NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
\o. 54. 1913.
Dinsdag' 3 December.
38e Jaargang.
HISTORISCH
r en
CHRISTELIJK-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. O HUI), te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Buitenland.
Staten-Generaal
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25
Enkele nummers6.85
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes
EN
van 5 regels óO.cent, iedere regel meer lOJcent.
Familieberichten vanjl—10 regels f 1.—iedere
regel meer 10 cent.
BERICHT.
Zij, die zich met I Januari a.s. op ons
blad abonneeren, ontvangen het tot dien
datum GRATIS.
Openbare School en Bijbelkennis.
Er zijn openbare scholen waar wel de
gelijk aankweeking van Bijbelkennis, zij
het occasioneel, plaats heeft. Dit is niet
af te keuren.
Deze scholen geldt derhalve de opmer
king niet, die wij hier gaan neerschrij
ven.
Reeds meermalen wezen wij er op dat
het met. de Bijbelkennis van leerlingen der
openbare onderwijsinrichtingen slecht,
staat
Dezer dagen werd er weer geweken op
een paar vergissingen.
„Het Volk" noemde het bekende
Psalmvers „Ai ziet hoe goed" enz. een
vers van Vondel, die trouwens wel iets
dergelijks heeft gegeven, maar 't was toch
een Schriftwoord, en dal wist „Het Volk"
niet.
„De Wereld", een ander blad, schreef
dezer dagen het woord „wat ik geschre
ven heb, dat heb ik geschreven" aan
Salomon toe. Hij bedoelde natuurlijk
Salomo, doch wist niet dat P'ilatus de
vader van deze zegswijze is.
Nu werd niet lang geleden door den
heer J. H. Been een poging gewaagid
in dal. tekort aan Bijbelkennis op de open
bare school te voorzien door de uitgave
van een boekje getiteld „Uit het He-
breeuwsehe herdersleven
In plaats van nu deze gelegenheid aan
te grijpen, heeft .„De School", het blad,
niet van de onderwijzers a la Ossendorp,
maai' van de hoofden d e r schol e n,
zich tegen het gebruik van dit boek op
de neutrale school verzet.
Het blad schrijft „dat een bundeltje met
bijbelsche verhalen (geen) opgang zal kun
nen maken op de openbare school, maar
wel ergernis moet geven. Zoo lang"
aldus gaat het blad voort „wij Neder
landers zoo uiterst gevoelig en prikkel
baar zijn op het punt van bijbelsche ge
schiedenis, zoo lang zal de school, die
vereenigen wil en niet scheiden, geen
onnoodigen aanstoot mogen geven. Laat
de schrijver zijn vertellingen liever uit
den Griekschen, den Romeinschen of den
Germaanschen sagenkreis kiezen. Daar is
ook nog; veel moois in te vinden en daar
maakt niemand zich boos om."
Is dat niet verschrikkelijk?
Bijbelsche verhalen zullen aanstoot ge
ven, en daarom geef liever heidensche,
geef legenden en mythen, geef verhalen
van goden, alleen maar niet van den
Eenigen God.
Is het te verwonderen dat hij zooda
nig een neutraliteit ons volk zedelijk ver-
Feuilleton.
9) m het jaar 1787 (Juni en Juli).
Na de plundering van het schuttershof
verdeelde de bende zich in 4 a 5 troepen
pm het werk der verwoesting voort te
zetten. Wij kunnen niet bij allen in bij
zonderheden stilstaan.
De burgerwachten en militairen had
den de geplunderde huizen bezet, maar
waren niet bij machte het grauw te be
teugelen. Om het stadhuis te beveiligen
waren alle straten, die op de Markt ïiit-
loopen door militairen afgezet.
Inmiddels waren de huizen van den
metselaar' Tris in de Reigerstraat en dat
van den suikerbakker Andries Koster in
de Giststraat het voorwerp van de volks
woede. Dat van den oud-burgemeester le
Sage bleef voor plundering bewaard, dank
zij! de bescherming der burgerwacht.
Ook de woning van den kleermaker Rom-
mael in de Heerenstraat, zoomede dat
van den metselaar Van Loon op den u al
ondervonden den moedwil der plunde
raars.
Onvatbaar voor rede en ten laatste
zelfs door geen sterken drank meer te
paaien moest ook de heer Van Esen,
armen moet en de Bijbelkennis der libe
ralen daalt zelfs beneden het bespotte
lijke?
Oostenrijk-Hongarije.
Heden 2 December is het 65 jaar gele
den, dat Keizer Frans Jozef den troon be
steeg. De dankbaarheid der wereld voor
het wijs bestier van zijn vorstelijk ambt,
werd aan den vereeringswaardigen heer-
schei' op.taJlooze wijzen bij zijn 60-jarig
regeei'ingsjubileuan getoond, terwijl bij het
voleindigen va;n zijn 80en levensjaar daar
van opnieuw werd blijk gegeven. In dat
tijdbestek beeft de zoo dikwerf beproefde
staatkunde van den Keizer zich tegenover
ernstige problemen gesteld gezien. Ook op
de jongste gebeurtenissen kan de Oosten-
rijk -H ong aar sche monarchie met het be
wustzijn terugblikken, dat haar levensbe
langen met kracht en nadruk zijn gewaar
borgd geworden. In een onverhreeklijk
bondgenootschap met Duitschland en Italië
vereenigd, staat de Oostenrijksch-Hongaar-
sche monarchie in volle macht in derj
Raad der volken.
Met deze uitspraak van een den toon
gevende Duitsche bladen zal wel ieder
een instemmen.
Als vorst en vader voor zijn onder
danen heeft de jubileerende vorst steeds
uitgeblonken.
Welke stormen zijn er al niet over zijn
hoofd heen gegaan.
Rusland.
Een Amerikaanscli blad bevat nog, aller
lei bijzonderheden, die Beilis verteld heeft
over zijn verblijf in de gevangenis en
die aan het blad uit Kief zijn geseind.
Ze zijn werkelijk hartverscheurend en er
gerlijk. Beilis vertelt o.a. dat, hij altijd
er op verdacht- was dat men hem zou
willen vergiftigen; daarom vroeg hij' al
tijd als zijn eten kwam aan de soldaten die
hem bewaakten of zij niet mee wilden
eten, omdat alleen te eten zoo vervelend
is. De goede kerels steeds toe en dan
wachtte Bei-lis een poosje voor hij zelf
begon te eten. Tweemaal tijdens zijn ge
vangenschap heeft men Beilis in de val
willen laten loopen: men sloot- zijn cel
niet af, liet de deur zelfs aanstaan; Bei
lis zag het en natuurlijk kwam terstond
de neiging bij hem op om te ontsnappen;
maar zoo vertelt hij God hielp hem
om de verleiding te weerstaan; want toen
hij door een reet van cle deur keek,
zag hij twee mannen met revolvers klaar
staan, en hij hoorde er een „sst" roepen.
M.a.w. als hij gepoogd had te ontvluchten
zou hij neergeschoten zijn en de lieelie
griffier van de Rekenkamer zijn huis op
de Rouaansche Kacle thans bekend on
der letter G No. 123 aa,n de plunder-
woede overgeven.
Na het volk tevergeefs op wijn en
vleasch jt|e hebben onthaald, moest hij
zich eindelijk door de vlucht redden. Even
als bij dr. Steveningh werd ook dit ge
bouw geheel geplunderd; de straat lag
opgehoopt met meubelen. Vele goederen
Werden zelfs in het water geworpen
Hoever cle plunclerwoede ging. kan ook
hieruit blijken, dat zelfs achtenswaardige]
personen als b.v. de predikant De Freme-
ry niet gespaard werden. Ook deze stond
als patriot bekend, meermalen had hij!
zijn gevoelens op den kansel laten blijL
ken en daardoor ergernis verwekt. Zoo
onthield hij' er zich van om den Prins
zijne gewone eeretitels te geven als Zijne
Doorluchte Hoogheid den Heer Prins van
Oranje en Nassau en onzen beniiiinens-
waardigen en teeder geliefden stadhou
der, maar tituleerde hem eenvoudig als
„onze stadhouder" en bad voor hem in
dier voege: „God make hem, zooals hij
wezen moet".
Des middags moest ds. De Fremery
in cle Nieuwe Kerk zijn dienstmerk
verrichten. In de buurt der Kerk wa
ren de plunderaars juist bezig, toen zij
den leeraai' in het oog kregen. Met scheld
woorden ontvangen, werd hij tot de Kerk
zaak zou uit de wereld geweest z'ijn,
want men mag toch iemand doodschieten
hij een poging tot ontvluchting.
De laatste nacht vóór de uitspraak,
zegt. Beilis, was de eigste. De bewaarder
gelastte Beilis zichj te ontkleeden en door
zocht hem op alle plaatsen. Hij keek fus-
sehen zijn haar en zelfs in zijn mond.
Daarbij deed hij Beilis pijn en deze vroeg
het wat zachter' te doen, maar het eenige
antwoord was, dat de bewaarder zijn vuist
in Beilis' mond stak. „Ze hebben mij ge
zegd, dat ik 'je mag doodslaan, en ik zal
het doen", brulde hij. Beilis begon nu te
weeklagen en daarop kwam de directeur
van de gevangenis, die zeide: „Ja, wij zoe
ken naar vergif". Toch werd Beilis daar
na beter behandeld.
Den heelen nacht bracht Beilis biddend
door. Toen een soldaat dat zag, riep' hij:
„Dat zal je niet helpen; wacht maar tot
we je de kettingen aandoen." Den volgen
den dag, toen Beilis de uiteenzetting van
den president hoorde, dacht hij niet an
ders dan dat hij verloren was, en toen
de jury de zaal verliet zag; hij alle gezwo
renen het- hoofd van hem afwendden. Hij
heeft er toen maar alleen over zitten
denken naar welke plaats in Siberië men
hem zenden zou. Iedere minuut scheen
hem een jaar toe en zelfs de soldaten
hadden medelijden met: hem en trachtten
hem te troosten. Toen "kwam eindelijk de
vrijspraak
Tweede Kamer.
Een magistraal betoog.
De groote strijd. Gods
dienstoorlog, Wat de loge
deed.
„Nog houdt 't sclrrikkelijfk pleit van
dwang en vrijheid aan".
Dat mocht de grijze afgevaardigde voor
Goes terecht zeggen. Hiji, over wiens
hoofd reeds zoovele stormen woedden,
heeft onafgebroken met denzelfden vijand
te kampen gehad. En ook bij den jong-
sten stembusstrijd openbaarde deze zich
in z'n ouden vorm.
Weineen, 'twas niets bijzonders, de om
zetting van de meerderheid in de min
derheid. Vooral niet, als een kabinet 7
jaren gezeten heeft.
De ontevredenen denken clan door ka
binetswisseling in een paradijs te komen.
Het was den ouden ervaren staats
man Lobman clan ook geen verrassing,
toen links als overwinnaar uit den strijd
kwam. 'tWas geen onverwachte overrom
peling; neen, 'twas de doorwerking van
een oud, een zeer oud, doch niet ver
ouderd beginsel.
De verwoede strijd, aldus sprak de heer
Lohman, vindt zijn oorsprong in de Fran-
sche revolutie, die in haar geheele we-
achtervolgd, zoodat hij slechts met moeite
den kansel bereiken kon. Na de gods
dienstoefening thuis komende, vond hij
de plunderbende voor zijn woning opi 'cle
Rouaansche Kade verzameld. Reeds had
den zij! zijne echtgenoote gedwongen een
Oranjevlag uit te steken. Met vriende
lijke woorden trachtte hij het volk tot
bedaren te brengen, zelfs overvloed van
spijs en drank deelde hij uit en aanvan
kelijk gelukte het hem, de woede tot be
daren t;e brengen en het volk tot den
aftocht te bewegen. Doch onderweg ont
moet de bende een vrouwspersoon, die
hun als een furie toeroept: „Jongens,
waar vandaan en waarheen?" en hoe
rende wat zij' aan de echtgenoote van
ds. De Fremerv beloofd hebben, krijscht
zij: „Wat zul'je dieu vervloekten par
triot,, dien blaffer, clie zoo dikwijls onzen
lieven Willem van den preekstoel ver
acht en gesmaad heeft sparen? Neen
vrienden, allons terug, die weeriichtsche
schurk moet er aan", waarna de bende
terugkeerde en ook hier haai' pi unde r
work volvoerdeniets werd gespaard
zelfs zijin sohoone bibliotheek werd ge
deeltelijk verscheurd tot de Bijbel incluis.
Dat men het bepaaldelijk alleen op de
patriotten gemunt had bleek hier zeer
duidelijk.
Door eene vergissing toch had men
de plundering ook aangevangen in het
zen gericht was tegen de kerk. Men denke
aan de uitlatingen van Voltaire, en van
Viviani. Met de beginselen der revolutie
is de Christelijke kart niet bestaanbaar.
Openlijk heeft men wel is waai' na 1795
nooit een kerk bestreden, met uitzondering
dan van na 1834 de Gereformeerde Kerk.
Alles en allen, die de belijdenis dier
kerk waren toegedaan, jverden achteruit
gezet. Van het Staatkundig terrein wer
den allen geweerd, die bekend stonden
als „orthodoxen" en „fijnen".
En de Hervormde Kerk?
De heer Lohman heeft te haren op
zichte harde dingen gezegd, doch wie
durft ontkennen, dat het harde waarheden
zijn? Geen leedvermaak speelt den era-
stigeri staatsman parten, als hij in het
hevige vuur zijner rede zijn waarschu
wende stem verheft tegen den gestadig
voortwoekerenden kanker des ongeloofs,
ook binnen de perken der Ned. Herv.
Kerk. Daartegen kan niet genoeg gewaar
schuwd worden.
Het geloof vertroebelt; dat behoeft men
niet angstvallig met vleugelen dei-
liefde? te bedekken.
Ook de schoolwet van 1857 was het
resultaat van de doorwerking van het
zelfde revolutiebeginsel. Met de feiten en
de waarheden van het Christendom werd
geen rekening meer gehouden. En alles
wat op Christelijk geleek, van de scho
len gebannen.
'I. Was inderdaad een stille godsdienst
oorlog.
Een oorlog, die nog voortwoedt, een
strijd, die nog' niet ten einde toe gestre
den is.
Ziellier het onderwerp van het inder
daad magistrale betoog van den scherp-
zinnigen staatsman Lohman; een betoog,
dat op niet te verbeteren wijze de 'oor
sprong van de verschillende stroomingen
aanwees, het conflict van dezen zomer
in een helder daglicht plaatste en een
ernstig woord voor de toekomst be-
vatte.
Was het wonder, dat de schoolstrijd
een niet onbelangrijk deel van zijn rede
in beslag nam? Hoe zou men het an
ders mogen verwachten, van hem, die
reeds tientallen van jaren tegen den geest
der eeuw strijdt en voor het vrije on
derwijs, het ideaal van iederen Christen.
Hier volge een uittreksel uit 's hee-
ren Lohman's rede:
„Hoe is men te keer gegaan tegen hen,
die het „vaderlijk erfdeel" wilden bewa,-
ren! Men heeft hen de scholen onthou
den; alleen de scholen zonder den BijL
bel kregen steun uit de Rijkskas. Toen
hebben zij millioenen voor hun scholen
geofferd; de vrijzinnigen moeten nog de
eerste ton vrijwillig bijeenbrengen. Zoo
heeft men vooral de „kleine luyden" in
him beurs getroffen. Want de meerge-
goeden konden him kinderen toch wel
aangrenzende huis, bewoond dooi' den
heer Nan CiIters, een bekend Prinsge
zinde; zoodra men echter de vergissing
bemerkte werd het plunderwerk alhier
gestaakt.
Inmiddels was ds. De Fremery naar
zijne buitenplaats te Gapinge gevlucht.
Zich hier echter niet veilig achtende, be
sloot hij het eiland Walcheren te verla
ten en naar Haarlem te gaan. Aan het
Sloe gekomen, verdacht de Schipper hein
echter van voortvlnchtigheid, waarna hiji
door Arneimiidsche visschers herkend en
mishandeld werd, zoodat hij niet zonder
hulp zijin rijtuig bestijgen kon. .Hij reed
nu na.a,r Vlissingen en vond een toe
vluchtsoord bij' zijn zwager den heer secre
taris Schorer.
Na de plundering van het huis van
ds. De Fremery toog de bende naar den
glazenmaker Joh. Philipse op de Londen-
sche Kade, wiens huis den naam van
Utrecht droeg en dat ook met het wapen
dezer stad in den gevel prijkte. Ook deze
omstandigheid, wijl Utrecht het brand
punt der Patriotten was, verhoogde den
moedwil des volks. Aangezien Philipse
en zijn vrouw destijds buiten de stad
vertoefden, vond men alleen zijne dochter
met de dienstmaagd tehuis. Doof voor
de ismeekingen der vrouwen dwong men
haar, kamers en kasten te openen en ver
nielde in weinige oogenblikken al het
godsdienstonderwijs laten geven. Het open
baar onderwijis liet de tegenstanders van
vrijheid van onderwijs die vrijheid koo-
pen tooi' dubbele betaling.
Toen in 1899 het uitgebreider kiesrecht
een einde had gemaakt aan de opper
macht van het „denkend deel der natie",
en de sociaal-democraten nog geen invloed
hadden, kwam er kentering. Borgesaus
ging nog iets verder en de vrije libe
ralen hebben hem dat nooit vergeven.
Het kabinet-Kuyper bracht toen de gelijke
salarieering van de openbare en bijzon
dere onderwijzers. De geheele linkerzijde,
behalve Van Karnebeek, stemde tegen die
quasi bevoorrechting.
Het openbaar onderwijis heette toen on
recht te zijn aangedaan. Toen in 1905
de liberalen wonnen, deden zij echter
niets om dit zoogenaamde „onrecht" op
te heffen. Het heet, dat rechts nooit te
vreden is. Alsof wijf méér verlangen dan
de openbare schoolToen het vorig ka
binet de rechtsgelijkheid in de grondwet
wilde vastleggen, is de verwoede tegen
stand ontstaan. Dat zijin de feiten, waar
uit blijkt, dat de geest der vrijzinnigen
gelijk is gebleven. „Nog! houdt 't schrik
kelijk pleit van dwang en vrijheid aan!"
De statistieken bewijzen intusschen, dat
het bijzonder onderwijis al het mogelijke
doet om het onderwijs te verbeteren. Wij
hebben dan ook nu gekregen de bijzondere
lagere, M. U. L. O., middelbare en gym
nasiale scholen. In de laatste jaren on
der Christelijk regime is het onderwijs
zeer vooruitgegaan.
De bijzondere school kreeg van de vrij1-
zinnigen niets. Dat zij thans sterk vooruit
gegaan is, dankt zij aan de „vermaledijde
coalitie", waartoe men gedrongen weitl,
omdat men onder vrijzinnig regime den
godsdienst zag ondermijnen.
Wel kostte het in den aanvang moeite,
de Protestanten aan den band te hou
den (met de Katholieken ging het makke
lijker), doch het gelukte dr. Kuyper door
een goede organisatie van de verkiezin
gen de gewenschte samenwerking te ver
krijgen. Als we toen den jongen Keu-
chenius en mr. ,v. d. Laar hadden ge
had, zou de staatkundige geschiedenis an
ders zijn gekropen. In de coalitie behield
iedere partij zijn zelfstandigheid en thans
kunnen wij op de vruchten van den Strijd
terugzien.
Men verwijlt ons nu wel succes-politiek.
Inderdaad, spr. heeft nooit een ander suc
ces verlangd dan te ontkomen aan de
verdrukking van den Egyptisehen Pha-
rao en te komen in het beloofde land.
Voor dit succes dankt spreker 'God, en
dit succes is verkregen ondanks het feit,
dat de vrijzinnigen en hun propagandisten
meenden, dat zij op hun school en bij
opvoeding van hun kinderen de feiten
en waarheden van het Christendom niet
noodig hadden. Dit c nheilig geloof is over-
huisraad, terwijl men het goud en zil
ver en zelfs eenig geld in de Kade wierp.
Men bracht de dochter zelfs een wonde
aan de pols toe, die door den wond-
heeler De Phyt verbonden werd, waama
zij een goed onderkomen voncl bij' Prof.
Krom. Zij trad later in het huwelijk met
Joh. Francois Steveningh, broeder van
dr. Lucas Steveningh. Den anderen dag
vond zij1 onder de puin hoop en nog een
bundel effecten, die aan de blikken der
plunderaars was ontsnapt. Het in het wa
ter geworpen goud en zilver werd voos
het grootste deel door de matrozen ran
een daar liggend Engelsch schip: opge-
vischt. Ook hier bleek, dat men bepaal
delijk aan de Patriotten zijn haat wilde
koelen, gelijk op andere plaatsen, het
goed aan de dienstmaagd loebehoorend
bleef gespaard. Na deze plundering
lag het huis van den heer Hendrik Half-
man aan de beurt.
Men bad het niet alleen op de aan
zienlijken gemunt, ook de huizen der min-
dei'gegoeden, die als Patriotten bekend
stonden wei-den evenmin ontzien. Zoo
weix] het huis van Izaak Bastiaanse,
schoenlapper en bode van het exceroitie-
genootschap op den Kousteensohen (dijk
door zijin buren geplunderd en verwoest,
evenals dat van Jan Roosendaal, in de
zelfde buurt woonachtig.
(Wordt vervolgd.)