NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
I\o. 58. 1913.
Zaterdag' 6 December.
38e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
EERSTE BLAD.
BERICHT!
Het ambt der Overheid.
Buitenland.
Binnenland.
verschijnt zesmaal per week
F. P. DHUII, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Dit nummer bestaat uit twee bladen
boeiend Feuilleton
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes
EN
van i5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels fl—- iedere
regel meer 10 cent.
In den loop der volgende
week hopen wij te beginnen met
het plaatsen van een
van den alom gevierden schrijver
L. PENNING.
't Is dus nu de tijd, zich op „De
Zeeuw" te abonneeren.
Zij, die zich met (ingang van 1
Januari e. k. op ons blad abonnee-
ren, ontvangen het tot dien datum
GRATIS.
Men make dus spoed
De Overheid is geen bij réchtstreeksche;
opzettelijke scheppingsordinantie voortge
komen instelling Gods, maar van men-
schen. In 1 Petrus 2:13 lezen wij: zjjt
dan alle menschelijke ordening onderda
nig om des Heeren wil, hetzij den stad
houders, als die van hem gezonden wor
den tot straf wel der kwaaddoeners, enz.
Het overheidsambt, het politiek sou-
verein gezag is later opgekomen, uit den
nood der volken, en na den val van Gods
wege ingesteld om der zonde wil.
Ware er geen overheid, die de wetten
gaf en handhaafde, in deze zondige we
reld, het zou een hel op aarde zijn, een
herhaling van wat in Noachs dagen den
Heere besluiten deed de verwilderde we
reld in den zondvloed te doen onder
gaan.
Hoe is deze schijnbare tweeheid: het
overheidsambt ontstaan uit de behoefte
der menschen en de overheid instelling
Gods te verklaren.
Dat is heel gemakkelijk.
Ga. slechts de geschiedenis der mensch
heid na. De menschheid vormt een ge
slacht. Adam is het hoofd der mensch
heid, hij vertegenwoordigde in het Paradijs
het gansche menschel ijk geslacht, zoodat
toen hij zondigde, hij viel en met hem
de gansche menschheid tot aan 't einde
der eeuwen. Zoo zijn wij derhalve eene
organische eenheid, zoowel met de ge-
geslachten, die voor ons geleefd hebben,
als met die alle, welke nog na ons ko
men zullen. IJit éénen bloede is heel ons
menschelijk geslacht. Nu is echter de
zonde gekomen en heeft die organische
eenheid verscheurd, de menschheid in on
derscheidene rleelen uiteengedreven, en
het ideaal van het eene groote wereldrijk
dat er voor den val was en zonder den
val altijd zou gebleven zijn. voor altoos
vernietigd. Toon heeft men gekregen het
onnatuurlijke, het wanstaltige, het storen
de in de menschelijke samenleving, wat
men staten, overheden, dwangmiddelen,
gezagsband noemt. Orde en regel waren
weg, zij moesten hersteld, hoe zou dit
kunnen? Niet anders dan door het volgen
van de ingeschapen behoefte naar een
hoofd, een macht hoven zich: het patriar
chale gezag, dat de stammen in bedwang
hield, toen zij door het wegvallen van
den familieband uit den band waren
geraakt. En ziedaar nu den oorsprong
van de Overheidsmacht. Men verlangde
uit den toestand van regeeringloosheid
te geraken en koos zich daarom een over
heid of o n d e r w i e r p zich aan hem.
die zich als zoodanig o p w i e r p.
Wie bovenstaande nu nauwkeurig las,
heeft terstond begrepen, dat een zoodanige
overheid niet organisch tot den
mensch behoort, gelijk de armen en bee-
nen organen van het menschelijk
lichaam zijn, doch mechanisch er
bij gekomen zijn, gelijk het paar krukken,
waarvan hij, bij wien een bepaald orgaan
niet meer werkt, zich bedient om hem
op de been te houden.
Zoo is de overheid een door God als
zoodanig gebruikt mechanisch dwangmid
del om orde en goeden gang in het leven
te waarborgen. Overheid, daar wordt dan
niet alleen mee bedoeld de vorst, maar
ook de stadhouders en besturen, de recht
banken, de politie, dé autoriteiten van
leger en vloot; allen die in naam van
dien vorst regeeren, besturen of recht
spreken, dwang oefenen en gehoorzaam
heid vorderen. Dat is het gezag.
Vastgehouden blijve evenwel deze ge
dachte, dat de overlieden door God den
Heere zijn ingesteld om der zonden
wil. In die eene gedachte liggen de
licht- en de schaduw zijde van het
Staatsleven. De s c h a d u w z ij d e, _want
die staten behoorden er niet te zijn; er
moest maar één groot wereldrijk zijn; de
overheid regeert mechanisch en behoort
niet bij onze natuur; en het overheids
gezag wordt door zondige menschen ge
oefend, die geneigd zijn tot heerschenden
dwang, maar ook de 1 i c h t z ij d e, want
zonder een overheid zou de menschheid
in de oude verwildering terugzinken.
Tweeërlei volgt uit deze beide zijden
van het Staatsleven. Wij aanvaarden de
Overheid als een redmiddel; en wij zijn
op onze hoede, dat deze overheid niet
vervalle in ongetoomde tirannie. Met an
dere woorden wij eeren het gezag en
waken voor onze vrijheid.
Dat God na den val de overheid inge
steld heeft om der zonde wil en haai
de taak heeft opgelegd alle misdrijf tot
zelfs piet den dood te straffen, blijkt onder
anderen uit Genisis 96, dus reeds in
Noachs dagen, waar God zegt: wie 's men
schen bloed vergiet, diens bloed zal dooi
den mensc h véigoten worden. Instel
ling van de doodstraf!
Dwaas is daarom de mensch, die zich
inbeeldt, dat de overheid haar macht
ontleent aan den mensch, ook al moet
worden vastgehouden, dat liet overheids
ambt is ontstaan uit de behoefte in de
menschelijke natuur gelegd. De mensch
heid door God geschapen is het eigendom
van God en niet van die overheid. Zij
heeft derhalve te bestaan lot Z ij n e
eer. Wanneer de menschheid door zonde
in veelheid van afgescheiden volken uit
breekt en in den boezem dier volken de
zonde verdeelt en verscheurt en in aller
lei gruwelen dreigt onder te gaan, dan
heeft God alleen het recht óm in dezen
chaos weer orde te brengen. God alleen
en geen mensch. Want een mensch die
recht heeft over een anderen mensch,
oefent het ree lit van clen sterk
ste. Zooals de tijger liet weerlooze hert
verscheurt en de UI i arao's de vooronders
der Fellah's in Egypte verdrukten. Ook
kan geen groep van menschen door over
eenkomst de menschen tot gehoorzaam
heid dwingen. Wat toch zou het ons kun
nen schelen, dat onze voorvaderen een
verdrag met andere menschen om dien
te gehoorzamen hebben aangegaanneen
gezag over menschen kan niet uit
menschen voortkomen. Er is geen sou-
vereiniteit van een mensch of van een
volk, waaruit dat gezag zou afvloeien.
Heeft de zonde het optreden van het
Overheidsgezag noodzakelijk gemaakt, dat
Overheidsgezag op aarde vloeit eeniglijk
en alleen af uit de Souvereinite.it Gods.
Daarom is g e h o o r z a m e n aan dat
gezag noodig niet 0111 der Overheids wil,
om den wil van cenigen mensch. wiens
adem in zijne neusgaten is. maar o m
Gods wil. Door Mij, zegt de Heere.
regeeren de koningen. Alle ziel zij de
machten over haar. gesteld onderworpen,
want, er is geen macht dan van God,
en de machten die er zijn, die zijn van
God verordend. Alzoo dat die zich tegen
de macht- stelt, de verordening (or
dinantie) van God wederstaat; en die
ze wederstaan zullen over zichzelven een
oordeel halen. Want de oversten zijn
niet tot een vreeze den goeden werken,
maar den kwaden. Wilt gij nu de macht
niet vreezen, doe het goede en gij zult
lof van haar hebben. W a n t z ij is Gods
dienares u ten goede. Maar indien
gij kwaad doet, zoo vrees, want zij draagt
het zwaard niet tevergeefsVant zij
is Gods d i e n a r e s, eene wreekster tot,
straf dengenen die kwaad doet. Daarom
is het noodig onderworpen te zijn, niet
alleen om der straffe, maar ook om der
ge wetens wil. Want daarpm betaalt
gij ook schattingen, want z ij z ij n die
naars v a n G o d, in ditzelve gedurig-
lijk bezig zijnde. (Romeinen 13:16).
De overheid, ook de Heidensche in Pau-
lus' dagen, ook de ongeloovige of naam-
christelijke in de onze is dienares
se Gods, en daarom gehoorzamen is
de boodschap. Zoo geeft clan haar wat
gij haar schuldig zijt: schatting, tol, vreeze,
en eer (Rom. 13: 7).
ADVENTS LIED.
Hij komt, Hij komt I.nmanuël!
Hoe zal ik Hem begroeten 1
Hij komt en brengt den vrede op aard,
Hoe zal ik Hem ontmoeten.
Hij1 komt in schaduw van den nacht;
Doch spreidt het licht ten leven;
Verwint den prikkel van den dood;
Wil zondaars redding geven.
Hij kwam en leed op Golgotha;
Daar liet Hij, smart'lijk 't leven
Opdat Zijln offer voor de schuld
Den zondaar vreê zou geven.
Hij kwam en heeft Gods wet voldaan
IIij; heeft de hel verslonden.
Zijn komst bracht eeuw'ge vreugde aan,
Vergiffenis van zonden.
Juich, dan mijn ziel en kniel in 'tstof;
Breng lof, aanbidding, eere;
Hij konit en kwam; dies rijlz' de lof
Voor Jezus onzen Heere.
J o h a n van V 1 i s s i n g e n.
(„Amsterd.)
België.
Naar aanleiding van de Zabern-affaire
schrijft J. Hoste Jr. in de Vlaamsche Ga
zet een artikel, waarin hij o. a. een paralel
trekt tusschen de Elzassers en de Vlamin
gen. Aan het slot van dit artikel heet
het:
„De Elzassers springen op, omdat een
Duitsch officier hen uitgescholden heeft.
Een enkel woord was voldoende om al
dien toorn te doen ontstaan.
Wij bewonderen de macht, die de open
bare meening in den Elzas bezit.
In Vlaamsch-België verwekken derge
lijke gevallen zooveel opspraak niet. Hier
laat men nog Vlaamschonkundige officie
ren bevel voeren tegen de wet in
over Vlaamsche soldaten, hier worden die
soldaten soms om hun Vlaamsch-zijn door
Waalsche officieren uitgescholden.
Dat bewijst hoe luid de ..verdrukte"
Elzassers in het land van keizer Wil
helm durven spreken en hoe lamlendig de
„vrije" Vlamingen soms kunnen zwijgen,
wanneer hun onrecht geschiedt".
Duitschland.
Zabe r n. De gemeenteraad van Za-
bern heeft aan den afgevaardigde* naai
den Rijksdag Röser een telegram gezon
den. waarin op grond van persoonlijke
ervaring aller raadsleden wordt verklaard,
dat de rijkskanselier en de minister van
oorlog blijkens hun mededeelingen in den
Rijksdag over het gebeurde te Zabern
onjuist waren ingelicht. Hetgeen de mi
nister van oorlog uit het Zaberner Tage-
blatt heeft aangehaald, is er geheel naast.
Dit blad moet trouwens al zeer gebrek
kig zijn ingelicht.
Bij regimentsbevel is de „Zaberner An-
zeiger", die zich nog al kras tegen het op
treden der militairen had uitgelaten, tot
verboden lectuur van het garnizoen ver
klaard. Alle hotels en koffiehuizen, waar
het blad ligt, moeten de soldaten mijden.
Het „Zaberner Wochenblatt", het offi-
cieele orgaan van den districts-directeur,
dat tot nog toe uiterst gematigd had ge
schreven en de begane fouten vergoelijkt,
is na een nauwgezet onderzoek van de
feiten tot de slotsom gekomen, dat het
gewelddadig optreden der militairen in
geen geval door den beugel kan. Vooral
acht het blad het bedenkelijk, dat ver
leden Vrijdag het lot der burgerij in han
den van piepjonge officieren berustte. Elk
oogenblik moest men vfeezen, dat zij be
vel tot schieten zouden geven. Het blad
vergelijkt dezen toestand bij dien in den
Fransch-Duitschen oorlog, toen het Duit-
sche bezettingsleger zich in den ELzas
zoo waardig gedragen heeft.
Hoezeer de burgerij te Zabern er op uit
is, nieuwe botsingen te vermijden, blijkt
uit. het feit, dat de drukke St. Nicolaas-
markt ditmaal niet gehouden is. Heden
(Zaterdag) zal ook de fakkeloptocht ter
gelegenheid van het feest der H. Barbara
achterwege blijven.
De beslissing van den Keizer, die het
garnizoen voorloopig naar het kamp te
Hagenau heeft gezonden, zal de gemoe
deren ongetwijfeld tot bedaren brengen.
Engeland.
De Londenschc berichtgever van het
Hbl. schrijft d.d. 4 December:
't Roert en gist in de arbeiderswereld.
Altijd maar door hoort en leest men van
werkstakingen en dreigen daarmede, en
het ernstigste verluidt thans -uit de krin
■gen der spoorwegarbeiders en postbe
ambten.
In Zuid-Wales is bet de laatste dagen
reeds tot staking' van beambten der Great
Western Railway gekomen. Een paar loCo-
motief-machinisten waren door de maat
schappij ontslagen, omdat zij weigerden
goederen te vervoeren bestemd voor Dublin
„besmet" goed voor die stad waar
altijd nog die ongelukkige staking voort
duurt, verkozen zij niet aan te raken.
Als protest tegen dat ontslag staakten eêni-
ge honderden machinisten en stokers te
Llanelley en andere plaatsen in Zuid-
Wales, zoodat de treindienst in de war
raakte en vooral het goederenvervoer, met
name dat van steenkolen uit de mijn-
districten om Cardiff danig belemmerd
werd. En vandaag; komen berichten, mel
dende dat de toestand steeds ernstiger
Wórdtdat in verschillende plaatsen het
spoorwegpersoneel tot den sympathieken
„strike" overging; dat enkele plaatsen
reeds van het. spoorwegverkeer zijn af
gesneden en dat er kans bestaat dat de
staking zich spoedig zal uitbreiden over
het geheele spoorweg-personeel te Cardiff
en tot de vrachtrijders in de stad; ge
beurt, dat, dan zal het er slecht gaan uit
zien in Zuid-Wales.
Het hoofdbestuur van de vakvereeniging
der spoorwegmannen heeft wel is waar
'te kennen gegeven dat. het deze staking
ongemotiveerd acht en dat de stakers niet
uit de vereenigingstondsen gesteund zul
len worden, doch daaraan schijnen de lie
den te Cardiff en omgeving zich niet te
zullen storen, en men kan ernstige gebeur
tenissen tegemoet zien. Het wordt een
bedenkelijk feit, dat de „trade-union"-
mannen telkens wéér tegen de adviezen
der cloor hen zeiven aangestelde leiders
ingaan.
Het gist leelijk onder de Uritsohe spoor
wegarbeiders. Velen hunner worden onge
duldig en zouden dadelijk een algemee-
ne staking willen om den acht-uren-dag en
het minimum-weekloön van 30 shillings,
terwijl hun leiders wenschen de directies
tijdig met dien eisoh in kennis te stellen
en bij niet toegeven daaraan de algemeene
staking willen afkondigen op 1 December
1914. Maar zooals het den laatsten tijd
gaat, staat te verwachten dat het vereeni-
gingsbestuur de mannen onmogelijk nog
een jaar lang in bedwang zal kunnen
houden en reeds lang te voren een nieuwe
strijd zal uitbreken.
Ook de toestand, bij de posterijen wordt
er niet beter op. Wanneer men volgt, al
hetgeen in verschillende deelen des lands
in de vergaderingen der postmannen is ge
zegd naar aanleiding van wat onlangs
de Minister der Posterijen tegen hun depu
tatie zeide, dan blijkt daaruit dat de partij
die tegen Kerstmis wil staken, wan
neer voor dien tijd door Minister Herbert
Samuel geen beloften zijn gedaan, die zij
bevredigend vindt, zéér sterk is en men
aan het einde dezer maand wel eens bij
post en telegrafie voor groote moeilijkhe
den kon komen te staan.
Waarlijk, de positie der Ministers, die
zoo tal van politieke en economische
vraagstukken onder de oogen hebben te
zien, is verre van benijdenswaardig:.
Tweede K a in e r.
Donderdagochtend wordt het subsidie-
wetje voor het U. L. O. en M. U. L. O.
behandeld. Indien Vrijdag 12 Dec. de alge
meene beschouwingen niet afloopen zal
ook Zaterdag vergaderd worden.
Audiënti e.
De minister van Koloniën heeft Don
derdagavond Douwes Dekker in audiën
tie ontvangen.
L o o li.
Met zekere voldoening zien wij ook in
de kerken een opkomen voor het loon der
Dienaren des Woords.
Dat is een levensbelang. Wat. hebt gij
over voor den arbeid aan uw zielen en
voor den arbeid aan uw kinderen.
In oude tijden waren de vormen anders:
elke tijd heeft, zijn vormen: Toen zaten
's avonds de hoer en de boerin te beraad
slagen als de kinderen naar bed waren,
ook wel, als de lamp al uit was, -
of dominee een potje boter moest hebben
van 20 of van 30 pond, twee of drie
mud appelen, 40 of 60 pond pekclvleesch,
50 of 100 eieren. Dat was een hoofdelijke
traktementsbeweging. Voorts werd daar
ook behandeld, hoeveel meester zou krij
gen. Er was ook toen al kindertoeslag.
Die manier had haar gebrek, maar, als
zij goed ging en gemeend was, ook haar
schoonen kant.
Maar die tijden zijn voorbij; er zijn
andere vormen. Maar toch die arbeid moet
er blijven, die arbeid der zielen van ons
volk om te zorgen voor den priester en
Leviet.
Waarheen zal het genie van het volk
zijn weg kiezen? Naar het technische of
naar het meer zuiver geestelijke? Bij het
eerste wenken de gouden bergen, van echt
goud. Die verleiden, die trekken. En de
groote stroom van den hoogeren volks
geest dreigt zich hoe langer, hoe meer
daarheen te wenden. Daar moet het volk
bedacht zijn op 'n keeren en leiden van
dien stroom. En daarbij moet ook mee
spreken het middellijke, liet stoffelijke.
Kerken en scholen onderhouden, dat
wil zeggen bidden en werken voor die
beide; die twee zitten aan malkaar vast,
al zijn het geen banden, die men
En dat werken bestaat in het arbeiden
ook in hel stoffelijke, opdat de vei leiding
voor het jonge volk om zich af te keeren
van het schamele loon van den zuiver
geestelijk arbeidende, met te groot worde,
opdat de besten van ons volk zich niet
keeren tot het meer stoffelijke en meer
onmiddellijk en rijker loonende. maar aan
de geestelijke verheffing van het volk zich
wijde een schoon deel der besten en edel-
st.cn en rijkst begaafden. Zeker, God kan
alles leiden, zeker het is niet enkel een
zaak van wat geld, maar ook in dat geld
komt uit iets van de ziel van het volk,
wat het. voelt voor de geestelijke ver
zorging van zichzelf en van zijn kinderen.
En daarom verblijdt ons het voorstel
der commissie uit de classe Rolsward
der Gereformeerde Kerken.Maar tege
lijk verraste ons hierbij het beroep op
onze traktementen. Uit zoon beroep
spreekt gezonder logica dan uit de poging
de eene met de andere te drukken.
Sch. m. d. Bijbel.
Zij stelt voor: het traktement van de predi
kanten zij ten minste f1400.h vrije woning
-(- f50.voor elk kind onder 18 jaar.