NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND 26. 1913. Donderdag 30 October. 28e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH Zoo zijn ortze manieren. Buitenland. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK F. P. DHUIF, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p. 1.25 Enkele nummers„0 85 UITGAVE DER FIRMA'S OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes EN van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 110 regels ƒ1.iedere regel meer 10 cent. In onze Zeeuwsche provinciale pers wordt in de laatste dagen gehandeld over de vraag of uitsluiting om des geloofs vil bij zekere benoeming in de hoofd stad ook' in 't spel zou kunnen zijn. De wijze waarop die benoeming plaats had was geheel in strijd met de gewoonte en gaf gereede aanleiding tot het ver moeden dat richting in plaats van be kwaamheid, ook door ervaring verkregen, de keuze had bepaald. De pers vertolkte wat hier en daar werd gefluisterd, en wat de openbare meening als vermoeden uitsprak'. Betrokkenen ontkenden en bewijs valt niet te leveren. Daden vallen onder controle, beweegre- denöen niet. Maar.ook benoemingen hebben haar geschiedenis. En die geschiedenis spreekt ook in onze omgeving boekdeelen. In datzelfde Middelburg waar de be sproken benoeming, in naam van recht en wet en gewoonte gewraakt wordt ge biedt de vrijzinnigheid oppermacht. Zij wierp bij de laatste verkiezing uit den Raad den eenigen man die op 'de hoogte was om de technische belangen der gemeente te beoordeelen. Deze man van rechts moest plaats maken voor een man van links, slechts korten tijd inwoner, een man dien 'Mid delburg niet kende en de Middelburgers hem niet. Hij1 moest onder een half 'do zijn rechtsgeleerden het juridische element versterken. Alsof de gemeenteraad een rechtbank was In onze Provinciale vertegenwoordiging, waar dit jaar door de hulp van één reoht- sche de vrijzinnigheid de lakens uitdeelde, werden behalve drie Gedeputeerden van rechts, ook uitgeworpen het buitengewoon lid van Gedeputeerden, een man in de kracht des levens en actief. Hij' moest plaats maken voor een hoog bejaarde, toen reeds hopeloos lijdende en na enkele weken overleden man van links. Toen was er niets meer uittewerpen. Zoo zijn hunne manieren. En niet vandaag of gisteren. In Walcheren, in de Bevelanden, in Tholen, in Axel waar een zeer overwe gend aantal orthodox-protestanten wonen, vond men vroeger op een enkele uitzonde ring na, uitsluitend bekwame, d.W.z. li berale burgemeesters. Provinciale autori teiten waren allen uitstekend in bekwaam heid, dus liberaal. Op het hoofd Van hooge ambtenaren schitterde een krans van be kwaamheid, onpartijdigheid, neutraliteit, humaniteit en zelfopoffering en zij toon den niet zelden tegenover andersdenken den zich die reine deugden bewust te zijn. Gevoel van eigenwaarde was een der schitterendste sterren in 'dien diadeem. Notarissen w,aren tot voor een kwart eeuw nagenoeg allen van. hetzelfde Keur merk voorzien. En nu weder trok de aandacht dat on der de adviseurs voor het ouderdoms pensioen op vele plaatsen geen enkele man van rechts te vinden is, hoewel rechts in armenzorg en philantropie zich een wel gevestigden naam heeft verwor ven. - verw°nderen, dat de vrijzin nig^ eid, trouw aan haar beginsel „halen wat ei te halen is" sinds jaar en dag overal en altijd toegepast, ook nu we der verdacht Vordt eene benoeming te hebben gedaan „op de gewone ma tt i e r" Weer maar één stem. Te Bodegraven werd een paar maan den geleden bij een raadsverkiezing de tmr,-historische candidaat v. "d. Marei met één stem meerderheid gekozen I Daar de stemming vernietigd was, werd een nieuwe verkiezing uitgeschreven, welke tot gevolg had dat genoemde can didaat weer met één stem meer derheid gekozen werd. Hij bekwam 371 stemmen, tegen 370 op zijn tegencandi- daat. Voor de zooveelste maal een ernstige waarschuwing aan onze vrienden om toch altijd trouw bij eerste stemming reeds op te komen. 1 Hadden slechts twee antirevolutionaire kiezers gemeendhet zal op mijn stem niet aankomen, dan was niet de Chr.- historische maar de liberaal gekozen. Men onthoude dit en zegge het voort 1 Het gezag. In de gemeenteraadsvergaderingen te Amsterdam Komen wel eens debatten voor, die de veronderstelling wettigen, dat te Amsterdam het hart klopt van het so- cialistisch-republikeinscihe deel der natie. Op een er van vestigen wij 'de aan dacht. De leider der sociaal-democratische raadsfractie, de heer Vliegen, besprak „het toosten op internationale congressen door den burgemeester op de hoofden van 'den Staat1 Ja, zoo sprak! de burgemeester daar tusschen in, en de souvereinen. Waarschijnlijk bedoelde Vliegen met staatshoofden ook de souvereinen; maar wijl hij dit niet zeide had de burgemees ter groot gelijk' dit er voor hem bij te zeggen. Immers wel zijn alle (gekroonde) souvereinen staatshoofden, doch niet alle staatshoofden zijn souvereinen. De heer Vliegen ging voort, en zei: „de souvereinen, dat is nog erger. Er zijn op die congressen altijd menschen, die niet graag dronken meemaken op k o n i n- gen en dergel ijken. Waarom moet bijv. op een woningcongres op de Koningen gedronken worden, terwijl die koningen zich van woningtoestanden niet veel aan trekken?" En toen drong deze spreker aan op „tact en bezorgdheid voor andermans ge voelens". Let op deze tegenstelling „Koningen en dergel ijk'en", zoo iets van landloopers en dergelijlken. En dan „tact en bezorgdheid" om toch vooral de fijn besnaarde gemoede ren van de sociaal-democraten te ont zien. De voorzitter nam de zaak' nogal kalm op. Wat kan een liberale burgemeester, wiens beginsel feitelijk van dat van een sociaal-democraat slechts in de conse- Kwentie der toepassing verschilt, ook an ders doen Hij wees de opmerking van dezen vorstenhater af met een beroep op de internationale hoffelijkheid. Doch een antirevolutionair zou hem ge- Wezen hebben op de beteekenis en het karakter, of ook wel op de bron en oor sprong van het gezag, en den eerbied deswege aan dezen verschuldige, en spe ciaal bij sommige gelegenheden uit te spre ken, vooral bij een gelegenheid, wanneer vertegenwoordigers van overheden en on derdanen elkander ontmoeten. De heer Van Kol over de Indische Paitij. Het „Bat. Nieuwsblad" heeft het vol gende particuliere, telegram uit 's Graven- hage ontvangen: „In een interview verklaarde van Kol, dat de houding der socialistische Ka merfractie bij de Indische begrooting ten opzichte van den heer Douwes Dek ker zeer gereserveerd zal zijn. De socia listische Kamerfractie keurt de verban ning af als onnoodig omdat Douwes Dekker zelf reeds sterk inbond, de be weging toch vanzelf zou doodbloeden en een interneeringsbesluit niet meer past in het kader van dezen tijd, ter wijl de motiveering van het besluit door den landvoogd zwak en gewetenloos was. De fractie erkent echter, dat Dou wes Dekker een gevaarlijke rol speelde en acht het pro gramma der Indische part ij verwarden draaierig vaag. De fractie bestrjjdt de leuze: Indië voor de Indo's, en kan Douwes Dekker's wer ken op rasseninstincten niet steunen. Verder keurt de socialistische fractie het af, dat Douwes Dekker, wetende da.t de landvoogd volgens het regeeringsreglement de goedkeuring op de statuten moest weigeren, toch deze weigering uitlokte," Wij spatiëerden êenige zinnen in dit bericht, waarmee, indien het nog noo- dig ware, des neen, de gouverneur-gene raal, van onverdachte zijde, nogmaals in het gelijk gesteld wordt. Natuurlijk komen wij op tegen de be wering, dat Douwes Dekker niet verban nen had moeten worden, omdat h ij inbond. Alsof een kat die zijn (haar) nagels intrekt daardoor ophoudt gevaar lijk te zijn. Dat de heer v. Kol de motiveering van het verbanningsbesluit gewetenloos zou genoemd hebben, schijnt bijna niet te gelooven. Zou dit ook een fout in het telegram kunnen zijn? Engeland. Men zini nog steeds op een oplossing van de Ulstersche kwestie. Sir E. Grey heeft een redevoering ge houden, waaruit wat meer over de denk beelden van de regeering of althans van een deel van het kabinet ten opzichte van een schikking in Ierland bekend wordt. Er is van gesproken, zoo zeide hij, Ulster of een deel van Ulster van de Home-Rule-wet uit te zonderen, het m. a. w. onder het gezag van het rijks- parlement te laten. Daar is veel voor te zeggen, misschien, maar ik houd het niet voor uitvoerbaar. Of dit het standpunt van het heele kabinet is, wordt niet gemeld. Ook niet of er behalve Grey nog andere ministers zoo over denken. Intusschen brengen de ministriëele rede voeringen de zaak maar niet nader tot de oplossing. Er zijn nu al zooveel voor stellen aan de hand gedaan, zoowel van regeeringszijde als van particulieren kfnt, dat het moeilijk wordt daaruit een goede keuze te doen. Ulster blijft onderwijl maar even hard nekkig de invoering van Home Rule be strijden. Over één ding heeft minister Grey zich nogal duidelijk uitgelaten. Uitdrukkelijk heeft hij verklaard, dat als Ulster de in voering van Home Rule met geweld te gengaat, de regeering ongetwijfeld ook ge weld zal gebruiken en moet gebruiken. Hierin is hij het geheel eens met As- quith, die evenmin met zich zal laten spelen. Vereenigde Staten. Mevrouw Pankhurst. is, zooals men weet, op haar propaganda-tournee in de Vereenigde Staten. Haar lezingen wekken echter niet meer zooveel belangstelling1 als in de eerste dagen, toen de Engelsche kiesrechtdame door haar moeilijkheden met de immigra tie^ autoriteiten zoozeer de aandacht trok. De aardigheid raakt er af. Het is trouwens bekend, dat de Ameri- kaansche kiesrechtvrouw veel waardiger optreedt bij haar actie. Ze haalt den neus op voor de strijdmiddelen van haar En gelsche zuster. Ze veroordeelt ze ten sterkste, ja, nog i sterker, ze acht ze een gruwel. Van die militante tactiek, met al haar noodlottige konsekwenties moet ze niets hebben. In Indianapolis heeft,men zich nog al duidelijk uitgesproken. Mevrouw Pank hurst zou daar komen lezen, doch de organisatie der kiesrechtvrouwen besloot nog tijdig die lezing niet door te laten gaan. Mevrouw Pankhurst kan dus onverrich ter zake afreizen. Dit voorbeeld getuigt van moed en ver- antwooidelijkheidsigevoel. We hebben respect voor de kiesrecht- vrouwen van Indianapolis. Brunswijk. Wij lezen in „de Nederlander" Het kleine Brunswijk trekt thans weel de aandacht. Toen voor jaren de regeeren- de Hertog van Brunswijk stierf, zonder kinderen na te laten, was de Hertog van Cumberland, de oudste zoon van den ko ning van Hannover, die in 1866 onttroond werd, de aangewezen troonopvolger. Hij1 had echter nooit het voldongen feit van 1866 willen erkennen. Er is in Hannover nog steeds eene zoogenaamde Welfische partij, die wenscht, dat het oude Welfi sche vorstenhuis weer over Hannover zal regeeren. De Hertog van Cumberland is dus in Hannover troonpretendent en on der die omstandigheden kwam Pruisen in verzet. De eenheid en de vrede in Duitschland zouden worden bedreigd, en misschien wel verstoord, wanneer in een Duitsehen Bondsstaat als Brunswijk een vorst ging: regeeren, die de grondslagen, na 1866 gelegd, niet wilde erkennen en de andere staten gaven, bij herhaling, met algemeene stemmen aan Pruisen gelijk. Brunswijk was dus op een regentschap aangewezen, maar de Brunswijkers zijn dien tijdelijken toestand hartelijk moede. Zij willen thans, dat de zoon van den Hertog van Cumberland, die onlangs ge huwd is met de dochter van den Duit sehen Keizer, over hen zal regeeren. Zijn huwelijk, mecnen zij', is bewijs genoeg, dat hij zich met Pruisen heeft verzoend, en de Prins beroept zelf zicli op zijn eed als Pruisisch officier. De Duitsche keizer en de Rijkskanselier schijnen dan ook de bestaande waarborgen, waaronder vermoedelijk enkele, die niet openbaar zijn, voldoende te achten, naar de Duitsche Kroonprins denkt er blijkbaar anders over. Het is wel vreemd, dat hij in zulk een teere politieke zaak openlijk tegenover zijn vader partij durft kiezen. Eigenlijk is z.ulk eene houding niet 'te verdedigen, en het is niet de eerste maal, dat de Kroonprins aldus uit den band springt. Zijn groot vader, de Vroegere keizer Frederik, en ko ning Eduard VII van Engeland zijn ge heel anders opgetreden, toen zij nog kroon prins waren, en hoe kan de tegenwoordige Duitsche Kroonprins verlangen, dat zijn vader hem in de politieke aangelegienhe- den zal inwijden en erkennen, als hij niet meer zelfbelieersching weet te too- nen? Het Hertogdom Brunswijk is altijd klein gebleven. Het kleine Brandenburg is nu het machtige Pruisen, maar de Brunswijk- sche Hertogen wisten hunne macht niet te breidelen. Zij hadden gewoonlijk veel zoons, die hun staten onder elkander ver deelden en eindelijk werd de versnippering zoo groot, dat de Brunswijksche Prinsen besloten, dat voortaan slechts één hunner een wettig huwelijk zou aangaan. De an deren zouden zoogenaamde morganatische huwelijken sluiten en daarmee hun aan spraken op den troon prijsgeven, maar volgende geslachten schijnen zich riiet al tijd aan die afspraak te hebben gehouden. Het Brunswijksche vorstenhuis, dat uit Italië afkomstig is, mag een der oudste heeten van Europa en een der edelste. Vorsten uit dat Huis zaten op de tronen Van Saxen, Hannover en Engeland. Frede rik de Groote was met een Prinses van Brunswijk gehuwd en de familie heeft ook tal van veldheeren opgeleverd van veel beteekenis. Hendrik de Leeuw had in de middeleeuwen veel naam. Een Her tog van Brunswijk was e®11 der beste veldheeren van Frederik de Groote, die, o.a. bij Crefeld en bij Minden schoone overwinningen bevocht. Een andere Hertog van Brunswijk was aanvoerder van het coalitieleger, dat tij dens de Fransche revolutie Frankrijk bin nentrok en ten slotte bij "Valmy werd gestuit. Zijne hoogst onvoorzichtige pro clamatie, waarin hij het Fransche volk bedreigde, indien Lodewijk XVI w;erd ge krenkt, heeft toen veel kwaad gesticht en den dood des konings slechts Ver haast en later werd hij In 'den ongeluk- kigen slag van Auerstadt (1806), waarin hij het Pruisische leger aanvoerdde, doo- delijk gewond. Zijn opvolger, wiens land bij het koninkrijk Westphalen was ge voegd, trachtte eerst Duitschland tegen Napoleon in opstand te brengen, maar toen dat. niet gelukte wist hrf er zich op schitterende wijze doorheen te slaan. Later evenwel sneuvelde hij bij Quatre- bras. Ook Nederland heeft van het veldheers talent der Brunswijksche vorsten veel er varing opgedaan en over het algemeen zijn wij, in menig opzicht, met die vorsten in aanraking geweest. Brunswijksche Markgraven hebben over Friesland gere geerd. In den 80-jarigen oorlog heeft een Hertog van Brunswijk in ons land gediend. Een Hertog van Brunswijk was ook de voogd en de opvoeder van onzen Stad houder Willem V en de Pruisische troe pen. die later hier te lande het gezag van Willem V herstelden, stonden onder het bevel van denzelfden Hertog van Brunswijk, die later bij Auerstadt viel. Hij was de trouwe vriend en beschermer van Bilderdijlk, aan wiens raad hij bij zijn expeditie in Nederland zeer veel te danken had gehad. Tot hem vlood Bil- derdijk, toen hij uit Nederland was ver bannen en hij gaf aan Bilderdijk een jaargeld, maar hij ondervond ook Bilder- dijk's ondankbaarheid, die in een zeer hatelijk gedicht „De hazelnood", de klein heid van dit pensioen heeft gehefceld. Louise, de dochter van Prins Willem V, huwde ten slotte met een erfprins Van Brunswijk, en hij zelf ligt in 'de groote kerk der stad Brunswijk begraven. Neder land heeft dus alleszins reden, om be lang te stellen in het lot van het kleine Brunswijk en te wenschen, dat de nu hangende quaestiën bevredigend zullen worden opgelost. Zwitserland. Den laatsten tijd constateert men in Zwitserland een verontrustend groot aan tal misdaden. Het „Hbl." geeft een kort relaas van enkele misdadige gevallen. Twee maanden geleden werd in de om streken van Zürich een chauffeur ver moord door zijn pasagier, die zich naar een eenzame plek had laten brengen. De dader had de domheid den volgenden morgen over het gebeurde te spreken, voordat nog een courant melding had ge maakt van de misdaad. Korten tijd later werd een oude vrouw, een herbergierster, gedood. De daders van deze misdaad zijn niet ontdekt. Drie weken geleden lieten twee reizi gers zich per auto naar een bosch nabij Bern brengen. Twee dagen later vond men het lijk van den chauffeur ter zijde van den weg; de auto stond een kilo meter verder en panne. Ten slotte had in een buitenwijk van Luzern een moord plaats, welke de po litie op het spoor van een anarchist, Rusca genaamd, bracht. Vermoed wordt, dat hij betrokken is in de verschillende misdrijven. Het gebeurde heeft het vraagstuk van de al of niet wenschelijkheid van de dood straf weder op het tapijt gebracht. Albanië. De Albaneesche kwestie is nog steeds niet in het reine. Oostenrijk-Hongarije kan dat maar half bekoren en is eigenlijk wat ongerust, dat deze zaak zooveel vertraging ondervindt. Men schijnt te vreezen, dat de geheele winter zal voorbijgaan voor de grenzen definitief vastgesteld zijn en de vorst van Albanië naar zijn hoofdstad zal kunnen vertrekken. De Lente acht men echter steeds een gevaarlijke tijd voor de orde en rust in Albanië. Vandaar die ongerustheid bij Oostenrijk. Men beschuldigt Griekenland, dat het de commissie voor de vaststelling dei- Zuidelijke grenzen voortdurend moeilijk heden in den weg legt. Dit komt Albanië echter niet weinig ten goede. Want wat is het geval? De commissie zal alle streken, waar zij op den onwil der bevolking stuit, als be woond door Albaneezen beschouwen en dientengevolge hij Albanië inlijven. Men is het er over eens, dat de waar borgen, welke de prins von Wied eischt, zeer natuurlijk zijn. Een Balkantroon is alles wat men wil, behalveeen veilig en zeker bezit. Zij, die gaarne wat meer belangeloos heid bij hem hadden gezien, beseffen dit wel en duiden hem niets euvel.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1