclame. „Het Volk" maakt ook reclame voor algemeen kiesrecht. Er op wijlzende, dat Zondag door de openbare onderwijZei's onder ongunstige omstandigheden is ge demonstreerd voor verbetering van hun salaris, vordert het blad al deze teleur- gestelden op om met haar te strijden ter verkrijging van algemeen stemrecht. Tegelijk brengt deze sociaal-democra tische penvoerster in herinnering, dat de openbare onderwijzers door de liberalen bij den neus genomen zijn. Immers dr. Bos had namens de vrij zinnige concentratie in zijn regeeringspro- gram aan de onderwijzers salarisverbete ring voorgespiegeld. De regeering ver klaart echter, dat er geen geld is, en nu nemen de vrijzinnige partijen in hun landdagen moties aan om haar te dwingen. Maar knip nu eens haar van een kikvorsch Daarom en ziedaar nu het zotte van 't argument van „Het Volk" den strijd aangebonden voor algemeen kies recht. In plaats van geld geef den menschen een stembiljet; en de schatten op het leger uitgespaard, vloeien in de zakken dezer volks opvoeders Frankrijk. Het nieuwe ministerie is naar ver wacht werd samengesteld als volgt: Doumergue, minister-president en bui- tonlandsche zaken; Bené Renoult, bin- nenlandsche zaken; Bienvenu Martin, jus titie; Caillaux, financiën; Meunier, ar beid; Noulens, oorlog; Monis, marine; Vi- viani, onderwij'sMalvy, openbare wer ken; Fernand David, handel; Reynauld,, landbouwLebrun, koloniën. Péret wordt onderminister van binnen- landsche zaken, Magjnot van oorlog, Ajam van koophandel. Het onderminis terschap van financiën vervalt, de on derminister van schoone kusten zou van daag worden benoemd. Duitschland. ZABERN. De toestand baart steeds min der zorg. Gelukkig, De Keizer heeft een ondubbelzinnig be wijs gegeven, dat hij de vriend van het schiedenis der martelaren doorbladeren, vinden wij op bijna iedere bladzij de be vestiging van het Psalmwoord (119 vs. 130)„de opening uwer woorden geeft licht, de eenvoudigen, verstandig maken de". De brieven der galeislaven en der gevangenen toonen dat voor mannen en vrouwen van alle standen het Evangelie, naar Vrnet's woord „la conscience de la conscience" was. Men mag gerust zeg gen, dat de kracht om weerstand te bie den, aan de vervolging in rechte reden stond tot de kennis van den Bijbel. Intusschen bleef Rome's vervolging niet vruchteloos. Na de herroeping van 't edict van Nantes begint er Bijbelgebrek te ko1- men, die voortduurt tot de Revolutie. In 'tbegin der 19e eeuw was dat gebrek schrikbarend. Frans Puaux schrijft.„se dert meer dan 120 jaar had men in Frank rijk geen Bijbel doen verschijnen ter oor- zake van de verschrikkelijke vervolgin gen, die de Hervormden hadden moeten lijden. De exemplaren, die aan de ver volgers ontkomen, waren, werden in de families bewaard en de Schrift was ge worden een boek voor verzamelaars, die 'tnu en dan op een verkooping vonden. Zoo groot was 't gebrek dat in verschil lende gemeenten geschreven verzamelin gen van bijbelplaatsen waren". En deze tijd is juist de tijd van verslapping van 't Protestantisme in Frankrijk.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1