DE ZEEUW De erfgenaam van Dorilud. TWEEDE BLAD. Buitenland. Feuilleton. 18) list onze Koloniën. Leestafel. Uit de Provincie. Gemengd Nieuws. VAN VRIJDAG- 7 NOVEMBER. Dultschland. De D-uitsche regeering heeft zich de zer dagen wel belachelijk aangesteld, dooi den grooten Zuidpool-ontdekker Roald Amundsen te verbieden' om een lezing: in de Noorsche taal te houden in de stad Flensburg in Sleeswijk-Hulstein. Een groot deel van de Duitsehe pers en de gansche Noorsche is dan ook gloeiend verontwaardigd over dezen zotten maat regel. Men weet dat de Duitsehe vereeni- gingswet aan de overheid het recht geeft om het houden van redevoeringen in an dere talen dan de Duitsehe te verbieden, en van dat recht wordt in Sleeswijk- Holstein geregeld gebruik gemaakt, wan neer het Deensch of Noorsoh' geldt. Men is nu echter van meening, dat het een schandaal was om in dit geval den gewonen weg te volgen: Amundsen zou immers geen politieke redevoering houden, maar een zuiver wetenschappe lijke, geen Duitsehe maar een Noorsche, en bovendienAmundsen is nu een maal wie hij! is, en een land moet het als een eer beschouwen, indien hiji zijn gast wil zijn en er lezingen houden, en wanneer zoo een land hem behandelt als een „gevaarlijk buitenlander", dan bla meert het zich kolossaal. Zoo redenee ren de liberale bladen in Duitschland, die zich voor hun land en terecht schamen. De meeste Noorsche bladen ma ken zich ernstig boos over deze vijan dige houding der Duitsehe regeering nota bene zoo kort na Keizei Wilhelm's vleierijen aan het adres der Noren bij gelegenheid van het schenken van het Fritjol-gedenkteeken terwijl een der couranten schrijft, dat men zich sedert de dagen van den kapitein van Köpe- nick niet zoo kostelijk geamuseerd heeft over de Duitsehe regeering. Dit blad schijnt het dus nog al luch tig" op te vatten. 't Is anders wel "iets, om de grootste verwikkelingen te krijgen. V oorwaar, een teekenend staaltje van Duitsehe wetsuitlegging. België. Nog een enkel woord over den Belgi schen schoolstrijd, dien wij met spanning volgen. De socialisten zijn misnoegd, zoo ver telt hc-t BrusseJscjhe „IV. v. d. D." om dat. het volk onverschillig, zelfs afkee1- rig wordt van hun oneerlijke propaganda tegen de schoolwet. Nu hebben zij, besloten in de groote steden betoogingen legen da schoolwet op touw te zetten, om te trachten, zoo hier <>n daar wat beroering, te verwekken. Doch de haring der roodjes braadt niet meer. Zij hadden te Brussel een betooging tegen de Schoolwet ingericht. Ten half zeven vertrok een stoet, of lievter eenige groepen mannen, want op een stoet geleek het niet, van den Zavel en slenterde langs eenige straten naar het „Maison du Peu- ple." Het voorbijtrekken van dien hoop beloogers. duurde heel juist 10 minuten, doch dan moet men er nog bijvoegen, dat hij verscheidene malen stilgehouden heeft. De socialisten hadden dagen en wekten te voren hun volgelingen opgetrommeld, niet allen in de stad, maar ook in de buitengemeenten. Samen waren zij 1500 tol 2000 man sterk. De voorbijgangers bejegenden dien hoop straatloopers met de grootste onverschilligheid. Na de betóogiug had een meeting plaats. Gezel Van der Velde en nog; een andere schrefeuwer raaskalden over schoolwet, algemeen stemrecht en wat dies meen. Burger Van der Velde maakte van de ge legenheid gebruik om de ouders aan te zetten hun kinderen te ontslaan van de godsdienstlessen in de school. Dat noemt hij een ieders vrijheid eerbiediger Hij Is immers tegen den godsdienst niet. Het volk begint het spel der socialisten Ik las ongeveer de volgende woorden: „Geliefde vader, ik ben aan het einde van mijn .aardsche loopbaan gekomen. Mijin Alfred is nu tien jaar oud; hij is: uw kleinzoon, ik laat hem achter, alleen op de wereld. Maar ik heb hem opge dragen aan mijn Hemelschen Vader, in Wiens Naam hij is gedoopt, en op Wien ik hem reeds bij zijn geboorte gewor pen heb. Het zal mijn kind derhalve wèl gaan. Hem zal niets ontbreken. Maar hij is een arme zwakzinnige, en de Ileere is geen God van onrecht. Nu vraag ik u niet om geld of goed voor mijn armen jongen. Ik vraag u alleen dat u hem onder de zorg laat van mijn vaderlijken vriend, dokter Arnt, die hem verzorgen wil voor wat het tijdelijke aangaat. Voorts roep ik u een hartelijk vaarwel toe...." Ik voegde hieraan nog deze regelen toe: „Mylordl Lady Alice kan nog slechts twee dagen leven. Hebt u somwijlen nog iets te beschikken aangaande uw klein zoon?. te kennen, aldus besluit het blad. Geen wonder dan ook, dat. alle eerlijke lieden liever met dat goedje niets gemeens willen. Italië. De uitslag der herstemmingen heeft de overwinning Van Giolitti slechts bevestigd en het succes der socialisten vergroot. Het aantal socialistische afgevaardigden is gestegen van 37 tot 80 maar zoo lang Giolitti de leiding behoudt van de Italiaansche politiek, heeft de regeering van hen niets te vreezen. Behalve de socialisten zijn ook de ra dicalen versterkt uit den strijd gekomen en wel met iö zetels, terwijl de katho lieken er tien wonnen. E e n v en' k i e'z i n g i n I n d i We lezen in de „Java Bode" de volgende verkiezingsmethode, welke in Midden- Java veel wordt toegepast Op eenigen afstand van elkaar moeten de candidaten in een rij plaats nemen tegenover het kiezend publiek. Beide par tijen, candidaten en kiezers, worden ech ter van elkaar gescheiden dooi' een vier kante tafel aan welker rechter- en lin kerzijde de commissieleden plaats nemen. De candidaten krijgen groote gekleurde cocardes van papier op de borst, of moe ten c.artonnen bordjes vasthouden, waarop gekleurd papier is geplakt. De kleuren moeten van elkaar verschillen, en ge makkelijk van elkander te onderscheiden zijn, dus de hoofdkleuren van het spec trum. Op de tafel staan zoo.veel bamboe-ko kers als er candidaten zijn, beplakt met papier, waarvan de kleuren met de kleu ren der candidaten" correspondeeren. Een andere bamboe-koker bevat dan eenige centimeters lange stokken van de nerven van het klapperblad (lidi) welker aantal moet overeen komen met het getal aan wezige kiesgerechtigden. Planken of bam- boe-vlechtwerkjes op de tafel bedekken de kleuren der kokers voor het oog van candidaten en kiezers. Eerst wordt door de commissie uitge legd, hoe de verkiezing zal plaats heb ben. En eerst wanneer verondersteld mag worden, dat men reeds begrijpt wat de commissie bedoelt, wordt tot de eigen lijke verkiezing overgegaan. De kiezers worden door de commissie één voor één voorgeroepen. Degene, wiens naam opgeroepen wordt, begeeft zich naai de vierkante tafel en moet een lidi-stokje plaatsen in de koker, waarvan de kleur overeenkomt met die van den candidaat zijner keuze. En wanneer op die wij-ze alle menschen hun „kiesbeurt" hebben gehad, wordt'door telling der stokjes in de verschillende kokers nagegaan, wie van de candidaten de meeste stemmen op zich vereenigd heeft. Deze wijze van verkiezing blijkt een vernuftig middel om aan de ongewenschte verkiezingsp-r-actijfcen, zooals die in de desa öj> ergerlijke wijze toepassing vin den, paal en perk te stellen. Het re sultaat van een zoodanige verkiezing is vaak verrassend voor de candidaten. De tijd der Kerstuitgaven nadert. De eerste collectie die aan onze Zondags scholen wordt aangeboden, is van de firma j. M. Bredee's Boekhandel te Rot terdam. Een drietal gebonden exemplaren met prachtige gekleurde platen zijn: G er- des, De Maartens en de Jansens. Ger- des was zulk een leuk verteller. Deze herdruk is een van zijd. beste, waarop het woord van toepassing is dat de recht vaardige zal bloeien en de weg des godde- loozen zal vergaan. Brouwer, In de hut van den stroopei', verhaal van won derlijke leidingen met een weduwe en een wees, en hoe de zonde eindelijk toch den man vindt die ze bedrijft. Alcoek, Kruis en Kroon, een aangrijpend verhaal uit de dagen der dragonnades, 't verhaal gewaagt van vervolging en jarenlang ge dragen leed, van eindelijk wederzien en hemelsche blijdschap. Een serie van twaalf boekjes met gekleurd titelblad, en vele zwarte plaatjes, Bijbelsche verhalen. Alleen het opschrift „Uit Jezus' leven" op een dezer boekjes verdient afkeuring. Twee lieve boekjes van ds. Henzei „Het Ik schreef het adres op den brief en verzond hem. Het was of Alice na deze verzending' niets meer te vertellen had. Zij was rustig' gaan liggen. En zij- bleef in 'dezen toestand, behoudens een enkele maal, dat zij eens drinken moest of even verlegd moest worden. Alfred zat den ganschen dag aan hare sponde, met haar hand in de zijne; on beweeglijk en -star-end. Nu en dan poogde zij hem even toe te lachen, en dan straalde haar aange zicht van genoegen, wanneer zij zich ver beeldde dat hij hare liefkozingen scheen te begrijpen. Of sprak zich ook zelfs daarin, nog haar vaste geloofsvertrouwen uit? Ik zou het tenminste wel denken, want eensklaps begon zij tot hem te spreken, net of hij een normaal kind ware. Zij sprak over zijn vader, over den hemel, over den dokter, over verschillende din gen daar hij aan denken moest, over den goeden Herder, die voor hem zorgen zou, en vermaande hem om den Heere te zoeken. „Ik bid van mijn God", zoo sprak zij tot mij, „dat Alfred zich deze woorden nog eens herinneren zal en zij hem ten leven zullen leiden. De Heere is een licht komt" en „De man ïpet den vreem den naam", en keurige zwarte plaatjes moeten met meerdere vroeger verschenen op dit gebied de liefde voor de Zen ding met name die in China levendig houden. Een uitnemende gedachte; die kleine Chinees op 't titelblad lokt tot ken nismaking uit. Een vijftal prachtwerkjes Dirk en Piet, door Breevoort; De reis naar den Koning, dooi' Gerdes; Brood op het water, door Hoogenbirk; Het ver dwenen bankbiljet, door H. W. A.Hoe de weldaad vergolden werd, door Bókma, trekken zeer de aandacht. Zeer fijn van uitvoering en lief verteld zijn een vier tal boekjes, van Aletta Hoog, die met het beste kunnen wedijveren, wat tot nog toe op 't gebied van Kerstboekjes ver scheen. Zij zijn getiteld: Echt iets vooiv Kerstmis. Keesje. Het. verloren lammetje. Pippa en Petronella. Voorts gaf deze firma haar catalogus voor 1914 uit. Een lij vig boekwerk, waarin vermeld staan boekwerken van de beste schrijvers; mu ziekuitgaven; muurteksten; bloemstudiën; gedenkplaten; fluweelteksten; afbeeldin gen van schilderijen naar beroemde meesters; tekstkaarten voor Zondagsscho len, enz. enz. Men vrage den catalogus aan. Nog! verscheen weer de bekende Zon- dagsschoolroostér van ds. Van der Hoe ven (vroeger pred. te Domburg). De firma Bredee handhaaft ook met deze uitgaven wederom op flinke wrjlze haar goeden naam. Van de reeks artikelen in „De Neder lander", getiteld „Het beleid van den Gou verneur-Generaal Idenburg aan de feiten getoetst", is een herdruk in brochure vorm verschenen bij D. A. Daarnen te 's Gravenhage, vermeerderd met artikelen over de Indische partij!. Wijl binnen enkele dagen de Indische begrooting in de Tweede Kamer aan de orde komt, raden wij- onze kiesverenigin gen aan om dit boek te bestellen en te bespreken, desnoods bij getalen, en den leden rond te sturen. Dan hebben zij meteen een leiddraad ter beoordeeling van de te verwachten belangrijke bespre kingen. Van den Bond van A.-R. Prop. Clubs ontvingen wij een geschriftje „Des Kie zers Neus". Onze kiesverenigingen zul len wij's doen met elk eenige honderden of saam eenige tienUuizenden van dit leuke geschriftje te bestellenter ver spreiding. De schrijver doet in populalren vorm en stijl de tegenstelling uitkomen tusschen de voorvallen voor, bij en na de stembus, en toont duidelijk aan dat de kiezers bij den neus genomen zijn. De Spiegel (Uitg. W-. Kirchner, Am sterdam.) bevat een foto- van den hoofd commissaris van politie te Rotterdam, Roest van Limburg, bestemd om als zoo danig' te Amsterdam op te treden; por tret van wijlen ds. J. A. Goedbloed; re producties van de meesterwerken van Al- bert Cuyp' en Melchior d'IIondecoeter, en Brabantsche kiekjes. T i m o t h e s (Geïllustreerd Weekblad, La Rivière Voorhoeve, Zwolle) bevat onder 'N. T. Vrouwenfiguren, een opstel van J. N. Voorhoeve over De twaalf jarige kranke; practische wenken van dr. J. Voorhoeve omtrent De Ademhaling; van P. Br(ouwer) een artikel over Leo pold, graaf van Limburg Stirum, en van A. J. IL(oogenbirk) een opstel over predi king en zending in Indië, en nog veel meer degelijks. Ook de platen al mo gen ze in dit tijdschrift niet den hoofd schotel vormen zijn mooi. Dienstplicht. Prov. blad ino. 126 geeft een lijst va:n het door elke gemeente te dragen gedeelte in heit aandeel dezer Provincie in de militdelichtin-gj 1914. Het hoogste cijfer der vrijgestelden wijst Vlissingen aan, waar van de 72 Melingen er -slechts drie vrij bleven, Middelburg en Neuzen volgen met 2 vrijstellingen. Dan volgen 36 gemeenten, waar slechts één lotelimg buiten het contingent viel, nl. Aardeinburg, St. Annaland, Axel, Bier vliet, Breskans, Bruinissse, Boscihka.peH.e, Cling©, C-olijnsp-laat, Goes, Groede, -'s Heer Arendskerke, Hoek, Ilonlenisse, IJzendij- ke, St. Ja listeen, Kapelle, Kloelingë, Koe wacht, Krabbendijfce, Kruimingen, St. Maartensdijk, Nieuwerkerk, Oosteriand, Ouri-A ossemeer, St.. Philtpsland, Schooit Hoorder des gebeds en zou ook iets voor Hem te wonderlijk zijn? De derde dag nadat ik den brief aan den Lord verzonden had, zou Ali-ce'si sterf dag zijn. Terwijl de zon haar laatste stralen in het ziekenvertrek wierp, blikkerde ook nog even het licht op van Alice's levenslamp, en met groote helderheid van geest en duidelijkheid van stem, ofschoon wegens long- en hartaandoening in afgebroken woorden, getuigde zij nog eenmaal van de hope die in haar was. Zij drukte haar Alfred aan haar ster venden boezem en sprak hem vele lieve troostwoorden toe, die ik nu niet alle zal herhalen. Bij wijle kuste zij zijn voor hoofd en zijne lokken. „Arme jongen", zeide zij, „ik ga ster ven, ik ga naar den hemel. Uw vader is ook dood. Nu blijf je aLs wees achten. Bid veel om den Heere, dat Hij u be- keere en tot zich trekke. Ik heb u in Zijne handen overgegeven. Daar ben je veilig, hoor. Hij is de goede Herder, zeg veel tot HemMag ik Uw schaapje we zen, o goede Herder. O, wie tot Hem komt, zal Hij geenszins uitwerpen. Dat wil, zeggen, Hij zal ze zeker aannemen-. Denk veel aan je moeder, hoor mijn jon gen. En houd veel van dokter Arnt, hoor, d'ij-ke, Sluis, Stavenisse, ïhoien, Wemel- dinge, Wissekerke, Yerseke, ZaamsJag, Zierikzee en Zuidzande. in 68 gemeenten werdén al 1 e lotelingen aangewezen; in drie (Grijpskefke, Nisse en Ouwerkerk) waren dit jaar geen lotelingen. Krabbendijke. Woensdagavond heeft candidaat Knoppers voor de Geref. Jongel. Vereeniging een rede gehouden met titel: „Sterk in God". Spreker begon met te zeggen, dat de wereld met Helène Swart uitroept: „of er een God is, weet geen", maar dat des Christens jubelkreet is: „Boven de starren, daar zal het eens lichten". Het ideaal van een Christen geeft levenskracht en levensmoed, wat vooral uitkomt in Paulus' leven, waarvan hij enkele trekken zal toelichten. 1. Sedert de stichting van Rome is geen voorval grooter geweest, dan de be keering van Saulus. Hij werd tot Apostel geroepen door God zelf en verdedigt zijn roeping. Door deze wetenschap was hij „sterk in God". Ook bij den jongeling moet er besef van roeping zijn. Onze roeping wordt uitgedrukt door; „Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen". De eisch der roeping is„Bereidt u voor, om steeds voor God op te komen". Eerst als we-iveten, wat onze roeping is, staan we als mannen van stavast; dan zijn wij sterk in God. 2. Na de plaats, die Paulus innam, te hebben toegelicht, kwam de spreker tot zijn tweede punt, nl. de grootsche taak van Paulus, sterk in God. Deze -was: Een uitverkoren vat te zijn. Hü moest prediken, dat de Heidenen me' erfge namen zijn. Hij predikte de rechtvaar diging uit het geloof. Onze taak is klein in vergelijking met die van Paulus, maar in wezen hetzelfde. Ook de jongeling is mede-arbeider in Gods Koninkrijk. De een doet dit zus, de ander zoo. Maar op allen is dit woord van toepassing: „Zijt ge trouw tot in den dood, en ik zal u geven den kroon des levens". 3. Paulus was getrouw in zijn veelom- vattenden arbeid. Voordat hij aan zijn werk begint, zondert iiij zich af. Spreker schetste Paulus werk; onder alles „sterk in zijn God". Spreker schetste verder de belangstelling op de Via Appia en die hem „siterk in zijn God" maakte. Hij is in Rome een wereldapostel, wereld-evange lie in de wereldstad predikend. Aan het eind van zijn leven kan hij zeggen: „lk heb den goeden strijd gestreden, i-k heb het geloof behouden, voorts is mij wegge legd de kroon des levens". De Heere vraagt ons geheel en al, ook in de lente onzes levens. Wij moeten elkander dienen met al onze krachten. De jongeling moet zich niet in stilte -terugtrekken, hij moet arbeiden. En deze taak is alleen te ver vullen als hij „sterk in God" staat. 4. Paulus heeft een opvoeding: genoten, die geschikt was voor zijn later leven. In alles komt de bijzondere leiding des Heeren uit: Jood, Griek en Romein zijn in hem vereenigd. Men mag zijn jonge lingsjaren niet ongebruikt laten. De jon gelingsleeftijd is de tijd om te leeren. Wee den jongeling, die zijn jongelings jaren ongebruikt laat voorbijgaan, want straks komen de practijk. Wel dén jonge ling die instemt met Psalm 7313. 5. Van 's menschen zijde bezien is. Pau lus een man van grooten ijver, een man met veel zelfverloochening en zelfopoffe ring. Hij nam geen giften aan en ver diende den kost met tentemaken. Hij heeft veel geleden, is dikwijls in gevaar ge weest, om des Evangelies wil. Onderge schikte punten kon hij toegeven, maar op stuk van -de beginsels, wist hij van geen wijken. Ook de jongeling moet pal- staan voor zijn beginsels. Hij moet gewa pend zijn met de wapens des geloofs tegen ongeloof en revolutie. De jonge lingen moeten mannen van karakter, geen water- en melk-mannetjes worden. 6. Paulus sprak eerst tot de Joden en later tot de Heidenen. Steeds verkondigde hij Jezus Christus en Dien gekruist. Hij doopte niet, maar predikte alleen. Paulus isi tie- man van methodisc-h, organisnerend leven. Vooral thans moet er organisatie, samenhang zijn. Thans is het tegennatuur lijk op zichzelf te staan. Zoo licht zou men in den steeds breeden stroom van ongeloof verzinken, als men niet „sterk in God" is. De jongelingstijd is een schoon tijd perk. De jongeling moet standvastig stre ven naar het doel, dat hij voor oogen heeft. Laat ons Paulus tot een voorbeeld zijn. Door het geloof was hij, en zijn wij die houdt ook veel van je. Hier zweeg ze. Er was geen kracht meer in haar tot spreken. Zij hijgde naar adem. Daar reed een rijtuig het voorplein op en stapten drie personen uit. Zij kwamen binnen. Het waren de Lord met zijne nicht en haar zoontje. De Lord. trad op mi] too, reikte mij cte hand en zeide: ,,ik heb uw brief ontvangen, en ik ben ter stond gekomen zooals je ziet. Ik zal je mijn beschikkingen omtrent mijn klein zoon even meedeelen; en dan ga ik weer gauw heen; want ik ga met mijn nicht en mijn toekomstigen erfgenaam naar Italië „Uwe schoondochter is stervende. Maar zij leeft nog", viel ik hem in de rede. Wilt u haar zien?" En ik geleidde het drietal naar hare sponde. Daar lag de eens zoo schoone, fiere Alice, dc lijdens trek op het gelaat, waarin de smart zoo diepe groeven had nagelaten. De dood had haar reeds aangeraakt. Toch was zij goed bij kennis. Zij lag daar, met haren lieveling tegen de borst gedrukt. De lord en Anna zotten zich voor 'tbed neder en spraken eenige koude plichtple gingen, en wendden daarna terstond het hoofd om naar mij, als wachtten zij met sterk in God. Hij schaamde zich niet een getuige des Heeren te zijn. Laten wij ons dan ook niet schamen. Bij de Provzinciale Staten is een adres van het waterschap Groot en Klein Ferdinandus te St. Jansteen. waarin ad- haesie betuigd wordt met het verzoek van de commissie voor de grindwegen in Schouwen en het bestuur van het waterschapi Schouwen om in het regle ment op de wegen en voetpaden bepa lingen op te nemen betreffende de breedte van vellingen. Flink zoo. Te Ridderkerk, alwaar de herbergen des Zondags alleen gedu rende een viertal uren mogen geopend zijn, is door de kasteleinsvereeniging aan den Gemeenteraad verzocht om weder de vroegere tijd van openstelling in te voeren. De Gemeenteraad heeft, op dit verzoek niet alleen afwijzend beschikt, 'doch zal in de volgende vergadering hoogstwaar schijnlijk het besluit nemen, om des Zon dags alleen gedurende een tweetal uren openstelling der herbergen toe'te staan. Ramp te Me 1 un. Gisternamiddag meldt de „Grw." ontmoetten wijl in de wachtkamer te Roosendaal een In dische familie op reis naar Den Haag, die het vreeselijk spoorwegongeluk te Me- lun hebben meegemaakt De reizigers waren natuurlijk nog on der den indruk. In een vaart van minstens 100 K.M. werd de trein in één oogenblik met een verschrikkelijk geweld tot. stil stand gebracht, waardoor alle reizigers, die van de.s morgens Vroeg al in den trein zaten, en waarvan de meeste in gesluimerd waren, onder een afschuwe lijk gekraak over en op elkaar gesme ten werden. De lichten poften uit en de watertanks van de closets sprongen, waardoor langs het platvorm het water binnenstroomde, zoodat zijl in *t eerste oogenblik meenden, dat ze in een rivier gestort waren. Hun wagen stond boven op een anderen en zij! moesten door de gesprongen raampjes klauteren, waarna zij 'èen schouwspel zagen, zóó ellendig, zóó afschouw olijk, dat de arme menschen er nu nog niet over konden spreken, zonder dat de tranen hun' in de oogen opwelden. Het gekerm der talrijke ge kwetsten, het geloei van den ontsnappen- den stoom, het geknetter der laaiende vlammen, het was een helsch schouwspel om nimmer te vergeten. Zijl waren, God dank, zonder eenig letsel gered, maar twee reis-vrienden van hen, die in het voorste gedeelte van den wagen plaats genomen hadden, waren op .slag gedood. S troo'p er d o o delijk gewon d. In het grensplaats je Hhede werden eer gisteren drie stroopers door jachtopzie ners bemerkt, terwijl ze aan het stroo pen waren. Toen de jachtopziener hen wilde aanhouden, schoot een hunner op hem, gelukkig zonder hem te kwetsen. De jachtopziener moest uit noodweer van zijn wapen gebruik maken en schoot ze keren B., uit Crommert, door de lon gen. De toestand van den gewonde is zóó ernstig, dat hij er het leven wel bij zal inschieten. Boere itschrik. De drijfjacht op de verscheurende dieren, die het Oosten- rijksche bergland, meel' in het bijzonder Stiermarken, onveilig maken, heeft nog niet tot eenig resultaat geleid. Te Os- terwitz zijn onlangs 's nachts weer twee schapen verscheurd. De boei' was reeds te bed, zijn vrouw was 's nachts om 12 uur nog bezig met vlechtwerk, toen zijl in het weiland naast de boerderij: een wild rennen en jachten hoorde. Zijl be greep- dadelijk dat de schapen door een of ander dier nagezet werden. Zij begaf zich naar buiten en meende te zien dat een groote hond de- beesten achtervolgde. Toen het beest de vrouw zag, liet 'het de schapen in den steek en wilde zich op haar werpen. Op haar hulpgeroep snel de de boer met zijln knechten toe, zoo dat het beest de vlucht nam. Eén schaap- was de keel afgebeten en een ander was zwaar gekwetst. Men onderstelt dat men hier te doen heeft met een verwilderden hond. Daarentegen heeft men in andere streken sporen van katachtige dieren ge vonden. En heeft men elders geen leeuw gezien ongeduld op het oogenblik, dat de Lord de laatste beschikkingen omtrent zijn kleinzoon mij zou kunnen kenbaar maken. Zij namen van de stervende verder géén notitie. Zij was ook maar een aangëf trouwde, een burgerlijke, niet van adel, niet uit hun geslacht. Alice voelde dit. Doch in plaats van een poging te doen om deze ongevoelige menschen te verteederen, drukte, zij haar kind te vaster aan haar hart en zeide: „Mijn arm kind, vrees God; Heere Jezus, geef hem een hart, dat U liefheeft; be scherm den armen wees. Gij zijt immers goedertieren. In uwe handen beveel ik mijnen geest. Dag Alfred! Dag allemaal!" Nog een snik, nog een, en de ziel was het lichaam ontvloden. De jeugdige moeder was heengegaan naar het Vader huis met zijne vele woningen. Nog geen dertig jaar mocht zij oud worden. En ook zij had kunnen getuigen, ofschoon ik deze klacht nimmer van hare lippen( heb opgevangen: „Weinig en kwaad waren de dagen der jaren mijns levens". Immers 't grootste en beste deel van haar leven was moeite en verdriet geSveest. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 5