No. 303 1913
Donderdag 25 September.
27e Jaargang
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
H. R. STRUVE.
W. MELIS.
De Treoirede hi Del Mirijjs.
Uit de Pers.
Binnenland.
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
Z|j, die zich met 1 October a. s. op ons
blad abonneeren, ontvangen het tot aan
dien datum GRATIS.
MIDDELBURG.
De Zeeuw beveelt voor de stemming
voor twee leden der Provinciale Staten
met aandrang aan
Aftreding 1919
Aftreding 1916
De stemming voor de Staten is be
paald op 30 September.
Wij herinneren de Middelburgsche
lezers aan de stemming op morgen
Vrijdag.
Het verschil tusschen de Troonrede
van 1913 en de Openingsrede van 1909
loopt in 't oog, ook wat het Onderwijs
aangaat.
De Troonrede stelt slechts een staats
commissie in uitzicht niet om te brengen
een bevredigende regeling, maar om te
onderzoeken of een bevredigende regeling
mogelijk is ter zake van de subsidiee-
ring van het Bijzonder Onderwijsen
zoo ja in hoeverre.
De mogelijkheid staat derhalve niet
vast, even vast zelfs als de onmogelijk
heid. Maar enfin, de Staatscommissie zal
het onderzoeken. En dan zal zij ook de
regelen zoeken vast te stellen waarlangs
die bevredigende oplossing kan verleend
wordenmet de voorwaarden eraan ver
bonden.
Het wil derhalve zeggenlang wach
ten is de boodschap, En als er nog
wat komt, dan verscherpte voorwaarden.
Nu kan de regeering verscherpen zoo
veel zij wil, alleen maar, de goed
keuring van het leerplan is een voor
waarde, welke de bijzondere school nim
mer zal aanvaarden.
Doch hierop komen wij later terug.
Voorloopig zij er slechts op gewezen,
dat voor wat de bijzondere school aan
gaat de paragraaf in de Troonrede een
mager beestje is.
Niets positiefs, niets definitiefs, niets
dat vaststaat, en geen zweem van een
streven naar de inachtneming der Chris
telijke rechtsbeginselen, uit welke alleen
de algemeen bevredigende regeling ter
zake van de subsidieering van het bij
zonder onderwijs mogelijk is.
Hoe geheel anders luidde op dit punt
de eerste openingsrede in 1909 van den
minister Heemskerk, den premier in het
rechtsche kabinet.
„Evenals tot hiertoe'blijft de regeering
naar de toepassing van Christelijke rechts
beginselen streven", zoo las hij. En daar
bij Een verlichting van druk voor
't bijzonder onderwijs werd in uitzicht
gesteld, terwijl de druk werd erkend.
Immers de openingsrede beloofde „meer
doeltreffende subsidieering in de kosten
van schoolbouw, welke thans het bizonder
lager onderwijs menigmaal te zwaar druk
ken en zoo mogelijk vervroegde uitbe
taling der subsidies aan dat onderwijs.
Beloften die ook zijn ingelost, wat dit
laatste betreft werd het regel reeds in
Juli uit te betalen.
En letten wij nu daarbij op de feiten,
Welke bewijzen dat het vorige kabinet
zijne beloften heeft ingelost, dan treft
ons den ernst waarmee dit gedaan is.
Van eenzijdige bevoordeeling van het
bijzonder onderwijs was het kabinet af-
keerig. Wat het middelbaar onderwijs
aangaat scheen het zelfs eer te gevoelen
veor benadeeling, althans voor mindere
bevoordeeling van het bijzonder onder
wijs.
Doch wat het lager onderwijs aangaat
is het kabinet het bijzonder onderwijs
belangstellend tegemoet gekomen. Als
bewijs noemen wij het mulo-wetje, het
bouwwetje en het toeslagwetje.
Zeker, die wetjes hebben ook gelijke
lijk het openbaar onderwijs en de open
bare onderwijzers bevoordeeld. Maar zij
hebben dan toch de bijzondere onder
wijzers en het bijzonder onderwijs zeer
gebaat.
Ja zelfs de beschuldiging dat het niets
deed voor de algemeene ontwikkeling
van het onderwijs in zijn verschillende
geledingen, vervalt, dewijl nog vóór den
uitslag der Kamerverkiezingen van dezen
zomer het wetsvoorstel is ingekomen tot
wijziging van ons onderwijsstelseleen
ontwerp dat getuigt van kennisneming
van het rapport der Ineenschakelings-
commissie, een reuzenwerk, een prachtig
stuk dat een reuzengeest zal vorderen
om het in een wetsontwerp te belicha
men,
Dat het kabinet-Heemskerk daartoe
niet bekwaam zou geweest zijn, is mo
gelijk. Een staatsman als dr. Kuyper,
1 reus op dit gebied, zou dit hebben ge-
i kund. Doch het kabinet-Heemskerk zou
j het daarin verder gebracht hebben dan
i menig ander kabinet,
i Alleen maar wat het middelbaar
onderwijs aangaat heeft dat kabinet niet
met de belangen van het Christelijk
middelbaar onderwijs gerekend.
Wij komen daar nog wel eens op terug.
25 Sept. 1913.
Nu wij weer een paar verkiezingen
tegemoet gaan, herinneren wij nogmaals
aan de waarde van één stem.
Menige gemeenteraad is „om" gegaan
tengevolge van het verzuim van één kiezer,
i Meer dan één wet is aangenomen ten
gevolge van het verzuim van één kiezer.
I In Sneek werd jaren geleden een libe
raal tot lid der Kamer gekozen en viel
onze mr. Heemskerk uit met een stem.
t Daarna werd de Leerplichtwet aange
nomen met meerderheid van één stem.
i Was de heer Heemskerk voor Sneek
verkozen geweest, de wet ware verworpen
geweest met één stem.
In België is ook eenmaal iets derge
lijks gebeurd, doch dat was veel erger.
Hier is vóór 1884, voordat een Katho
lieke meerderheid in de Tweede Kamer
kwam en een Katholiek Ministerie op-
i trad, eens te Gent een liberale senator
j gekozen met één stem meerderheid en
5 de voor de Katholieken zoo heillooze
liberale onder wijs wet-Yon Humbeek,
waaronder België zeven jaar gezucht
heeft, werd in den Senaat aangenomen
met één stem meerderheid.
Dat hadden alle Katholieke kiezers,
die bij de verkiezing te Gent waren
weggebleven, ieder persoonlijk, zich te
verwijten.
Aan de mogelijke groote waarde van
één stem denke morgen iedere Middel
burger en Dinsdag weer iedere Middel
burger mitsgaders al diegenen op Wal
cheren welke geroepen worden hun stem
plicht te komen vervullen.
De (inlandsche) schrijver heeft er
blijkbaar naar gestreefd, om de (ver
schillende) bewegingen (in Indië) zoo
onpartijdig mogelijk in het kort te
schetsen. Hij onthoudt zich van cri-
tiek en bedoelt alleen maar een ver
slag te geven van de bestaande bewe
gingen. Maar zoo beschouwd vind ik
het vooral de moeite waard, om te
lezen, wat deze inlander zegt van de
magonnieke beweging en zoo kalmpjes-
weg meedeelt, dat vrijmetselaren zich
inspannen, om de Zending gehaat te
maken. Het lijkt mij toe, dat mannen
als Van Deventer c. s., als ze zooiets
lezen, wel iets bij zich zullen voelen
wegzinken. Deze mannen toch willen
zoo graag doen gelooven, dat de inlan
der geheel uit eigen beweging zich tegen
de tegenwoordige Zendingsactie zou
verzetten en werpen de beschuldiging
ver weg, alsof van hun zijde de inlan
der tegen de Zending zou opgestookt
worden en zie daar komt een ont
wikkelde inlander, iemand die het
weet, wat er alzoo gebeurt in de in
landsche wereld, met kalme zekerheid
zeggen, dat door vrijmetselaren de
Zending bij den inlander gehaat wordt
gemaakt en dat die vrijmetselaren zich
daartoe zelfs inspannen. Het is bepaald
voor die opstokers van de in-
Maar wie zijn dan toch de onruststokers f
Niet de Zendingniet de regeering
niet de leden van Sarèkat Islam en Boedi
Oetama.
Maar wie dan wel.
Eenigen tijd geleden schreef een inlan
der in het blad van Boedi Oetama zijn
meening over de actie der vrijmetselaars,
welke hij kenschetste als „de beweging,
waarbij vrijmetselaren zich inspannen, om
de Zending gehaat te maken bij de inland
sche bevolking
Uit deze omschrijving ziet men
zegt ds. Merkelijn, missionair d. d. w.
te Magelang, in De Zuider Kerkbode
hoe de vrijmetselaarsbeweging zich in
het bewustzijn van den Inlander afspie
gelt. Hij teekent er dan het volgende
bij aan
pijnlijk
landschx
landsche bevolking, dat hun geheime
werken, hun verborgen ophitsen zoo
in het daglicht worde* geplaatst".
Het zijn derhalve de logemannen, die
de gemoederen in Indië in onrust brengen.
De onruststokers in Indië zijn zijEn
zóó bezien is het volkomen verklaarbaar,
dat zelfs het fel anti-clericale Nieuws v.
d. Dag v. N.-Indïè, na den uitslag der
Kamerverkiezingen schreef
„Wij zouden het ten hoogste betreu
renswaardig achten, wanneer (na een
mogelijk aftreden van Gouverneur
Idenburg) het bestuur over Indië werd
verdeeld, hier en te 's-Gravenhage,
tusschen mannen, die de opvattingen
zijn toegedaan van mr. van Deventer.
Dat zou wel eens op een nationale
ramp kunnen uitloopen!"
Nu werd niet mr. v. Deventer minis
ter van koloniën, maar zijn oud-com
pagnon. Of dat beter is En of hijzelf
in petto gehouden wordt tegen dat Iden
burg weg moet?
De tijd zal 't leexen.
Een nieuw bewijs.
Onder dit opschrift schrijft Zelandia
Toen de N. R. Ct. verleden week vroeg
„door wiens geestverwanten is gelogen"
hebben wij daar dadelijk met overlegging
van bewijsstukken op geantwoord door
de geestverwanten van de N. R. Ct.
Een nieuw bewijs dat Links vaak liegt,
levert thans T. H. S(iemelink) in het
Weekbl. v. Z. VI. en in het Zeeuwsche
Weekbl. Daarin zegt hij dat de Anti-
rev. partij het besluit heeft genomen
om „als obstructie-partij verder te arbei
den."
Toen we dit lazen, dachten we eerst
aan een schrijffout, maar een paar regels
verder herhaalt T. H. S(iemelink) het
woord „obstructie" tot tweemaal toe en
geeft daarvan zelfs de beteekenis daar
van.
Waar T. H. S(iemelink) de bewering
vandaan haalt, dat de Anti-rev. partij
obstructie-partij wil zijn is ons een raad
sel. Trouwens dit bewijs is dan ook
niet te leveren.
Alleen is door de Standaard gezegd,
dat onder de tegenwoordige omstandig
heden, nu Rechts in de minderheid is,
Rechts zich zal hebben te schikken in
de rol van oppositie-partij. i
Had T. H. S(iemelink) slechts éénmaal
het woord „obstructie" gebruikt en het
niet toegelicht, dan hadden wij aaneen
schrijffout kunnen en willen denken.
Nu niet.
Nu is opzettelijk, tegen beter weten
in, geheel in strijd met de waarheid, het
woord vervalscht en „oppositie" in „ob
structie" veranderd.
Daardoor levert T. H. 8(iemelink)
een sprekend bewijs, dat het de geest
verwanten van de N. R. Ct. het zijn, die
liegen.
Thans nu de stembus gesloten is, had
den we gehoopt, dat Links wat meer
aan de waarheid getrouw zou blijven,
maar het geschrijf van T. H. S(ieme-
link) toont aan, dat we in die ver
wachting worden teleurgesteld en dat
men Links op den ingeslagen weg van
onjuiste instellingen blijft voortgaan.
De opening onzer H. B. S.
Doctor ét Emergo heeft van den be
ginne dat het plan eener gemeentelijke
H. B. S. te Ter Neuzen ter sprake kwam,
daartegen op verschillende goede gronden
geprotesteerd.
Die H. B. S. is nu geopend en naar
aanleiding van door den burgemeester
en het oud-raadslid Drost de een
antirevolutionair, de ander zoon en bloed
verwant van positieve belijders ook op
staatkundig gebied en vooral in den strijd
voor de vrije school legt de redactie
nog eens in haar bekende gespierde taal
uit, waarom de oprichting dezer school,
en nu ook de bij de opening dier school
gesproken woorden haar tegen de borst
stuiten.
De redactie rekent ook met den heer
Drost af. Deze had in de getypte oratie
welke hij voorlas, een aanval gericht op
de principieele en andere tegenstanders
der H. B. S.
Het slot van het artikel is van 't
grootste belang. Het luidt
De H. B. S. van Ter Neuzen is niet
geopend met 70 leerlingen, zooals men
de Hollandsche bladen heeft wijsge
maakt, doch met zes.
Van die zes gaat hoogstens na een
jaar althans een er weer af.
Men kan nu reeds zeggen, hoeveel
er na verloop van het eerste schooljaar
bijkomen.
Als er niet toevallig een ambtenaar
of een ander zich in Ter Neuzen ves
tigt, die een leerling van een andere
H. B. S. meebrengt, zullen er 't vol
gend jaar hoogstens vier nieuwe leer
lingen zijn.
Over twee jaar waarschijnlijk een
10 12-tal.
Hoe kwam men nu aan het 70-tal,
waarvan men in de bladen met zoo
veel ophef gewag heeft gemaakt?
Op de volgende wijze.
Er was bepaald, dat tot hetM. U.
L. O. zouden worden toegelaten de
leerlingen die de 6e klasse der Lagere
school met vrucht hadden doorloopen.
Dit aantal was eohter niet groot ge
noeg om er mede te geuren.
Daarop werd bepaalddan ook de
leerlingen die sinds April 1.1. in de
zesde klasse zitten, mits ze elf jaar zijn.
Door die laatste bepaling moesten
er enkele vriendinnetjes, waaronder
ook het dochtertje van den heer Drost,
nog buiten vallen. Dus ook deze be
paling maar overboord geworpen rijp
en groen werd aangenomen en zoo
bracht men het M. U. L. O. op 64
bij de opening.
Van die 64 zou, dit begrijpt ieder,
een deel veel beter het gewoon lager
onderwijs nog een jaar volgen.
De overigen, voorzoover ze niet uit
andere gemeenten komen, genoten reeds
M. U. L. O. Een viertal op de Bijzon
dere school en de rest grootendeels op
de Openbare school B.
Of die verandering de groote kosten
waard is, laten we op 't oogenblik
onbesproken, omdat, de bespreking
daarvan ons te ver zou voeren.
Doch een feit is het, dat de
H. B. S. werd geopend met zes leer
lingen, terwijl de vooruitzichten uit
het bovenvermelde kunnen berekend
worden.
Voor die zes leerlingen zal de ge
meente 't volgend jaar minstens 6000
gulden moeten bijpassen.
Loctor et Emergo trooste zich. Wij heb
ben nu een linksch ministerie, waarin
mannen zitten die het openlijk gezegd
hebben dat het bestuur der vorige re
geering verbeterd en in zijn tegendeel
behoort verkeerd te worden. Welnu,
laten de Neuzensche vrijzinnigen daar
maar eens aankloppen. Misschien wordt
de Neuzensche gemeentelijke H. B. 8.
met haar 6 leerlingen dan wel een Rijks
Nieuw stadhuis te 's Gravenhage. Naar
de N. Ct. verneemt, ligt het in het voor
nemen om na afdoening van het schouw-
burgvraagstuk en zoodra de' urgente
zaken het veroorloven, de verschillende
aanhangige voorstellen tot het bouwen
van (of verbouwen tot) een nieuw stad
huis weder bij den Haagschen gemeen
teraad aan de orde te stellen.
Armenzorg. De directie van het
Centraal Bureau van Weldadigheid te
Utrecht meldt, dat dit bureau wegens
gebrek aan medewerking wordt opge
heven, en dat na 1 October vanwege het
bureau geen collecten meer gehouden
worden.
De Jubilewmzegels, uit te geven in
de laatste maanden van dit jaar en
alsdan verkrijgbaar aan de postkantoren
zijn voor onbeperkten tijd geldig voor
frankeering in het binnen- en buiten-
landsch verkeer.
De oplaag is voor elke waarde bepaald
op het hieronder vermelde aantal.
2«/i cent, beeltenis Koning Willem I,
3,000,000 stuks. 3 cent, beeltenis Koning
Willem II, 1,500,000 stuks. 5 cent, beel
tenis Koning Willem III, 3,000,000
stuks. 10 cent, beeltenis H. M. de Ko
ningin 1,500,000 stuks. 12'/t cent, beel
tenis Koning Willem I, 1,500,000 stuks.
20 cent, beeltenis Koning Willem II,
500,000 stuks. 25 cent, beeltenis Koning
Willem IH, 500,000 stuks. 50 cent, beel
tenis H. M. de Koningin, 200,000 stuks.
1 gulden, beeltenis Koning Willem I,
200,000 stuks. 2'/* gulden, beeltenis Ko
ning Wiilem II, 100,000 stuks. 5 gulden,
beeltenis Koning Willem Hl, 100,000
stuks. 10 gulden, beeltenis H. M. de
Koningin, 100,000 stuks.
Naaije op den Dam.
Morgen I Goeien morgen
Zoo Rens ben jij daar.
Ja, mijn waarde; je hebt de komple-
menten van vaders en moeders en ze
laten je weten as dat Naatje van nacht
Wel kerelje doet me schrikkenmaar
ie bent in de war, want een tante Naatje
heb ik niet of het moest een onbekende
suikertante zijn.
Och vent, laat me uitpraten.
Ik heb het niet over je onbekende
suikertante.
Nu, over wie dan?
Over Naatje op den Dam!
O, zoo 1 over de één armige 1
Juist. Over Naatje, die zoo loensch
kijkt naar de Kal verstraat.
Toch niet naar de vierbeenige kalvers
Neen, naar de tweebeenige.
Nou, lach niet. 't Is waar.
En wat is er nu met Naatie op den
Dam
Wel, ze wil verhuizen, 't goeie mensch.
Nog gelijk. Ze hebben ze al lang genoeg
versukkeld, die arme verschoppelinge.
En waarom wil ze zoo graag verhuizen
Ten eerste is ze stijf en „rimmetiekig"
geworden van dat lange staan."
Ten tweede is ze doof geworden van
al die herrie van dq trams.
Ten derde zit het oudje heelemaal
onder het stof van dat eeuwige bouwen
en verbouwen.