DE ZEEUW
De erfgenaam van Dorilud.
TWEEDE BLAD.
Buitenland.
Feuilleton.
18)
list onze Koloniën.
Leestafel.
Uit de Provincie.
Gemengd Nieuws.
VAN
VRIJDAG- 7 NOVEMBER.
Dultschland.
De D-uitsche regeering heeft zich de
zer dagen wel belachelijk aangesteld, dooi
den grooten Zuidpool-ontdekker Roald
Amundsen te verbieden' om een lezing:
in de Noorsche taal te houden in de
stad Flensburg in Sleeswijk-Hulstein. Een
groot deel van de Duitsehe pers en de
gansche Noorsche is dan ook gloeiend
verontwaardigd over dezen zotten maat
regel.
Men weet dat de Duitsehe vereeni-
gingswet aan de overheid het recht geeft
om het houden van redevoeringen in an
dere talen dan de Duitsehe te verbieden,
en van dat recht wordt in Sleeswijk-
Holstein geregeld gebruik gemaakt, wan
neer het Deensch of Noorsoh' geldt.
Men is nu echter van meening, dat
het een schandaal was om in dit geval
den gewonen weg te volgen: Amundsen
zou immers geen politieke redevoering
houden, maar een zuiver wetenschappe
lijke, geen Duitsehe maar een Noorsche,
en bovendienAmundsen is nu een
maal wie hij! is, en een land moet het
als een eer beschouwen, indien hiji zijn
gast wil zijn en er lezingen houden, en
wanneer zoo een land hem behandelt
als een „gevaarlijk buitenlander", dan bla
meert het zich kolossaal. Zoo redenee
ren de liberale bladen in Duitschland,
die zich voor hun land en terecht
schamen. De meeste Noorsche bladen ma
ken zich ernstig boos over deze vijan
dige houding der Duitsehe regeering
nota bene zoo kort na Keizei Wilhelm's
vleierijen aan het adres der Noren bij
gelegenheid van het schenken van het
Fritjol-gedenkteeken terwijl een der
couranten schrijft, dat men zich sedert
de dagen van den kapitein van Köpe-
nick niet zoo kostelijk geamuseerd heeft
over de Duitsehe regeering.
Dit blad schijnt het dus nog al luch
tig" op te vatten.
't Is anders wel "iets, om de grootste
verwikkelingen te krijgen.
V oorwaar, een teekenend staaltje van
Duitsehe wetsuitlegging.
België.
Nog een enkel woord over den Belgi
schen schoolstrijd, dien wij met spanning
volgen.
De socialisten zijn misnoegd, zoo ver
telt hc-t BrusseJscjhe „IV. v. d. D." om
dat. het volk onverschillig, zelfs afkee1-
rig wordt van hun oneerlijke propaganda
tegen de schoolwet.
Nu hebben zij, besloten in de groote
steden betoogingen legen da schoolwet op
touw te zetten, om te trachten, zoo hier
<>n daar wat beroering, te verwekken. Doch
de haring der roodjes braadt niet meer.
Zij hadden te Brussel een betooging tegen
de Schoolwet ingericht. Ten half zeven
vertrok een stoet, of lievter eenige groepen
mannen, want op een stoet geleek het
niet, van den Zavel en slenterde langs
eenige straten naar het „Maison du Peu-
ple." Het voorbijtrekken van dien hoop
beloogers. duurde heel juist 10 minuten,
doch dan moet men er nog bijvoegen,
dat hij verscheidene malen stilgehouden
heeft.
De socialisten hadden dagen en wekten
te voren hun volgelingen opgetrommeld,
niet allen in de stad, maar ook in de
buitengemeenten. Samen waren zij 1500
tol 2000 man sterk. De voorbijgangers
bejegenden dien hoop straatloopers met
de grootste onverschilligheid.
Na de betóogiug had een meeting plaats.
Gezel Van der Velde en nog; een andere
schrefeuwer raaskalden over schoolwet,
algemeen stemrecht en wat dies meen.
Burger Van der Velde maakte van de ge
legenheid gebruik om de ouders aan te
zetten hun kinderen te ontslaan van de
godsdienstlessen in de school. Dat noemt
hij een ieders vrijheid eerbiediger Hij
Is immers tegen den godsdienst niet.
Het volk begint het spel der socialisten
Ik las ongeveer de volgende woorden:
„Geliefde vader, ik ben aan het einde
van mijn .aardsche loopbaan gekomen.
Mijin Alfred is nu tien jaar oud; hij is:
uw kleinzoon, ik laat hem achter, alleen
op de wereld. Maar ik heb hem opge
dragen aan mijn Hemelschen Vader, in
Wiens Naam hij is gedoopt, en op Wien
ik hem reeds bij zijn geboorte gewor
pen heb. Het zal mijn kind derhalve wèl
gaan. Hem zal niets ontbreken. Maar hij
is een arme zwakzinnige, en de Ileere
is geen God van onrecht. Nu vraag ik
u niet om geld of goed voor mijn armen
jongen. Ik vraag u alleen dat u hem
onder de zorg laat van mijn vaderlijken
vriend, dokter Arnt, die hem verzorgen
wil voor wat het tijdelijke aangaat. Voorts
roep ik u een hartelijk vaarwel toe...."
Ik voegde hieraan nog deze regelen toe:
„Mylordl Lady Alice kan nog slechts
twee dagen leven. Hebt u somwijlen nog
iets te beschikken aangaande uw klein
zoon?.
te kennen, aldus besluit het blad. Geen
wonder dan ook, dat. alle eerlijke lieden
liever met dat goedje niets gemeens willen.
Italië.
De uitslag der herstemmingen heeft de
overwinning Van Giolitti slechts bevestigd
en het succes der socialisten vergroot.
Het aantal socialistische afgevaardigden
is gestegen van 37 tot 80 maar zoo
lang Giolitti de leiding behoudt van de
Italiaansche politiek, heeft de regeering
van hen niets te vreezen.
Behalve de socialisten zijn ook de ra
dicalen versterkt uit den strijd gekomen
en wel met iö zetels, terwijl de katho
lieken er tien wonnen.
E e n v en' k i e'z i n g i n I n d i We
lezen in de „Java Bode" de volgende
verkiezingsmethode, welke in Midden-
Java veel wordt toegepast
Op eenigen afstand van elkaar moeten
de candidaten in een rij plaats nemen
tegenover het kiezend publiek. Beide par
tijen, candidaten en kiezers, worden ech
ter van elkaar gescheiden dooi' een vier
kante tafel aan welker rechter- en lin
kerzijde de commissieleden plaats nemen.
De candidaten krijgen groote gekleurde
cocardes van papier op de borst, of moe
ten c.artonnen bordjes vasthouden, waarop
gekleurd papier is geplakt. De kleuren
moeten van elkaar verschillen, en ge
makkelijk van elkander te onderscheiden
zijn, dus de hoofdkleuren van het spec
trum.
Op de tafel staan zoo.veel bamboe-ko
kers als er candidaten zijn, beplakt met
papier, waarvan de kleuren met de kleu
ren der candidaten" correspondeeren. Een
andere bamboe-koker bevat dan eenige
centimeters lange stokken van de nerven
van het klapperblad (lidi) welker aantal
moet overeen komen met het getal aan
wezige kiesgerechtigden. Planken of bam-
boe-vlechtwerkjes op de tafel bedekken
de kleuren der kokers voor het oog van
candidaten en kiezers.
Eerst wordt door de commissie uitge
legd, hoe de verkiezing zal plaats heb
ben. En eerst wanneer verondersteld mag
worden, dat men reeds begrijpt wat de
commissie bedoelt, wordt tot de eigen
lijke verkiezing overgegaan.
De kiezers worden door de commissie
één voor één voorgeroepen. Degene, wiens
naam opgeroepen wordt, begeeft zich naai
de vierkante tafel en moet een lidi-stokje
plaatsen in de koker, waarvan de kleur
overeenkomt met die van den candidaat
zijner keuze. En wanneer op die wij-ze
alle menschen hun „kiesbeurt" hebben
gehad, wordt'door telling der stokjes in
de verschillende kokers nagegaan, wie
van de candidaten de meeste stemmen
op zich vereenigd heeft.
Deze wijze van verkiezing blijkt een
vernuftig middel om aan de ongewenschte
verkiezingsp-r-actijfcen, zooals die in de
desa öj> ergerlijke wijze toepassing vin
den, paal en perk te stellen. Het re
sultaat van een zoodanige verkiezing is
vaak verrassend voor de candidaten.
De tijd der Kerstuitgaven nadert. De
eerste collectie die aan onze Zondags
scholen wordt aangeboden, is van de
firma j. M. Bredee's Boekhandel te Rot
terdam.
Een drietal gebonden exemplaren met
prachtige gekleurde platen zijn: G er-
des, De Maartens en de Jansens. Ger-
des was zulk een leuk verteller. Deze
herdruk is een van zijd. beste, waarop
het woord van toepassing is dat de recht
vaardige zal bloeien en de weg des godde-
loozen zal vergaan. Brouwer, In de
hut van den stroopei', verhaal van won
derlijke leidingen met een weduwe en
een wees, en hoe de zonde eindelijk toch
den man vindt die ze bedrijft. Alcoek,
Kruis en Kroon, een aangrijpend verhaal
uit de dagen der dragonnades, 't verhaal
gewaagt van vervolging en jarenlang ge
dragen leed, van eindelijk wederzien en
hemelsche blijdschap. Een serie van
twaalf boekjes met gekleurd titelblad, en
vele zwarte plaatjes, Bijbelsche verhalen.
Alleen het opschrift „Uit Jezus' leven"
op een dezer boekjes verdient afkeuring.
Twee lieve boekjes van ds. Henzei „Het
Ik schreef het adres op den brief en
verzond hem.
Het was of Alice na deze verzending'
niets meer te vertellen had. Zij was
rustig' gaan liggen. En zij- bleef in 'dezen
toestand, behoudens een enkele maal, dat
zij eens drinken moest of even verlegd
moest worden.
Alfred zat den ganschen dag aan hare
sponde, met haar hand in de zijne; on
beweeglijk en -star-end.
Nu en dan poogde zij hem even toe
te lachen, en dan straalde haar aange
zicht van genoegen, wanneer zij zich ver
beeldde dat hij hare liefkozingen scheen
te begrijpen.
Of sprak zich ook zelfs daarin, nog
haar vaste geloofsvertrouwen uit?
Ik zou het tenminste wel denken, want
eensklaps begon zij tot hem te spreken,
net of hij een normaal kind ware. Zij
sprak over zijn vader, over den hemel,
over den dokter, over verschillende din
gen daar hij aan denken moest, over
den goeden Herder, die voor hem zorgen
zou, en vermaande hem om den Heere
te zoeken.
„Ik bid van mijn God", zoo sprak zij
tot mij, „dat Alfred zich deze woorden
nog eens herinneren zal en zij hem ten
leven zullen leiden. De Heere is een
licht komt" en „De man ïpet den vreem
den naam", en keurige zwarte plaatjes
moeten met meerdere vroeger verschenen
op dit gebied de liefde voor de Zen
ding met name die in China levendig
houden. Een uitnemende gedachte; die
kleine Chinees op 't titelblad lokt tot ken
nismaking uit. Een vijftal prachtwerkjes
Dirk en Piet, door Breevoort; De reis
naar den Koning, dooi' Gerdes; Brood
op het water, door Hoogenbirk; Het ver
dwenen bankbiljet, door H. W. A.Hoe
de weldaad vergolden werd, door Bókma,
trekken zeer de aandacht. Zeer fijn van
uitvoering en lief verteld zijn een vier
tal boekjes, van Aletta Hoog, die met
het beste kunnen wedijveren, wat tot nog
toe op 't gebied van Kerstboekjes ver
scheen. Zij zijn getiteld: Echt iets vooiv
Kerstmis. Keesje. Het. verloren lammetje.
Pippa en Petronella. Voorts gaf deze firma
haar catalogus voor 1914 uit. Een lij
vig boekwerk, waarin vermeld staan
boekwerken van de beste schrijvers; mu
ziekuitgaven; muurteksten; bloemstudiën;
gedenkplaten; fluweelteksten; afbeeldin
gen van schilderijen naar beroemde
meesters; tekstkaarten voor Zondagsscho
len, enz. enz. Men vrage den catalogus
aan.
Nog! verscheen weer de bekende Zon-
dagsschoolroostér van ds. Van der Hoe
ven (vroeger pred. te Domburg).
De firma Bredee handhaaft ook met
deze uitgaven wederom op flinke wrjlze
haar goeden naam.
Van de reeks artikelen in „De Neder
lander", getiteld „Het beleid van den Gou
verneur-Generaal Idenburg aan de feiten
getoetst", is een herdruk in brochure
vorm verschenen bij D. A. Daarnen te
's Gravenhage, vermeerderd met artikelen
over de Indische partij!.
Wijl binnen enkele dagen de Indische
begrooting in de Tweede Kamer aan de
orde komt, raden wij- onze kiesverenigin
gen aan om dit boek te bestellen en
te bespreken, desnoods bij getalen, en
den leden rond te sturen. Dan hebben
zij meteen een leiddraad ter beoordeeling
van de te verwachten belangrijke bespre
kingen.
Van den Bond van A.-R. Prop. Clubs
ontvingen wij een geschriftje „Des Kie
zers Neus". Onze kiesverenigingen zul
len wij's doen met elk eenige honderden
of saam eenige tienUuizenden van dit
leuke geschriftje te bestellenter ver
spreiding. De schrijver doet in populalren
vorm en stijl de tegenstelling uitkomen
tusschen de voorvallen voor, bij en na
de stembus, en toont duidelijk aan dat
de kiezers bij den neus genomen zijn.
De Spiegel (Uitg. W-. Kirchner, Am
sterdam.) bevat een foto- van den hoofd
commissaris van politie te Rotterdam,
Roest van Limburg, bestemd om als zoo
danig' te Amsterdam op te treden; por
tret van wijlen ds. J. A. Goedbloed; re
producties van de meesterwerken van Al-
bert Cuyp' en Melchior d'IIondecoeter, en
Brabantsche kiekjes.
T i m o t h e s (Geïllustreerd Weekblad,
La Rivière Voorhoeve, Zwolle) bevat
onder 'N. T. Vrouwenfiguren, een opstel
van J. N. Voorhoeve over De twaalf
jarige kranke; practische wenken van dr.
J. Voorhoeve omtrent De Ademhaling;
van P. Br(ouwer) een artikel over Leo
pold, graaf van Limburg Stirum, en van
A. J. IL(oogenbirk) een opstel over predi
king en zending in Indië, en nog veel
meer degelijks. Ook de platen al mo
gen ze in dit tijdschrift niet den hoofd
schotel vormen zijn mooi.
Dienstplicht. Prov. blad ino. 126
geeft een lijst va:n het door elke gemeente
te dragen gedeelte in heit aandeel dezer
Provincie in de militdelichtin-gj 1914.
Het hoogste cijfer der vrijgestelden wijst
Vlissingen aan, waar van de 72 Melingen
er -slechts drie vrij bleven, Middelburg
en Neuzen volgen met 2 vrijstellingen.
Dan volgen 36 gemeenten, waar slechts
één lotelimg buiten het contingent viel,
nl. Aardeinburg, St. Annaland, Axel, Bier
vliet, Breskans, Bruinissse, Boscihka.peH.e,
Cling©, C-olijnsp-laat, Goes, Groede, -'s Heer
Arendskerke, Hoek, Ilonlenisse, IJzendij-
ke, St. Ja listeen, Kapelle, Kloelingë, Koe
wacht, Krabbendijfce, Kruimingen, St.
Maartensdijk, Nieuwerkerk, Oosteriand,
Ouri-A ossemeer, St.. Philtpsland, Schooit
Hoorder des gebeds en zou ook iets voor
Hem te wonderlijk zijn?
De derde dag nadat ik den brief aan
den Lord verzonden had, zou Ali-ce'si sterf
dag zijn.
Terwijl de zon haar laatste stralen in
het ziekenvertrek wierp, blikkerde ook nog
even het licht op van Alice's levenslamp,
en met groote helderheid van geest en
duidelijkheid van stem, ofschoon wegens
long- en hartaandoening in afgebroken
woorden, getuigde zij nog eenmaal van de
hope die in haar was.
Zij drukte haar Alfred aan haar ster
venden boezem en sprak hem vele lieve
troostwoorden toe, die ik nu niet alle
zal herhalen. Bij wijle kuste zij zijn voor
hoofd en zijne lokken.
„Arme jongen", zeide zij, „ik ga ster
ven, ik ga naar den hemel. Uw vader
is ook dood. Nu blijf je aLs wees achten.
Bid veel om den Heere, dat Hij u be-
keere en tot zich trekke. Ik heb u in
Zijne handen overgegeven. Daar ben je
veilig, hoor. Hij is de goede Herder, zeg
veel tot HemMag ik Uw schaapje we
zen, o goede Herder. O, wie tot Hem
komt, zal Hij geenszins uitwerpen. Dat
wil, zeggen, Hij zal ze zeker aannemen-.
Denk veel aan je moeder, hoor mijn jon
gen. En houd veel van dokter Arnt, hoor,
d'ij-ke, Sluis, Stavenisse, ïhoien, Wemel-
dinge, Wissekerke, Yerseke, ZaamsJag,
Zierikzee en Zuidzande.
in 68 gemeenten werdén al 1 e lotelingen
aangewezen; in drie (Grijpskefke, Nisse en
Ouwerkerk) waren dit jaar geen lotelingen.
Krabbendijke. Woensdagavond heeft
candidaat Knoppers voor de Geref. Jongel.
Vereeniging een rede gehouden met titel:
„Sterk in God". Spreker begon met te
zeggen, dat de wereld met Helène Swart
uitroept: „of er een God is, weet geen",
maar dat des Christens jubelkreet is:
„Boven de starren, daar zal het eens
lichten". Het ideaal van een Christen
geeft levenskracht en levensmoed, wat
vooral uitkomt in Paulus' leven, waarvan
hij enkele trekken zal toelichten.
1. Sedert de stichting van Rome is
geen voorval grooter geweest, dan de be
keering van Saulus. Hij werd tot Apostel
geroepen door God zelf en verdedigt zijn
roeping. Door deze wetenschap was hij
„sterk in God". Ook bij den jongeling
moet er besef van roeping zijn. Onze
roeping wordt uitgedrukt door; „Uit Hem,
door Hem en tot Hem zijn alle dingen".
De eisch der roeping is„Bereidt u voor,
om steeds voor God op te komen". Eerst
als we-iveten, wat onze roeping is, staan
we als mannen van stavast; dan zijn wij
sterk in God.
2. Na de plaats, die Paulus innam,
te hebben toegelicht, kwam de spreker
tot zijn tweede punt, nl. de grootsche
taak van Paulus, sterk in God. Deze -was:
Een uitverkoren vat te zijn. Hü moest
prediken, dat de Heidenen me' erfge
namen zijn. Hij predikte de rechtvaar
diging uit het geloof. Onze taak is klein
in vergelijking met die van Paulus, maar
in wezen hetzelfde. Ook de jongeling is
mede-arbeider in Gods Koninkrijk. De een
doet dit zus, de ander zoo. Maar op allen
is dit woord van toepassing: „Zijt ge
trouw tot in den dood, en ik zal u geven
den kroon des levens".
3. Paulus was getrouw in zijn veelom-
vattenden arbeid. Voordat hij aan zijn
werk begint, zondert iiij zich af. Spreker
schetste Paulus werk; onder alles „sterk
in zijn God". Spreker schetste verder de
belangstelling op de Via Appia en die
hem „siterk in zijn God" maakte. Hij is in
Rome een wereldapostel, wereld-evange
lie in de wereldstad predikend. Aan het
eind van zijn leven kan hij zeggen: „lk
heb den goeden strijd gestreden, i-k heb
het geloof behouden, voorts is mij wegge
legd de kroon des levens". De Heere
vraagt ons geheel en al, ook in de lente
onzes levens. Wij moeten elkander dienen
met al onze krachten. De jongeling moet
zich niet in stilte -terugtrekken, hij moet
arbeiden. En deze taak is alleen te ver
vullen als hij „sterk in God" staat.
4. Paulus heeft een opvoeding: genoten,
die geschikt was voor zijn later leven.
In alles komt de bijzondere leiding des
Heeren uit: Jood, Griek en Romein zijn
in hem vereenigd. Men mag zijn jonge
lingsjaren niet ongebruikt laten. De jon
gelingsleeftijd is de tijd om te leeren.
Wee den jongeling, die zijn jongelings
jaren ongebruikt laat voorbijgaan, want
straks komen de practijk. Wel dén jonge
ling die instemt met Psalm 7313.
5. Van 's menschen zijde bezien is. Pau
lus een man van grooten ijver, een man
met veel zelfverloochening en zelfopoffe
ring. Hij nam geen giften aan en ver
diende den kost met tentemaken. Hij heeft
veel geleden, is dikwijls in gevaar ge
weest, om des Evangelies wil. Onderge
schikte punten kon hij toegeven, maar
op stuk van -de beginsels, wist hij van
geen wijken. Ook de jongeling moet pal-
staan voor zijn beginsels. Hij moet gewa
pend zijn met de wapens des geloofs
tegen ongeloof en revolutie. De jonge
lingen moeten mannen van karakter, geen
water- en melk-mannetjes worden.
6. Paulus sprak eerst tot de Joden en
later tot de Heidenen. Steeds verkondigde
hij Jezus Christus en Dien gekruist. Hij
doopte niet, maar predikte alleen. Paulus
isi tie- man van methodisc-h, organisnerend
leven. Vooral thans moet er organisatie,
samenhang zijn. Thans is het tegennatuur
lijk op zichzelf te staan. Zoo licht zou men
in den steeds breeden stroom van ongeloof
verzinken, als men niet „sterk in God"
is. De jongelingstijd is een schoon tijd
perk. De jongeling moet standvastig stre
ven naar het doel, dat hij voor oogen
heeft. Laat ons Paulus tot een voorbeeld
zijn. Door het geloof was hij, en zijn wij
die houdt ook veel van je.
Hier zweeg ze. Er was geen kracht
meer in haar tot spreken. Zij hijgde naar
adem.
Daar reed een rijtuig het voorplein op
en stapten drie personen uit. Zij kwamen
binnen.
Het waren de Lord met zijne nicht
en haar zoontje. De Lord. trad op mi]
too, reikte mij cte hand en zeide: ,,ik
heb uw brief ontvangen, en ik ben ter
stond gekomen zooals je ziet. Ik zal je
mijn beschikkingen omtrent mijn klein
zoon even meedeelen; en dan ga ik weer
gauw heen; want ik ga met mijn nicht
en mijn toekomstigen erfgenaam naar
Italië
„Uwe schoondochter is stervende. Maar
zij leeft nog", viel ik hem in de rede.
Wilt u haar zien?" En ik geleidde het
drietal naar hare sponde. Daar lag de
eens zoo schoone, fiere Alice, dc lijdens
trek op het gelaat, waarin de smart zoo
diepe groeven had nagelaten. De dood
had haar reeds aangeraakt. Toch was
zij goed bij kennis. Zij lag daar, met haren
lieveling tegen de borst gedrukt.
De lord en Anna zotten zich voor 'tbed
neder en spraken eenige koude plichtple
gingen, en wendden daarna terstond het
hoofd om naar mij, als wachtten zij met
sterk in God. Hij schaamde zich niet
een getuige des Heeren te zijn. Laten
wij ons dan ook niet schamen.
Bij de Provzinciale Staten is een
adres van het waterschap Groot en Klein
Ferdinandus te St. Jansteen. waarin ad-
haesie betuigd wordt met het verzoek
van de commissie voor de grindwegen
in Schouwen en het bestuur van het
waterschapi Schouwen om in het regle
ment op de wegen en voetpaden bepa
lingen op te nemen betreffende de breedte
van vellingen.
Flink zoo. Te Ridderkerk, alwaar
de herbergen des Zondags alleen gedu
rende een viertal uren mogen geopend
zijn, is door de kasteleinsvereeniging aan
den Gemeenteraad verzocht om weder de
vroegere tijd van openstelling in te
voeren.
De Gemeenteraad heeft, op dit verzoek
niet alleen afwijzend beschikt, 'doch zal
in de volgende vergadering hoogstwaar
schijnlijk het besluit nemen, om des Zon
dags alleen gedurende een tweetal uren
openstelling der herbergen toe'te staan.
Ramp te Me 1 un. Gisternamiddag
meldt de „Grw." ontmoetten wijl
in de wachtkamer te Roosendaal een In
dische familie op reis naar Den Haag,
die het vreeselijk spoorwegongeluk te Me-
lun hebben meegemaakt
De reizigers waren natuurlijk nog on
der den indruk. In een vaart van minstens
100 K.M. werd de trein in één oogenblik
met een verschrikkelijk geweld tot. stil
stand gebracht, waardoor alle reizigers,
die van de.s morgens Vroeg al in den
trein zaten, en waarvan de meeste in
gesluimerd waren, onder een afschuwe
lijk gekraak over en op elkaar gesme
ten werden. De lichten poften uit en
de watertanks van de closets sprongen,
waardoor langs het platvorm het water
binnenstroomde, zoodat zijl in *t eerste
oogenblik meenden, dat ze in een rivier
gestort waren. Hun wagen stond boven
op een anderen en zij! moesten door de
gesprongen raampjes klauteren, waarna
zij 'èen schouwspel zagen, zóó ellendig,
zóó afschouw olijk, dat de arme menschen
er nu nog niet over konden spreken,
zonder dat de tranen hun' in de oogen
opwelden. Het gekerm der talrijke ge
kwetsten, het geloei van den ontsnappen-
den stoom, het geknetter der laaiende
vlammen, het was een helsch schouwspel
om nimmer te vergeten. Zijl waren, God
dank, zonder eenig letsel gered, maar twee
reis-vrienden van hen, die in het voorste
gedeelte van den wagen plaats genomen
hadden, waren op .slag gedood.
S troo'p er d o o delijk gewon d.
In het grensplaats je Hhede werden eer
gisteren drie stroopers door jachtopzie
ners bemerkt, terwijl ze aan het stroo
pen waren. Toen de jachtopziener hen
wilde aanhouden, schoot een hunner op
hem, gelukkig zonder hem te kwetsen.
De jachtopziener moest uit noodweer van
zijn wapen gebruik maken en schoot ze
keren B., uit Crommert, door de lon
gen. De toestand van den gewonde is
zóó ernstig, dat hij er het leven wel
bij zal inschieten.
Boere itschrik. De drijfjacht op
de verscheurende dieren, die het Oosten-
rijksche bergland, meel' in het bijzonder
Stiermarken, onveilig maken, heeft nog
niet tot eenig resultaat geleid. Te Os-
terwitz zijn onlangs 's nachts weer twee
schapen verscheurd. De boei' was reeds
te bed, zijn vrouw was 's nachts om 12
uur nog bezig met vlechtwerk, toen zijl
in het weiland naast de boerderij: een
wild rennen en jachten hoorde. Zijl be
greep- dadelijk dat de schapen door een
of ander dier nagezet werden. Zij begaf
zich naar buiten en meende te zien dat
een groote hond de- beesten achtervolgde.
Toen het beest de vrouw zag, liet 'het
de schapen in den steek en wilde zich
op haar werpen. Op haar hulpgeroep snel
de de boer met zijln knechten toe, zoo
dat het beest de vlucht nam. Eén schaap-
was de keel afgebeten en een ander was
zwaar gekwetst. Men onderstelt dat men
hier te doen heeft met een verwilderden
hond. Daarentegen heeft men in andere
streken sporen van katachtige dieren ge
vonden. En heeft men elders geen leeuw
gezien
ongeduld op het oogenblik, dat de Lord
de laatste beschikkingen omtrent zijn
kleinzoon mij zou kunnen kenbaar maken.
Zij namen van de stervende verder géén
notitie. Zij was ook maar een aangëf
trouwde, een burgerlijke, niet van adel,
niet uit hun geslacht.
Alice voelde dit. Doch in plaats van
een poging te doen om deze ongevoelige
menschen te verteederen, drukte, zij haar
kind te vaster aan haar hart en zeide:
„Mijn arm kind, vrees God; Heere Jezus,
geef hem een hart, dat U liefheeft; be
scherm den armen wees. Gij zijt immers
goedertieren. In uwe handen beveel ik
mijnen geest. Dag Alfred! Dag allemaal!"
Nog een snik, nog een, en de ziel
was het lichaam ontvloden. De jeugdige
moeder was heengegaan naar het Vader
huis met zijne vele woningen.
Nog geen dertig jaar mocht zij oud
worden. En ook zij had kunnen getuigen,
ofschoon ik deze klacht nimmer van hare
lippen( heb opgevangen: „Weinig en
kwaad waren de dagen der jaren mijns
levens". Immers 't grootste en beste deel
van haar leven was moeite en verdriet
geSveest.
(Wordt vervolgd.)