NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 36.
1913.
Dinsdag 11 November
38e Jaargang
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
Feuilleton.
Vorstenleed.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. D HU If, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. f 1.25
Enkele nummers0.85
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes
EN
van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10'cent.
Familieberichten van 110 regels f 1.iedere
regel meer 10 cent.
Het kluchtspel te Ovezande.
De openbare school te Ovezande stond
jarenlang onder de voortreffelijke leiding
van het hoofd der school den heer Lum
bers. Vijl de heer Lambers goed katholiek
was, achtte de geestelijke der parochie,
pastoor Van Rijn, te dier plaatse geen
bijzondere R. K. school noodig. Doch diens
opvolger, pastoor Bergansius, zoon van
wijlen den oud-minister, zag verder. De
heer Lambers toch zou weldra het onder
wijs verlaten en wie weet welk soort
man diens opvolger zou zijn. Pastoor Ber
gansius ging daarom over tot stichting
eener R. K. bijzondere school. Zelf schonk
hij er een groote som aan en met hulp
van parochianen en vrienden van buiten
mocht deze vrije school tot stand komen.
Nu was de openbare school er eene met
drie lokalen, zij telde 130 leerlingen.
De bijzondere school is er eene met vier
lokalen, en telt 98 leerlingen, welke van
de openbare school waren overgekomen.
De overige (32) leerlingen zijn kinderen
van Nederlandsch Hervormde ouders. Nu
zijn er reeds vroeger pogingen aangewend
door Hervormde broederen te Ovezande
en in overleg met die van Driewegen voor
gemeenschappelijke rekening een Christe
lijke school te stichten voor beide gemeen
ten, en wel halverwege tusschen Ovezande
en Driewegen. De kerkvoogdij van Ove
zande stelde daartoe f2000 beschikbaar.
De pogingen stuitten echter af op de wei
gering van de kerkvoogdij van Driewegen,
welke modem en liberaal is.
Nu moest wegens het eervol ontslag van
den heer Lambers een nieuw hoofd voor
de openbare school worden benoemd. De
kerkeraad besloot bereids een Christelijke
school te stichten, mits hij de openbare
school in huur kan krijgen. Bij de ouders
werd inmiddels geïnformeerd, en toen
bleek, dat van dertig leerlingen de ouders
verklaarden, dat zij Christelijk onderwijs
begeerden. Van de twee overigen woont
er een halverwege Ovezand en Driewegen.
Op de openbare school te Driewegen is
plaats in overvloed. Bovendien verlaat
deze leerling met 1 April a. s. toch de
school, terwijl er in dat gezin geen voor
schoolgaan in aanmerking komende leer
lingen meer zijn. Rest nog een leerling,
die op het dorp woont, van dezen ver
klaarde de moeder, dat zij tegen, doch
de vader dat hij voor Christelijk onderwijs
is, wanneer er echter een Chr. school
komt, dan wil ook die va eter zijn kind
daar op doen.
Indien er nu op slag een Chr. school
te Ovezande komt, dan staat de openbare
school glad leeg.
Nu vroeg de Kerkeraad aan den ge
meenteraad de openbare school te mogen
huren.
De gemeenteraad besloot inmiddels tot
opheffing dier school, hetgeen een be-
Wij hebben reeds een en ander medege
deeld omtrent den ongelukkieen Beieï-
schen Koning Otto II, die thans defi
nitief van de Regeering is ontzet.
Koning Otto was zooala men weet de
opvolger van zijn broeder, Koning Lud
wig ij den kunst zinnig en monarch en
bewonderaar van Wagner. Ook Ludwig
zou in den laatsten tijd van zijn leven
krankzinnig geweest zijn en ten slotte
zeitmoord hebben gepleegd waarbij zijn
hjiarts dr. Ludden mede het leven ver
loor, naar men aanneemt bij een poging
0IIJ clen Koning te redden.
an den beginne af hebben er echter
onder het Beiersche volk verhalen ge-
loopen, waarin een geheel andere lezing
wordt gegeven van de wijze waarop de
Koning de laatste dagen zijns levens heeft
doorgebracht; en waarop hij gestorven zou
zijn. k.
De Vlaainsche schrijver Piet van Assche
herinnert in de „VI. Gazet" nog eens;
aan dezen ongelukkiger! Koning, en zijn
piet minder ongelukkige zuster Keizerin
Elisabeth van Oostenrijk, waarbij hij ook
het door dr. Zander gegeven verhaal om-
langrijke bate zal brengen in de gemeen
tekas.
Voorts besloot do Raad om tegen een
nader te bepalen datum de school te
verhuren.
Beide raadsbesluiten moesten goedge
keurd worden door gedeputeerde staten.
Dezen behandelden het eerste raadsbe
sluit, en wezen het af! Zij overwogen
daarbij, dat eerst de bijzondere school
er moet zijn; en eerst dan kan uitge
maakt worden of de openbare school mag
worden opgeheven.
Een overweging te zotter, dewijl de
openbare school te Ovezande nu worden
zal een eenmans-school, terwijl de op te
richten Christelijke school een tweemans-
school zou geworden zijn, wat toch zeker
meer in 't belang van 't kind en van
het onderwijs zou geweest zijn. Immers
verscheidene leerlingen van Driewegen
zouden naar die Chr. school zijn overge
komen, en zou er derhalve een tweede
leerkracht noodig geweest zijn.
Vrage: hebben wij nu geen verstandig
gedeputeerd college gekregen? De open
bare school zal komen ledig te staan, en
moet dan derhalve voor afbraak verkocht
worden. De Raad besluit de school nu op
te heffen; al de leerlingen gaan dan over
naar de Chr. school en de gemeente
heeft geen uitgave meer voor het ender
wijs; het Rijk geeft geen subsidie meer,
want Ovezande is er nog noodlijdend bij
ook; en de gemeente trekt jaarlijks
nog huur voor de gebouwen.
Neen, zeggen de wijze heeren te Mid
delburg eerst gij Hervormde Christe
nen een school bouwen, en mocht de
openbare school dan ontvolkt raken dan
mogen haar gebouwen voor ons part
ledig staan.
't Is te zot om er over te praten.
Maar, apropos, hebben zij in Juni j.l.
op Zuid-Bevel and niet aanbevolen en ge
stemd op Elenbaas als den beschermer
der Hervormde Kerk. Heeft die mijnheer
niet daaraan vooral zijn stemmenmeerder-
heid te Krabbendijke en omstreken te
danken
Zouden de Hervormde kiezers aldaar,
die uit liefde voor hun kerk dezen libe
raal op het kussen brachten, nu niet in
zien hoe zij bij den neus 'genomen zijn?
Geldt dit ook niet van de Hervormde
kiezers in de districten Vlissingen en Mid
delburg, die ter wille van hun kerk, na
tuurlijk op lasterlijke voorlichting van de
vijanden dier kerk en van de Christelijke
school de Sprengers en Van Niftriks in
de Staten brachten?
Natuurlijk zal Ovezande's gemeentebe
stuur van deze zotte weigering wel in
hoogër beroep gaan.
Doch wat zal 't baten.
Zij komen bij een liberale „regeering"
terecht, en derhalve te biecht brj den
duivel.
trent den dood van Koning, Ludwig II
nog eens vertelt.
Wij ontleenen daaraan het volgende:
„Ging Ludwig II in geestdrift op voor
het muzikale genie Wagner, zoo had Eliza
beth de grootste bewondering over voor
Heinrich Heine. Ontvluchtte haar nee! biet
gezelschap der menschen, Zoo zocht' zij
de volkomen eenzaamheid. Tusischen deze
beide zielen bestaat er een wonderbare
verwantschap. Die Wittelbach's zijn min
den zinneloozen dan bovenmenschelijke
wezens, lijdend door onze alledaagsch-
heden, en die uit levenswalg opgaan in
een onbereikbaar ideaal. Is ze niet waar
dig van Ludwig II, wiens: brieven aan
Richard Wagner, gedeelten bevatten tege
lijkertijd zoo diep als wrang, deze gedach
te der in een geheime onrust, steeds om
zwervende keizerinne„De menschen we
ten niet wat van miji te denken, omdat
ik buiten hun overeenkomst sta. Niets
laadt mij op den last van het bestaan zoo
zwaar, als de aanvoeling met de menschen,
terwijl zee en wouden van al het aardsche
bevrijden. Toch 'bestaan er menschen, dia
mij zoo aangenaam zijn ais oceaan en
hoornen, omdat dezen hun gelijken: de
vissohers, de landlieden en de eenvoudi
ger! van geest, dezen, die in weinige be
trekkingen tot de anderen, wel in vele
tot de eeuwige dingen staan
Wij spraken over den geheimzinniger!
Want wèl is er ook nog een Raad van
State, waarin ook de oud-minister Heems
kerk zitting heeft, doch dit college geeft
slechts raad, en er is geen enkele reden
om te veronderstellen, dat de liberale
minister zou afwijken van het advies van
een liberaal gedeputeerd college als dat
van Zeeland.
De Christelijke kiezers in Zeeland, die
afvallig werden, of van ouds liberaal stem
den, hebben mede dezen treurigen loop
van zaken op hun geweten.
Er zal nog wel meer komen.
Want dit geval van Ovezande staat op
zichzelf, maar is het eerste van een reeks
gevallen, die volgen zullen.
Met name 's Heerenhoek en 's Heer
Abtskerke staan een dergelijken strijd te
wachten.
Wanneer de hoofden der scholen al
daar, de heeren Pols en Van de Linde,
mannen van beslist Christelijke .richting,
hun eervol ontslag aanvragen, kan er in
genoemde plaatsen een Chr. Hervormde
school verrijzen, dewijl al de ouders al
daar op Christelijk onderwijs voor hunne
kinderen gesteld, en er aan gewend'zijn.
Door dit pioniers-geval Ovezande wordt
nu ook aan de daarna volgende de pas
afgesneden.
a
Onjuist
„Het Volk" van 31 Oct. schrijft:
De strekking van dit langademig be
toog is dus, dat de socialisten ver
plicht zijn, in elk geval vóór de mi
litaire begrootingen van dit kabinet te
stemmen. En dat zij! dezen onaange-
namen plicht zichzelf opi den hals heb
ben gehaald, door hun weigering om
een vrijzinnig-socialistisch kabinet te
helpen vormen.
De mannen van de S.D.A.P. nemen
den kapitalisten altijd het gebruik van
den naam socialist voor sociaal-demo
eraat kwalijk. Vervallen zij nu zeiven in
die fout
Een eind verder lezen wij:
Een jonker moet liever schrijven over
jachthonden, wedrennen, automobielen
en veeverzekering. En nog liever moet
een jonker heelemaal niet schrijven. Hij
krijgt er niaar vuile vingers van.
Hier zijn toch geen „socialistische"
jonkers bedoeld? Jhr. de Jonge te Maas
tricht en Jhr. v. d. Goes te Hilversum
bijvoorbeeld
Leider, dus volgen
Jk ben de leider, dus moet ik wel
volgen. Het klinkt tegenstrijdig, onjuist.
Toch is 'tzoo.
Mr. Troelstra ondervond 't al meer dan
eenmaal. Laatst nog op het congres te
dood van Koning Ludwig 11 in het meer
van Stamberg. Toen men zijn stoffelijk
overschot met grooten praal naar cle graf
kelders der Wittelbach's had gebracht, was
de rouw in Munohen algemeen, want niet
tegenstaande zijn dure fantaziën en buiten
sporigheden, had het volk hem lief, het
volk dat zelfs niet wou gelooyen, dat hij
in de laatste maanden zinneloos was ge
weest, noch dat hij, in een aanval; zijner
kwaal, 's avonds in het meer was gespron
gen waar die Koning met zijn bewaker
dr. Gudden was' verdronken.
Jaren na de ramp heeft een Engelsche
militair zaakgelastigde, welke destijds te
Munchen verbleef, over dien dood een
andere uitlegging gegeven. Nog later kon
digde dr. Zander, van Frankfurt, een thans
zeldzaam geworden vlugschrift af, in den-
zelfden zin geschreven en waarvan hier
de beknopte inhoud volgt:
„Ludwig II werd in Juni 1886 zinneloos
verklaard én enkele dagen nadien vond
men zijln lijk in het meer van Stamberg'.
Dr. Zander, ooggetuige van de aanhouding
en de gevangenschap van den ongelukkb
gen Koning, verklaart krachtdadig, dat
deze nooit, zinneloos is geweest. Men had
aan Ludwig II ten kasteele van Berg een
vertrek gegeven, uit twee kamera bestaan
de, waarvan de ramen van traliewerk en
de deuren van „bespiedinggaatjes" voor
zien waren.
Zwolle, toen men zijn voorstel verwierp
en hij als' leider een woord sprak waar
uit bleek, dat hij „meeging".
Oudegeest herhaalde het Vrijdag nog
eens voor zijn kiezers dat hij in 1903
tegen de spoorwegstaking was en er tegen
waarschuwde, doch dat hij, toen de sta
king tegen zijn wensoh was; uitgebroken,
omdat hij leider was, zich aan 'tbe
sluit onderwierp om met de stakers on-
den te gaan.
Ds. Haspels in zijn jongste bij. Ruijs te
Utrecht verschenen boek „Onder open he
mel", schrijft:
„In de stille revoluties; die we door
leven, zijn het de gemeenschapskringen:
arbeiders, boeren, vrouwen, en deze
weer gegroepeerd naar hun verschillende
wenschen, die de leiding nemen." (Die
kringen namelijk.) Want hun groote leiders
zijn slechts groot, omdat en zoo
lang zij het oor hebben van, dus
luisteren naar hun volgelingen. Bij alle
talent en handigheid missen zij dat ééne
kenmerk van ware grootheid: all een te
kunnen staan. Neen, de massa neemt
de leiding, zelve niet wetende hoe en
waarom."
Janus kop.
Met genot lazen we onderstaand stukje
in „De Standaard"
Wie 't antwoord op de Indische Be
grooting doorpeuzelde en doorploos, vroeg
zich onwillekeurig af, of men op Kolo
niën den zoekgeraaklen Janus-kop terug
had gevonden.
Vroeger deed die Bifrons. veel opgeld; in
later jaren minder; doch nu pronkte hij1
weer dubbelhandsch in volle glorie.
In meer dan één zinsnee, maar vooral
in wat men over het beleid van Idenburg
te hooren kreeg. Men had als auteur
voor zich geheel denzelfden Mr. Fteyte, die
in Mei en Juni als candidaat op Iden
burg afgaf dat- de splinters er langs vlo
gen, en nu betuigde deze zlelfde Janus
in zijn qualiteit van Minister, dat Iden
burg een man van 't bovenste plankje
was; dat zijn. beleid en veerkracht u lof
ontlokten; en dat er zelfs uit politiek
oogpunt geen captie op dezen Chiisiteiy
Staatsmon te maken vieli. Zoo prettig
zelfs was Mr. Pleyte als Minister het met
Idenburg eens, dat alle kans voor goede
samenwerking openstond. Alleen met dit
komieke, dat geheel diezelfde persoon die
in Juni geen haar goeds aan Idenburg
vond en hem afkamde tot fcaalir akens toe,
nu glad omgekeerd sprak, en toch
volhield dat hij geen woord terugnam!
van wat hij in Juni gezegd had.
Gelukkig vernam men er bij, dat Mr.
Pleyte advocaat is geweest, en dit ver
klaarde veel.
In twee bijna gelijke gevallen toch
„Den avond van dien dag zoo schrijft
Zander gehoorzaamde de Koning in
stilte aan de geneesheeren, die hem: aan
bevolen vroeg te .gaan slapen. Hij' werd
om twee uur wakker en wou opstaan.
Zijn bewaKers; beletten hem dit. Den vof-
gencien dag op Pinksteren, wou hiji zich
naar de Mis begeven, wat hem tevens wierf
verboden. Men vreesde, dat het volk hem
zou zien en bemerken, dat de Koning niet
ziek was. Om vier uur nam hiji alleen 'zijn
maal, maar alvorens aan eenfg gerecht
te proeven of een glas wijh te drinken,
vroeg hij of Gudden er niet had aan ge
raakt, De Koning vreesde, dat men hem
vergiftigen of eenig middel zou ingeven
om hem „werkelijk zinneloos te maken.
Zekeren dag ontbood hij dr. Zander,.
Deze kwam en trachtte de Koning' 'to
overtuigen, dat hij dra de vrijheid zou
herbekomen.
Denkt ge dat, zei de Koning. De eet
lust komt al etend. Mijn oom Luitpokl
zal er aan gewoon geraken te regeienen,
en smaak in vinden en mij nooit meer
laten buiten komen.
Zanden antwoordde niet, waarop- de Ko
ning vroeg hoeveel gendarmen er in het
park waren.
Zes of acht, Sire. Denkt ge werke
lijk, dat ze op mij zouden scphieten?
Hoe kan Uwe Majesteit zich zoo iets in
beelden, antwoordde Zander.
pleegt soms eenzelfde advocaat de eene-
maali pro en de anderemaal don tra,
te pleiten, en toch is 't voorgekomen, dat 't
beide malen afliep met succes.
Toch schijnt er nog een andere im
vloed van terzij 'te hebben gewerkt.
Als Mini ster, is men aangezocht doo»
een Kabinetsformateur. Zoo ging 't ook
hier, en met het oog hierop ligt 't ver
moeden niet verre, dat Mr. Fort van der
Linden het oog van zijn collega geopend-
heeft voor veel wat hij eerst niet recht
goed zag.
Wel was Mr. Pleyte in Indië .geweest, en
Mr. Gort van der Linden hier gebleven,
maar 't gebeurt meer, dat men op .een
afstand juister ziet, dan van al te dicht bij.
Ons is 'tin elk geval een .oorzaak van
ongeveinsde vreugde, dat, nu de binocle
er bij te pas is gekomen, ,'t beeld dat
men van Idenburg nam, zoo raadselachtig
meeviel.
Tot cle "moeilijkste functies in cle re-
geeringsmachine behooren die welke cle
ministers van oorlog en van marine voor
hun rekening krijigen.
Dit hebben vele officieren, die zich
tot zitting nemen in een kabinet lieten
verlokken tot hun smart en tot hun schade
ondervonden.
In de jaren tusschen 1872 en 1879
versleten de ministeries achtereenvolgens
de bewindslieden Van Muiken, Booms,
Engelvaart, Brocx, Delprat, Van Limburg
Stirum, Weitzel, Enderlein, Klerck, Kip;
Beijen, De Roe, Wichers, Den Beer Poor-
tugael, allen van Oorlog.
En gaat men de geschiedenis door tot
op dit oogenblik, dan blijkt dat sedert
1871 in 14 kabinetten cle portefeuille van
oorlog 31 maal, die van marine 21 maal
overging, waarvan resp. 8 en 4 maal
aan interim ministers. Een 10-tal oorlogs-
en 8 marine-ministers zagen zich genoopt
hun portefeuille neer te leggen voordat
cle tijd voor het aftreden van het ka
binet, waarvan zij deel uitmaakten, daar
was.
Inderdaad, cle ministers van oorlog en
marine zitten in het hoekje waar cle
meeste slagen vallen. Het moge dan ook
aan krachtmenschen als Colijtn gelukken
die slagen af te weren, zijhe opvolgers
zullen het, naai- te denken is, zóó ver
niet brengen. Ook zelfs niet, terwijl nu
in handen van twee bekwame mannen
gelegd is de taak die alleen op hem
rustte.
Ware ih ijl aan gebleven, liet ministerie
van oorlog een verouderde naam!
en dat van marine waren tot een ministe
rie van landsverdediging de eeriig
juiste naam! versmolten. De Tweede
Kamer had zich in het verslag over
Hoofdstuk I der Staa.tsbegrooting 1913
daar vóór verklaard.
„Een kwart uurs nadien ondernam de
Koning met Gudden zijn laatste noodlot
tige wandeling. Tijdens heel den duuB
zijner gevangenschap had de ongelukkige
monarch aan Gudden nooit toegelaten hem
©enigen dienst te bewijzen. Zander had in
verscheidene nachten niet geslapen, lei
zich gekleed te bed, doch werd rond
91/2 uur gewekt. Men meldde hem, dat
de Koning en Gudden niet waren terug
gekeerd; dat men ze te vergeefs had
gezocht en sporen van rijtuigraderen langs
Seeleiten had aangetroffen. De algemeene
overtuiging was, dat Gudden was opge
licht en ergens opgesloten geworden en
de Koning in rijtuig naar Munchen ver
trokken. Later in den nacht vond men
in het meer de beide lijken".
Dan volgt een laatste volzin, klaar en
beknopt, en die wellicht de uitlegging
van het "drama bevat:
„Aan den anderen kant van het mees
wachtte Elizabeth, Keizerin van Oosten
rijk met een geleide".
De Koning wist dus wat er gebeurde.
Daar hij een uitstekend zwemmer was,
zal hij in het water zijn gesprongen om
zooi over het meer te geraken. Gudden
zal hem zijn gevolgd om hem te weerhou
den, en het overige is een geheim, be
graven in het graf met het lijk van Lud-
wig-Otto-Frederik-Willem van Beieren".