NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
Maandag 1 December
38e Jaargang
HISTORISGH
Sit. 53. 1913.
CHRISTELIJK-
EERSTE BLAD.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. D HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Wie aan den weg timmert
VOOR HONDERD JAAR.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. 1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes
EN
van 5 regels 50.cent, iedere regel meer lOjcent.
Familieberichten van]l10 regels ƒ1.iedere
regel meer 10 cent.
BERICHT.
Zij, die zich met I Januari a.s. op Ons
Blad abonneeren, ontvangen het tot dien
datum GRATIS.
0e volgende week hopen wij een begin te
maken met een boeiend feuilleton van den
bekenden schrijver L. Penning.
Der wetsvoorstellen, door het Ministerie-
Heemskerk bij de Tweede Kamer inge
diend. met de bedoeling de belangen van
land en volk te behartigen, zouden vol
gens het eenstemmig oordeel der vrij
zinnigen, juist het tegengestelde be
werken,
Waren dan de ontwerpers dezer wet
ten zulke onbekwame bouwmeesters?
Geen kwestie van.
Heeft niet de vrijzinnige pers volmon
dig erkend, zoodra het Ministeriewas
afgetreden, dat het bestond uit knappe
mannen. Vooral Minister Talma werd om
zijn scherpzinnigheid en groote werk
kracht bij uitstek geprezen; daarentegen
de sociale wetten van dezen Minister het
felst bestreden. Denk slechts aan de
ouderdoms- en invaliditeitswet. Ofschoon
op vasten grondslag opgebouwd en in
détails zuiver afgewerkt, waarvan de
draagkracht nauwkeurig berekend en we
gens daarin opgenomen bepalingen de
uitvoering financieel niet tegenvallen kon
al te maal factoren waarmede een be
kwaam bouwmeester rekening houdt
toch wordt dit ontwerp door links finaal
afgekeurd.
Zelf werd een plan beraamd, het voor
de ingebruikstelling, maar weer af te
breken.
Waarom
Omdat de vrijzinnigen in ue plaats daar
van willen maken een ontwerp, dat meer
den revolutiebouw van den tegenwoordi-
gen tijd kenmerkt.
Of het zoover komen zou!'
Breedvoerig werden de kansen door de
leiders overwogen. Natuurlijk moest men
in de eerste plaats dan zelf wederom
eigenaar van het bouwterrein zijn.
Besloten werd daartoe op te richten
de naamlooze Vennootschap „de Concen
tratie".
Volgens mededeelingen in de pers,
bleek de N. V. te zijn eene combinatie
van drie r eeds lang in ons land gevestigde
firma's, waarvan algemeen bekend was,
dat zij door concurrentie van een jongere
firma, die overal veel reclame maakte,
gaandeweg terrein en invloed had ver
loren.
In de statuten der N. V. was duidelijk
omschreven het „doel" en dat „de winst"
zou ten goede komen aan de aandeel
houders, speciaal aan de oudsten van
dagen en openbare onderwijzers. Inzon
derheid werd er de nadruk op gelegd,
d.at werklieden niet bevreesd behoeven
te zijn voor mogelijke risico's, daar zij
in geen geval in het tekort zouden moeten
bijdragen.
Op welke wijze in een eventueel „te
kort" zou worden voorzien, had men niet
wenschelijk geoordeeld nader te om
schrijven.
Vol moed werd van wal gestoken. Op
honderd plaatsen werden ijverige agen
ten werkzaam gesteld en na verloop van
eenige maanden 17 Juni voor de
eerste maal de balans opgemaakt.
De uitslag viel geweldig tegen.
Overal bleek, dat de niet in de N. V.
opgenomen jongere firma „de S. D. A. P."
sterk concurreerde.
Slechts in twaalf, zegge twaalf van de
honderd districten, had men succes te
boeken.
Wat nu te doen?
Na kortberaad word besloten zich te
wenden tot de concurreerende firma, met
een beleefd doch dringend verzoek om
„tijdelijk" samen te werken.
In beleefd antwoord deelde het Hoofd
der jonge firma mede daar wel voor te
vinden te zijn, mits in de statuten der N.
V. een paar artikels werden gewijzigd
in den geest door ondergeteekende aan
gegeven. Voorts verklaarde „de S. D. A.
<P." zich van hun kant tot niets te ver
binden, zoodat door hen in de toekomst
vrijheid van handelen bleef voorbe
houden.
Door dezen brief was de N. V. „Con
centratie." wel ttr-pigszins in haar eer ge
krenkt, immers wat zoo uitdrukkelijk ver
langd werd, was toch feitelijk tusschen
de regels door al in de statuten te lezen.
Aldus besloot de N. V. terug te ant
woorden.
't Mocht evenwel niet baten en door den
nood gedrongen, gaf de zich uitermate
zwak voelende Concentratie toe.
Groot succes scheen nu verzekerd.
Door ervaren accountants was reeds bij
voorbaat de balans van winst en verlies
opgemaakt. De cijfers waren sprekend ten
gunste der N. V.
Was het wonder, dat nogmaals duizen
den guldens er aan gewaagd werden voor
reclame en de agenten een werkkracht
ontwikkelden zonder wederga. Wat velen
hunner zich zooal veroorloofden ten na-
deele van concurrenten te zeggen, was
sterk, doch wat men bovendien het pu
bliek beloofde te zullen geven, indien zij
door steun te verleenen de N. V. er
boven op hielpen, was nog veel sterker.
Daaraan thans de heeren te herin
neren wordt als eene beleediging opge
vat, zij denken er niet aan daarop in
te gaan.
Lang duurde het niet of de proef op
de som, stelde heeren accountants in het
ongelijk.
Zeker, onvoorziene omstandigheden
hadden medegewerkt in het nadeel der
N. V., zoodat ze pas no. 2 op de lijst
voorkwam.
De nauwe relaties steeds onderhouden
met „de S. D. A. P." zijnde no. 3 van
de lijst, zou hun te zamen echter in
staat stellen voldoende terrein te bezetten
om „de leiding" te nemen.
Dus werd in dezen geest eene poging
gedaan. Ditmaal echter wilden de onder
handelingen niet vlotten. Het wederzijdsch
wantrouwen was te groot. Er bleef dus
geen andere uitweg open dan langs extra
parlementairen weg het. zoozeer begeer-
de bouwterrein te bezetten.
Aldus werd besloten.
Zooais tegenwoordig meer gebruikelijk
is, werd eene hooge schutting rondom
het bouwterrein geplaatst. Van hetgeen
daar binnen gebeurde, lekte niets anders
uit dan dat het corps bouwmeesters met
één vermeerderd was.
Na weken lang in 't onzekere te heb
ben verkeerd, werd bekend gemaakt, dat
Dinsdag 16 September, de eerste steen
gelegd zou worden en belanghebbenden
dan zouden toegelaten worden tot het
aanhoóren der daarbij gebruikelijk te
houden toespraak.
Met ongeduld werd die dag verbeid,
want bekwame technici hoopten dan te
vens uit de ligging der fundamenten wel
eenigszins te kunnen afleiden de samen
stelling van het gebouw.
Zoowel het een als het ander viel tegen.
Uit de gehouden toespraak kon niet
positief worden afgeleid, welken indruk
het gebouw na voltooiing maken zou.
Bovendien werden geen détails overgelegd.
Alleen viel het kenners op, dat de af-
deeling voor invaliden ontbrak en voor
ouden van dagen zooveel plaats was in
geruimd, dat zelfs de afdeeling „openbaar
onderwijs" in 't gedrang «kwam.
De overgelegde raming van kosten was
zeer globaal.
Met deze gegevens kon men het voor-
loopig doen.
Sindsdien zijn weer een paar maanden
verstreken. De schutting is blijven staan,
doch zoo zachtjes aan bouwt men boven
de schutting uit.
Op een afstand gezien, kenmerkt het
geheel den revolutiebouw, ofschoon door
bepleistering direct veel wordt uit zicht
gewerkt en de leek daardoor den in
druk krijgt, dat het nog al gaan zal.
Met belangstelling volgen we den ver
deren opbouw en hopen» daarover nader
inlichtingen te verstrekken.
PIKET.
Nog geen botertje.
Vrijzinnigen en socialisten in Amster
dam III kijken malkaar nog niet vrien
delijk aan; ook niet in de onderwijzers
wereld. De Bond van Nederlandsche On
derwijzers; die grootendeels uit vrijzinnig
en sociaal-democraten bestaat, uit vrij
heidshelden dus van de bovenste plank,
heeft in een algemee ie vergadering bij
motie uitgemaakt, dat een zijner hoofd
bestuurders, de vrijziniige heer Hart, een
standje verdiend heeft, omdat hij niet
voor Oudegeest maar voor Otto gewerkt
heeft.
Ook de liberalen onderling doen nog
een beetje raar.
In sommige bladen is den vrij-liberalen
verweten, dat zij te veel zetels hebben
veroverd, en den unie-liberalen kwalijk
genomen, dat zij in Oostburg op den
zetel van den vrijzinnig-democraat Van
Oyen een unie-liberaal gezet hebben.
Het kwam zelfs tot een openlijken
strijd tusschen den vrijzinnig-democraat
prof. Kohnstamm en den vrij liberaal v.
d. Me uien.
Eerstgenoemde had de vrij-liberalen „ge
scholden" voor oud-liberalen, en op dit ver
wijt verweert hij zich. Hij meent (zegt hij)
„nog steeds in den Bond van Vrije libe
ralen de dragers te mogen zien van de
gedachtenwereld, die in de vroegere groote
liberale partij tot uiting kwam. Die ge
dachtenwereld was niet die der demo
cratie en het besluit der Vrije liberalen
van 16 Nov. 1912, mag niet aldus uitge
legd worden, dat de Bond van Vrije libe
ralen zich daarmede op principieel de
mocratisch standpunt wil plaatsen."
En wat het succes van deze laatsten
aangaat, „geenszins door veldwinnen der
vrij-liberale idee en achteruitgang der de
mocratie gelijk reeds zoo vaak is
beweerd maar tengevolge van de can-
ditaturenverdeeling is de tegenwoordige
toestand ontstaan. En waarom wan
neer de billijkheid onzer aanspraken (op
meer zetels) wordt erkend in de toe
komst te onzen voordeele niet mogelijk
zou zijn, wat in Oostburg wél te onzen
nadeele kon geschieden, dat vermag ik
niet in te zien. En omdat ik dat niet
vermag, omdat ik het een gevaar acht
voor (Ie Concentratie, dat op dit punt
misverstand zou blijven bestaan, daarom
protesteerde ik!"
Het spel is derhalve nog niet zoo zui
ver als de schijn in de Tweede Kamer
aangeeft.
Daar zijn bij de aanneming der Indische
begrooting tusschen de vrijzinnigen, waar
bij ook de heer Schaper zich voegde,
en den minister handjes gewisseld. Doch
zoo iets is meer voorgekomen, zonder
dat men daaruit tot algemeene pays en
vree tusschen de partijgroepen der Re
volutie mocht besluiten.
Trouwens wat alleen verbindt alle
dezen
De antithese, het anticlericalisme en
de haat tegen al wat Rechts staat.
DE PRINS IN HET LAND.
30 November was 'tde honderdste ver
jaardag ,van den dag der dagen in de
moeilijke periode van 1813. Dertig No
vember kwam Oranje weer in 't.land, en
daarmee waren, voor een poos althans,
alle morgen gevlogen.
't Had anders nog gespannen voor dien
30 Nov. van het jaar 1813. Ook nog na
de proclamatie van 21 November, al had
die aan velen belangrijke „soulagie" ver
schaft, Men kreeg dat was de zaak
geen zekere tijding van den Prins. Wel
liepen er allerlei geruchten, wel kwamen
er meer of minder dwaze voorloopers en
boodschappers, maar aan de rusthrengen-
de zekerheid ontbrak het. Daarbij had
de moordpartij in Woerden diepen indruk
gemaakt en men vreesde, dat de Fran-
sche troepen van Woerden door zou
den marcheeren naar Den Haag. Dan deed
men te Parijs nog zeer kalm. De Haagsche
burgervader, daar te gast, schreef ook al
in zeer „neerzetitenden" geest en van Na
poleon werd verteld, dat hij hoog-lachend
en zeer beslist tot de Haagsche gasten
gezegd had: Ik geef Holland weer lie
ver aan de golven prijs dan dat ik het
aan wie ook zou willen afstaan. Het ver
dwijnt of het blijft mijn rijksgebied.
De hoögsten in ons land verwachtten
ook geen toekomst voor Van Hogendorps
„zonderling gedoe", ja zelfs, Cannemaiit,
nota, bene de opsteller van de 21 Nov.-
proclamatie, screef aan zijn intiemen, dat
de beweging op niets goeds kon uitfoo-
pen, Tullingh, de commandant der Haag
sche Nationale Gardes, was bij de affaire
te AVoerden krijgsgevangen gemaakt, naar
Gorcum gesleept eti vandaar naar Frank
rijk overgebracht.
Het eerste bericht van "den Prins ge
werd Van Hogendorp den 23en Nov. Op
dien datum stapte een van Van Hogen-
dorp's agenten, Guicheret, te Scheveningen
aan wel en berichtte de nadering van een
Engelsche expeditie. Tot' den 26en hoorde
men niets naders, maar op dien dag kwam
er zekerder bericht en eindelijk den 27en
een .brief van den Prins zelf. Hoe noo-
dig ,het werd, wordt door niets beter ge
ïllustreerd dan door het feit, dat men
er den 24en nog oyer gedacht heeft, het
stadsbestuur weer maar over te dragen
aan1 Van Riemsdijk, den man die,
zooals men weet, de stad voor den te
rugkeer der Franschen wilde bewaren,
consciëntieus Napoleon-dienaar en Do
Stassart-ondergeschikte als hij was.
Het lincident-Grant, dat 26 November
voorviel, dient aan de vergetelheid ont
rukt, ,.Deze sportieve Engelschman land
de 26 te Scheveningen. Hij' droeg in een
koffertje bij zich zijn uniform als mili
tie-officier, Dverigens was de heer Char
les ^Grant Londensch koopman, die blijk
baar op eigen houtje of misschien ook wel
uit commercieel oogpunt hier eens kwam
verkennen. Hij had plezier van zijn reis.
De bekende Pronk bracht, hem dadelijk
bij Van Hogendorp en deze verzocht den
gast zijn uniform aan te trekken. Die
Britsche uniform deed wonderen van ge-
auststelling. Van Hogendorp zond hem met
een even groot resultaat naar Rotterdam,
Uit dank voor deze „hoffmansohe" diens
ten werd Grant in Februari 1814 dóór
Den Haag: en Rotterdam tot eere-burgen*
benoemd. Dat deze sinjeur intusschen
direct 'niets met den Prins had uit te
staan, js boven allen twijfel verheven.
Jorissen houdt hem zelfs voor een
spion!
In den nacht van 26 op 27 verscheen
evenwel een echt Engelsch oorlogschip
met den prinselijken briefdrager, Th. Ca-
ter, op de kust. 's Avonds van den 2/en
stond de prinselijke brief in extenso in
de „Haagsche Courant", maar zelfs toen
waren er nog ongeloovigen en de vreugde
en het vertrouwen werden pas algemeen,
toen den 28en de eerste Engelsche oor
logschepen te Scheveningen voor anker
gingen en 50 Baskieren en 25 Kozak
ken onder Gaguine en Lapteff van den
kant van Leiden de sta.d kwamen bin
nenrijden.
Er kwamen nog meer gunstige berich
ten losWoerden was weer ontruimd,
generaal Molitor van Utrecht vertrokken,
een krachtige Engelsche vloot naderde en
zij had zeker en vast den Prins aan
boord
De „brave visschenslieden" hadden
handen vol werk enlieten zich goed
betalen. Als typisch staaltje van dit tot
heden onder de Sc-heveningers voortlevend
Sim ■lil IMll tel- §I|*> fel m
conservatisme mag niet onvermeld blij
ven, dat den souvereinen Vorst nog de
rekeningen werden aangeboden voor
het wegbrengen van Willem V! Welke
rekeningen ook niet met licht krijt geschre
ven waren, want men vroeg voor de 12
stuurlieden (of hun erven!) van de be
wuste schuit elk f600! De stadsrekenin
gen kunnen bewijzen, dat voor de pinken
en wagens bij de blijde landing zeer behoor
lijke prijzen werden bedongen. Onder dit
geldelijk gezichtspunt stapte men ook over
den aanvankelijken schrik heen, dat ma-
sa's Engelsche wapens en kruit voorloo-
pig in de Scheveningsche Kerk werden
opgeborgen.
Onder ontzaglijke belangstelling en bij
helder vriezend weeT had eindelijk in den
namiddag van 30 November precies 4
uur de ontscheping van den Prins plaats.
De duinen en het strand waren zwart Van
de menschen. De Prins bevond zich aan
boord van den Warrior. In den sloep'
van den Prins bevonden zich o.a. de
Engelsche gezant lord Clancarty, Willem
Fagel, P. A. Ragay en waarschijnlijk ook
F. W. graaf Van Limburg Stirum.
Jacob Pronk, te paard, had voor 24
visschers gezorgd, die de boot zóóver
mogelijk zouden tegemoet loopen, om deze
recht te houden en Zoo dicht mogelijk
aan het strand te brengen. Hendrik Van
Duynen reed met zijp nettenwagen de
schuit tegemoet. Het hooge gezelschap
stapte van de boot op den wagen over
en de Prins zette zich naast den voerman.
Een oorverdoovend gejubel donderde den
zoo .wolkomen gast tegemoet.
Het eerst werd naar de pastorie van
ds. Faassen aan het begin van de Kei
zerstraat gereden en daar afgestapt. Aan
gezien de predikant, als smokkelaar door
de douane ijverig gezocht, niet „thuis'''
was, namen 's dominee's dochters de hon
neurs der ontvangst waar. Vele notabelen
hadden zich in de pastorie opgesteld on
der hen de bijna 80-jarige Simon Berken
bosch Blok, die met enkele ernstige, diep.-,
roerende woorden den Prins toesprak.
Reeds 8 December werd de mond van
den feestredenaar voor eeuwig gesloten.
In drie voertuigen reden vervolgens de
Prins en zijn gevolg Haagwaarts. In het
tweede rijtuig namen de Prins en Van
Limburg Stirum plaats ('twas het eenige
vehikel dat Scheveningen in die dagen
bezat), terwijl Jacob Pronk als voorrijder
fungeerde. Eenige vrijwillige Haagsche
ruiters en een met Oranje getooide eere-
wacht omstuwde den stoet, die langs den
Scheveningschen weg als langs 'n waren
triomfweg om 5 uur Den Haag bereikte.
Een onafzienbare geestdriftige menigte
vulde de straten.
'tGirig door het Noord-Einde en Heul-
straat n^ar het Voorhout, waar aan Van
Stirum's huis werd afgestapt. Velen kwa
men daar den Prins verwelkomen, maar
„de fatsoenlijke lieden" verschenen, vol
gens Van Stirum, niet.
Het middagmaal Averd ten huize van
Van Stirum gebruikt. De stad illumineer
de 's avonds en om 10 uur was er nog
receptie ten huize van den heer Collot
d'Escury Van Heinenoord, naast Van Ho-
gendorp's huis, aan de zijde van het
'Ilartogstraatje. De Prins bleef daar tot
10 December, toen betrok hij het huis,
waar nu de Kon. Bibliotheek gevestigd is.
Den volgenden dag was ór driemaal
klokgelui en 's avonds was er een feeste
lijke dankdienst in de Groote Kerk, door
den Prins met groot gevolg bijgewoond.
Ds. B. Verwey ging voor en ontleende
zijn predikatie aan Ps. 126:1. De preek
wordt in de Kon. Bibl. bewaard.
Ging de Prins, in Den Haag gekomen
niet onverwijld naar zijn krachtigsten pro
motor Van Hogendorp? De grijze patriot
was zelf zeer ziek.
Veel later, in zijn Brieven en Gedenk
schriften heeft Van Hogendorp, niet zon
der bitterheid, over het oogenblik der
ontmoeting het volgende geschreven: „ik
wagtte lang en had niemand bij mij...
Eindelijk trad de Prins binnen, gevolgd
door den graaf Van Stirum en eenige
anderen, dog zonder lord Clancarty. Hij
hield in zijn hand een langen blikken
koker, dien hij mij overgaf. Ik zeide hem.
dat nu alle mijne wenschen vervuld Ava-