NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
\o. 3. 1913.
Vrijdag 3 October.
38e Jaargang.
HISTORISCH
CHRISTELIJK-
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
F. P. DHUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Veranderde Stemming,
Binnenland.
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p. 1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
OOSTERBAAN LE COINTRE, te Goes
ES
van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels f 1.iedere
regel meer 10 cent.
De lezer weet, dat terstond na het be
kend worden van de nederlaag der recht
sche partijen bij1 de jongste Tweede Ka-
verkiezingen, in Indië en Nederland het
Kruist hem over den gouverneur-generaal
van Ned.-Indië werd uitgeroepen.
Al dadelijk werd door een dier waan
wezen vastgesteld, dat het uit was met
de kérsteningspolitiek, dat wil zeggen het
maken van Christenen, het voldoen aan
Christus' bevel: gaat dan henen, onder
wijst alle volken, deze doopende, enz'.
Het „Soerabajasch Handelsblad", een
zeer liberaal blad, schreef in Juni al dat
haar uit Den Haag (let wel!) en uit Buiten
zorg geseind was geworden „dat de gou
verneur-generaal Idenburg zou worden
teruggeroepen" en generaal Van Heutz
zich bereid verklaard had het Gouver
neur-Generaalschap te aanvaarden, indien
hij door de Koningin hiertoe aangezocht
werd.
Men kan al dat moois lezen in „Het
Handelsblad" van 25 Juli j.l.
Een bedekte vingerwijzing derhalve aan
de Koningin: roep Idenburg nu maar
gauw terug en benoem Van Heutz, nu
de volkswil zich in dien geest heeft uit
gesproken.
Edoch, men kon in Indië niet voor
zien, dat men in Nederland zoo sukkelen
zou om een concentratie-kabinet vast te
krijgen; anders had men misschien zoo
boud niet gesproken of welverzonnen.
„Het Handelsblad" (van 25 Juli) was
dan ook zoo voorzichtig van op te merken
„Wij teekenen hierbij aan, dat zoolang
de nieuwe regeering' nog niet is samen
gesteld, het geheel onmogelijk is, dat
er eenige reëele grond voor een derge
lijk gerucht zou kunnen zijn. Van de
samenstelling van het nieuwe ministe
rie hangt veel, zoo niet alles af, in
deze uaqestie, waarvoor overigens ook
wij, gelijk onzen lezers bekend is, de
genoemde oplossing de beste zouden
achten."
Een opmerking, die op zichzelf ook al
heelemaal mis was, en in strijd met de
praktijk der Staatsregeling in Indië.
„De Nederlander" legde dit aldus uit:
„De Gouverneur-Generaal is geen p o-
1 i t i e k persoon, die moet verdwij
nen, naarmate de politieke kleur van
bet ministerie van Koloniën variëert,
maar is ambtenaar. Is een ambte
naar, die inderdaad kan „teruggeroe
pen worden, maar alleen dan, wanneer
hij daden verricht, die zóódanig af-
w ij k e n van de koloniale in
zichten van den Minister,
dat van sam e nwerken der
beide h o o g e functionarissen-
geen sprak e meer kan z ijl n. In
derdaad komt -dan ook in de overigens
geheime instructie van eik-en nieuw be
noemden Gouverneur-Generaal ©ene be
paling voor, omtrent de wenschelijkheid
van overeenstemming tusschen h-et alge-
meene „koloniale beleid" van den Gou
verneur-Generaal met dat van het zit
tende Ministerie, maar alle Gouver
neurs-Generaal hebben tot nog toe- te
recht een groote mate van zelfstan
digheid weten te handhaven.
Stel eens, dat er werkelijk een con
centratie-Ministerie werd gevormd, dan
kan men wel onderstellen, dat de- a.s.
Minister van Koloniën andere inzichten
kon hebben ten opzichte van onderge
schikte punten van 'tkoloniale be
leid dan de tegenwoordige Gouverneur-
Generaal bezit. En niet op groote, niet
op het groote punt, de „gedwongen
kerstening" politiek? Dan moet uit
staatsstukken van den Gouverneur-
Generaal blijken, waarin die „ge
dwongen k e r s t e n i n g s- p o 1 i-
tiek" bestaat. De a.s. Minister van
Koloniën, wie hij ook zij, kan dan niet
meer afgaan op kletspraatjes van kran
ten. Hij zal besluiten moeten kun
nen toonen, waaruit blijkt, dat de
Gouverneur-Generaal eenzijdige bevoor
rechting bijv. der zending heeft voorge
staan; dat de Gouverneur-Generaal het
s-choone standpunt: gelijkheid voor alle
godsdiensten voor de wet, geweld beeft
aangedaan."
Maar zoo de Minister den Gouverneur-
Generaal nu eens wilde „zoeken"?
Wel antwoordt „De Ned." dan
is er nog een rechtsche Eerste Kamier.
Minister Keucbenius is uit godsdiensthaat
afgemaakt indertijd door een „liberale"
Eerste Kamei', die zijn begrooting afstemde
niet om -de begrooting, maar om- hem te
treffen. Zou de rechtsche Eerste Kamier
zich moeten onthouden wanneer een Mi
nister met zoo weinig: politieke eerlijk
heid op de hier geschetste wij-ze tegen)
den landvoogd optrad?
Het waren geruststellende woorden. En,
tevens een ernstige waarschuwing aan den
toen nog niet gevonden minister en de
vrijzinnige pers, om geen dwaze aan
slagen te plegen.
Intusschen heeft het besliste optreden
van den man zelf om wien het güig de
inzichten -der vrijzinnigheid in Indië en
als gevolg daarvan ook in Nederland op
eenmaal ten goede veranderd.
W)at voor weken reeds „De Standaard"
uitspraakIdenburg's positie is sterker
dan ooit, bleek waarheid te zijn.
Eerst jubelde de liberal© „Javabode"
de nlandvoogd legen; thans doet het „De
N. Rott. Courant", al houdt zijl ook een
slagje om den arm.
Het blad meent, „dat Indië en ook
Nederland den gouverneur-generaal Iden
burg dank schuldig zijn voor de door
hem gesproken woorden."
„Althans zoo voegt het er aan toe
wanneer niet, behalve aan dez-e poli
tiek ook nog aan een „politiek van den
achtergevel" wordt gewerkt. Wiant in dat
geval moet het links-che kabinet late-n voe
len, dat het de leiding1 in handen
heef t."
Een dreigement, waaropi „De Nederl."
reeds 27 Juli, en „De Standaard" nog!
dezer dagen, dus reeds- voor bet uitge
sproken was, het antwoord gaf. „De Stan
daard" legt uit dat de gouverneur-generaal'
heel wat meer is dan „spreekbuis van
't Kabinet." Toen Idenburg minister was,
ging Van Heutz naar Indië; en het blad
had er kunnen bijvoegen, dat Van Asch
v. Wijiok diende onder het Kabinet-Tak
en zelfs bij 'ontstaan conflict op verzoek
aanbleef; zijn verzoek om ontslag werd
zelfs afgewezen. Onder Keuchenius „dien
de" Pijnacker Hordijk; enz'.
Maar „De Standaard" voegt er bij: De
minister is de verantwoordelijke persoon;
oordeelt hiji dus dat aan het I-denburgsche
bewind een einde moet komien, dan he-bbë
hij den moed, zelf aan Idenburg zijn ont
slag thuis te zenden.
„Er is dan ook geen sprake van, dat
Idenburg, ter wille van het nieuw© Ka
binet, van koers in het bewind veranderen
zal.
„Hij gaat als man van eer en van
karakter door, tot zijn taak zal zijn afge-
loopen.
„Wie hem eerder weg wil hebben,
j a g e hem weg, doch drage dan ook de
gevolgen."
Intusschen, na Indië zal Nederland wel
volgen. En mag met „De Standaard" wor
den gejuicht:
„Welk een ommekeer in de tri
mester.
„Voor drie maanden geen onmogelij
ker Gouverneur-Generaal dan Iden
burg.
„Toen na zijn bes-luit inzake de Sa-
karet Islam adhaesie, maar gedempt.
„Daarop, na Douwes Dekker's inter-
neering, toejuiging; met sympathie.
„Nu op 31 Augustus zelfs applaus in
het Paleis".
En dit mag er ook wél bij- ook
onder de Nederlandsche liberalen, zoo in
boorling als bijwoner, kentering van opi
nie, uitkomende bij verkiezingen.
Zoowel de sprekers als de zwijlgers heb
ben hunne heftigheid afgelegd.
Oo-k de kiezers onder hen.
Zie het onder anderen in Zeeland, en
herinner u de jongste Statenverkiezing!
in Middelburg.
Zelfs van het stilzwijgen is het stroe
ve af, getuige de verkiezing van S t r u v! e
het nadert zelfs het suikerzoete, adres de
verkiezing van M e 1 i s.
Niet tegen Godsdienst.
De Amsterdamsche gemeenteraad be
staat voor ongeveer de helft uit sociaal
democraten en hunne handlangers de
vrijzinnig-democraten.
In het verslag der besprekingen in de
sectievergaderingen van den gemeenteraad
wordt aan het dagelijksch bestuur ge
vraagd hel gebed bij de opening der raads
vergaderingen al te schalfen, wijl dit niet
meer is van onzen tijd.
Zeiden deze zelfde: vragers bij de jong
ste verkiezingen niet) dat vrijzinnigen en
socialisten niet tegen godsdienst zijn en
traden zij niet op als kerkbeschermers
Wolven in de sch.-ponvacht, ware he
tere benaming.
sf-
7f
Toch Internationaal
In datzelfde verslag wordt nog een
andere teekenachtige opmerking gemaakt.
Er wordt namelijk aanmerking op ge
maakt, dat de Burgemeester bij de ont
vangst van het Internationaal Woningcon-
gres meende een dronk te moeten in
stellen op de staatshoofden van alle ver-
tegenwoordige natiën. „Het was hun
(den raadsleden namelijk) een raadsel,
wat dit met het woningvraagstuk uit
staande heeft. Wanneer men het moge
lijk wil maken, dat alle leden van den
Raad dergelijke bijeenkomsten bijwonen,
dan dient zulks te worden nagelaten, daar
men buitenlanders en Nederlanders, die
op een ander standpunt staan, daarmede
hindert."
O ja, de sociaal-democratische he eren
want wie anders kunnen deze vraag
hebben uitgesproken! zijn o zoo voor
de internationale verbroedering, doch,
daar vallen de vorsten buiten. Die behoo-
ren niet op dezo wereld.
„De Standaard" schrijft onder het kopje
Weer schade aangehaald, n. a. v.
den stembusuitslag in Middelburg het vol
gende
Voor de Provinciale Staten verloor
in Juli Rechts ook in Zeeland. Zoo zelfs,
dat 't op pari kwam, en dat, toen één
man van Rechts zwenkte, een Liberaal
er voor de Eerste Kamer doorkwam.
Doch ook hier bleek de liefde voor den
liberalen candidaat niet bestendig van
duur. Nu reeds wipte de balans weer
om, zoodat Rechts thans weer een vaste
meerderheid heeft. Niet prettig voor den
heer Fokker, die nu zelf voelen moet,
dat hij een geusurpeerden (aangematig-
den) zetel inneemt. Toch ligt het er
toe. Ook in Leiden werd nu weer de
heer Pera gekozen. De bokkesprong van
Juni en Juli heeft uit. Het wordt van
lieverlede alles weer normaal. Natuur
lijk verheugen we ons hier over. Maar
toch niet zonder het ook nu te herhalen,
wat ernstige schuld rust op de kiezers
van Rechts, die in Juni en Juli zich
verlokken en verleiden lieten. Worde
hier ook nu niet overheen geschreven.
Alleen door oprecht politiek berouw kan
die ischuld van Juni en Juli in de distric
ten, waarin ze fataal werkte, met hoop
op betere toekomst worden geboet.
Het is goed dat „De Standaard" hier
aan nog eens herinnert; want tal van
kiezers op Walcheren, ook in het Staten-
district Middelburg, hebben bij de stem
ming voor de Tweede Kamer links ge
stemd. Goed gereformeerde menschen
deden het uit angst voor „het Tarief",
en goed Hervormden lieten zich misleiden
door de kerkbeschermers, die de belan
gen der Ned. Herv. kerk veiliger achtten
bij den Jood mr. v. Raalte dan bij den
Ned. Herv. oud-ouderling, bestuurslid v an
Volksonderwijs enz., den heer Blum.
Een rare dominé
Onder dit opschrift schrijft prof. Fabius
in zijn Studiën en Schetsen:
De heer Lieftinck heeft als tijdelijk Voor
zitter der Tweede Kamer gezegd, dat ook
voor den uitslag der verkiezingen zelfs
gebeden is. Blijkbaar achtte spreker
dat iets bijzonders. Daarmee toonende,
dat men heel oud kan zijn geworden, zelfs
als Kamerlid, en evenwel zeer bekrompen
kennis van het volksleven hebben. Ook
schijnt de theologische opleiding van de
zen gewezen modernen predikant weinig
breed te zijn geweest. Tevens achtte hij
naar moet worden aangenomen dit bid
den iets raars. Maar begreep hij niet, dat
zijne positie als tijdelijk Voorzitter weinig
geschikt was om aan die meening lucht
te geven. Ook het liberale lid Wijbenga
wist zich destijds op die plaats niet in
toom te houden. Voor der liberalen, door
hen vaak geroemde, verdraagzaamheid
schijnt zij gevaarlijk. De heer Lieftinck
deed wellicht goed, als hij nogmaals tot
de functie van tijdelijk voorzitter mocht
geroepen worden, eens na te slaan de
tactvolle wijze, waarop in vroegere jaren
een andere gewezen predikant, de heer
Donner, herhaaldelijk het tijdelijke voorzit
terschap waarnam. Waarschijnlijk bad ook
die voor de verkiezingen. Wellicht te
vens om wijsheid als tijdelijk Voorzitter.
En deed dan minder raar.
Misbruik van den Bijbel.
Er wordt door sommige menschen op
onhebbelijke wijze misbruik gemaakt van
Bijbelteksten.
Men moest dezen lieden het hoekje
„Misbruikte Bijbelplaatsen" van ds. Krop-
veld eens ter lezing kunnen geven.
Onder bovenstaand opschrift komt ook
prof. Fabius tegen deze strijdmanier of
inroeping van Schriftuurplaatsen tot sta
ving van eigen meening op.
Zoo was de Kindertoeslag van onderwij
zers door een gereformeerd blad verde
digd met het Schriftwoord: „Draagt el
kanders lasten" enz. Voorts verdedigt dat
blad het arbeidsloon naar behoefte,
en niet naar gepresteerde diensten. Hier
tegen merkt de hoogleeraar op: Het sy
steem van loon naar behoefte is in de
geschiedenis wel hekend. Het is het loon
systeem der slavenwereld. En zoo staat
het loon niet naar behoefte in ver
band met de vrijheid van het
leven.
Uit het „Draagt elkanders lasten" komt
nu behalve verzekeringsdwang, ook de
onderwijzerstoeslag. Straks misschien zelfs
de staatsloterij.
Gaat men de vermaningen der Heilige
Schrift voor het individueel eleven opvat
ten als door den Staat op uitwendige ma
nier te verwezenlijken geboden, dan krijgt
men natuurlijk aanstonds de openbare ar
menzorg. Gesteund door: „vergeet de wel
dadigheid en de mededeelzaamheid niet;
enz. (Hebr. 13:16).
Voorts ware gedwongen inkwartiering
nog uit te breiden op grond van het
woord: „Vergeet de herbergzaamheid
niet"; enz. (Hebr. 13:2).
De bepaling in art. 12 der staatsregeling
van 1801, dat de leden van een Kerk
genootschap „tot onderhoud van deszelfs
Dienaren en Eigendommen" een jaarlijk-
sche bijdrage zullen moeten storten, waar
van de wet het maximum zal bepalen,
wortelt dan regelrecht in 1 Cor. 913
„Weet gij niet, dat degenen, die de heilige
dingen bedienen, van het heilige eten; en
die steeds bij het altaar zijn, met het
altaar deelen?" Of in eene der andere
plaatsen, waar de geloovigen vermaand
worden voor den dienst des Woords te
zorgen.
In het „laat ons onze onderlinge bijeen
komst niet nalaten" (Hebr. 10:25) ligt
op deze wijze sterke grond voor gedwon
gen kerkbezoek.
Leerdwang in zake het hoogste
ware zoo te rechtvaardigen met het oog
op de vermaning aan de ouders ten op
zichte van hunne kinderen: „voedt ze op
in de leering en vermaning des Heeren".
(Ef. 6:4).
Waarop de professor volgen laat:
Een dienaar des Woords gaf mij in liet
openbaar eens den lof, dat ik in bijzondere
mate uit het Woord licht zocht voor liet
leven.
Zelden of nooit was mij een getuigenis
omtrent mijnen arbeid meer aangenaam.
Maar het sollen met God's Woord om
goed te praten, laf meegaan met den
waan van den dag is van dat stre
ven het onheilige spotbeeld.
Van A 1 m e 1 o begint de victorie.
In de ,,'sH. Crt." stond dezer dagen
het volgende bericht:
„Door de rechtbank te Almelo werd
een eigenaardig vonnis gewezen.
Eigenaardig niet om de daarin ver
vatte beslissing, doch o-m den vorm,-
de taal en den stijl, waarin dit von
nis is gekleed.
Daarin werd 'tpch gebroken niet den
vorm van het steeds herhaald „over
wegende',' di.e wiel hij' alle rechterlijke
beslissingen in gebruik' is.
Het geheel© vonnis is in een soort
verhaaltrant geschreven en maakt daar
door een eenigszins vreemden indruk.
Men is belangstellend in afwachting
of dit voorbeeld bij' andere rechtscob
leges navolging zal vinden".
'tls te hopen van wél.
Een vonnis moest juist zóó zijn ge
steld, dat zelfs een keukenmeid het le
zen én begrijpen kom Nil is 'tvaak zoo,
dat ,wie micldelbaar-taal heeft nog twij
felmoedig vraagt, wat de heeren rech
ters toch hebben bedoeld.
Averechtscher kan 'tal niet.
(Friesch Dagblad).
Het 50-jarig bestaan der
Staatsspoor.
De directeur-generaal der Staatsspoor
wegen heeft -de volgende dienstorder voor
het personeel uitgevaardigd
Het is mij een behoefte aan het geheel©
personeel mijln p-ersoonlijklen dathk te be
tuigen voor de wijlze, waarop- het 50-jarig
bestaan der Maatschappij' o-p 26 Sept. is
herdacht. De tall-ooze blijken van belang
stelling -op dien dag ontvangen, de ver
sieringen aangebracht aan -stations, ge
bouwen en omgeving en aain het rollend
materieel en bovenal de grootsche be
tooging te Utrecht, waaraan door duizen
den is deelgenomen, leveren mij het be-
wijls van den wil van het personeel om
met mij te blijven .samenwerken tot ver
meerdering va,n den bloei der Maatschap
pij. Dat gedurende de uitingen- van feest
vreugde de dienst ygeen ©ogenblik! stoor
nis -ondervo-nd, -dwingt bewondering af
voor de regeling der verschillende feeste
lijkheden en voor het groote plichtsge
voel van hen, die met de uitvoering van
den dienst belast bleven.
Interessante cijfers.
Hieronder volgen eeriige getallen nit
het verslag van den staat der hoogere,
middelbare en lagere scholen over 1911,
voor zoover het lager onderwij's betreft:
Het aantal openbare scholen vermeer
derde met 10 en bedroeg aan het einde
van 1911 3313.
Het aantal bijzondere scholen vermeer
derde met 38 Protestantsche en 36 Ka
tholieke; aan het einde van 1911 waren
er 1010 Protestantsche en 927 Katholieke
scholen.
Het aantal leerlingen der openbare scho
len bedroeg op 15 Januari 1912 566.867,
tegen 563.047 het jaar te voren; de bij
zondere scholen werden bezocht door
365.887 leerlingen, tegen 353.547 leerlin
gen op 15 Januari 1911; alzoo voor het
openbaar onderwij's een vermeerdering
met 3820, voor het bijzonder onderwijs
met 12.340 leerlingen.
Door de arrondissements-schoolopzie-
ners werd in 37.982 gevallen verlof ver
leend de school niet te bezoeken wegens
werkzaamheden in land en tuinbouw, vee
houderij en veenderij', tegen 38.739 geval-