No. 301 1913 Dinsdag 23 September. 27e Jaargang NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH De Raadsverkiezing te Middelburg. W. A. DE RIJCKE, L. J. MES, L. J.IMES W. A. DE RIJCKE. J. A. VERTREGT. VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN 1736: IEDEREN WERKDAG DES AVONDS. Prijs per drie maanden franco p.p1.25 Enkele nummers0.05 UITGAVE DER FIRMA'S EN van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel meer 10 cent. ür* be opgaaf van den spoordienst komt In dit nommer voor op de gebrui kelijke plaats. Z\j, die zich met 1 October a. s. op ons blad abonneeren, ontvangen het tot aan dien datum GRATIS. JTPastJis" ook "voor Jde Middelburgsche Kiezers de periode der verademing in getreden, of reeds weer wordt de stem bus klaar gezet, en worden zij opgeroe pen ter vervulling van hun plicht. Een drietal vacatures ontstonden'in den gemeenteraad. Mannen die meteere hun taak vervuld hadden, sinds langer of korter tijd, bedankten of lieten met hun overlijden hunne plaats ledig. En zoo staan de kiezers weer gereed om die open plaatsen te vervullen. In het eerste district, dat van den hoogst bekwamen wethouder Den Bouw meester bevelen wij aan den heer het bekende oud-gemeeDteraadslid die gedurende een reeks van jaren op ver dienstelijke wijze zijn mandaat heeft ver vuld, zijn medewerking verleende aan tal van besluiten, die aan Middelburgs Gemeentebelang bevorderlijk waren, als vertegenwoordiger van den middenstand Voor de belangen van dien stand met getrouwheid in de bres stond, en door zijn practische adviezen en wenken het vertrouwen zijner medeleden had ge wonnen. Partijpolitiek, waarbij liberaal en sociaal, voorzoover gezond verstand het hun niet ■belette, samenging om al wat „rechts" •dacht te weren, deed hem zijn zetel ver liezen. Slechts enkele stemmen scheelde ihet of hij ware in district III herkozen ■geweest. Het heeft niet zoo mogen zijn. Daarom evenwel hebben onze vrienden zich gehaast, om bij de eerste de beste vacature, zij het ook in een ander district, hem opnieuw een zetel aan te bieden, nu in district I. En de heer De Rijcke heeft aanvaard. Daarom moeten nu dan ook alle kiezers van rechts, a'lle kiezers die den heer De Rijcke als vertegenwoordiger ook van den middenstand en den ;werkman in den Raad op zijn plaats achten, hunne stem op hem uitbrengen. Ja wat meer is, alwie kan, moet zijn buren en vrienden opwekken dit voor beeld te volgenopdat het onrecht van dezen zomer worde hersteld en de heer De Rijcke zijn plaats weer met eere inneme ouder de vroede vaderen onzer stad. Met hem bevelen wij dan tevens aan te stemmen op den heer de candidaat, wel niet van zijn kiesver- eeniging, maar dan toch van Roomsche Kiezers, die mede geïnteresseerd zijn bij een vertegenwoordiging van den mid denstand. Allen, die tevens voelen voor een even redige vertegenwoordiging, eene_ vertegen woordiging ook van de minderheid, zullen wèl doen om naast den heer De Rijcke ook den heer Mes te stemmen. Voor het eerste district heeft nogeens een degelijk man van rechts zitting ge had. Het was de heer W. J. J. Koole, éèfa man wiens nagedachtenis onder ons tot zegening blijft. - Het is derhalve mogelijk gebleken, dat gerechtigheid het zelfs in district I winnen kan van partijzucht. Daarom ga ieder kiezer met goede hope deze stem ming tegen. Wij weet konden nog eens alle stemmen zich vereenigen op en In het tweede. district is de kans van overwinnen schijnbaar veel kleiner. District II is naar de cijfers telkens uitwijzen een vast vrijzinnig district. Echter ook daar doet een ieder zijn plicht. Wie weet, waren ook daar niet enkele vrijzinnige kiezers die, waarlijk vrijzinnig, het politieke spel van 5 Juli betreuren en de uitwerping van twee verdienstelijke mannen als Vertregt en De Rijcke uit district III afkeurenen die nu om deze fout te herstellen hun stem willen geven aan den heer Ver tregt. Een man die wegens zijn kennis en energie, zijn degelijke adviezen op bouwkundig gebied, zijn aangenamen omgang met rijk en arm, aller achting geniet; de gemeentezaken deskundig en kundig weet voor te dragen; in den korten tijd van zijn raadslidmaatschap reeds het vertrouwen zich wist te ver werven, en nu de eerste gelegenheid de beste heeft aangegrepen om zijn naam en persoon te geven voor deze candi- datuur. Derhalve nu te meer blijft de drin gende eisch, dat alle man van recht en van rechts zich opmaakt om te trachten den open zetel in district II te veroveren voor dezen uitnemenden candidaat. In II derhalve allemaal gestemd op 23 Sept. 1913. Eigenaardig toch in De Tijd van 30 Juni jl. kwam een Haagsche brief voor waarin de schrijver meedeelt dat zijn vrijzinnige zegsman hem zoo pertinent mogelijk verzekerd had dat er zou komen een kabinet-Cort v. d. Linden; dat mr. Cort v. d. Linden de portefeuille van Binnenlandsche Zaken zou nemen; en dat het kabinet niet zou zijn een Con centratie-kabinet, en ook niet een Za ken-kabinet; en dat als minister van oorlog de generaal Bosboom, en als mi nister van financiën mr. van Gijn zou optreden. Bijna twee maanden later is deze getrokken horoskoop althans op ge noemde punten precies zoo uitgeko men. Deze vrijzinnige staatsman heeft dit alles voorspeld haast zeiden we geweten terwijl dr. Bos nog aan het probeeren was, en derhalve niet weten kon of deze al dan niet zou slagen. De profetie naderde evenwel nog meer aan de volledigheid. De zegsman van genoemden Haagschen Briefschrijver had gezegd dat het een kabinet ad hoe (voor een bepaald doel, bijvoorbeeld grondwets herziening!) zou worden; en dat er be halve ambtenaren ook een paar men- schen die de Kamer kennen in zouden opgenomen worden. Nu, een kabinet ad hoe werd het niet; doch het werd wat hetzelfde is een interparlementair ministerie, en naast de ambtenaren zijn er in opgenomen een drietal oude rotten die de loopjes van de Kamer kennen: Cort, Treub en Lely. Terecht heeft de vrijzinnige zegsman den man van De Tijd over de treffende uitkomst zijner voorzeggingen aange sproken. 't Is waar, zeide hij, v. Gijn is niet opgetreden, maar die is toch aangezocht, en verder zijn Loudon, Ort, Bertling en Rambonnet de ambtenaarselementen, terwijl Pleyte, van Deventers oud-com pagnon, minister van koloniën werd, sedert v. Deventer, dank zij de bestrijding door De Nederlander van onjuistheden door hem tijdens de verkiezingen gede biteerd, voor die taak onmogelijk was geworden. En indien v. Deventer minister was geworden, had Treub hem als Ka merlid voor Assen opgevolgd; nu werd Treub minister. Uit alles blijkt dat deze vrijzinnige zegsman goed op de hoogte is geweest. En nu verklaart hij zelfs een en ander aan de openbaarheid te hebben prijsge geven, opzettelijk omdat hij tegen deze door hem voor de liberale partij verder felijk geoordeelde oplossing wenschte te waarschuwen. Hij beschouwt dan ook alles wat er vooraf gegaan is als een groote comedie. Want het stond op 28 Juni al vast, terwijl dr. Bos nog druk bezig was, en de socialisten voor een deel droomden van een liberaal socia listisch ministerie, dat zou komen het kabinet Cort v. d. Linden! Het is wel eigenaardig! De Christus voor alles. Bij de opening van het Vredespaleis heeft een dame, mevrouw da Costa uit Argentinië het Christusbeeld aangeboden bij die gelegenheid schonk onze Koningin haar Haar portret met door Haarzelven geschreven onderschrift Christ avant tout (Christus voor alles). Aan dit onderschrift heeft mr. Van Houten, de man van het Neo-Malthusia- nisme, schrijver van „God, Eigendom en Familie", de overigens humane atheïst en materialist, die steeds eerlijk zijn meening zegt, zich geërgerd. Hij keurt die keuze van den Christus die voor alles moet gaan ten zeerste afniet alleen als symbool, maar ook als werkelijkheid. Het komt niet te pas, zoo meent hij, dat een Koningin, die tevens Keizerin is over een groot rijk dat miljoenen niet-Christenen telt, den Christus eert en predikt en voor alles doet gaan. De woorden waarin deze oud-minister der Koningin zijn protest uitspreekt, luiden aldus Ongerustheid is in den laatsten tijd ontstaan door het ontwaken van Azia tische rijken uit hun eeuwlange af zondering. Te hunnen aanzien geldt op economisch gebied natuurlijk het zelfde, maar komt er nog bij, dat ons bestuur het beginsel der godsdienstige vrijheid zoo ruim moet opvatten, dat ook hunne nationalen zich in geen opzicht wegens achteruitzetting te be klagen hebben. De formule le Christ avant tout is ook bij zijn beste uit legging, en niet opgevat zooals ge woonlijk als l'église avant tout, de kerk voor alles voor een mogendheid, die een hoofdzakelijk door niet-Chris- tenen bewoond koloniaal rijk heeft te besturen, als staatkundig beginsel allerverderfelijkst. Ik vertrouw, dat onze nieuwe regeering het noodige zal doen om onze koloniale medeburgers te doen beseffen, dat met hetzelfde recht, waar mede ieder hunner den Islam of Boeddha boven alles mag stellen, ook ieder Nederlander, hoog of laag, het „Christus voor alles" mag belijden, maar dat het Neder landsche staatsbestuur als zoodanigzoo hier als in de koloniën, buiten en boven alle geloofsverschil staat. Onze Nederlandsche driekleur is in de laatste eeuw een symbool van volledige vrijheid geworden en een goede staat kunde eischt, dat zij dit blijve. Kers tening van Indië is het doel noch wensch van de overgroote meerderheid onzer Nederlandsche bevolking. Heeft het afgetreden ministerie, onder den druk van fanatieke godsdienstige lei ders, iets van dien aard nagestreefd, dit is mede een oorzaak van zijn val geweest. De verzwakking van ons ge zag, die een gevolg is van het ontstaan der meening, dat „Christus vóór alles" een leus zou zijn van het Nederlandsche staatsbestuur, kan bij mijn weten op geen wijze wordt opgewogen dan door daden, die den volke zijn dwaling zichtbaar bewijzenzeker allerminst door den bouw Van dreadnoughts. Het is een kwaad teeken des tijds dat het Nederlandsche volk, voorzoover het deze woorden las, daar niet van is op geschrokken. Een halve eeuw geleden zou het dit nog gedaan hebben. Toen mr. v. Houten voor het eerst zijn atheïstische denkbeelden uitsprak, schrok men er in en buiten de Kamer van op. Thans luistert men nauwelijks meer naar den ouden man. Ook de vrijzinnige pers neemt hem vrij algemeen niet ernstig meer. Toch en dit stilzwijgen op zulke taal bewijst dit heeft zijn woord voort- gegeten als de kanker, en heeft hij ver tolkt wat in de harten van duizenden in den lande leeft. Kappeijne beet het in 1890 den toen- maligen minister Lohman bits toe ver knoei met uw Bijbelteksten ons staats recht niet. Van Houten, verder gaand, verbiedt aan de hoooge Landsregeering om in het staatsbestuur rekening te hou den met den Christus, den Koning der Koningen, Wien alle macht gegeven is in den hemel en op aarde. De Christus van de school. De Christus uit de kerk. De Christus buiten het Staatsbestuur. De Christus buiten onze nationale feest vieringen. De Christus uit het publieke leven. De Christus terug naar de binnenka mer. Zoo willen het de goden dezer eeuw. Angstwekkende herhaling van Psalm 2. Neen, niet alle kiezers zijn eenstemmig. Zoomin op kerkelijk gebied, als in zaken van school en maatschappij, als landsregeering. Eenstemmigheid bestaat er schier nooit tusschen mannen van eenzelfde stad of dorp, van eenzelfden stand of beroep van eenzelfde geslacht of familie van eenzelfde huisgezin zelfs, ook zelfs niet altijd tusschen man en vrouw, op be paalde punten. Zoo gaat het onder ons menschen. En zoo zal het blijven in deze zondige we reld tot aan het einde der dagen. De een gaat naar deze kerk, de ander naar die de een kiest voor dit beginsel, de ander voor datde een leest deze courant, de ander genede eene loopt ter rechter, de ander ter linkerzijde van den wegde een zegtik zal 't doen, de ander: ik zal 't laten. Vooral in ons land, en onder ons volk kiest zoo gaarne elk zijn eigen paadje, en zingt een ieder liefst zijn eigen wijsje, en leest het liefst zijn eigen boekje, en houdt er liefst zijn eigen meening op na en vertrouwt dat die de beste is. Vandaar de velerlei onderscheidingen ook op Staatkundig gebied. En toch hebben al deze menschen, zij het voor het meerendeel onbewust, een groot aantal wenschen en overtui gingen gemeen, waardoor zij in twee hoofdrichtingenrechts en links uiteen gaan. Twee richtingen bepaald door de levens- en wereldbeschouwing waartoe zij onder de leiding of toelating Gods gekomen, en waardoor zij van elkander geraakt zijn. Met het_ gevolg dat ook ten onzent de Staatkundige partijen óf Rechts öf Links van de Scheidingslijn zijn komen te staan. En nu zijn de partijen Rechts nog kerkelijk gescheiden, en diegenen welke volgens de belijdenis bijeen behooren zijn ook kerkelijk niet overal eenstem mig. Maar op staatkundig gebied, door den drang der omstandigheden tot el kander gebracht, vereenigt hen een heel stel van wenschen en verlangens, waar door zij toch ten laatste op bepaalde punten weer eenstemmig zijn. Nog eens de Sarekat Islam. Aan een particulieren brief van zenden ling Rutten ontleent De Ned. het vol gende omtrent bovengenoemde Moha- medaansche Vereeniging Van den invloed van de „Sarekat Islam" bespeuren wij niet veelik mag wel zeggen niets. Dat er berichten ver spreid zijn, door de bladen, als zou bin nen korten tijd geheel Java in oproer zijn, is schandelijk. (De relletjes na dien tijd ontstaan, staan met die vereeniging in geen verband.) Wel is het goed, dat de heeren Douwes Dekker, Tjipti en Soewardi opgepikt zijn en volgens loo- pende geruchten verbannen zullen wor den naar Ambon en Borneo, want hun invloed is hoogst schadelik op zulk een jonge beweging. Overigens begint op vel» plaatsen de belangstelling in de S. I. reeds te minderen, vooral nadat er ver schillende fraudes gepleegd zijn met de contributiegelden en de kas van toko's welke door die vereeniging worden op gericht. Mijns inziens is het Soend. volk nog lang niet rijp voor een beweging, waarin ten minste déze factor van groot belang is, zal ze slagenhet persoonlijk belang moet opgeofferd worden aan het algemeen belang. Met het jongste huis bezoek had ik nog drie Christen-huis gezinnen bij elkaar, wonende in een groote kampong. Pratende over een en ander, vroeg ik, of ze ook iets bemerk ten van de „Sarekat Islam", en wat was hunne eenparige verklaring? „De geheele kampoeng is lid van de S. I., maar van overlast bespeuren we niets, zelfs bemerken we niet dat de lieden minder gaarne met ons omgaan". Wel vonden ze het niet prettig, dat bij beurten in de huizen zidekah's (maal tijden) gegeven worden, waar zij natuur lijk buiten staan (het was namelijk in de vasten), niemand is graag een uitbijter in eigen kring. Overigens leest men nergens van Christenen, die van de zijde van de S.I. overlast ondervonden." Dit lezende moet men zich verwonde ren over de naïveteit die daar ligt in de veronderstelling van De Nieuwe Courant (vrij Lib.) dat de aanmaning in de Troonrede tot godsdienstige verdraag zaamheid in onze koloniën bedektelijk gericht is, niet tot den gouverneur gene raal maar aan het adres van de Sarèkat Islam. Grafschriften op drukkers. Wij lezen in Het Handelsblad Na de te Amsterdam opgewekte be langstelling voor het drukkersbedrijf, willen wij eenige toepasselijke graf schriften uit 's levens druk verloste drukkersdrukken. lo. Zoo luidt het grafschrift van den directeur der eerste groote stadsdrukkerij van Boston, John Forster, overleden in 1661: „Uw lichaam is nu als een oude alma nak ter zijde geworpen, die voor het oogenblik zonder dagteekening is, maar weldra een werkzamer leven zal ingaan. Hoewel het lichaam tot stof vergaat, zullen wij evenwel bij de opstanding een fraaie, nieuwe uitgave zien, zoiideï eenige drukfout." 2o. Het grafschrift voor Jacob Tonson, een gezien Londensch boekdrukker, gest. „Dewijl het boekdeel van zijn leven af is, zoo is hier het einde van Jacob Tonson Weent schrijvers en ver brijzelt uw pennenUw Tonson, weg gevaagd uit het levensboek, is niet meer. Dus druk dit laatste opschrift op de laatste bladzijde van den doode, opdat hij, uitgever, onder de drukking van een grafpers, ook een titel hebbe: „Hier rust een boekdrukker, wiens levensblad voltooid is, die op een nieuwe, vermeer derde en verbeterde uitgave wacht." 3o. De beroemde Benjamin Franklin Stelde in zijn jeugd het zijne op met de volgende bewoordingen „Hier ligt het lichaam van Benjamin Franklin, boekdrukker, evenals de omslag van een oud, verscheurd boek zonder titel of verguldsel. Het is een prooi der wormen en toch niet verloren, want vast gelooft hij dat het ,weer zal verschijnen in e»n

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1913 | | pagina 1