VOOR ZEELAND So. 49. 1913. Woensdag 30 Sovember. 38e Jaargang. GHRiSTELIJK- HISTORiSGH en piunnermn te Helniirn, verschiint zesmaal per week F. P. DHUIJ, te Middelburg. prijs der advertentiën Buitenland. Staten-Generaal IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25 Enkele nummers0.65 UITGAVE DER FIRMA'S OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes EN van i5 regels 50 cent, iedere regel meer 1 (Leent. Familieberichten van' 110 regels f 1.iedere regel meer 10 cent. De Bid- en Dankdag. In zijn uitnemcnden bundel „Onder open hemel", het tweede boek „In de Schuts des Allerhooigsten"schrijft ds. Haspels „Wij protestanten hebben te weinig hei lige dagen. Die zoo, liefst midden in de week, nadrukkelijk ons herinneren, dafc de onzienlijke dingen liet zijn die be- teekenis geven aan de zienlijke. Zooals dat doen de Biddag voor het Gewas en de Dankdag voor den Oogst, dagen die in mijn eerste gemeente 2) onder de aller mooiste van het heele jaar golden. En te recht. Want zij adelen opeens den veldar beid, zoodal 'n gewone d agio oner zich kan voelen dienstknecht en mede-arbeider Gods. Konden onze fabrikanten en ar beiders, kooplieden en bootwerkers slechts twee zulke dagen in het jaar krijgen; ik weet er zou ineens zonniger glans over en vriendelijker gang in hun be drijf komen". Ook voor onze winkeliers, mogen wij er wel aan toevoegen, mits zijl clien zon niger glans niet door hun open winkels en ongedekte ramen buiten sluiten! Utrecht, G. J. A. Buys, 4 deelen f4.50, geb. f6.50. Deel I en II zijn reeds verschenen. Deel III zal luiden |(voor Goeden Vrijdag en Paschen) „De beker der Verlossingen" deel IV (voor Pinksteren) „Heerlijkheid". 2) Colmsehate (Overijsel). Herinneringsdagen. In datzelfde boek schrijft ds. Haspels: „Herinneren is goed, voor een mensch, voor een volk. Een volk zonder histo rie is geen volk. Het is goed dat ons volk dit jaar 1913 gemaakt heeft tol een herinneringsjaar. Herinnering zet de din gen in het ware licht. Herinnering''stemt ootmoedig, leert ons eigen kleinheid zien, maar opent ook de oogen voor Gods trouw. Psalm 77, de psalm der herden kingen, begint zoo mistroostig, zoo on eindig weemoedig, ziende op: de eigen toestanden. Doch slaat dan plots om in den jubelik zal de daden des Heeren vermelden. Zoo heeft ons volk, heeft het zich goed herinnerd, dit jaar stilgestaan 'hij onze schuldige kleinheid in de da gen der Fransche ovegheersching1, maar bovenal bij Gods trouw, die ons in die dagen veel afleerde, veel leerde en den weg wees naar krachtiger heden". Hoe komt dit? Tot geen kerkgenootschap verklaarden te behoor en In 1869 6461 personen. 1879 12253 1889 66085 1899 113179 1909 290960 Hoe dit komt, zullen u de modernen zeggen. Feuilleton. 5) in het jaar 1787 (Juni en Juli). 'De bende oproermakers vervolgde nu hun weg over de Segeersbrug, gelegen, tegenover de Segeerstraat, latei verwij derd. Hier kreeg men den jongsten zoon van den goudsmid Stamperius in het oog. Onder den' uitroep„ginder is nog "één van die groote kakmakers en snoevers", ging men op 'hem af, maar deze dit gewaar wordend, trachtte zich door de vlucht te redden. Van de Londensehe Kade door de Nieuwstraat achtervolgde men hem, maar in den Langendelft werd men zijn spoor bijster. Den weg door deze straat vervolgend kwam de bende voor het 'huis van den theekooper Van Maaren, tegen wien de grofste beleedi- gingen werden geuit; hetzelfde geschied de bijl een kleermakershaas, wonende naast burgemeester le Sage. dien men evenmin ontzag. Thans wendde de bende zich naar de andere zijde der straat, alwaar de kamerbehanger Van Maaren, een broe der "van den theekooper woonde; hier ging men tot daden over door eenige Modernen ontevreden met de Openbare School. De Modernen hebben over hot alge meen geen vrede meer met de openbare school. Aanvankelijk wel, toen zij meen den da,t de openbare school de secte- school van het modernisme beloofde te worden. Een der medewerkers van de „Hervorming" schreef onder den naam Batavus„De tijld, dat de moderne pre dikanten met al wat liberaal was, pal stonden voor de O. S., is geheel voorbij. En onder de vrijzinnige collega's ken ik dan ook geen, die met haar bijzonder ingenomen is, een enkele uitzondering daargelaten. De O. S. doet voor het gods dienstonderwijs niets, wel mogen de pre dikanten op een .apart uur godsdienst- onderwijls geven, maar de leerlingen zijn niet verplicht dit onderwijl hij te wonen. Het is minder dan een bijvak. En juist daardoor wordt bij het kind de gedachte gewekt, dat de godsdienst een soort lief hebberij is, waar „de een" aan doet en de ander niet aan doet.. De vloek der neutraliteit maakt, dat de goedgezinde onderwijzers zich nooit vrij over den godsdienst duiven uitlaten. De vrije school, zegt hij, biedt de vol gende yoordeelen ,aan a. Zij stelt het Christendom voor als het zout der falarde, jals het ziuurdeeg, dat ons gansche leven moet doortrekken en zij komt dus o'p tegen de waanvoor stelling, als zou vroomheid eene parti culiere liefhebberij1' zijn, aan ieders per soonlijk goedvinden overgelaten. h. Zij werkt 'in denzelfden geest als de godsdienstige opvoeding van huisge zin en catechisatie. p c. Zij wekt ware verdraagzaamheid, daar zij den grond legt voor echt gods dienstig leven. d. Zij i.s een zegen voor de onderwij zers, die vrij uit kunnen zeggen, wat in hun hart omgaat, en wier eigen ge loofsleven zal toenemen in kracht, als zij (arbeiden aan het wekken van gods dienstige gevoelens hij anderen". België. Reeds 35 volksvertegenwoordigers heb ben over de schoolwet het. woord gevoerd .ml. 15 katholieken, 2 liberalen, 7 socia listen e'n 1 daensisitl. Nog. 9 socialisten en 8 lib. zijn ingeschreven. Heden zouden Carniel Iluysmans en Mansart spreken. De liberalen Mecbelynck, Louis Huysmans en Crick zullen de laatste sprekers zijn. De betoogingen tegen de schoolwet loo- pen nog altijd zelfs in steden als Luik op een fiasco uit. Zondag hebben de roode heeren Co logne en Demblon, te Luik vanaf het balkon van het „Maison du Peuple" tot glasruiten te verbrijzelen. Van Maaren was op dit oogenblik afwezig, maar gewaar schuwd. ijlt hij -huiswaarts, dringt dooi den hoop en grijpt een geweer, dat hij' door een der gebroken glasruiten steekt, om daardoor schrik nan te jagen. Een smidsknecht rukt hem echter het wapen uit de handen, waarna men de deur open stoot. Nu grijpt an Maaren twee ge laden pistolen en bedreigt den eersten die binnentreedt te zullen neerschieten hetgeen de oproermakers doet aftrekken. Zij vervoegen zich nu aan het 'huis van den regeerenden burgemeester De De Bruyn om hem te verzoeken bevel te geven, dat het jachtsehip zich ten spoedigste uit de stad zou verwijderen. Dit geschiedde. 'De magistraat zond een stadsbode in ambtsgewaad 'met de vier stadsloodscn in hunne monteering, hene vens een detachement gewapende burgers naar hel jacht en' liet dit alzoo 'huiten de stad op de reede brengen. De heer Van Santheuvel, onderweg van een en ander verwittigd, begaf zich met ,een schuitje van Veere naar zijn vaartuig. rntusschen daalde de avond, maar de duisternis bracht geen rust. Steeds groo- ter werd de bende oproermakers en on der luid getier zette men koers naar de Schuitvlotstraat, alwaar een als patriot hun getrouwen gesproken. De schare toe hoorders was echter zo'o klein, dat zij het na een kwartier maai' opgaven. Rusland. Zooals bekend is, heeft een dagblad correspondent te Kief dezer dagen een onderhoud met Mende! Beilis gehad, waar in deze een omstandig verhaal, yan zijn lijden in do gevangenis gaf. De „Daily Telegraph" bevat' thans het vervolg van dit verhaal, waaraan wij: het volgende ont- leenen „Nadat ik achttien maanden in de ge vangenis' had doorgebracht aldus ver telde Beilis werd mij. eindelijk toege staan mijn vrouw en kinderen te zien. Ik werd iin een groote kamer gebracht met ijzeren kooien, waarin de gevangenen geplaatst worden, zoodat zij. zelfs hun bloedverwanten of vrienden, die hen ko men bezoeken, niet de hand mogen druk ken. Mijn vrouw zag er ontzettend slecht uit. en het scheen wel sof zij in die achttien maanden, waarin ik haar niet gezien had, jaren ouder was geworden. Onze ontroe ring was. zoo groot, dat geen van ons heiden kon spreken, tot de gouverneur der gevangenis vermaande„Verlies geen tijd, Beilis, ge moogt slechts een paar minuten bij elkaar zijn." De gevangene in de kooi naast de mijne werd ook dooi zijn vrouw bezocht Ik hoorde haar tot haar man zeggen: „Vertel aan den Jood, dat de geheel© stad aan zijn onschuld gelooft en dat met Gods hulp de ware moordenaar gevonden zal worden." Ik wilde de. vrouw voor haar troostende woorden danken, maar de gou verneur belette dit. Mijn leven in de gevangenis was een aaneenschakeling van lijden, maar ik bleef hopen en op God vertrouwen." Beilis beschreef' dan de ontzettende da gen en slapelooze nachten, in de gevan genis doorgebracht, terwijl hij het begin van 't proces afwachtte, zijn hopen en vreezen en dan de aanbieding, van een nieuwe acte van beschuldiging vol tech nische termen en religjeuse kwesties, meer dan honderd pagina's lang, zoo dat hij twee dagen noodig had om de acte door te lezen. „Ik werd er slechts eenmaal bij name in genoemd zeide Beilis en dat' was op de laatste pagina. Het document stond vol onwaarheden, en bracht mij zoo in verwarring, dat ik mijn gedachten op geen enkel punt kon concentreeren. Als ik mijn hijbei niet gehad had, die tot. mij sprak als 'n stem in de woestijn, geloof ik, dat ik krankzinnig was geworden. Dage lijks namen mijn krachten af en wat mij zeer bevreesd maakte, was, dat ik had opgemerkt, dat. de gevangenis-autoriteiten er naar verlangden van mij af te komen. Zij hoopten, dat ik in mijn cel. zou sterven, maar ik wilde blijven leven, want ik wist, dat mijn dood het zooveel moei lijker zou maken voor het Jodendom van bekend graankopper v. d. Berg woonde. Ook deze toonde zich niet te vergeefs in den wapenhandel geoefend te hebben. De menigte toch werd met geweerschoten uit de ramen ontvangen, hetgeen onmid dellijk door het werpen met steenen be antwoord werd. Gebrek aan ammunitie deed v. d. Berg de toevlucht nemen tot kokend water, dat hij op de oproermakers uitstortte. Dat dit .wanne bad niet kal- meerend werkte, laat zich begrijpen. Van alle zijklen besprongen, zag1 Van den Berg zich genoodzaakt over de aangrenzende daken de vlucht ne nemén, waarna zijn gansche ouderhuis geheel werd verwoest. De scherprechter in deze huurt woon achtig, trachtte de bende nog: te beteu gelen, maar te vergeefs. I Inmiddels werd de alarmtrom geroerd en de burgerwachten wij zouden thans' zeggen de stedelijke schutterij onder de wapens geroepen. Ten 10 ure ston den deze onder hevel van kapitein v. d. Burch in de Langeviele tot optrekken gereed. Ook het patriottisch excercdtie- genootscha.p was inmiddels in zijn hof de tegenwoordige infirmerie vergaderd, maar durfde uit vrees voor het vroeger gemelde verbod niet optrek ken. Men besloot echter een commissie naar het stadhuis te zenden, ten einde de verdenking, die men er tegen koesterde, te zuiveren. Omstreeks dezen tijd werd een andere gevangene bij mij in de cel geplaatst. Het was een Pool, die juist tot 18 jaar verbanning naar Siberië veroordeeld was. In den beginne sprak hij over niets anders dan over zijn onschuld, doch toen ik hem de tragedie van .mijn leven ver teld had, antwoordde hij: „Ofschoon ik Pool en Christen ben, heb ik jaren lang onder Joden geleefd. Ik ken hun gods dienst en gebruiken en ook hun geheimen en ik weet, dat er zoo iets 'als een ritueele moord niet onder hen bestaat." Ik dankte hem met tranen in mijn oogen en van dit oogenblik af ont stond tusschen ons een wanne vriend schap. Op zekeren dag werd hij voor den gouverneur geroepen. Toen hij terugkwam was hij zeer opgewonden. Ik vroeg hem. de reden hiervan en hij antwoordde: Ik mag u niet misleiden, maar ik moet de waar heid zeggen: Op het ljureau van den gouverneur waren verschillende hoogge plaatste ambtenaren aanwezig:. De eerste vraag, die zij mij deden, was: „Zijt ge ooit in de cel van. Beilis opgesloten;?" „Ja, Excellentie",, antwoordde ik. „Je bent een Christen, nietwaar?" „Ja". „Dan moet ge als Christen ons helpen om den moordenaar van den knaap Jnskinsky te vinden; liet moet Iemand zijn, die Chris- tenhloed drinkt." „Ik avil u zeer gaarne helpen, Excel lentie, maar ik weet niet op welke wijze", antwoordde ik. „Misschien heeft Beilis u verteld, dat hij den moord gepleegd heeft.. Ge zijt dag en nacht bij hem. Wellicht kwelt zijn geweten hem en misschien praat hij in zijn slaap. Luister dus altijd goed." „Ik heb altijd zeer goed geluisterd", ant woordde ik, „maar het eenige wat ik opgemerkt heb, zijn de bittere tranen van rlen Jood. Ik ben overtuigd, dat mijn cel genoot een onschuldig mail is." De.n volgenden dag werd mijin vriend naar Siberië gebracht. Ik zal hem nooit vergeten en de herinnering aan ons af scheid zal mij eeuwig bij blijven. •Tot mijin groote vreugde kwam drie we ken later een der gevangenis-beambten mij mededeelen, dat mijn proces dien dag beginnen zou. Ik kreeg mijn eigen coisluum terug, wat ik in twee-en-half 'jaar niet gezien had. „Knap je maar een beetje op', Beilis", zeide de beambte tot mij. „De waarheid zal spoedig hekend zijn". En om zich als het ware over Zijn vrien delijke houding, die zoo geheel in strijd was met zijn vroeger optreden te ver ontschuldigen, zeide hij: „Ik heb uit de dagbladen gezien, dat geen enkel b'èwijls van je schuld geleverd is en je zal dan ook wel spoedig in vrijheid worden ge steld". „Ik dankte hem en toen kwamen de soldaten mij halen. Ik werd 'in den ge- hulp te bieden tot liet dempen van het oproer. Aanvankelijk scheen de Raad niet ongenegen deze hulp' te aanvaarden, doch toen nog twee leden van de Vroedschap verschenen, keerde de kans. Inmiddels was een tachtigtal schutters, het wachten moéde, naar de Mai-kt cfpge- rukt, alwaar zij: zich voor liet stadhuis posteerden. Een nieuwe commissie ,werd thans onder geleide van zes gewapende schutters naar het stadhuis gezonden, doch na lang toeven kreeg deze bericht, dat hunne hulp niet werd bëgeerd en dat men trachten zou met de stedelijke burgerwachten de rust te "herstellen. De patriotten besloten nu naar hun hof terug te keeren, maar tevens om ongevraagd hulp te bieden, indien or in den nacht, ongeregeldheden voorkwamen, terwijl eenigen werden uitgezonden om te on derzoeken, of er in de stad no.g beweging of samenrotting gevonden werd. Het huis van v. d. Berg was inmiddels door tAvee burgerwachten bezet, terwijl de andere wachten voor het stadhuis ge posteerd bleven of door de stad patrouil leerden. Alles bleef dien nacht echter rustig en met uitzondering van een wacht voor het stadhuis trok de stedelijke schutterij huis waarts. Het oproer jvas echter verre van vangenis-wagen geplaatst en in snelle vaart reden wij naar het gerechtshof. Door een kleine opening in den wagen kon ik op straat zien. Duizenden men- schen hadden zich in de straten opge hoopt en vele wierpen met hun hoe den én zakdoeken. Zij stonden langs het trottoir en als zij vooruit drongen dre ven de kozakken hen terug. Ten laatste kwamen wij bij het gerechtshof aan. Ik" werd uit den wagen gelaten en naar de gerechtszaal geleid. „God, toon hun de waarheid en bescherm mij", zeide ik bij mijzelf en met deze woorden trad ik Voor mijn beschuldigers. Tweede Kamer. Draaibord. Opiuru schui ven. Het antirer. beginsel. Doodstebk. Arme kapi teins en majoors. Geronde reclame. Goede Sint Verflauwde ijver Onze minister van Koloniën was gis teren niet zeer gelukkig. Doch wat was hij dan? Op z'n zachtst uitgedrukt, minister Picyte maakte hij de behandeling van on- onderafdeeling 42 (exploitatie van het opium middel in eigen beheer) geen fer- men indruk, 'tls aan te nemen, dat de minister zich nog niet geheel vertrouwd gemaakt heeft met den arbeid zijns voor gangers, doch zóó volslagen gemis aan eigen inzicht was nog niet aanschouwd. Ernstige gevolgen zal dit niet zoo licht hebben, zoolang aan het hoofd der Indische regeering een deskundige kracht als G. G. Idenburg' staat, en in de Ka mer mannen zitten, die over Indië kunnen praten als over de plaats, waar zij ge boren en getogen zïjln. Ook ai bestaat er verschil van meening tusschen heeren deskundigen. D.t was er althans ten opzichte Van de opiumregie- kwestie Zooals men uit de telegrafische be richten van gisteravond heeft kunnen zien, diende de r.k. afgevaardigde Boo- gaerdt een amendement in, om een post met f 6210 te verminderen, met het doel de voorgenomen invoering van de opium regie in die gedeelten van de residentie Amboina en Ternate en onderhoorigheden, waar de opium-regie nog niet is inge voerd, alsmede in Zuid-Nieuw-Guinea vooralsnog uittestellen. De heer Scheurer, de volbloed anti revolutionair, pakte de zaak onmiddellijk hij den wortel' aan, en. wees op een in- konsekwentie bij de opiumbest rijding, die leelijke gevolgen zou kunnen hebben. De regeering wil den smokkelhandel keeren en daarom den verkoop onder re- ge e ringstoezicht folereeren. Doch er zijn waarlijk nog wel andere middelen om den smokkelhandel te fnui- uitgewoed. 'Des Zaterdagmiddags om streeks 3 ure sloeg het saamgerotte volk weder aian het muiten en trok ander maal naar het. huis van Van den Berge, alwaar in weinig tijd ook de bovenver dieping geplunderd werd. Wanneer we thans de Noordstraat door gaan valt ons het nog niet lang gestichte kerkgebouw der Doopsgezinde "Gemeente in het oog. Sommigen zullen zich wel kunnen herinneren, dat zich op deze plaats een blinde muur bevond. Aldaar stond vroeger een gebouw, Leeuwenburg genaamd, da,t gedurende den tijd van ons verhaal .bewoond werd door dr. Lucas Steveningh, hoofdman van het. exceroifie- genooitschap „Luclando Emergentes" en dus een der heftigste patriotten. Reeds des Vrijdags had men ook tegen zijn persoon allerlei verwenschingen ge uit, maar eerst des Zaterdags kwam het tot eene uitbarsting. Naar men wil, had den de plunderaars inmiddels versterking gekregen uit Holland; met den Rotter dammer beurtman zouden eenige Katten burgers uit Amsterdam, scheepstimmer lieden of zoogenaamde bijltjes herwaarts ■gekomen zijn om het oproer aan te wak keren. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1