NIEUWSBLAD
HISTORISGH
VOOR ZEELAND,
De erfgenaam van Doreland.
1913.
Maandag 37 October.
38e Jaargang.
Mo. 33
CHRISTELIJK-
De Bioscoop.
Buitenland.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. DHUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
iö) -
Frankrijk.
Mexico.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. 1.25|
Enkele nummers V JJ
0.85|
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes
EN
van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.iedere
regel meer 10 cent.
Wie de drukke hoofdstraten onzer
hoofdsteden doorwandelt, voornamelijk bij
avond, dien treft de groote toeloop wel
ken den bioscopen ten deel valt. Het volk
stroomt letterlijk naar de gebouwen voor
welke over dag door reusachtige reclame
platen wordt aangekondigd .welke groot-
sche stirkken er zullen vertoond worden.
Dat deze bioscoopvoorstellingen scha
delijk zijn behoeft niet gezegd te Worden.
Zij prikkelen de verbeelding van onze
jongelui, wekken verkeerde hartstochten
op'; laten onreiqe indrukken ua in 'de
ziel; 'nog meer dan de onzedelijke ro
mans blijven zij den toeschouwer brji als
kleefstof, die hij (niet meer kwijt kan wor
den.
Doch gelijk nu, ter wille van de on
zedelijke romans de roman in het alge
meen niet wordt verworpen, ja, zelfs van
Christelijikje zijde de Christelijke roman nog
steeds verdedigd wordt als een der mid
delen Gods dm den mensch aan te grij
pen en tot bekeering te brengen; evenzoo
voegt het ons ter wille van de vele on
zedelijke films die bijj de bioscoopvoorstel
lingen dienst doen, de bioscoop'op Zich
zelf als opvoedingsmiddel vast te hou
den.
Ook' door middel van de bioscoop wordt
zegen verspreidt; kan althans zegen ver
spreid worden, mits het instrument slechts
gebezigd wordt binnen de hem, gestelde
grenzen.
Een commissie van onderzoek.' te Rot
terdam heeft dezer dagen aaa het ge
meentebestuur verslag uitgebracht naar
aanleiding van de volgende vier haar
door R. en W. ter beantwoording voorge
legde vragen
1. Welke vormende en ontwikkelende
waaide moet aan projectie-vertooningen
voor kinderen worden toegekend?
2. Welke toestellen beloven daartoe
het beste resultaat, kinematograaf met
dporloopende films, toestellen met films,
die op elk moment stilgezet kunnen wor
den, de gewone projectie-lantaarn of
eenig ander projectie-toestel?
3. Zou aan elke school de beschik
king over een toestel gegeven behooren
te worden, df zou eene afzonderlijke lo-
caliteit daarvoor in te richten zijn?
4. Kan de ongelimiteerde toelating van
kinderen tot de publieke bioscoopvoorstel
lingen van nadeeligon invloed zijn op de
jeugd, en, bij toestemmende beantwoor
ding, .op welke wijze kan die nadeeligè
invloed worden gekeerd
De heer De Jong, hoofd der Van Asch
van Wijekpchool te Rotterdam had in be-
Feuilleton.
Vervolgens zette ik de kennismaking
met mijn huisgenooten roort; doch de
teleurstelling wilde mij maar niet ver
iaten.
Er heerschte pracht doch geen vrede.
Er was rijkdom doch geen wezenlijk
geluk.
Ik dacht zoo bij mijzelven: zou dit
somwijlen de oorzaak kunnen zijn van de
zielsziekte van dezen Lord?
Toch zette ik mij met lust en ijver
tot mijne taak. En ik was daarbij niet
ongelukkig.
Na eenige weken begon ik reeds eenige
beterschap bjj den Lord te bespeuren.
Hij werd eenigszins vertrouwelijk jegens
mjj. Hij deelde mij mede, dat hij George,
graaf van Doreland heette, pair van Enge
land was, al sinds onheuglijke jaren zijne
vrouw, die een Pembroke was, verloren
had, een zoon gehad had die gestorven
was, en nu zijne nicht, Anna geheeten,
tot zich genomen had, en haar zoontje
tot erfgenaam van zijn naam en titels
doelde commissie zitting; en deelt nu in
„De School met den Bijbel" een en ander
mede uit 'het rapport., waaraan hij zelf
heeft meegewerkt.
De drie eerste vragen hebben betrek
king op het onderwijs; de vierde, de
gewichtigste, vraagt naar den invloed die
er van de bioscoop op het kind uit
gaat. i
Wij behoeven niet in den breede Op
de antwoorden, door do drie eerste vra
gen gevorderd, in te gaan.
De eerste vraag werd in dien z.in be
antwoord, dat bioscoopvertooningen wel
degelijk voor een kind vormen.de en ont
wikkelende waarde moeten hebben.
De prentjes in een hoek hebben die
waarde ook'. 1 i A
Het verhaal zal te meer interesseeren,
zal "te grooter belang inboezemen, naar
mate het geïllustreerd is. De platen bij
het verhaal 'van Napoleons tochten
bijV. in 'het werk van Been, Uitgaaf van
Bredee laten een diepen indruk' ach
ter, veel meer dan het verhaal zonder
de platen zou hebben gedaan. i
Vandaar dat met het oog op het vor
mend karakter van sprekende, pakkende
afbeeldingen, die de aandacht vasthou
den en medewerken tot het ontstaan van
heldere, krachtige voorstellingen, het rap
port, de bioscoop voor de school aan
beveelt. i
De trweede vraag kunnen .wijl gevoeg
lijk voorbijgaan.
Omtrent de derde vraag resumeeren
wij alleen, dat de commissie geen be
zwaar heeft tegen een projectie-lantaren,
doch ernstig moet ontraden het gebruik
in het schoolgebouw: van de kinemato
graaf. Ook 'verklaart zich de commissie
tegen het gebruik maken van een loca-
liteit, die tevens gebruikt wordt voor pu
blieke kinema-voorstellingen. Voor het ver.
toonen van k'inematografischö beelden
voor het onderwijs zou naar het oordeel
der commissie een afzonderlijke locali-
teit moeten worden ingericht.
De belangrijkste vraag is de laatste,
In de commissie hadden mannen van
verschillende richting zitting, toch schij!-
nen allen eenstemmig gekomen te zijn
tot de slotsom, dat onbepaalde toelating
van kinderen fat de openbare kinemato-
grafische voorstellingen zooals izij nu zijn
van nadeeligen invloed is.
De commissie verklaart zich dan ook
voor hetweren van gepaalde films.
Het is nog lang zoo ver niet, dat in
eenige gemeenten besloten zal worden een
apart bioscoop-lokaal naast het gymt
nastieklokaal, teekenlokaal, enz. in de
openbare lagere school in te richten. En
en schatten had bestemd, dewijl zijn zoon
gestorven was zonder kinderen na te
laten.
Ik bemerkte ook al spoedig, dat de
nicht van den ouden heer niet hield,
hem met groote koelheid diende, en dat
de kleine James, haar zoon, zeer sikee-
rig was van zijn oudoom, en nooit op
diens knie wilde zitten of hij moest er
met geweld toe gedwongen worden.
Ik mag hierbij niet verzwijgen, dat deze
kleine snaak al heel spoedig met mij de
beste maatjes was.
Op zekeren middag, na het gebruik van
het middagmaal speelde ik aan tafel nog
eenige oogenblikken met den kleinen
James. De kleine knaap klom op mijn
knie en vleide mij om een verhaaltje te
vertellen.
Nu had ik dit al meer gedaan. Ik
verzou dau ia den regel maar zoo wat,
om hem bezig te houden. Juist waren
mijne gedachten bij Alice in het witte
huls.
„0 toe dokter", vleide het knaapje,
„vertel eens wat."
„Welnu, jongen", zoo begon ik, „ik
zal dan maar beginnen. Er was eens
een meisje, zij heette Alice.
Was 't wonder, dat ik het meisje, door
mij gefantaseerd, den naam gaf van de
op de bijzondere scholen zal men het
in, ide eerste kwarteeuw; ook wel blij
ven doen met de 'prachtige Vaderlandsche-
en Bijbelsche geschiedenisplaten, die in
de laatste jaren versohenen zijn.
Toch mag op de toekomstige verschij
ning van de bioscoop als leermiddel bij
het aanschouwingsonderwijs, of als hulp
middel bij het geschiedenis- en aard
rijkskundig onderwijs wel even de aan
dacht gevestigd worden.
Men mag toch verwachten, dat velen
er zich tegen zullen verklaren, doch ten
slotte zich! gewonnen zullen geven.
Er zijn bijzondere scholen geweest,
waar voos Bijbelsche platen, een viool
bij het zangonderwijs, en meer andere
„nieuwigheden" geen plaats was, totdat
ten laatste de besturen dier scholen er
zich ook voor verklaarden.
Zoo zou 't ook met de bioscoop kunnen
gaan.
Daarom vestigen wij ook op deze be
weging bereids de aandacht; en spre-i
ken gaarne als onze meening! uit, dat
bij behandeling van geschiedenis, aard
rijkskunde, natuurlijke historie, en mis
schien ook natuurkunde van de bioscoop
een dankbaar gebnrk zou kunnen ge
maakt worden.
Wij denken aan Israels gang door de
woe&tyn, de ridderfiguren uit de middel
eeuwen, episoden uit de mooiste tijd
vakken onzer geschiedenis, de Niagara,
enz.
Wij doen bierbij niefsi af aan de waarde
van de platen, die in de laatste jaren
zóódanig verbeterd Zijn1, dat zij het ge
mis van de bioscoop des gevorderd zou
kunnen vergoeden.
E;n dan een strenge controle op de
keuze der films1 ga vooraf.
Men behoeft onzerzijds het monopolie
van Kunst en Wetenschap niet meer aan
de kinderen der wereld te gunnen. Het
breede terrein der Kunst behoort aan
allen en de vruchten van Beschaving en
Cultuur mogen ook door onsi worden ge
noten. I i
Daar jsi volstrekt geen bezwaar tegen.
Er zij echter geen misverstand. Voor
het bioscoop-gevaar zij niemand blind.
Voor de bioscoop geldt in vergelijking
met den vuilen roman. De roman heeft
zijn duizenden verslagen, de bioscoop zijn
tienduizenden. f
In do bioscoop-theaters ontvangen vele
van de gevaarlijkste menschen onderwijs
in het kwaaddoen, in het verschalken
op allerlei wijs van politie en tnaré-
chaussée en detectives; onzedelijkheid
wordt er geleerd door zichtbare voor
stellingen, en echtbreuk', vrije liefde, enz.
lieve vriendin, aan welke ik op het oogen-
blik dacht?
Doch wie schetst mijn verbazing, toen
op dit woord Alice de oude Lord van
zijn stoel opsprong, alsof hrj door een
vreemd dier in den rug gebeten was.
De man staarde mij half angstig, half
verwijtend aan; Lady Anna liet het hand
werkje, waaraan zijl bezig was, op haar
schoot vallen, .wendde zich haastigf om,
terwijl zij mij' m!et een oog vol bitterheid
aanzag.
Ik schrok er van.
Had ik dan iets miszegd?
Had ik een teedere snaar aangeroerd in
de ziel van mijn patient?
Had ik somwjjlen onbewust het geheim!
van zjjn zielsziekte gevonden?
Ik begreep er niets van. En toch' durf
de ik niets' lie vragen.
Eenige minuten later scheen de ge
moedsrust bij den ouden man te zijn
teruggekeerd. Hij legde zich' weer ach
terover in zijn stoel de dame vatte haar
handwerkje weer op, terwijl' haar klu
wentje weer rustig in het breitobbefje
dat voor haar op tafel stond een plaatsje
had. De kleine jongen, dien ik inmiddels
op den: grond gezet had, speelde met
de poes, en ik nam een boek van het
boekenrekje en ging wat zitten lezen.
I l -
maken er hunne ruimste propaganda..
Maar die vieze zondige bioscoop-Voor
stellingen verwerpen wij even beslist als
den onzedelijïhen roman. t
"Wij verwerpen echter den Christelij-
ken Roman niet omdat er, zoovele vuile
romans zijn; en de Christelijke Kunst
niet, omdat er zooveel onreine kunst is;
en het Christelijk! Lied niet omdat er
zoovele wereldsche liederen gezongen wor
den, en de Christelijke prenten en pla
ten niet omdat er zooveel schunnigs on
der den schoonen naam plaatwerk! in !den
handel gebracht wordt. I
Gelijk de gramophoon strekken kan tot
vereeuwiging vair Christelijke muziek kan
de bioscoop ook! gebezigd worden tot il
lustreer ing van Christelijke verhalen.
Nog eens, van de bioscoop gelijk! die
in onze dagen geëxploiteerd wordt, bljjf-
ven wij verre. Maar de bioscoop in de
gewenschte richting gebezigd heeft onze
sympathie.
Natuurlijk! behouden wij ons voor, om
alwat zich als .Christelijk! aandient, aan
een strenge keur te onderwerpen. f
Wij denken hierbij aan de meerdere
exploitaties van Bijbelsche Tafereelen uit
hetgeen men minder eerbiedig „het leven
van Jezus" noemt.
Zelfs platen met het beeld er op van
den „Schoonste der Menschenkinderen"
hebben onze onverdeelde sympathie niet.
Daarom kunnen wij ook de Bioscopische
voorstellingen van den heiligen persoon
van onzen Heere Jezus Christus, ook om
andere redenen, niet aanbevelen.
Doch er zijn nog zoovele andere, die
de voorstelling te hulp komen en op 't ter
rein der Gewijde Kunst volle .waardeering
verdienen.
Op de exploitatie van de zoodanige
heeft de bioscoop zich toe te leggen.
Op alle terrein wordt in Frankrijk de
godsdienst geweerd.
Althans1 de uiterlijke godsdienstige
plechtigheden. Als gevolg van de begin
selen, die men te dezen opzichte steeds
meer en meer wil doorvoeren', zijn gods
dienstige plechtigheden aan boord der oor
logsbodems verboden, zoowel in buitein-
landsche als in Fransche havens.
Men besloot nu echter eeu kleine uit
zondering te maken en wel uit een oogl-
punt vans internationale hoffelijk
heid.
De minister van marine schrijft o.a.
in den omzendbrief omtrent deze aange
legenheid
„Een herhaling van voorvallen, gelijk
Ik deed ten minste of ik Zat te leZen.
In werkelijkheid las ik niet, doch dacht
na over het zotte geval'.
Een poosje later stond ik op, pm naar
mijU kamer te gaan.
De dame zag dat, stond eveneens op
en volgde mij.
In de gang tikte 'zij' mij op den schouder,
en wenkte mij! haar in de voorkamter te
volgen.
Daar deelde zij mij mede dat de Lord
er niet op gesteld was den naam Alice
te hooren.
„Weesi dus zoo goed", liet zij er met
trotsche scherpte op volgen, „dien naam
in dit hotel van Lord George niet meea
uit te spreken.?
Hierop keerde zij terug naar, het ach-
fersalon, en ik begaf mij naar mijn
kamer.
Doch het gebeurde wilde mij maar niet
loslaten. Allerlei gedachten dwarrelden! mij
door het hoofd. De eene veronderstelling
verdrong de andere. En ten laatste drong
de vrees zich krachtig aan mij op dat
de naam Alice in dit huis! niet mocht
worden genoemd, omdat mijne vriendin
zoo heette. En ik kon ook de volgende;
giedachte niet van mij zetten, of deze
Alice ook de weduwe kon zijn: van Al
fred, den zoon van Lord George.
die ons door, diplomatieke en consulaire
vertegenwoordigers1 zijn meegedeeld en
aanleiding hebben gegeven tot den om
zendbrief van 5 Augustus 1913, heeft mij
in overleg met mijn ambtgenoot van bui-
tenlandsche zaken tot zending dezer twee
de circulaire bewogen. j?ij is ingegeven
door overwegingen die uitsluitend betrek
king hebben op de bijzondere positie van
Frankrijk in de landen van de Levant,
die het wenschefijk kan maken de vlag
in sjouw te hjjschen ter gelegenheid van
den Goeden Vrijdag. Op elke betooging
van anderen aard is het bovenstaande toe
passelijk. Alle schepen, in vreemde ha
vens gemeerd, mogen niet afwijken Van
het algemeene voorschrift, hetwelk hun
de officieele deelneming aan godsdienstige!
plechtigheden verbiedt, tenzij hun dat op,
zettelijke door onzen diplomatieken of con-
sulairen vertegenwoordiger ter plaatse, in
overleg met de vreemde overheid, wordt
verzocht."'
Dus; weg met alle godsdienstig ver
toon. li
Dat wordt itjen strengste geweerd.
Alleen ter wille van den lieven vrede
mag er bij een bepaalde gelegenheid een
vlag geheschen worden. Doch niet dan op
uitdrukkelijk verzoek van gezant of con
sul.
In Mexico is de atmospheer de po
litieke natuurlijk nog allesbehalve
zuiver.
.Waar het om gaat?
Wél, Felix Diaz, de neef van den voor-
maligen Mexicaansohen president heeft
zich naar Mexico begeven, om in overlejj
met de aanhangers yan den verjaagden!
president te dingen naar het president
schap.
Echter heeft Huerta aanstonds maat
regelen genomen om de actie voor Diaz
die hem wel eens gevaarlijk kon worden,
reeds in ,het begin te stuiten. Dadelijk
nadat hét gezelschap', waarmede Diaz reis
de, den voet aan wal "had gezet, wer
den zeventien personen van zijn gevolg
in hechtenis genomen en tegen hemzelf
werd een .bevel tot arrestatie uitgevaar
digd,
Huerta schijnt zich wel meester van den
toestand te voelen, dat hij, twee dagen
vóór de verkiezingen, zulke krasse maat
regelen durft nemen, Of zou het juist
zijn vrees Izijn, die hem den toevlucht
doet nemen tot dagen van geweld?
Ook de opstandelingen treden niet erg
zachtzinnig op, In den staat Michoacan
schijnen zij Zich aan verfoeilijke wreed
heden te hebben schuldig gemaakt.
Nog vreeselijker daden worden gemeld
uit Gameren, welk plaatsje eveneens doos
de aanhangers yan Carranza werd uit
gemoord.
Drie mannen van dat garnizoen waren
den opstandelingen levend in handen ge
vallen: een luitenant en twee soldaten.
En toen herinnerde ik mij enkele vage
opmerkingen, die ik eens uit den mond
van den Lord had opgevangen. Ik bracht
die in verband met hetgeen zich op 't
oogenblik aan mijn geest opdrong. En
het einde mijher overwegingen wasi dat
ik mij' in het huis bevond .van den schoon
vader van Alice, en dat het kleine jongske
met zjjn zwakke geestvermogens, de twee?
jarige Alfred de eigenlijke, wettige, toe
komstige erfgenaam .was van Doreland.
III.
VERANDERING EN TELEURSTELLING.
Allengs begon ik mij vertrouwd te ma
ken met de gedachte, dat de Heere God
mij hier geplaatst had om achter een fa
miliegeheim te komen, twee familiën met
elkander te verzoenen, en het door mij
beschermde kind te brengen op de plaats,
waar het krachtens zijne geboorte be
hoorde.
Toch waren 't nog slechts vage ver
moedens, op welke ik mijn beschouwin
gen grondde.
In ieder geval moest ik langs geleide
lijken weg er achter zien te komen of
er werkelijk een familiebetrekking be
stond tüsschen mijn overleden vriend
Alfred en dezen ouden heer.
(Wjwfit verycdsd.ji