No. 304 1913 Vrijdag 26 September. 17e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND CHRISTELIJK- HISTORISGH EERSTE BLAD. I(1(J id Miflowg. Uppers, knechts Meisje, 11,— 11,- ZierikzeTvm79,30; 1 uur in plaats van VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN H. R. STRUVE W. MELIS; H. R. STRUVE. Uit de Pers. Binnenland. IRG. oog loon Ie vaart. Zonder pn en zonder be- iwsche stroomen te melden. Br SEN Co 's Ale rdrecht. JRNELISSE, sweg, Middelburg, Itober Iknecht Knecht benoo- OTTER, Breeweg, 30, op motorsche- 3t motoren strekt Ier goede getuigen te melden. Br. EN Co.'s Alg! f drecht. ïtEEBE, Weimar- Vg,. vraagt 1 Oct. 918. 7rjjd.l7 7,— Zater.18 7,80 Sond. 19 8, Haan.20 8,80 )in» 21 8,30 Voes.22 8,30 )ond.2S 8,30 7r$d.2i 8,30 jtater. 25 8,80 ïond. 2610,— faan. 27 8,80 )ina. 28 8,80 Toen.29 9,80 lond.3010,— Prfld. 81 6,80 8,80 11,- 11,— 10,30 10,80 11- 9,- 9,80 10,30 10,30 10,80 10.80 10.80 achter een datum rikzee; het tweede em. 3EGRAAF*. lerd des Maandags) Intwerpen voorm. oot ZIEBIKZEE. 1918. g B dageltJksvm. 7,80 dagelijks vm. (be- dan 6,80) 7,80 en dient B-ROTTERDAlf. 1918. les Zondags) van an Middelburg vm. m. 8 uur. 's Maan 7,— uur. 1,43 c) 6,35 d) 4,10 e) 7,06 ;o) 5,05 6,35 d) h) utn ua het vertrek s. Neuiea vm.1^ toriselee ex Neuzen ii ten hoogste 16 wachten. n 10,45 uit Neuzen tot e r met 31 An8' de tweede meid pk wil verrichten, veek, wasch vrij. in de tegenwoor- Lefbocie |id, bij A. J. MOL, it „8CHKLDI* otterdam. IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkeie nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Zy, die zich mot 1 October a. s. op ons Wad abonneeren, ontvangen het tot aan dien datum GRATIS. De kiezers in het Statendistrict Mid delburg moeten Dinsdag om droeve oor zaken ter stembus. De heer Den Bouwmeester, het pas voor zes jaren herkozen Statenlid, ont viel na een langdurige sukkeling aan zijn veelomvattende taaken "de heer Louwerse, die nog driejaren zitting had, moest het wegens een veeljarig geestes- lijden opgeven. In hunne plaatsen moet worden voor zien. Deze stemming zal wel een hoogst gewichtige zijn. Immers van deze hangt af of de door de vrijzinnigheid pas be vochten meerderheid in de Staten links nog zal worden versterkt, dan wel of rechts den zetel van Louwerse mag be houden, en dien van Den Bouwmeester herwinnen, en zoo de vrijzinnige meer derheid weer tot (zij het ook de grootst mogelijkeminderheid wordt. Voor deze politieke beteekenis der Statenstemming mogen wij niet blind zijn. En ook niet voor de veranderde po sitie waarin ook op Walcheren rechts tegenover links kwam te staan. Vroeger toch waren de linkerpartijen in Middelburg nog eenigszins verdeeld. Een smalle rechterzoom sloot zich niet zelden als stille kracht bij de rechtsche kiezers aan en bezorgde dezen hierdoor een meerderheid. Doch dit jaar is hierin verandering gekomen. De positie is wederzijds zuiverder ge worden. Nu heeft al wat vrijzinnig is zich om één eandidaat vereenigd, een vrijzinnigen. Oud-liberaal en vrijzinnig democraat, allicht ook sociaal-democraat groepeert zich om den gemeenschappelijken uit verkorene jhr. Van Doorn. En allicht voegen zich bij dezen de stemmen van tal van christelijk histo- rischen. Velen die tot kort geleden nog ijver den voor rechtsche samenwerking, zullen nu stemmen op den kerkschen, kerke- lijken liberaal. Waanneer zij dan maar begrijpen zullen dat zij door zulks te doen de partij ver sterken van hen die straks, na de uit werping van mr. Lucasse, den zendings man Hovy uit de Eerste Kamer zullen drijven, om naast hem te plaatsen een geestverwant van mr. Fokker. Doch niet alleen ter wille van de Eerste-Kamer-verkiezing doch ook ter wille van de verdiensten van de rechtsche candidaten achten wij het gewenscht dat de kiezers ditmaal met eenparigheid, en met groote meerderheid hun stem geven aan de antirevolutionaire candi daten. Iu plaats van den heer Den Bouw meester, aftreding 1919, is de heer °nze man. Een bekwaam man, die in verschil- lende vereenigingen door zijn lidmaat schap en krachtigen arbeid groote diens ten bewijst, en zijn belangstelling in de publieke zaak, zoo voor Middelburg als voor de omgeving, ten allen tijde kracht dadig getoond heeft. Letten wij op het gehalte van meer dan een Statenlid, wat kennis van zaken etl toestanden aangaat, dan durven wij gerust zeggen, de heer Struve had reeds lang eén plaats in de Staten moeten hebben, teneinde het peil van dit hooge college te helpen verhoogen. Wij zijn ten zeerste overtuigd dat hij de plaats van wijlen den heer Den Bouwmeester waardig vervullen zal. En nu de tweede eandidaat. De heer W. Melis is een practiscli landbouwer, sinds jaren een uitstekend gemeenteraadslid te Serooskerke daarbij een man van het woord, die over land bouw- en polderbelangen met kennis van zaken, weet te oordeelendaarbij een man die de algemeene achting van voor- en tegenstander geniet; in land bouw- en polderzaken als doorkneed is, en menigmaal tevergeefs is aangezocht geweest een candidatuur voor de Staten te aanvaarden. De verkiezing van den heer Melis zal dan ook een versterking zijn van het degelijke landbouwelement in de Staten. Met vertrouwen bevelen wij dan ook aan in de vacature Louwerse in de vacature Den Bouwmeester Men lette wel op de kleur der bil jetten en make geen vergissingen. 26 Sept. 1918. Antithese. In de campagne, die achter ons ligt, is door liberaal en sociaal uit den treure beweerd„De antithese zal niet meer zijn, als wij zullen zegevierendan zal aanschouwd worden een aandoenlijke eenheid. „Alle menschen werden Brüder!" De religie zal de politiek niet meer be derven Niet alleen van concentratie-zijde werd deze stem beluisterd. Ook door Chr. sociale redenaars werd in dezen toonaard gezongen. Dat verdeelen van de natie in „christelijk" en „onchristelijk" ging ook hun veel te verAan hunne voeten zaten liberaal en socialist in enthousiast handgeklap te applaudiseeren en toen de slag gevallen was, lachten ze en tapten moppen op de onnoozelen, die zich door hen zoo hadden laten beetnemen Weg met de antithese I en, we zou den saam zingen het lied van de Eenheid onder d'azuren politieken hemel Onze Groen heeft steeds onder veel be- bestrijding beweerd daar zijn „au fond" slechts twee partijenMen lachte hem uit en taste smaad en hoon op het hoofd van den veldheer zonder leger En toch, jaren na dato komt mr. Van Houten mét de bewering„deze tegen stelling is niet een conflict over enkele dogma's maar een tegenstelling tusschen geloof en ongeloof'. Mr. Van Houten vindt 't zelfs heel natuurlijk, dat Rome en Dordt zich aaneensluiten. De klove tusschen liberaal en clericaal is grooter dan die tus schen Rome en Dordt Groen heeft voortdurend de Roomschen opgeroepen om zich eendrachtig met hem te verzetten tegen de macht, die zoowel Protestant als Roomsche bedreigt. En wat zegt mr. Cort v. d. Linden in zijn „Richting en beleid der Liberale Partij Ditde liberale politiek vindt haren grond in het gezag der menschelijke rede. De vrijzinnige richt staatsregeling en be stuur, overeenkomstig zijn idealen van des menschen waarde, uitsluitend naar de uit spraken van het verstand in Tegen over de liberale partij staan allen, die, bij de beoordeeling van het publiek be lang, zich beroepen op den geopenbaar- den wil Gods. De klove, welke liberalen en clericalen gescheiden houdtis niet toevallig, maarzij is noodzakelijk Zij die gelooven, dat Gods wil uit den Bijbel gekend wordt, hooren in de liberale 'partij niet thuis Wij vragen, zal onder 't huidige kabi net de Antithese den volke ook zoo eerlijk voor oogen worden gehouden Wij hopen het. Want dan zal een zuivere beginselstrijd mogelijk zijn. Dien strijd, tusschen twee wereldbeschouwingen, wil len we, ondanks de nauwlijks geheelde wonden, blijnioedig tegen gaan. ICenne een ieder in dien strijd zijne plaats 1 Oneeniglieid onder de Socialisten. De overwinning, die door de linker zijde bij de stembus alleen kon bevoch ten worden door een hartstochtelijken partijstrijd en allerlei politiek kunst- en vliegwerk, heeft tenminste dit voordeel gehad, dat meer dan ooit de zwakheden en verdeeldheden der vrijzinnige en socia listische groepen openbaar zijn geworden. Dat de Concentratie even machteloos was om een Ministerie te vormen als de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij onwillig, was een eerste openbaring van deze ellendige politieke werkelijkheid, die de misleide kiezers heeft onthutst. In den loop der naaste politieke aëra zal men van de hopelooze verdeeldheid der concentratie-partijen nog menig staal tje beleven, en wat de socialisten aan gaat, ook die zijn nièer dan ooit door oneeniglieid en partijschappen geschei den, ondanks het theatrale verzoenings- tooneel aan het einde van het jongste congres. De strijdlustige Van der Goes hééft in „Het Weekblad" geregeld de cam pagne voortgezet, die hij op het Zwol- sche congres tegen den leider had ge voerd. En deze, pas van een buitenland- sche reis terug, bijt thans op zijn beurt van zich af. In „Het Volk" schrijft mr. Troelstra „Om zich op de plaats van Troelstra te handhaven", dekreteert Van der Goes, moet ik niet alleen het senti ment, dat de resolutie van Zwolle deed aannemen, roemen, „maar moet er ook naar gehandeld worden." M.a.w.wees het nu verder eens met die beslissing öf verlaat de plaats, die gij inneemt. Voor zoover dit mocht beteekenen, dat ik, na de aanneming dezer resolu tie, in de daardoor bepaalde parlemen taire situatie met alle kracht voor de Partij en hare programpunten zal strijden, is Van der Goes' dreigement overbodig. Loyaler, dan ik de Zwol- sche beslissing opvat, kan ze door geen tegenstander worden opgevat. Maar als Van der Goes zou willen zeggen, dat ik nu maar moet doen, alsof ik die beslissing beschouw als het summum van politieke soc. dem. wijsheid, op straffe van door hem en zijne vrienden strak aan den dijk te worden gezet, dan antwoord ik dat nooit! Dan liever de politieke leiding der Partij aan Van der Goes overge laten, die dan maar eens toonen moet of de scherpte en onmeedoogendheid van zijn kritiek op anderer werk wordt geëvenaard door eigen talent en be kwaamheid, om beter te doen. Wat mij betreft, ik heb mij zelfde vraag, of ik na de Zwolsche beslissing nog de politieke leiding zou kunnen houden, reeds voordat die beslissing genomen was, met den meesten ernst gesteld. En als ik, na vrijwat hoofd breken, eindelijk die vraag toestem mend heb beantwoord, dan was het, omdat ik weet, dat het hart der Partij klopt in mijn hart en dat bij een meer algemeene beslissing ovej de vraag van „het ministerialisme", die ons reeds op ons eerstvolgend verkiezings congres zal worden opgedrongen, de Partij het met mij eens zal zijn, zonder dat ik daartoe verplicht zal zijn, mij tot de opinie van Van der Goes te be- keeren In hoever dit juist is gezien, zal de naaste toekomst moeten leeren. Voor- loopig blijf ik nog maar wat op de plaats, waar het vertrouwen der Bartij en mijn eigen werk en persoonlijkheid mij stelden. Mocht ik, door alleen zoo te werken en te raden, als ik voor mijn eigen geweten kan verantwoorden, zon der mij daarbij door vrees voor valschen schijn te laten weerhoudenniet meer blijken te geven, wat de Partij van mij verlangt en haar vertrouwen verbeuren dan zal ik, dankbaar voor al hetgeen ik voor haar mocht doen, mijn plaats verlaten. Maar zoolang ik op die plaats sta, zal ik een eigen politiek inzicht hebben en het proletarisch sentiment der massa van dat inzicht trachten te doordringen. Troelstra is dus geenszins geneigd, om zich voorshands van de leidende positie, waarop, hij zijn recht doet gelden, terug te laten dringen. Zelfs kondigt hij een bro chure aan, waarin hij tegenover het con gres, dat zijn opinie ongelijk gaf, deze opinie opnieuw als eigenlijk de eenig juiste zal verdedigen. Een der groote argumenten schrijft hij van de tegenstanders der aan vaarding van ministerportefeuilles was, dat door die aanvaarding oppositie van een groep in de Partij gewekt en de eenheid der Partij bedreigd zou worden. Thans blijkt het, uit Van der Goes' schrijven, dat diezelfde groep blijft doorvechten en de partij in twee kam pen verdeelt, zelfs waar een beslissing in haar geest is genomen. En dat, ter wijl van den kant dergenen, die de nederlaag hebben geleden, daartoe niet de minste aanleiding wordt gegeven. Voegt men daarbij, dat deze voort gezette kampagne zich in het nummer van 12 Sept. speciaal richt tegen onder- geteekende, wiens optreden door ver zwijging van hetgeen dat optreden mo tiveerde, vrijwel tot een karikatuur wordt gemaakt, dan beseft ieder, dat zelfs bij den besten wil om de Partij voor nieuwe katte vechterijen te bewa ren, voor mij zwijgen over deze zaak ondoenlijk is. Het eenige middel, om met de aldus uitgelokte debatten niet het partij- orgaan te bederven, is, dat ik in een brochure de afgeloopen ministerkrisis behandel en daarin den partijgenoo- ten en allen, wien het aangaat, het bewijs lever, dat een zelfde, streng vol gehouden gedragslijn van den aanvang tot het einde mijn standpunt heeft bepaald en dat, wat voor oppervlakkige of kwaadwillige beoordeelaars inkonse- kwent of weifelachtig lijkt, eenvoudig voortkomt uit het verschil tusschen twee situaties, die evenveel gelijkenis met elkaar hadden als een kapitaal van honderdduizend gulden in banknoten heeft met een lot in de staatsloterij. Dat de leider de dreigende verdeeld heden met een brochure zou bezweren, is geenszins aannemelijk. Integendeel volgt op die brochure natuurlijk een tegen-brochure, en zoo kan men zich op een twistgeschrei voorbereiden, dat het tooneelefïect van de Zwolsche ver zoening dubbel scherp doet uitkomen. Ook socialisten zijn menschen met harts tochten en wel met hartstochten, die op den duur zelfs door de hooggeroemde partijzucht niet zullen te bedwingen zijn. En dat daar ook de politiek den weer omstuit van ondervinden zal, ligt voor de hand! Tijd. Eene klacht en eene uitnoodiging. Het Vaderland is weer in den ziels- ofgeestesto—^ van den heer Lobm»»oGor ue innerlijke gemoeds gesteldheid van den leider der Christe- lijk-Historische partij, sinds de nederlaag van 25 Juni 11. Ziehier de aanleiding. De tijdelijke voorzitter der Tweede Kamer, de heer Lieftinck, zeide, bij het openen der vergadering, o.a.„Deze ver kiezing is voorafgegaan, zooals wel te denken was, door een groote, een mach tige werking in het land. Er is oneindig geredeneerd, gedebatteerd, er is zelfs gebeden voor de gunst van de stembus." Daarop heeft de heer Lohman niet geïnterrumpeerd, zooals het Vaderland het doet voorkomen, doch, zonder zich te wenden tot den spreker zich de woorden laten ontvallen, „en gelogen ook". Die woorden, blijkbaar alleen voor de omstanders bestemd, schijnen door een persman te zijn verstaanalthans wordt er in enkele Kameroverzichten gewag van gemaakt. „Waar moet dat heen," vraagt het blad. „Men begrijpe toch wel, dat wat de heer Lohman zich op dien dag veroorloofde eenvoudig niet te qualifi- ceeren is, en een treurig misbruik maken was van het feit, dat er een tijdelijke voorzitter zat, die uit den aard der zaak niemand tot de orde kan roepen of wil roepen. Het is dan ook nog nooit in Nederland gebeurd, dat een lid der Kamer den Nestor in zijn openingsspeech interrumpeerde; dat heeft niemand zich ooit kunnen voorstellen dat zou gebeuren, laat staan op zoo grove wijze. En dat alles ge schiedde op het oogenblik, dat onze seniores meer dan ooit verplicht waren het decorum hoog te houden, waar bijna 80 nieuwe leden hunne eerste les moesten hebben in de parlemen taire manieren." Wat kwaad deed toch de heer Loh man Hij vulde even aan wat „de nestor" in herinnering bracht, „geredeneerd, ge debatteerd, zelfs gebeden". Dit sloeg immers, hoog onpartijdig, op allen? Ook op de vrijzinnigen? Heelemaal niet be doeld als een sneer of een bespotting van de overwonnen groep En evenzoo vulde, met het oog op allen,'do heer Lohman aan „en gelogen ook". Of zou de „nestor", die op dat oogen blik bijzonder objectief en onpartijdig behoort te zijn, hebben willen zeggen: „en van rechts gebeden ook"? Maar waarom mocht dan de op Lief- tinck volgende nestor niet aanvullen „en van Links gelogen ook" Het is immers om waarheid te doen. Wordt de „vrijzinnigheid" niet „bezield door den hartstocht der werkelijkheid", en past het dan den man van rechts niet, aan gelijke bezieling uiting te geven Moet die bezieling op den ouden dag er uit? Of is er niet gelogen Misschien zal bij de begrootingsdebatten dit punt nog wel ter sprake komen. Dan zal er gelegenheid zijn den „leider der Chris- telijk-Historische partij" zijn gebrek aan objectiviteit eens goed te doen gevoelen Het ziet er intusschen maar slecht met den heer Lohman uit. Hem worden ter zelf-ontdekking voor oogen gesteld Van Nispen, Nolens, Loeff, De Geer, Van Idsinga en vele anderen. Ja, zelfs „zijn getrouwe bondgenoot dr. Kuyper, die met voorbefeldige gelatenheid, om niet te zeggen Christelijke berusting, de overwinning van Links draagt". De heer Lohman moet wel diep gevallen zijn, als door een liberaal blad dr. Kuyper hem ter bekeering wordt voorgesteld En het Vaderland betreurt het, d»* zij „moeilijk de Christeliil^^f6 Kamerclub kan uitno«^n> ?.aren in bed wane *ouden> al zlJn W1J (het yn,],r/.""G overtuigd, dat zij leden telt, me de onstuimigheid van dezen ten zeerste afkeuren." Nu, om het droevig gestemd Vaderland in het gevlei te komen, brengen wij, langs dezen weg, haar beseheiden „uit- noodiging" aan die Kamerclub over. Misschien helpt het nog wel. Te Leeuwarden is, 57 jaar oud, overleden de heer A. E. Kempees, hoofd ingenieur directeur van den Rijks Wa-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1