No. 283 1913
Dinsdag 2 September
7e Jaargang
te
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
GHRISTELIJK-
HISTORISCH
JRG.
alver Giftvrije
imailleerde
Artikelen
10,52
evelend.
AARTSEN,
u- en Weiland
1 H.A 6 A. 30
ij Notaris A DE
lurg, en K. DIN-
rijpskerke.
30P
>talmest,
OUD b/d Prelaat.
/eerwagen,
rd (merrie),
Kalfvaars,
12,-
11,—
11,—
11,-
12,-
11,—
11,-
9.-
10»~;
VERSCHIJNT ZESMAAL PER WEEK
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
0T» De opgaaf van den spoordienst
komt In dit nommer voor op de gebrui
kelijke plaats.
Het Eeresaluut.
LANGS RIJN EN AHR.
(Reisherinneringen.)
Binnenland.
gebied,
aill© Zieken verple.
£»gs-Artikelen,
2, 3 en 4 vlenia
eel geëmallleerae
mime keuze bjj
K, Laagedelft.
'ijn,
rijn voor zieken
belegen wijn op
is koortsw erend,
bloedvoimend
der scheikundig
sch f 1,
ielft, Middelburg.
VAN KEULEN,
Meliskerke.
OOP
Smid te 's-Grt
der:
itassen)
1000 KG. en
«II iMMÊÜ,
s nieuw.
Yeersche Weg.
J. LOUWS Az.,
fcOOT*
errieveulen,
I, Koudekerke.
LEGRAAF".
derd des Maandags)
Antwerpen voorm.
boot
-ZIERIKZEE.
er 1913.
g dagelijks vm. 7,30
dagelijks vm. (be-
-n dan 6,30) 7,30 en
d t d i e k 11
ELB-ROOTLRDA9S.
ar 1913.
des Zondags) van
van Middelburg vm.
vm. 8 uur. 's Maan-
rm. 7,— uur.
st „8 OH SI-P®"
Rotterdam.
r 1913
Oin»
Woec.
Dond.
Vrjjd.
Zater.
Zond.
Maan.
Dins.
WoBJl
Dond
Vrijd.
Zater
ZoDd.
Maan.
Dins.
16 6,30
17 7, --
18 7,30
19 8.—
20 8,30
21 9,
22 8,30
23 8,30
.24 8,30
25 8.30
26 8,30
.27 ,8 SO
2810. -
29 9,-
30 9,80
11,-
9,-
18,-
9,30
11.36
12,-
IEDEREN WERKDAG DES AVONDS.
Prijs per drie maanden franco p.p1.25
Enkele nummers0.05
UITGAVE DER FIRMA'S
EN
van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Familieberichten van 1—10 regels 1.—, iedere regel
meer 10 cent.
al achter een datum
•erikzee; hettweede
rdjitn.
Onze rechtsche ministers (nu oud-
ministers) zijn naar hunne haardsteden
teruggekeerd. Zij hebben hun grond-
wettelijken tol aan een misleide kiezers
meerderheid (eigenlijk minderheid) be
taald en hunne ver van maagdelijke
portefeuilles aan hunne respectieve op-
Volgers overgegeven.
De linksche pers is zoo klein, zoo
jammerlijk klein geweest van in gëbreke
te blijven hun de hulde mee te geven
voor betoonden werklust en verrichten
arbeid. Erger nog, inbare voornaamste
organen heeft zij er zich met een „God
dank" toe bepaald een zucht van ver
lichting te slaken, wijl haar van het lijf
gewenteld werd de gefingeerde cente-
naarslast die vanwege dit rechtsche ka
binet drukte op de natie.
Hierin lig niets ongewoons,
f De liberale pers heeft in de laatste
|iaren herhaaldelijk haar schietgebedjes
restameld en haar Gode-zij-dankjes uit
gezucht, al naar gelang haar eigen re-
geeringsmannen de boot in het roer
stuurden of de stuurman van rechts hun
te zeer achter de geeren zat, en dan was
het een verademing wanneer het minis-
trieele leven van de zoodanigen werd
afgesneden.
Zoo wa6 de linksche pers in '91 ver
heugd bij den val van 't ministerie-
Mackay, al was zij met diens opvolger
maar half tevreeverkneukelde zij zich
in den val van het kabinet-Tak, ademde
zij ruimer bij het heengaan van Van
Houten, liet zonder deernis vanwege
diens leerdwangwet en tariefontwerpen
het kabinet-Pierson heengaanschreeuw
de van plezier bij de aftreding van
het tweede rechtsche kabinet, volgde
met een bevend hart den slingeren
den gang van het kabinet-De Meester,
bij wiens wegsterven zij een kreet van
verlichting slaakte, een kreet zoo wel
gemeend dat zij zelfs lieve woordjes voor
zijn opvolger over had. Geen wonder
derhalve dat zij nu jubileert bij het ver
trek van het gehate achttal dat de pre
tentie, en de daad er bij, had van den
langsten levensduur boven alle vrijzinnige
kabinetten.
Doch gelijk in 1891 Tak slechts met
het halve vertrouwenVan Houten in
'94 slechts met gedeelte sympathie het
moest doen, en in 1905 De Meester
slechts met schroomvallige toejuiching
tevreden moest zijn, kon ook Cort v. d.
Linden slechts onder gematigde inge
nomenheid optredenniet omdat hij geen
stel knappe mannen naar voren bracht,
maar ornaat op zijn gezelschap het con
centratie-cachet ontbreekt. Het schijnen
veeleer de negen kegels uit het liberale
kegelspel, met den koning in het mid
den, doch deze, die boven de anderen
uitsteekt, is een vrijzinnig democraat
het is Treub, die reeds een kwarteeuw
geleden van de liberale partij heeft rond
gebazuind dat zij is een oude jonge
juffrouw, die, hoe men haar ook aait,
Wet weer tot geestdrift te stemmen is
rreub, die nog in 1908 met afschuw ge
daagde van den politieken slimmeling
We uit niets anders dan uit politiek
overleg de Staatspensioneering, inweer-
van haar onuitvoerbaarheid, had
^oorgespiegeldTreub, die nog in 1910,
Wjl bij weigerde een knieval te doen
v°or de revolutionaire ouderwijzers uit
S.D.A.P. zich als gemeenteraadslid
wethouder te Den Haag liet uitwer-
cfecj en a^s protest tegen de leugen van
j staatspensioneering zich als Kamer-
voor Assen vervangen' liet.
j 1» Treub,. de koning in dit kegelspel
hoofH Won^er> dat bij dit gezicht het
nog eens wordt omgewend om de
ter lediggang gedoemde stoere werkers
uit het rechtsche kabinet nog eens na te
oogen en, eer zij den hoek omgaan, zich nog
eens te herinneren wat zij wel hebben ver
richt voor het gemeene best inde nu heen
gegane jaren van hun alzijdige werkzaam
heid.' i'j'j
'tls waar, in dit korte oogenblik wil
niet alles ons voor den geest komen.
Doch, al zwijgt de linkBche pers er van, de
rechtsche houdt nog wel een en ander
vast van den indruk dien deze stoere
werkers op haar eu alleen op haar
heeft achtergelaten.
Immers neen, niet alleen op haar.
Ook de linksche pers heeft moeten
erkennen de verdiensten van dit zevental
Heemskerk en Colijn, die elk twee depar
tementen met eere beheerdenVan Swin-
deren, die de eere van Nederland in het
buitenland hooghieldMalefijt, die met
Idenburg beleidvol de koloniën in Oost
en West verzorgdeTalma, de reuzen-
werker, die het driehoofdig landbouw-
nijverheid-en-handel-ministerie voor zijn
rekening had; Regout, die waakte voor
waterstaat en spoorwegen en posterijen en
telegrafieKolkman, die in het volbren
gen der zorgelijkste taak, het houden van
de koorden der beurs, niet moede werd
hunne namen blijven met eere genoemd
in de jaarboeken van ons parlement
gelijk zij vroeger, in gelukkige oogenblik
ken, door eene vrijzinnige pers zijn ge
prezen geworden.
Heemskerks Armenwet en Pensionee-
ringswetten, Colijns Militiewet, Talma's
Verzekeringswetten, Malefijts zorg voor
de Zendingzij hebben den goeden naam
dezer bewindsmannen voor goed ge
vestigd.
Natuurlijk loopt voor dezen laatste, juist
daardoor de lof van links niet zoo in 't oog.
Toch verdient voor wat de anderen
betreft de herinnering aan hetgeen nog
slechts kort geleden omtrent hen door
een vijandige pers geboekstaafd werd,
onze volle waardeering. De Tijd wijst er
terecht met zekere voldoening op, dat
de (lib.) Nieuwe Rott. Courant het volgen
de schreef:
„De werkkracht van minister Talma
is reusachtig geweest. De heer Colijn
wordt geroemd om zijn volharding, doch
wat hij gedaan heeft, is kinderspel, ver
geleken bij hetgeen de heer Talma heeft
laten zien. Deze heeft niet maar een ge
deelte van de parlementaire periode met
stoom-op gewerkt, neen, vijf jaren lang.
Zoek een tweeden staatsman, die in heel
zijn leven zooveel wetten ontworpen
heeft, als de heer Talma ;in deze vijf
jaar gij zult er geen vinden. Dan zult
gij ontzag krijgen voor dezen man, die
in productieve kracht alle anderen van
vele landen verre heeft overtroefd".
En nog op den vooravond van de jong
ste verkiezingen, toen over het ministe
rie-Heemskerk geen gunstig woord in de
liberale pers mocht gezegd worden, moest
het (lib.) Handelsblad erkennen„Minis
ter Van Swinderen heeft het algemeene
vertrouwen verworven door zijn krachtig
en toch verstandig beleid, en heeft alom
in den lande het besef gewekt, dat onze
buitenlandsche aangelegenheden toch nog
wel in een anderen trant konden worden
behandeld dan in dien van een muis, die
geen „piep" durft te zeggen. Vreesachti
ge roerloosheid is geweken voor leven
dige frischheid. Voorts heeft het Kabi
net het geluk gehad, om in den heer
Colijn een minister van Oorlog te vinden,
die in weinig meer dan een jaar tijds
de misslagen deed vergeten, die het Ka
binet in de eerste vier jaren van zijn
leven had begaan en die in korten tijd
voltooide wat, elf jaar geleden, door
minister Eland was begonnen. En einde
lijk zal men ook zeker nog lang een goe
de heugenis houden van eenige persoon
lijke eigenschappen van sommige be
windslieden aan de welsprekendheid
van meer dan één minister, aan den ernst
der overtuiging van wijlen minister R.
Regout, aan de ontzaglijke werkkracht
van minister Talma. En ook aan de
staatsmansbekwaamheden, die een aantal
leden van van het Kabinet, in 't bijzon
der de heeren Heemskerk, L. Regout en
Colijn, getoond hebben te bezitten."
Er zijn nog wel meerdere, schitteren
der, uitspraken van die zijde aan te halen.
En wij, die de vrije school uit beginsel
liefhebben, voegen er onzen dank voor
bouwwetje, mulowetje, toeslagwetje gaar
ne aan toe. Doch het boven aangehaalde
is voldoende om te bewijzen dat zelfs de
tegenstander ten slotte zal moeten toe
stemmen dat een flink kabinet is heen
gegaan, en dat het onrecht is aangedaan,
toen in de hitte van den verkiezings
strijd aan de rechtsche bewindsmannen
onder meer traagheid in het benaarsti
gen, eenzijdigheid bij benoemingen, on
kunde, en onvruchtbaarheid van optreden
werd verweten.
Wij zijn niet met alle regeeringshan-
delingen der laatste vijf jaren even inge
nomen geweest; en hebben dit waar het
pas gaf niet verzwegen. Wij verzwegen
dit ook bij het heengaan van ons recht
sche ministerie niet. Maar het zou wezen
de waarheid in het aangezicht slaan
wanneer wij verzuimden de verdiensten
te eeren, waarop elk dier zeven aanspraak
maken mag, en bij den dank voor het
geen zij tot stand brachten, ook den
wensch onthielden, dat zij weldra, met
nieuwe krachten toegerust, in de Tweede
Kamer mogen terugkeeren, om als Hare
Majesteits loyale oppositie te trachten
het landsbestier te doen blijven in het
rechte spoor.
Onze a.r. lezers zullen nimmer ver
geten de namen van Mackay en Lohman
en Keucheniusvan Kuyper en Idenburg
en Bergansiusvan Heemskerk en Talma
en Regout.
En het zal hun moeite kosten zich in
het hoofd te prenten en te bewaren de
namen hunner opvolgerseen Ort, een
Bertling, een Rambonnet en hoe zij meer
heeten mogen. Namen die onder onze
vrienden nooit populair zullen worden,
ook al brengt het nieuwe kabinet hun in
plaats van de vrijheid van onderwijs het
staatspensioen, en in plaats van de ruime
baan voor de Zending het stombiljet voor
het dierbaarste dat de Heere God hun
gegeven heeft.
2 Sept. 1913.
Wat zijn de vrijzinnigen lang in span
ning geweest, eer het nieuwe kabinet er
was.
Ruim zestig dagen dobberden zij tus-
schen hoop en vrees.
Hoop dat het vrijzinnige ministerie er
komen mochtvrees dat het rechtsche
kabinet ten slotte nog zou aanblijven.
Natuurlijk werd dit niet zoo openlijk
verteld. Edoch een enkele bracht het uit.
De Nieuwe Arnhemsche bijvoorbeeld
flapt het er zoo maar uit:
Eerst sedert gisteren kan men zeg
gen, dat de nederlaag der Coalitie een
feit is geworden. Immers zoolang de
crisis duurde, bleef het gevaar bestaan,
dat de pogingen om een vrijzinnig
Kabinet samen te stellen, zouden mis
lukken en mr. Heemskerk, met het
besluit tot ontbinding der Tweede
Kamer in den zak als redder in den
nood zou optreden.
Dit gevaar is thans en wij willen
vertrouwen, voor langen tijd afge
wend. Het Coalitie-Kabinet is héén
en daarmee een einde gemaakt aan de
clericale overheersching der laatste
jaren, al zal men nog lang zuchten
onder hare naweeën.
Merkt gij het wel: het gevaar bestond
nog dat'Heemskerk Meer zou optreden;
en nu pas ademen de vrijzinnigen
vrijer, want het gevaar is thans afgewend.
Een zucht van verlichting doorwandelt
de vrijzinnige rijen. Men is nu pas ge
rust. Nochtans, dit vrijzinnige blad ver
wacht nog meerdere zuchten, veel en lang
Laat ons opletten en luisteren of het
een zuchten zal zijn over dan wel om
het rechtsche kabinet.
Het bekende gezangverswenscht te
rug 't geen hij eens zag!
a#c
VH.
Zie, hoe de beek langs enge boorden schiet.
Het afscheid van het Zevengebergte
viel ons zwaar. Nog éénmaal wilden wij
het zien, alvorens Westwaarts onze schre
den te richten.
In korten tijd bracht een van de reeds
vroeger beschreven salonbooten ons naar
Rolandseck. De Rijn is hier bijzonder
interessant. Hij vormt hier twee eilan
den, Nonnenwerth en Grafenwerth, twee
schilderachtig gelegen en met dicht groen
bedekte eilandjes. Op Nonnenwerth staat
een zeer oud klooster, dat thans als
pensionaat een goeden naam heeft.
Vanaf de aanlegplaats der booten lie
pen wij als verjongd door het boot
tochtje—rechtstreeks naar den „Rolands-
bogen", een indrukwekkende poort, die
eens samengesteld werd uit de over
blijfselen van den burcht „Rolandseck",
een van de vele trotsche bolwerken,
waaraan het Rijngebied eenmaal zoo
rijk was, doch die evenmin door den
tand des tijds zijn gespaard geworden.
Vanaf deze hoogte (105 M. boven den
Rijn) geniet men een onvergelijkelijk
panorama, eenig door verscheidenheid
en grootschheidden Drachenfels met
zijn schilderachtige ruïnes, het boschrijke
Zevengebergte met zijn talrijke toppen,
o.a. de steile Wolkenburg, de stompe
Löwenburg, de suikerhoedvormige Helm-
merich, de bazaltkegel Leiberg, en in de
rivier, op den voorgrond, de beide
eilandjes
O ja, op den Rijn trokken de manoeu
vres van de Duitsche militairen onze
aandacht. Hier zag men een sterk be
mande sloep den sterken stroom trotsee-
ren, om even verder het anker uit te
werpen, om de omgeving te verkennen
of om opmetingen te doendaar was
men bezig met het leggen van een schip
brug. Geruimen tijd hebben we dezen
belangwekkenden arbeid gadegeslagen.
En de opmerking moest ons van 't hart,
dat de Duitsche soldaat toch 'n sym
pathieke en energieke kerel is. En die
Fransche boer, die voor driejarigen
dienstplicht pleitte tegenover den twee
jarigen dienst van de Duitschers, bleek
wel een goeden kijk op de zaak te heb
ben. Hij wilde zeker van z'n zaak zijn
en vond dat tegenover zulke energieke
krijgsknechten een overwicht geen over
daad zou zijn.
Van den met klimop begroeiden Ro-
landsbogen, waaronder ons driemanschap
enkele oogenblikken voor den regen
beschutting zocht, begaven we ons langs
een lommerrijken weg naar den Rodder-
berg, nog 'n goede 90 Meter hoogerop.
Het hoogste punt van dezen uitgedoof-
den Eifel-vulkaan bood een eigenaardi-
gen aanblik. We zagen daar, wat wij er
allerminst verwacht zouden hebben, n.l.
uitgestrekte aardappel- en havervelden.
In het midden van het plateau verheft
zich een groot hótel-restaurant, waarvoor
men op z'n gemak van de fraaie om
geving kan genieten.
Het indrukwekkendste van den Rod-
derberg was echter ongetwijfeld de
schoone boschweg, die ons weer naar
beneden voerde. Eerst ging 't tusschen
rijk beladen vruchtboomen doorjam
mer, dat 't de tijd nog niet was, anders
ware een lekkere sappige appel een pro
baat middel tegen den dorst geweest.
Nu konden wij niet dan met moeite de
tanden in de wrange vrucht zetten. We
maakten elkaar natuurlijk wijs, dat deze
hoornen daar staan, ter verzadiging van
den hongerigen en begeerigen vreemde
ling. Privaatbezit was ons een doorn in
't oog.
Tusschen hoogopgaand geboomte ge
komen, was de zon geheel schuil gegaan
er heerschte een indrukwekkende stilte
in het halfduistere woud, slechts nu en
dan wreed verbroken door de luidruch
tige stemmen van de boschwandelaars.
Neen, als we stil luisterden, bereikte
nog een ander geluid ons oorhet
murmelen vau een beekje.
^Uit stronk en struik en warrelklomp
van steenen,
Stort de kristallen vliet zich bruischend
neer.
Zoo was het; de oorsprong was niet
te vinden, in het struikgewas verscholen
vervolgde het z'n weg, tot het zich even
verder als een frisch beekje openbaarde,
dat met talrijke stroomversnellinkjes en
watervalletjes z'n weg naar beneden vond.
Een beker met het heldere nat liet
zich goed smaken, beter dan de Eau de
Leiding, die onze woningen wordt bin
nengevoerd en het wasschen van de
handen was een frissche bezigheid. Na
een wandeling van 'n goed half uur was
de breede allée ten einde en stonden wij
bij een lief watervalletje van 'n meter
of drie, welks eentonige zang het bosch
vervulde. Een heusche woud-idylle.
't Was het laatste bedrijf van het
bosch- en beektooneel. Het water vindt
z'n weg onder den grond door naar vader
Rijn. Deze „swelleght in soo vele kruicken
van stroomen, dat (zijn) lichaem swelt
van watersucht."
De regen begon te dalen't was nog
geen tijd voor de boot.
We veroverden dus een aardig zitje
aan de rivier en genoten zoo nog enkele
oogenblikken van het schilderachtige
tafereel, nu droefgeestig van den regen,
die in stroomen nederdaalde. En de Rijn
zwelgde nog meer water in; hij, de nooit
verzadigde.
Eindelijk was daar weer onze salonboot.
In Remagen stapten wij andermaal af.
Thans om den Rijn voor een oogen
blik vaarwel te zeggen en in het lieflijke
dal van een der talrijke zijrivieren, de
Ahr, énkele uren te verwijlen.
Per trein ging het door een schoon
berglandschap naar Neuenahr, het
„Karlsbad van den Rijn", waarover ik
U 'n volgende maal iets hoop te vertellen,
evenals van onzê ervaringen op de wande
ling door het schilderachtige Ahrdal. 't
Was niet het minst belangwekkende van
de reis. We kunnen hen, die den Rijn
willen bezoeken niet genoeg aanbevelen
'n groot deel van de Ahr er bij te nemen.
Althans wanneer de financiën het toe
laten. Tenzij men al zingende z'n kostje
wil ophalen.
TIRO.
Bertha von Süttner heeft gistermiddag
een bezoek gebracht aan de Tentoon
stelling De Vrouw 18131913.
Incompleet aan officieren. Bij de re
gimenten van het wapen der infanterie
ontbreekt een groot aantal luitenants,
zoodat er verscheidene compagnieën zijn,
waarbij geen luitenant zal Runnen wor
den ingedeeld, wanneer met 1 October
de nieuwe organisatie zal zijn doorgevoerd.
De Kon. Onderscheidingen. Bij een
indeeling naar den kring, waarin zij
werkzaam zijn, zijn de Zaterdag gedeco
reerden aldus te overzien
Hooger Onderwijs 9Middelb. Onder
wijs 2Lager Onderwijs 10Ambachts-
onderwijs 2Consulaatwezen 11; Handel
en Verkeer 21Nijverheid 26 Landbouw
8Waterstaat 10Bankwezen 3Belas
ting, Registratie, Kadaster enz. 16Ge
neeskunde 14Hygiëne 2Justitie eu
Politie 10; Tucht- en Opvoedingswezen