NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. \o. 9. 1913. Vrijdag 10 October. 28e Jaargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- VERSCHIJNT ZESMAAL [PER WEEK F.'P. DHUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Binnenland. Uit de Provincie. Berichtgevers voor ons blad gevraagd voor Zierikzee, Elle- woutsdijk, Kruiningen, Aagte- kerke en Veere. Uitvoerige sol- licitatiën te richten tot DE REDACTIE. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p. 1.25 Enkele nummers0.05' UITGAVE DER FIRMA'S OOSTERBAAN LE COI^TRE, te Goes ÊN van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 110 regels ƒ1.iedere regel meer 10 cent. De notarieele verklaring. lil ons vorig no. gewaagden wij van een verklaring door een drietal Javanen, leiders van de Sarekat Islam op (Oost) Java opgesteld en door hun en twee ge tuigen, deheeren Hazenberg en Douwes benevens den notaris ter Kuile te Soera- baja geteekend. De „Middelburgsche Courant", die in hare mededeelingen omtrent bedoelde ver- eeniging in de laatste maanden niet vrij was van eenzijdigheid, drukte deze ver klaring af, met de opmerking er onder, dat de rechtsche pas het stuk ..wel gretig (zou) aanvaarden". Het eert de „Middelburgsche", dat zij met de overneming zooveel gretiger was dan een groot deel der rechtsche pers, gretiger ook dan. wij, die op voetspoor van onze wakkere zuster uit Ter Neuzen in „Luctor et Emergo" deze verklaring van de drie Javanen, eerst heden afdrukken. Wat wij te gereeder doen, dewijl wel niemand deze Javanen voor mannen van rechts verslijten zal. Deze drie dan verklaren: „dat zij als zoodanig, (d.w.z. in boven genoemde functies) reeds voor de Sarekat Islam zijn werkzaam geweest en daardoor met zeer veel Inlanders, die zich als leden der Vereeniging hebben opgegeven, in aanraking zijn geweest; dat zij, comparanten, dus kunnen wor den beschouwd op de hoogte te zijn van de Sarekat Islam; dat zij hierbij uitdrukkelijk als hun stel lige meening te kennen geven: A. dat de wordingsgeschiedenis van de vereeniging Sarekat Islam niets te maken heeft met wat herhaaldelijk in de Indische dagbladpers beweerd wordt, als zou van overheidswege eenige pressie worden uit geoefend op het overgaan van Mohamme danen tot den Christelijken Godsdienst; B. dat zij in hunne omgeving ook niet bespeurd hebben, dat de juist bedoelde pogingen (zoo die gedaan zijn) eenige ontstemming onder de Inlanders hebben teweeggebracht C. dat de Inlanders niet belemmerd worden in de uitoefening hunner Moham- medaansche godsdienstplichten en uit den aard der zaak daarin ook niet belemmerd willen worden, doch dat als vast en zeker kan worden aangenomen, dat de vereeni ging Sarekat Islam niet is opgericht als een bolwerk tegen den Christelijken gods dienst, of tegen eiken anderen gods dienst, welke die ook zij; D. dat de bezieling van de zaak een gansch andere is en wel voornamelijk het verkrijgen door samenwerking, van betere economische verhoudingen, zoodat Java nen, Madnreezen, Soendaneezen en Ma- leiers, ieder naar vermogen medewerkende tot den voorspoed, die in de laatste jaren niet in Indië te miskennen valt, ook daar van meer voordeel zullen kunnen trekken; E. dat de volken in het Oosten in de laatste jaren overal zijn vooruitgegaan, waardoor ook een groot gedeelte der In landers op Java zijn ontwaakt en begrepen wordt, dat alleen door samenwerking (allen door een bancl verbonden) resul taten voor den vooruitgang kunnen wor den verwacht; F. dat de vereeniging het woord Islam in haren naam heeft opgenomen, omdat de oprichters begrepen, dat dit het meest pakkend zoude zijn en daardoor „de noodige band" verkregen werd, terwijl ook naast cle bevordering van de materi- eele belangen der Inlanders, de vereeni ging beoogt de bevordering van het gods dienstig leven onder de Mahomedanen- Inlanders, zonder dat een vijandige hou ding tegenover andere godsdiensten be hoeft te worden aangenomen." De „Middelburgsche Crt." tracht nu de beteekenis dezer belangrijke „verklaring" te verkleinen, door te schrijven, dat de rechtsche pers haar zal aangrijpen „als een bewijs, dat alle beschuldigingen van links over de kwade gevolgen van de kersteningspogingen ongegrond zijn". Mogen wij hier tegenover opmerken, dat wij dat bewijs niet noodig hadden: a. omdat de statistiek reeds lang be wezen had, dat 't getal zendingsscholen onder Idenbnrgs bewind veel minder was toegenomen dan onder het liberale regime, en de neutrale school onder liet jongste liberaal bestuur veel langzamer vermeerderde dan onder het vorige recht sche kabineten b. omdat de eenzijdige beschuldigingen van „De Nieuwe Courant" (het liberale blad, dat de eer heef^ der vondst van het argument der kersteningpolitiek) in dit blacl zelve reeds voor de verkiezingen waren weerlegd door liberale mannen, die Indië kennen; o. a. door mr. Dijkstra, die dertien jaren lang heel Java als redacteur van het (liberale) „Soerabajasch Handels blad" heeft bereisd; en mr. Paets tot Gansoyen te Buitenzorg; voorts in „De Nederlander" door oud-resident Fokkens, Hoogkaas, Indisch bestuursambtenaar, enz. Waarbij dan nog komt de implicite er kenning van ongelijk door de groote vrij zinnige pers in Indië en Nederland, met name de „N. Rott. Crt.", die nog in haar no. van 6 Aug. in der eersten over winningsroes op de verwijdering van den gouverneur-generaal had aangedron gen, en thans artikelen vol lof over dezen nuchteren bekwameii bewindsman over neemt en helpt verbreiden. Maar het woordje „peccavi" laat zich moeilijk naar voren brengen. Bewijs, dat de mensch een geboren Brave Hen drik is, ook in de politiek, en liefst van dit Brave-Hendriks-eeregestoelte niet af wil. Nadat wij het bovenstaande geschreven hadden, komt de liberale „Nieuwe Rotter- damsche Courant" ons andermaal ver rassen met 4e meest vleiende woorden aan het adres van onzen eminenten onder koning, en wel naar aanleiding van de mededeeling van minister Pleyte, dat er voor hem geen enkele reden bestond, om een vervroegd aftreden van gouverneur- generaal Idenburg te bevorderen. „Hieruit valt te lezen, aldus het met Indische zaken vertrouwde en vroeger als oppositie tegen den gouverneur zoo mee- doogenlooze blad, hieruit valt te lezen, dat zich bij den nieuwen minister nu hij in de gelegenheid is geweest zich te oriëntee- ren, en hij waarschijnlijk ook met den Indischen landvoogd overleg heeft ge pleegd de overtuiging heeft gevestigd, dat hij in alle gerustheid de verantwoor ding op zich zal kunnen nemen voor het door den heer Idenburg te voeren bestuursbeleid. Dit bestuursbeleid zal dus niet gevoerd worden in eene richting, als bij de jongste Kamerverkiezingen zoo nadrukkelijk is afgekeurd richting, waartegen de heer Pleyte tijdens de ver kiezingscampagne persoonlijk met kracht is opgekomen." En dan komt de aap uit de mouw: „Deze verklaring verheugt ons. Wij stellen er bijzonderen prijs op dit hier te zeggen, aangezien wij behoord hebben tot degenen, die op de mogelijkheid (Hier leze men wenschelijkheid, ja e i s c h. Red. de Z.) hebben gezinspeeld van een terug treden van den heer Idenburg,-welke nood zakelijk zou worden, wanneer deze be windsman zich niet in staat mocht hebben kunnen verklaren, onder inspiratie van andere beginselen, dan de politiek van het vorige Kabinet bepaalden, het be stuur te voeren. Zulk een terugtreden w e n s c h t e n wij allerminst. (SicWat wij wenschten, was de zekerheid, welke de verklaring van minister Pleyte ons thans brengt. „Over de wijze, waarop de minister tot de overtuiging is gekomen, welke hem die verklaring ingaf, zal hij ongetwijfeld bij de behandeling van de Indische begroo ting in de Staten-Generaal inlichtingen verstrekken. „De verklaring' van minister Pleyte ver heugt ons vooral, omdat de heer Iden burg reeds goed werk voor Indië gedaan heeft, wij hem volmaakt in staat achten om nog meer" goeds voor dat land te doen, en wij hem gaarne de gelegen heid gegeven zien, om zijn taak te vol tooien. De wijze waarop hij zich ten opzichte van de moeilijkheden, welke in verband met de Indische Partij en Sarekat Islam zijn gerezen, heeft gehouden, getuigt van zijn inzicht, zijn takt en zijn bereid heid, om, waar het moet, krachtig te handelen, terwijl de geest, welke uit dit optreden spreekt, vertrouwen inboezemt. „De heer Idenburg is iemand, wiens groote ernst en toewijding aan zijn werk achting en bewondering afdwingen, en dien wij gaarne om die persoonlijke eigen schappen nog zijn tijd uit met het hooge, thans door hem vervulde, ambt bekleed zien. Ook achten wij het voor de in Indië gevoerde ontwikkelingspolitiek, welke wij herhaaldelijk in de gelegenheid zijn ge weest te prijzen, en die hij op velerlei wijze heeft bevorderd, gelukkig, dat aan zijn loopbaan als landvoogd niet ontijdig een eind behoeft te; komen." Ziehier het loffelijke getuigenis van de „N. R. C." Is dat nu een van de stem men, die tot voor kort het luide hebben uitgeroepen, dat Idenburg weg moest en weg zou? 't Is haast niet te gelooven. En toch, 't staat daar, zwart op wit. Men kan onzerzijds deze zwenking niet anders dan met gejuich begroeten, doch het moet ons toch wel een weinig prik kelen, dat deze vleiende verklaringen zon der schaamtegevoel gegeven worden. Dat is eigenlijk nog geen volledig eer herstel. Waarom durft de ,,N. R. C." niet openlijk en in ondubbelzinnige woorden haar onrecht tegenover zoo een nitnemen- den landvoogd gepleegd te erkennen? Tenslotte releveeren we hier nog een paar Indische stemmen, die aan duide lijkheid niets te wenschen laten. „De (liberale) Javiibode" schreef naar aanleiding van de beschuldigingen uit Nederland, dat zij van hersteningpolitiek niet veel gemerkt heeft. En het „Nieuws van den Dag van Nederl. Indië", zoo mogelijk nog fanatieker liberaal, schreef na den uitslag der verkiezingen, 't te zullen betreuren wanneer Van Deventer aan 't roer kwam. Tweede Kamer. De verwachting is, dat de Kamer tegen 4 Nov. zal worden bijeengeroepen tot her vatting der werkzaamheden. Door een tijdigen aanvang met de Koloniale- en Staatsbegrootingen zou er dan naar ge streefd worden het budget-tijdperk zoo veel mogelijk zonder avondvergaderingen door te komen. Van II o g eh dor p De „Ned." meldt, dat het voornemen bestaat om op 17 November a.s. aan, pand Leuvehaven 129, het geboortehuis van Gijlsbert 'Karei van Hogendorp, een gedenksteen te plaatsen. De „Rotterdammer" voegt hieraan toe, dat het geboortehuis van Van Hogendorp z'elf niet meer bestaat. Bijl een instorting van een pakhuispand op 23 Maart 1826 werd een gedeelte van dat huis, toen behoorende aan den oud-burgemeester Mr. Jacob van der Heim, meegesleept en ver loren de echtgenoote en de dochter van Mr. van der Heim bij die catastrophe het leven. Spoedig daarop werd het huis ge heel afgebroken en verrezen ter plaatse twee nieuwe woningen. De tuin, waar Gijlsbert Karei als jongen gespeeld heeft en ook het tuinhuis bleven nog lang ge spaard, doch in 1882 was het geheele perceel volgebouwd. D r. P. J. F. V e r m e u 1 e n. f Na een kortstondig ziekbed is gister middag te Rijswijk op 67-jarigen leeftijd overleden de heer dr. P. J. F. Vermeu len, sedert 1904 lid van de Eierste Ka mer der Stafen-Generaal voor de pro vincie Zuid-Holland en directeur van „De Tijd". De heer Vermeulen werd te Delft ge boren in 1846. Na zijn opleiding aan het stedelijk gymnasium aldaar, studeerde hij vervolgens aan het Katholiek semi narie te Hageveld, en daarna aan de uni versiteiten te Leiden en te Heidelberg. Aan de Leidsche hoogeschool promoveer de hij' in de wis- en natuurkunde in 1871, nadat hij reeds een paar jaren te voren benoemd was tot leeraar in de scheikunde en de natuurlijke historie aan de gemeentelijke ELoogere Burgerschool te Goes. Deze betrekking heeft dr. Ver meulen vervuld tot 1881, in welk jaar hij leeraar werd aan de bijzondere H. B. S. te Rolduc. Van 1897 tot 1901 was de thans ont slapene voor het district Helmond lid van de Tweede Kamer. Van zijn hand zijn geschriften versche nen over natuurkundige en wij'sgeerige onderwerpen, zoomede over de geschiede nis va,n het onderwijs in de middeleeuwen en latere tijden. Dr. Vermeulen is vele jaren hoofd van de redactie geweest van het Katholieke dagblad „De Tijd". De over ledene was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw en van den H. Gregorius den Groote. Ingetrpkke n. De wetsontwerpen nopens de echtschei ding en de vereenvoudiging! van de pro cedure voor het kantongerecht zijp inge trokken. Belangrijk voor den handel. De Commissaris van Politie der gemeente Velsen blijft steeds waarschuwen tegen het aangaan van handelsrelaties met per sonen, zich noemende N. of K. Zoontjes en zijne huisvrouw Verduin, en G. F. de Bakker en zijne huisvrouw C. Gale- sloot, wonende te Velseroord en Breesaap te IJmuiden, gemeente Velsen, die alle mogelijke handelswaren zonder betaling trachten te bekomen. Middelburg. Lezing Enka. Mej. A. v. cl. Vlies, alom bekend onder den naam van „Enka" trad gisterenavond in open bare vergadering op in de groote zaal van het Schuttershof voor de afd. Mid delburg" van de Nederlandsche Vereeni ging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken, met het onderwerp: „Waarom is geheelonthouding noodzakelijk". Dhr. Peerlkamp, voorzitter der afcl., verwelkomt met een kort woord de spreekster. Hij herinnert er aan, dat Zeeland ach terblijft in de groote beweging, die zich ten doel stelt, het gebruik van den al cohol te bestrijden. Hij hoopt, waar de belangstelling tame lijk groot blijkt, dat deze vergadering vruchten moge afwerpen. De Franschen, aldus Enka, hebben tot spreekwoord„Bij een ernstige kwaal, past een afdoend geneesmiddel." Die ernstige kwaal "is de drank, het Imiddel de geheelonthouding. Onze maatschappij! lijdt aan een zeer ernstige -kwaal, aan die van het alco holisme, aan die dei- bedwelming. De alcohol is de vijand der persoon lijkheid, van het gezin, van het maatschap^ pelijke leven, van de klasse der prole- taren. 't Is de plicht van ieder, de krachten die hij bezit, te ontplooien. De Bijbel spreekt van eikeboomen der gerechtigheid, welnu als een eikeboom, zoo zelfstandig, zoo vast moet de persoonlijkheid zijn. Zooals de lupus het schoonste van het lichaam wegvreet, zoo verwoest de al cohol de persoonlijkheid. Gelijk de bloem verschrompeld onder de verzengende zon nestralen, zoo wordt de persoonlijkheid door den drank verschroeid. De alcohol is de vijand van het ge zinsleven, een even felle vijand van het maatschappelijk leven. Het drinken schaadt de „volkskracht". Spreekster herinnert aan het nauwe ver band, dat er bestaat tusschen krankzin nigheid en drank, tusschen ontucht en drank. Inzonderheid moeten de arbeiders po sitie kiezen tegen den alcohol. De arbei der moet „bewust" zijn. De drinkende ar beider is dat niet. Tege,n deze kwaal past het eenig af doend middel de „geheelonthouding". De matigheid is tegen deze kwaal totaal niet afdoende. Bij matige drinkers zitten schuldigen voor de ellende van den drank. liet egoïsme is bij dezen zoo sterk, dat ze het „lekker glaasje" niet kunnen missen. Vaak wordt door den matigen drinker beweerd, dat de matigheid veel hooger staat dan de geheelonthouding. De eerste zou meeT wilskracht vereischen. Hierte gen komt spr. heftig op. Voor de geheel onthouding mist de matige drinker juist de wilskracht. Ook is de matige drinker gevaarlijk voor zijn makker, voor de erfe lijk belasten. De matige drinker handelt ook in strijd niet het gebod der liefde. Die zijn naaste liefheeft kan de drinkgewoonten niet in stand houden. Het zijn de matige drinkers, die het den geheelonthouders beletten, den drenkeling de haak der geheelonthouding toe- te steken. Ze laten hem verdrinken. Spreekster noemt ten. slotte het kapi talisme de moeder van het alcoholisme, doch zij gelooft niet, dat bij de over- heersching van het kapitalisme door het socialisme, ook het alcoholisme volko men zal bestreden zijn. Voor het debat meldde zich niemand aan. De heer Peerlkamp eindigde mei een woord van dank. Door de politie alhier is een man aangehouden, die hier onder verschillende namen ingeschreven stond in meerdere logementen en die nog drie dagen hech tenis moest ondergaan. Het bleek dat de man reeds geruimen tijd onder valsche namen rondzwierf. Gisterenavond werd alhier óp het politiebureau als gevonden voorwerp ge deponeerd een.groot zwart paard. Toen het juist door de politie onder dak was gebracht, kwam de eigenaar verschrikt mededeelen, Jat hem zijn ros ontstolen was, hij was echter spoedig weer in het bezit van zijn rechtmatig eigendom. Gisterenavond vervoegde zich op het politiebureau een man, zekere J. R., die trachtte een mededeeling te doen over een vrouw, die zich schuldig zou hebben gemaakt aan een misdrijf. Het bleek ech ter dat de man zoo onder invloed van sterken drank verkeerde, dat het beter was hem ter ontnuchtering in arrest te stellen. Bij de politie alhier is aangifte ge daan van diefstal van een handwagen. - Gisterenavond werd in de melk- salon op de markt alhier een ver gadering gebonden van de afdeeling Mid delburg van den Volksbond, Vereeniging tegen drankmisbruik. Naar aanleiding van de notulen der vorige vergadering deel de de secretaris, de heer A. A. Noske, mede, dat onderhandeld is met den alge- meenen secretaris over de mogelijkheid om de volgende algemeane vergadering ook eens hier te doen plaats hebben het bleek, dat de Bond een groot deel der kosten voor zijn rekening neemt en daarom was men algemeen van meening, dat men op het houden van zulk een vergadering alhier moet blijven aandrin gen mede met het oog op de propaganda. Overeenkomstig het" bestuursvoorstel zal dezen winter een houtsnijcursus voor zes jongens gegeven worden. Gelegenheid wordt geboden om zich bij den secre taris te voorzien van een scheurkalender zooals de bond deze uitgeeft, van deze scheurkalender zullen exemplaren wor den aangeboden door de afdeeling aan de Kazerne, het Militair Tehuis, Kinder- zorg, Werkmansvereeniging, Openbare Leeszaal en het Vinoentiushuis. Indien de directrice der Huishoudschool de kook boekjes van den Bond doelmatig acht zullen haar een aantal ter verspreiding worden verstrekt. Onderzocht zal worden de mogelijkheid om op de bioscope een doorlooipeade re clame te maken. De voorzitter, de heer P. H. Veen, bracht als afgevaardigde verslag uit van het in de jongste bondsvergadering be handelde en bracht o.a. ter sprake het rapport, waarin het stelsel van vrije keuze wordt aanbevolen. Na eenige bespreking werd besloten als de meening van de afdeeling kenbaar te ma'ken, dat men te gen dit stelsel is, omdat hierdoor ge meentebesturen tot verbod van drankver koop zouden kunnen overgaan en het

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1